Karl Popper, Plato en het Historicisme

Karl Popper, Plato en het Historicisme ''(W)ij, en wij alleen, (zijn) verantwoordelijk voor onze ethische beslissingen en wij (kunnen) die verantwoordelijkheid op niemand anders afschuiven, niet op God, niet op de natuur, niet op de samenleving en ook niet op de geschiedenis." Een baanbrekende manier van denken, gewaagd, doordat er gebroken werd met het gedachtegoed van grote filosofen en er wijze mannen met deze uitspraak tegen de schenen geschopt zouden worden. Karl Raimund Popper, een wetenschapsfilosoof uit de twintigstee eeuw, is de schrijver van deze revolutionaire zin, die voor ons, in de 21e eeuw, op het eerste oog niet van hele grote waarde lijkt. Niets is minder waar. Deze zin belichaamt de nieuwe kijk op de wereld die Popper heeft geprobeerd sterk te maken.

Levensloop

Karl Raimund Popper is geboren op 28 juni 1902 in Wenen in een tot het christendom bekeerd Joods gezin. Hij studeerde aan de universiteit van Wenen, waar hij in 1928 promoveerde in de filosofie. Hoewel Popper in zijn tienerjaren een overtuigd communist was, is er in zijn latere werken juist een Popper te zien die zich fel afzet tegen onder meer het communisme. Deze radicale ommekeer komt door een bloederig voorval aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, waar Popper getuige van was. Verschillende belangrijke communisten werden destijds gevangen gehouden in een politiebureau in Wenen. De communistische partijtop riep haar aanhangers op het bureau te bestormen en de gevangenen te bevrijden. De politie opende als antwoord het vuur op de demonstranten, waar de jonge Popper één van was. Verschillende demonstranten vonden de dood en nog veel meer raakten gewond. Dit had enorme impact op de jonge Popper. De dood van de demonstranten was de schuld van de partijtop, die geen waarde hechtte aan het leven van een individu, maar slechts haar blik vestigde op het einddoel, meende hij. Dit rekende Popper hen zwaar aan en hij brak dan ook direct met de communisten.

In de jaren dertig voelde de van oorsprong joodse Popper een dreigende sfeer in de lucht hangen met de opkomst van het fascisme en nazisme. Toen Oostenrijk bij Duitsland werd ingelijfd besloot Popper om naar Nieuw-Zeeland te vluchten, waar hij zijn ongetwijfeld bekendste werk schreef "The open society and its Enemies". Dit werk wordt gezien als één van de belangrijkste politieke werken van de twintigste eeuw. Hoewel hij zich in '69 terugtrok uit het academische leven bleef hij intellectueel actief tot 1994, het jaar waarin hij stierf.

Armoede van het historicisme

Popper was een fanatieke criticus van het historicisme, de theorie dat de geschiedenis zich onverbiddelijk, volgens vaste wetten naar een bepaalde eindsituatie toewerkt. Met zijn werk: "The poverty of historicism" probeert hij de onjuistheid van dit historicisme duidelijk te maken. Aan het begin van het werk staat: “In memory of the countless men and women of all creeds or nations or races who fell victim to the fascist and communist belief in Inexorable Laws of Historical Destiny.” Daar staat dat hij het boek opdraagt aan de ontelbare mensen die het slachtoffer zijn geworden van het fascistische en communistische geloof in de onverbiddelijke wetten van de voorbestemde loop van de geschiedenis. Je kan uit deze zin een soort verwijzing halen naar de bloederige gebeurtenissen in Wenen toen twaalf demonstranten werden gedood, omdat ze in opdracht van de communistische partijtop probeerden gevangenen te bevrijden, die geloofde dat alles in het belang was van een groter goed. Hij draagt dit boek dus onder andere op aan de demonstranten "who fell victim to the (...) communist belief in Inexorable Laws of Historical Destiny". Er wordt dan ook gedacht dat de gebeurtenissen in Wenen voor een deel de basis vormen van zijn latere ideeën

Het historicisme is de theoretische onderbouwing van veel autoritaire en totalitaire systemen. Popper probeert door het historicisme te weerleggen aan te geven dat deze totalitaire systemen zijn gebaseerd op verkeerde interpretaties van voorspellingen en natuurwetten.

Hieronder een paar denkbeelden van het historicisme en de reactie van Popper daarop:
  • Historicist: De geschiedenis werkt zich langs onverbiddelijke wetten toe naar een bepaalde eindsituatie en als we deze wetten begrijpen kunnen we deze eindsituatie bepalen.
  • Popper: Een wet, natuurkundig of sociaal, kan ons het vermogen geven de mogelijkheid van bepaalde gebeurtenissen uit te sluiten, maar het geeft ons niet het vermogen om het aantal mogelijke uitkomsten tot één enkele uitkomst te beperken.

  • Historicist: Door naar ervaringen uit het verleden te kijken kunnen we voorspellen hoe de toekomst zal lopen.
  • Popper: De gebeurtenissen in de geschiedenis zijn eenmalige, unieke gebeurtenissen. Het zijn geen vaststaande wetten die gebruikt kunnen worden om de geschiedenis te voorspellen. Door de geschiedenis te bestuderen kun je alleen trends aangeven, maar niemand kan zeggen of deze trends zich zullen voortzetten of herhalen.
  • Popper: Het menselijk gedrag is onvoorspelbaar en kan daarom nooit met zekerheid worden voorspeld. Daarom kan de toekomst ook niet worden voorspeld, omdat die voor een groot deel afhangt van menselijk gedrag. ''(W)ij, en wij alleen, (zijn) verantwoordelijk voor onze ethische beslissingen en wij (kunnen) die verantwoordelijkheid op niemand anders afschuiven, niet op God, niet op de natuur, niet op de samenleving en ook niet op de geschiedenis.'
  • Popper: Het is logischerwijs onmogelijk om de toekomst te voorspellen, omdat die voor een deel afhangt van de natuurwetenschappelijke ontdekkingen die er gedaan worden. Doordat we van tevoren niet weten welke ontdekkingen dit zijn, kunnen we dus nooit de toekomst voorspellen.

De open samenleving en haar vijanden

"The open society and its enemies" is ongetwijfeld het bekendste en belangrijkste werk dat Popper geschreven heeft. Popper schreef dit werk rond de Tweede Wereldoorlog voor een deel in Wenen en voor een deel in Nieuw-Zeeland, waarnaar hij gevlucht was. In de tijd dat hij dit boek schreef had hij dus eigenlijk al twee wereldoorlogen meegemaakt. De Eerste Wereldoorlog had hij in zijn totaliteit meegemaakt en de Tweede Wereldoorlog was net van start gegaan, toen hij begon aan zijn boek. Je kunt je voorstellen dat Poppers werk beïnvloed is door de omstandigheden. Het was namelijk al de tweede oorlog die hij meemaakte, en allebei de keren waren het totalitaire systemen die de oorlog uitriepen. Kijk naar de Eerste Wereldoorlog. Bijna negen-en-een-half miljoen soldaten hebben in de Eerste Wereldoorlog hun leven opgeofferd in het belang van de staat. Op een gegeven moment konden de doden niet meer gezien worden als personen, maar enkel als een razendsnel stijgend getal. Deze militairen werden opgeofferd voor het belang van de staat, voor een groter goed.

In de Tweede Wereldoorlog dreigde weer eenzelfde massaslachting. Om de doden te verantwoorden werd er vaak verwezen naar das Dritte Reich. In de Tweede Wereldoorlog was het in Nazi-Duitsland populair om naar Nazi-Duitsland te verwijzen als "het Derde Rijk", dit rijk was voorbestemd om duizend jaar te duren. Popper zou hier natuurlijk kritiek op hebben gehad, want hoe kon je nou weten of een rijk duizend jaar zou bestaan? In "The open society and its enemies" probeerde Popper een reden te vinden waarom zo vele intellectuelen en geleerden sympathiseerden met totalitaire vormen van politiek en waarom zij zo grondig twijfelden aan de haalbaarheid van een langdurende democratie. Karl Popper schuwde er in zijn boek niet voor verschillende grote filosofen en geleerden met de grond gelijk te maken.

Hieronder de delen van het boek en wat Poppers kritiek was ten opzichte van bepaalde bekende filosofen.

Deel 1: "The Spell of Plato."

In dit eerste deel levert Popper kritiek op wat een van de grootste filosofen ooit was, Plato.
  • Plato: De ideale samenleving is een tribale samenleving die geregeerd wordt door perfecte leiders en waarin alle rangen en standen vastliggen.
  • Popper: De ideale samenleving is een samenleving die ervoor zorgt dat politieke instituties goed zijn ingericht, zodat de schade beperkt kan worden als er corrupte leiders aan de macht komen.

Volgens Popper was Plato's ideale wereld een gesloten samenleving, die werd geregeerd door een groepje mensen dat zich superieur voelde aan de rest.

  • Plato: Het streven is naar een ideale samenleving die voor altijd onveranderlijk zal voortbestaan.
  • Popper: Het is beter voor de maatschappij als deze continu een gepaste manier moet vinden om te reageren op onverwachte en onvoorspelbare uitdagingen. Dit kan tevens alleen met een kritische geest.

Popper dacht dat Plato's verlangen naar een samenleving die voor eeuwig zou duren voortkwam uit de politieke instabiliteit in het toenmalige Griekenland.

  • Plato: Allereerst moet het ultieme einddoel van de politiek bepaald worden en vervolgens moeten er stappen ondernomen worden om dit te bereiken.
  • Popper: Het is onmogelijk om voor eens en voor altijd een einddoel te stellen van de politiek. Je moet dan dus ook geen revolutionaire veranderingen doorvoeren om dat einddoel te bereiken. Beter is om kleine stappen te zetten, kleine verbeteringen door te voeren en ondertussen te leren van je fouten.

Popper schrijft dat Plato een historicist is en alleen maar probeerde te reageren op de ingrijpende veranderingen onder welke de Griekse samenleving destijds beefde.

Deel 2: "The High Tide of Prophecy: Hegel, Marx, and the Aftermath."

  • Hegel: De staat heeft de absolute macht en betekent alles, terwijl het individu niks betekent.
  • Popper: Een goede staat is een staat waarin kritische individuen leven die ook daadwerkelijk iets te zeggen hebben en kritiek mogen en kunnen leveren.

  • Hegel: Er is een uitverkoren staat die voorbestemd is om over de wereld te regeren.
  • Popper: Er bestaat niet zoiets als een uitverkoren staat die voorbestemd is om over de wereld te regeren. Er zijn geen zekerheden die aangeven dat een staat in de toekomst over de wereld gaat regeren, er is geen dwingende lijn in de geschiedenis die de staat voorbestemt om over de wereld te regeren.

  • Hegel: De geschiedenis is een lineaire lijn die zich dialectisch naar een eindsituatie toe beweegt.
  • Popper: Er is niet zoiets als een einddoel waar de geschiedenis zich noodlottig naar toe beweegt door theses, antitheses en syntheses. De loop van de geschiedenis wordt bepaald door menselijk handelen en kan niet met een lineaire lijn worden voorspeld.

  • Marx: Men moet zich onderwerpen aan de onverbiddelijke wetten van de geschiedenis.
  • Popper: Er bestaan geen wetten die de geschiedenis kunnen verklaren en derhalve kunnen we ook niet aan de hand van die "wetten" de geschiedenis voorspellen, omdat deze niet volgens wetten loopt.

  • Marx: "We kunnen niets anders doen dan de barensweeën van de natuurlijke ontwikkelingsfasen van het kapitalisme verkorten en verzachten."
  • Popper: Marx laat ieder geloven dat de ontwikkeling van het kapitalisme onvermijdelijk is en dat we ons eraan moeten overgeven, terwijl er niet met zekerheid gezegd kan worden dat het kapitalisme groot wordt, omdat de toekomst nog niet vast staat en ook niet voorspeld kan worden.

Popper had voor het werk van Marx het meest respect van de filosofen die hij behandelde in het boek, maar hij vond dat zijn ideeën verkeerd geïnterpreteerd werden en dat Marx zijn theorieën baseerde op foute aannames.

Poppers open samenleving

Popper probeerde in zijn werk de lezers te overtuigen van de goedheid van de zogenaamde "liberale democratie", de democratie die gebaseerd is op sociale kritiek en waar ook ruimte voor nieuwe kritiek is. Dat is volgens hem het verschil tussen een gesloten en een open samenleving, of er ruimte is voor kritiek of niet. Als een samenleving gebaseerd is op kritiek en ook open staat voor kritiek dan is dit volgens hem een democratie. Mensen moeten met elkaar samenleven en elkaars ideeën aanhoren en dan vervolgens proberen die te weerleggen als ze zelf een andere mening hebben. Op deze manier kunnen twee individuen wellicht samen dichter bij de waarheid komen. Het individu speelt in Poppers filosofie dan ook een grote rol, in tegenstelling tot de rol van het individu in de filosofieën van de geleerden die pleiten voor een totalitaire samenleving waar een individu niet meetelt. Popper probeert mensen ervan te overtuigen dat ze in zichzelf moeten gaan geloven, in hun eigen zelfstandigheid en dat het individu er wel toe doet. Hij moedigt zijn lezers aan de grote stap te nemen naar het onbekende. De enige manier om in deze wereld “mens” te blijven met al zijn capaciteiten en daarbijbehorende verplichtingen is door de weg naar de open samenleving te bewandelen, waar deze capaciteiten benut kunnen worden en vereist zijn.

Falsificatie

Een tweede speerpunt van Popper was de falsificatie, oftewel het toetsen van theorieën, om hun waarheid te testen. In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers was Popper geen voorstander van het empirisme als basis van de wetenschappelijke aannames. Bij het empirisme en het inductiemodel, dat voorheen als bewijsmateriaal voor een stelling werd aangevoerd, werden er aan de hand van waarnemingen en redeneren algemene regels opgesteld die bijvoorbeeld voor de natuurkunde gelden. Popper noemde zijn nieuwe filosofie het kritisch rationalisme. Deze filosofie had als uitgangspunt dat theorieën getoetst moeten worden aan de hand van uitspraken. Bijvoorbeeld, de stelling is: alle zwanen zijn wit. Dan wordt er een basiszin aangevoerd die wel of niet overeenstemt met de stelling. De basiszin is een potentiële falsificator, omdat het in tegenspraak kan zijn met de stelling of theorie. De basiszin is bijvoorbeeld: er is één zwarte zwaan. In dit geval is de basiszin een falsificator, omdat hiermee de theorie over de witte zwanen wordt weerlegd. Als de falsificator echter niet als zodanig tegenstrijdig met de theorie wordt aanvaard, dan krijgt de theorie een hogere corrobatiegraad, dat betekent dat de theorie meer kans heeft om juist te zijn. Theorieën met een hoge corrobatiegraad zijn echter niet meer waar dan uitspraken met een lagere corrobatiegraad. Een theorie met een hogere corrobatiegraad kan namelijk voor hetzelfde geld bij de volgende test onderuit gaan.

Openstaan voor kritiek

Popper stelt dat geen enkele wetenschappelijke theorie, en eigenlijk al wat de mens weet, uitsluitend hypothetisch is en dat we nergens de ultieme zekerheid over hebben. Geen enkel aantal positieve waarnemingen is namelijk voldoende om op een theorie het etiket "waarheid" te plakken, terwijl er maar één enkele negatieve waarneming voor nodig is om de hele theorie onderuit te halen. Poppers duidelijke verschil tussen verificatie, theorieën verifiëren door empirisme, en falsificatie, waarbij een theorie eigenlijk tot in de oneindigheid wordt getest, is een van de kernpunten van de wetenschapsfilosofie. Popper heeft als uitgangspunt dat alle theorieën en alle wetten, zowel politiek als natuurwetenschappelijk moeten openstaan voor kritiek. Verwerping is namelijk een grotere vooruitgang dan bevestiging, omdat er dan duidelijkheid bestaat over dat iets echt niet waar is, terwijl er nooit honderd procent bevestiging zal zijn dat iets de waarheid is. Er wordt gedacht dat Popper deze filosofie heeft bedacht toen hij een lezing van Einstein was. De man legde namelijk zijn theorieën voor aan het publiek en geleerden en hij stond open voor kritiek en hij week niet voor de mogelijkheid dat hiermee zijn voorspellingen over de afbuiging van licht weerlegd zouden worden.

Popper in de hedendaagse samenleving

Wat merken we nu nog in onze hedendaagse samenleving van de boodschap die Popper verkondigde? Om die vraag te beantwoorden moeten we niet slechts naar de afgelopen tien jaar kijken, maar moeten we het grote geheel bekijken. Als er namelijk in de vorige eeuw andere beslissingen waren genomen had ons leven er nu heel anders uitgezien.

Veranderingen in de twintigste eeuw

Eerst moet er gekeken worden naar de vorige eeuw, de rumoerige twintigste eeuw. De twintigste eeuw was een eeuw van enorme vooruitgang, maar ook een van enorme dieptepunten. Het was een eeuw van paradigma's, een eeuw van verdeeldheid en een eeuw van ontdekking. De twintigste eeuw begon relatief democratisch. Er kwam allereerst algemeen mannenkiesrecht (1917), wat kort daarop gevolgd werd door het algemeen vrouwenkiesrecht (1918). Verder leek de overheidszorg toe te nemen. Er kwam meer wetgeving op grond van sociale verzekeringen en arbeidsrecht. Mensen begonnen mondjesmaat meer als individu te denken en dachten minder aan elkaar als gemeenschap. Hoewel veel burgers, en dan vooral degene die het wat minder breed hadden, het democratische en alle nieuw rechten wel zagen zitten, was er ook veel tegenspraak en nog wel uit een misschien wel onverwachte hoek. Veel intellectuelen zetten zich af tegen een liberale en democratische samenleving, maar ze zetten zich ook af tegen de nieuwe sociale verhoudingen. De oorspronkelijke verhoudingen tussen arm en rijk werden meer gladgestreken, wat een aantal intellectuelen tegen de borst stuitte, die waren namelijk tegen de verheffing van de lage standen. Dat vonden ze het mindere volk. Alsmede waren ze tegen het volksonderwijs, wat inhield dat het hele volk recht had op onderwijs. Zij waren van mening dat onderwijs alleen voor de elite moeten zijn. Een bekende filosoof in die tijd, Bolland, noemde de democratie op een gegeven moment zelfs “verkankering en verploerting”. Wellicht hadden deze intellectuelen hun bedenkingen bij een democratische staat, omdat ze nog steeds aanhangers waren van het historicisme, zoals Popper het zou noemen. Misschien hadden zij nog steeds de ideale, tribale samenleving van Plato in gedachten.

Onder invloed van oorlogen

Met de komst van de twee wereldoorlogen werd de democratie in veel Europese landen de kop in gedrukt door bijvoorbeeld de overheersing van het totalitaire Duitsland of het fascistische Italië. Onder invloed van deze gebeurtenissen heeft Popper zijn werken geschreven. Hij zag dat vooral tijdens de oorlogen de totalitaire systemen aan macht wonnen en probeerde de verheerlijking van deze bestuursvormen af te stompen door de wortels van de totalitaire staat kapot te maken. Daarom schreef hij onder andere het boek The open society and its enemies, omdat hij vermoedde dat bij de denkwijze van de oude filosofen, zoals Plato, de kiem lag tot het totalitarisme. Met dit boek probeerde hij ook de mogelijke angst weg te nemen die mensen weerhield om zich in te zetten voor een democratische samenleving. In de twintigste eeuw fluctueerde het vertrouwen in de liberaal-democratische staat en zijn vrijheidswaarden hevig en waarschijnlijk is Popper in meer of mindere mate van invloed geweest op de mensen die nog een zetje in de rug nodig hadden om de laatste stap naar de democratie te nemen. Na de Tweede Wereldoorlog was er namelijk een enorme bevrijdingsdrang en Popper, die het boek onder invloed van de Tweede Wereldoorlog geschreven had, kon van groot belang zijn door met zijn redeneringen en ophemeling van de liberale democratie de laatste angst voor deze weg te nemen. Daarom is Popper van groot belang geweest en is hij nog steeds van groot belang voor onze samenleving, omdat hij een belangrijke stuwende kracht was in het sturen van mensen richting de democratie, in welke we, met enkele aanpassingen, nu nog steeds leven.

Wetenschapsfilosofie

Verder is Popper ook van grote invloed geweest op het hedendaagse wetenschappelijke denken en de wetenschapsfilosofie. Voor de Tweede Wereldoorlog schaarde een groot deel van de bevolking zich nog achter het logisch empirisme; het komen tot wetenschappelijke conclusies door waar te nemen en logisch te redeneren. Met Poppers intreden op het toneel werden hele gedachtegangen omver geworpen. Popper verwierp namelijk het empirisme als standaardmodel, maar voerde een nieuw model in, het falsificationisme. Waar voorheen nog dingen voor waarheid werden aangenomen als het met de zintuigen kon worden gezien en er logisch kon worden geredeneerd, werd het met de algemene acceptatie van Poppers falsifiscationisme onmogelijk om ergens volledig zeker van te zijn.

De ideeën van Popper werden door veel wetenschappelijke denkers algemeen aanvaard en gelden nu nog steeds als belangrijk standaard om hypotheses te testen. De leer van Popper leeft voort in onze samenleving. Mensen worden op school getraind en aangemoedigd om kritisch te denken, kritisch vragen te stellen en niet zomaar alles voor waarheid aan te nemen. Op basisscholen al wordt ons geleerd om respect voor onszelf te hebben en in te zien dat wij als individu meetellen in de samenleving. Er wordt weinig, of in ieder geval veel minder dan voorheen, onderscheid gemaakt in arm en rijk als je kijkt naar toekomstmogelijkheden en sociale voorzieningen. Mensen lopen massaal de straat op als ze het niet eens zijn met besluiten van de regering. Dit sluit allemaal aan bij de filosofie van Popper. Popper wilde kritische individuen die vragen durven te stellen en hij wilde een maatschappij waarbij kritiek zowel geuit als gehoord werd. Dat is toch wel een beetje de belichaming van onze hedendaagse samenleving. Popper is dus zowel van invloed geweest op onze sociaal-culturele normen en waarden als op wetenschappelijke grondbeginselen.

Popper tegenover Europa

Aan de andere kant, naast ons hedendaagse streven naar het opleiden van kritische individuen waar Popper fan van geweest zou zijn, staat Europa. Europa kan best gezien worden als een machtig collectief geheel. De leiders van Europa leggen elkaar en alle lidstaten wetten op en de gewone burger heeft daar eerlijk gezegd niet zo heel veel over te zeggen. Popper stelde dat de drijfveer van een gesloten samenleving het verlangen van mensen is om hun definitieve plaats in de wereld te vinden en te kennen en tot een machtig collectief geheel te behoren. Misschien kunnen we deze zin wel reflecteren op ons Europa. Een tijd geleden was er nog het verlangen van veel landen om bij het machtige Europa te horen, wat ondertussen wel iets is afgezwakt, maar dat geeft aan dat die landen bij het machtige collectieve geheel willen horen, dat zich belichaamde in Europa. De vraag is dan dus of Popper wel zo tevreden zou zijn geweest met het Europa zoals we dat nu kennen, omdat het er onbedoeld misschien wel voor zou kunnen zorgen, ondanks onze kritische geesten, dat we in een gesloten samenleving leven, omdat we bij een collectief geheeld willen horen en we onze plaats willen kennen. Dat was hetgeen waar Popper tegen streed, dus hij zou met kritische ogen naar het gegeven “Europa” kijken. In een collectief geheel namelijk, gaat het over het algemeen meer over het welzijn van “het geheel” dan over de welzijn van “het individu”, terwijl Popper juist het individu op de voorgrond wilde laten treden.
© 2016 - 2024 Reskes, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De filosoof Karl PopperDe filosoof Karl PopperKarl Raimund Popper wordt gezien als één van de grootste wetenschapsfilosofen van de 20e eeuw. Om u een beetje een beeld…
Westerse filosofie: de klassieke oudheidDe klassieke oudheid legt de basis voor de westerse filosofie. Ooit is het daar allemaal begonnen, in de Griekse steden.…
De plichtethiek van KantDe plichtethiek van KantDe Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) heeft een normatieve ethiek. Zijn filosofie heet de plichtethiek. Hij wil n…
Plato en de moderne samenlevingPlato en de moderne samenlevingTijden veranderen, denkbeelden veranderen, idealen veranderen, maar de mensheid blijft hetzelfde in zijn koppige volhard…

Minimalisme: waarom wegdoen zo moeilijk isMinimalisme: waarom wegdoen zo moeilijk isDenk je erover om groter te gaan wonen omdat je huis uitpuilt van de spullen? Koop je liever een extra kastje dan dat je…
Utilitarisme, deontologie en deugdenleer: ethische systemenUtilitarisme, deontologie en deugdenleer: ethische systemenEthiek is een van de belangrijkste en interessantste takken van de filosofie. In de ethiek wordt bestudeerd hoe mensen m…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: GDJ, Pixabay
  • Karl Raimund Popper, (1945)The open society and its enemies. Abingdon on Thames:Routledge , ISBN: 978-90-5637-917-9
  • Karl Raimund Popper, (1957) The poverty of historicism. Abingdon on Thames:Routledge,
  • ISBN: 0-415-06569-0
  • Filosofie.nl, http://www.filosofie.nl/karl-popper/index.html, bezocht op 08/08/2016
Reskes (8 artikelen)
Gepubliceerd: 12-08-2016
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Filosofie
Bronnen en referenties: 5
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.