Hoe minder plezier je maakt, hoe gelukkiger je bent
Het klinkt tegenstrijdig, dat je, juist gelukkiger zou kunnen zijn, wanneer je minder plezier beleeft. Maar wanneer je alsmaar bezig bent je behoeften, wensen en verlangens te bevredigen, en op zoek bent naar genot, ben je misschien wel gelukkig op de korte termijn, maar ben je dan ook gelukkig op de lange termijn? Wat houdt dit eigenlijk in; geluk op de lange termijn, en hoe kun je dit verkrijgen?
Geluk is een moeilijk definieerbaar begrip. Gelukkig zijn is iets dat op verschillende manieren uitgelegd kan worden, maar uiteindelijk leiden alle omschrijvingen tot een en dezelfde uitleg. Namelijk dat je je, wanneer je gelukkig bent, je goed voelt van binnen. Je kunt je gelukkig voelen door een bepaalde gebeurtenis; dit is geluk op de korte termijn. Je kunt je ook gelukkig voelen op de lange termijn. Dit betekent dat je je gelukkig voelt door de algemene omstandigheden zoals die zich op dat moment voordoen in je leven.
Op een bepaalde manier streeft iedereen er wel naar om gelukkig te zijn. Zij het door middel van een religie, of juist door middel van geen religie. Zij het op de langere termijn, of juist op de kortere termijn. Iedereen is in zijn of haar leven wel op zoek naar een manier waarop hij of zij zich gelukkig voelt. De een probeert de manier waarop hij zich voelt zoveel mogelijk aan te passen aan de omstandigheden, en de ander probeert juist de omstandigheden zoveel mogelijk aan te passen aan de manier waarop hij zich (het liefste) voelt.
Dit constant zoeken naar een manier om je goed te voelen wordt ook wel zelfontplooiing genoemd. Een door velen geaccepteerde theorie is de theorie van Maslow. Volgens deze theorie kom je pas aan zelfontplooiing toe, wanneer je aan alle basisbehoeften hebt kunnen voldoen. Maar klopt deze theorie wel, of is hij achterhaald?
Hedonisme; geluk op de korte termijn
In onze hedendaagse maatschappij wordt het als normaal ervaren om zo frequent mogelijk, zoveel mogelijk leuke dingen te doen. Wanneer men in de basisbehoeften (eten, drinken, slapen...) heeft voldaan, gaat men in de tijd die men overhoudt; ofwel de zogenaamde 'vrije tijd', op zoek naar leuke dingen om te doen. Want door leuke dingen te doen voel je je goed, zo weet men. Wanneer je dan ook aan iemand vraagt waarom hij een bepaalde handeling verricht, wordt het als heel normaal ervaren wanneer deze persoon antwoordt dat hij het doet omdat hij het leuk vind.
Wat is hedonisme
Mensen die er naar streven zoveel mogelijk genot te beleven, en zo snel mogelijk in hun genotsbehoeften te voorzien, worden ook wel hedonisten genoemd. Hedonisme is een filosofische leer die ervan uit gaat dat genot het hoogste goed is, en hiermee het nastreven van genot dus het hoogste doel is. Het woord hedonisme voert ons terug naar de oude Grieken. 'Hedone' betekent namelijk genot in het Grieks. Het hedonisme is dus niet iets dat per se van deze tijd is.
Een belangrijke vraag binnen deze filosofie is natuurlijk wat genot precies is, en wat het meeste genot geeft. Want genot wordt door iedereen anders beoordeelt, en is een subjectief begrip.
Een ander belangrijk punt binnen deze filosofie is in hoeverre genot boven deugd gaat. Met andere woorden: mag je ook genot beleven aan iets dat op de een of andere manier door anderen als niet goed bevonden kan worden? De meeste mensen beleven op de een of andere manier genot wanneer ze iets goed doen voor een ander. Maar hoe groot is het genot dat je beleeft aan het doen van goede daden ten opzichte van andere soorten genot. En is genot echt de drijfveer achter het doen van goede daden, en zouden we het wel de drijfveer moeten laten zijn?
Genot en deugd gaan dus in bepaalde gevallen goed samen. Toch zijn er ook voorbeelden te bedenken waarin dit niet zo is. Denk hierbij aan mensen die genot beleven aan de pijn van een ander, zogenaamde sadisten. Dit laatste voorbeeld is een gevaarlijk voorbeeld en doet onvermijdelijk vraagtekens oproepen bij de filosofie van het hedonisme...
Hedonisme is goed voor de economie
Typische hedonisten zijn mensen die van dag tot dag leven. Ze maken zich niet druk om de dag van morgen. Geduld hebben is voor hedonisten niet makkelijk, het liefst bevredigen ze zo snel mogelijk hun behoeften. Een uitstekende doelgroep dus voor massaproducenten; grote bedrijven.
Goede voorbeelden waarbij grote bedrijven slim inspelen op een groeiend percentage hedonisten, zijn fastfoodketens. In plaats van eerst boodschappen te moeten doen en daarna ook nog eens een paar uur in de keuken te moeten staan, ga je wanneer je honger hebt, liever even snel iets kopen dat je ook direct op kunt eten.
Een nog beter voorbeeld van een bedrijf dat inspeelt op het toenemend hedonisme in de hedendaagse maatschappij is waarschijnlijk Coca-Cola. Jarenlang hebben ze al succes met het motto 'enjoy life'. In hun reclames zien we beelden van mensen die zorgeloos van het leven genieten. Door in deze reclames op de juiste momenten een blikje of flesje Coca-Cola te tonen, proberen ze het beeld van 'enjoy life'; ofwel zorgeloos van het leven genieten, onlosmakelijk te verbinden met hun merk.
Doordat bedrijven profijt hebben bij het feit dat er steeds meer hedonisten komen onstaat er een soort wisselwerking. Bedrijven spelen op dit feit in, stemmen hun producten en reclames af op mensen met een hedonistische levensstijl, en zorgen er zo voor dat er nog meer hedonisten komen.
Korte termijn geluk
Het lijkt er dus op dat mensen steeds meer op zoek zijn naar geluk op de korte termijn. Mensen willen hun behoeften zo snel mogelijk kunnen bevredigen, en het liefst niet te ver in de toekomst hoeven kijken. Mede doordat bedrijven op deze tendens inspelen wordt dit zogenaamde streven naar korte termijn geluk steeds meer de norm.
Wanneer je streeft naar geluk op de korte termijn, leef je steeds, met een zo kort mogelijke tussenpauze, toe naar een moment waarop je een behoefte aan genot kunt bevredigen. Hierdoor zul je je, met dus een zo kort mogelijke tussenpauze, goed voelen, door het bevredigen van deze behoefte aan genot.
Wat is gelukkig zijn eigenlijk
Dit is dan ook de meest brede essentie van gelukkig zijn; je goed voelen. Er zijn echter vele manieren waardoor je je gelukkig kunt voelen. De een probeert gelukkig te zijn door zo snel mogelijk in zijn behoeften te voorzien, de ander probeert juist gelukkig te zijn door het bevredigen van zijn behoeften uit te stellen.
Gelukkig zijn; hoe doe je dat?
Er wordt gezegd dat de mate waarin je je gelukkig voelt voor 30 tot 40% erfelijk bepaald is. Het overige verschil in de mate waarin personen gelukkig zijn zou voortkomen uit invloeden uit de omgeving. Het zou dus voor een deel erfelijk bepaald zijn of je makkelijk depressief wordt, of dat je juist makkelijk positief in het leven staat. Maar is dit ook zo, of heb je zelf veel meer invloed op je gemoedstoestand?
Gelukkig zijn is niet iets subjectiefs, want iedereen heeft in verschillende tijden verschillende wensen en verlangens. Je kunt er voor zorgen dat je je gelukkig voelt door je levensomstandigheden zo aan te passen dat je voldoet aan je wensen en verlangens. Je kunt ook je wensen en verlangens aanpassen aan je levensomstandigheden.
Je kunt spreken van de zogenaamde positieve aanpak en van de zogenaamde negatieve aanpak om de mate waarin je gelukkig bent te beïnvloeden. Waar de positieve aanpak er vanuit gaat dat je gelukkig bent wanneer er genoeg positieve situaties voorkomen in je leven, gaat de negatieve aanpak er vanuit dat je gelukkig bent bij het ontbreken van negatieve situaties. Aan beide manieren zitten voor- en nadelen. Bij de negatieve aanpak, ga je namelijk erg veel van het negatieve uit, waardoor je al gauw een erg negatieve levenshouding zal aannemen. Deze mensen worden dan ook niet voor niets al snel cynismen genoemd. Bij de positieve aanpak is het gevaar dat je negatieve situaties ontkent, of dat je je zelfs helemaal niet bewust bent van negatieve situaties. Wanneer je niet meer om de negatieve situaties heen kunt, die er als vanzelfsprekend sowieso zijn, zullen ze veel moeilijker te overkomen zijn.
De hedonistische paradox
Veel mensen proberen de omstandigheden aan te passen aan hun verlangens, wensen en behoeften om op die manier gelukkig te worden. Maar dit is niet altijd mogelijk, aangezien je niet alles in je leven in eigen hand hebt. Hieruit volgt de zogenaamde hedonistische paradox. Het hedonisme gaat er vanuit dat genot het hoogste goed is, en wanneer je je behoeften van genot maximaal bevredigt, zul je ook de hoogste vorm van geluk bereiken. Het paradoxale hieraan is dat je niet alles altijd in eigen hand hebt, en je dus niet altijd al je wensen, behoeften en verlangens zult kunnen bevredigen. Wanneer je er wel naar streeft om je behoeften maximaal te bevredigen zul je dus al gauw tegen teleurstellingen aanlopen, welke tot het tegenovergestelde van gelukkig zijn zullen leiden.
Het gevaar van geluk op de korte termijn
Uit de hedonistische paradox kun je (indirect) het gevaar opmaken van vooral, of alleen maar, op zoek zijn naar geluk op de korte termijn. Wanneer je namelijk constant bezig bent je behoeften zo snel mogelijk te bevredigen, en je het liefst van dag tot dag leeft, sluit je je ogen voor de toekomst, en daarmee voor de realiteit. Deze manier van leven kun je vaak heel lang volhouden, maar vroeg of laat zullen een keer je ogen open gaan. Wanneer mensen om je heen je bewust willen maken van de realiteit, wil je hier vaak niet naar luisteren, omdat je je eigen realiteit verkiest boven de realiteit die je omgeving je voorhoudt. Meestal moet je dan zelf eerst een keer in een gat vallen voordat je wakker wordt.
Er zijn mensen die, wanneer ze zich niet zo goed voelen, in plaats van op zoek te gaan naar een reden en een oplossing voor deze gemoedstoestand, het liefst diezelfde dag nog, door genot te beleven, deze gemoedstoestand proberen te onderdrukken. Op deze manier voel je je eventjes goed, en vergeet je, voor eventjes, je zorgen. Maar de slechte gemoedstoestand is hiermee niet verholpen. In sommige gevallen kent men de reden niet eens voor zijn slechte gemoedstoestand. Je kunt deze situatie vergelijken met de positieve aanpak van gelukkig zijn, je ontkent hiermee de negatieve kanten van het leven. De negatieve kanten van het leven zijn er echter nog wel. En vroeg of laat zul je ze dan ook tegenkomen, maar dan is het vaak veel moeilijker een oplossing te vinden.
Achter het (vooral) op zoek zijn naar geluk op de korte termijn schuilt dus het gevaar in een soort roes terecht te komen, en daardoor uiteindelijk in een valkuil terecht te komen waar je niet op voorbereid was. Voor de een is het vaak makkelijker dan voor de ander om uit deze soort van roes te komen. Vooral jongeren leven vaak een zogenaamde hedonistische levensstijl; ze leven van dag tot dag, geld wordt zo snel mogelijk uitgegeven, en genot staat bovenaan het verlanglijstje. Vaak gaat men, wanneer men ouder wordt, vanzelf op zoek naar een rustigere, meer in balans zijnde, levensstijl. Men krijgt langzamerhand meer behoefte aan gelukkig zijn op de lange termijn.
Geluk op de lange termijn
Er zijn vele manieren waarop geluk op de lange termijn verkregen kan worden. Het heeft voor een groot deel met je karakter te maken op wat voor manier je op zoek gaat naar geluk op de langere termijn. Ook is de manier waarop iemand zijn leven uiteindelijk inricht vaak cultuurgebonden. Dit laatste hoeft echter niet het geval te zijn.
Gelukkig zijn op de lange termijn houdt meer in dan je alleen maar constant gelukkig willen voelen. Wanneer je op zoek bent naar geluk op de lange termijn, ben je juist op zoek naar een manier waarop je ook met tegenslagen om zal kunnen gaan. Je probeert dus een soort balans te vinden voor je gemoedstoestand.
Dit op zoek zijn naar een manier om je zelf te ontwikkelen met als doel gelukkig te zijn, en tevreden met jezelf te zijn wordt ook wel zelfontplooiing genoemd. De een gaat op zoek naar zelfontplooiing door middel van religie de ander juist door middel van geen religie. Sommigen gaan op zoek naar een bepaalde levensleer of levensfilosofie, zoals bijvoorbeeld het humanisme of het boeddhisme.
Gelukkig zijn binnen de Islam, het Christendom en het Jodendom
Binnen de meeste religies, en zo ook in de Islam, wordt gezegd dat je, wanneer je je op het juiste pad bevindt en God aanbidt in alles dat je doet, ook vrede met jezelf zult vinden. Genotsbevrediging wordt over het algemeen gezien als iets aards, en wordt in veel gevallen gezien als een afleiding van het spirituele. Niet voor niets kent men binnen alle drie deze religies een vastenperiode, die onder andere bedoeld is om te leren je lichamelijke behoeften te controleren.
Omdat binnen deze religies geldt, dat God in totale controle is, gelooft men er minder in de omstandigheden zo aan te kunnen passen dat men hierdoor gelukkiger wordt. Iets kan alleen gebeuren wanneer God het wil, en er kan niets gebeuren buiten de wil van God.
Gelukkig zijn binnen het Boeddhisme
Ook al is het Boeddhisme geen godsdienst maar meer een levensleer, toch streeft men er ook binnen het boeddhisme naar tevreden te zijn met de loop der dingen. Binnen het boeddhisme ziet men het bevredigen van lichamelijke behoeften en het bevredigen van geestelijke behoeften als twee aparte dingen. Door het loslaten van je ego en dus je lichamelijke behoeften, kom je meer toe aan het bevredigen van je geestelijke behoeften. Wanneer je je ego volledig los hebt kunnen laten kun je de hoogst mogelijke gemoedstoestand bereiken. In deze gemoedstoestand voel je je volledig voldaan, ben je tevreden met de loop der dingen, en zul je geen last hebben van negatieve emoties zoals jaloezie of agressie.
Eerst de basisbehoeften bevredigen en dan zelfontplooiing: De piramide van Maslow
Een in onze hedendaagse maatschappij door veel psychologen gebruikte theorie is de theorie van Maslow, ook wel de theorie van de toenemende behoefte genoemd. Deze theorie gaat er vanuit dat je, wanneer je niet aan je basisbehoeften voldoet, je nooit aan zelfontplooiing toe zult komen.
De piramide van Maslow
Volgens de theorie van Maslow doorloopt ieder mens een bepaalde behoeftenopbouw. Deze behoeftenopbouw heeft hij weergegeven in een piramide. De laagste behoeften in de piramide zijn de meest fundamentele behoeften en de hoogste behoefte is de behoefte aan zelfontplooiing. Er kan in de behoeftenopbouw nooit een behoefte worden overgeslagen. Iemand zal dus eerst aan de fundamentele behoeften moeten voldoen voordat hij zich kan richten op de minder fundamentele behoeften. Iemand die niet in staat is zijn fundamentele behoeften te bevredigen, is volgens Maslow psychisch niet compleet.
Verslaafd aan het bevredigen van je behoeften
Iets dat we niet terug zien in de theorie van Maslow is het minimaliseren van je behoeften, zoals we dat in het boeddhisme en in de drie grote wereldreligies wel zien. Bij de theorie van Maslow wordt er vanuit gegaan dat alle behoeften essentieel zijn, en dat je je niet volledig zou kunnen ontwikkelen wanneer je niet in staat bent al je behoeften te bevredigen. Maar is dit ook zo?
Hoe meer je je behoeften bevredigt, hoe groter je behoeften worden
Het bevredigen van behoeften werkt in minder extreme mate het zelfde als het nemen van (hard)drugs. Wanneer je er constant voor zorgt dat je je behoeften voor een bepaald iets zo snel mogelijk bevredigt, zal je lichaam dit iets steeds meer nodig hebben. Dit werkt niet alleen zo met de behoefte aan eten en drinken, maar ook met niet materiële behoeften, zoals bijvoorbeeld de behoefte aan genot.
Je kunt de vergelijking trekken met het roken van sigaretten. Je lichaam bestaat uit allemaal cellen, en die cellen hebben receptoren. Deze receptoren zijn een soort ontvangers voor stoffen die je lichaam binnenkomen. Wanneer iemand zijn eerste sigaret rookt, zijn zijn receptoren nog niet bekend met deze stof en zullen hem dan ook afstoten. Hierdoor vinden de meeste mensen de eerste sigaret niet lekker. Nu zullen, voor het geval je het toch nog een keer zult proberen, je cellen receptoren ontwikkelen die wel bekend zijn met het fenomeen sigaret. Hierdoor wordt de tweede sigaret al beter ontvangen door je lichaam en begin je het roken van sigaretten zowaar lekker te vinden. Hoe meer sigaretten je zult roken hoe meer je cellen zult krijgen met receptoren die zijn afgestemd op sigaretten. Doordat je nu meer receptoren hebt die zijn afgestemd op het ontvangen van sigaretten, begint je lichaam om sigaretten te vragen. De behoefte aan sigaretten neemt hierdoor dus toe.
Bewezen is dat dit ook zo werkt voor emotionele stoffen. Voor elke emotie bestaat een bepaalde stof, die wordt aangemaakt in je hersenen; voor vreugde, voor woede, voor angst...enzovoort. Hoe meer je dus je behoeften bevredigt, hoe groter je behoeften worden. Dit betekent dat je, wanneer je er vanuit gaat dat het bevredigen van je (basis)behoeften essentieel is, en je deze behoeften dus optimaal bevredigt waardoor ze steeds groter zullen worden, steeds moeilijker toekomt aan zelfontplooiing, de hoogste tree van de piramide van Maslow.
Het controleren van je behoeften
Hieruit blijkt dat het helemaal niet zo een raar idee is om er aan te werken je behoeften te beheersen, of zelfs te minimaliseren, zoals we dat bijvoorbeeld in het boeddhisme en in de monotheïstische religies zien. Gelukkig werkt het voorbeeld met de sigaret ook de andere kant op, alhoewel het makkelijker is om aan een verslaving te komen dan om er vanaf te komen. Want doordat de cellen in je lichaam al zoveel receptoren hebben die zijn afgestemd op het fenomeen sigaret zal het heel moeilijk zijn om van de een op de andere dag te stoppen met roken. Het is dan ook makkelijker om het rustig af te bouwen; naar mate je het afbouwt ontwikkelen nieuwe cellen ook minder receptoren die zijn afgestemd op het fenomeen sigaret. Hierdoor krijgt je lichaam langzamerhand minder behoefte aan het roken van sigaretten.
Uitstel van behoefte bevrediging
Met andere behoeften werkt het hetzelfde als met de behoefte aan bijvoorbeeld sigaretten; als je leert je behoeften te controleren zul je vanzelf merken dat je je minder door je behoeften laat meeslepen. Hierdoor kun je uiteindelijk bewuster keuzes maken in je leven, omdat je niet door een bepaalde behoefte tot een bepaalde keuze wordt gedwongen. Wanneer de behoefte die je ergens voor hebt te groot is, is het vaak heel erg moeilijk om het bevredigen van deze behoefte uit te stellen. Maar wanneer je de bevrediging van een behoefte uit kan stellen, is vaak het genot dat je aan de bevrediging beleeft groter dan wanneer je de behoefte gelijk zou hebben bevredigd. Dit is de zogenaamde wet van 'uitstel van behoeftebevrediging'. Wanneer je jezelf hierin oefent, zal het keer op keer makkelijker zijn de bevrediging van een behoefte uit te stellen, tot op een gegeven moment de behoefte helemaal lijkt te zijn verdwenen.
Hoe minder genot, hoe meer geluk
Des te minder behoefte bevrediging, des te meer geluk op de lange termijn
Het klinkt raar; dat een behoefte aan een bepaald iets in zijn geheel kan verdwijnen. Maar wanneer het gebeurd zul je merken dat het een erg opgelucht gevoel kan geven. Wanneer je vast zit in een patroon van allerlei behoeften, voelt het alsof er een druk op je schouders ligt, omdat je het idee hebt dat je die behoeften moet bevredigen. Soms kom je zelfs tijd te kort om al je behoeften te bevredigen, en wenste je dat je meer 'vrije tijd' had. Wanneer je er echter in slaagt je behoeften tot het minimale te minimaliseren zul je ineens het idee hebben 'vrije tijd' over te houden. Je kunt hierdoor ook veel bewuster keuzes maken in je leven, want je behoeften dwingen je niet meer een bepaalde kant op. Het voordeel van bewust keuzes maken is dat je, wanneer je bijvoorbeeld ergens spijt van hebt, weet dat je de keuze tot die bepaalde daad waar je spijt van hebt bewust hebt gemaakt. Hierdoor kun je jezelf beter leren begrijpen, en van je fouten leren. Wanneer je echter keuzes maakt vanuit allerlei behoeften, zal dit minder het geval zijn.