Tips voor het antwoorden op lastige vragen van journalisten
Net zoals journalisten getraind zijn op het stellen van vragen om jou uit je tent te lokken, is het voor de geïnterviewde persoon belangrijk dat hij zich concentreert op het communiceren van de eigen boodschap. Hoe herken je een lastige vraag van een journalist? En hoe reageer je erop met behoud van je controle van het vraaggesprek? Lees de tips voor het effectief omgaan met lastige vragen van journalisten tijdens een media-interview.
Als je hebt ingestemd met een interview met een vertegenwoordiger van een tv- of radioprogramma, een krant of een tijdschrift, is een
gedegen voorbereiding op het vraaggesprek. Daarnaast is het van belang om tijdens
het interview met een journalist zelf de controle te houden. In dit verband is het praktisch om strategieën te ontwikkelen om lastige vragen op een voor jou gunstige manier te beantwoorden
Zeven soorten lastige vragen
Lastig te beantwoorden vragen van journalisten behoren tot de volgende types:
Vragen waarop je geen antwoord weet
Stel dat je een vraag krijgt over aantallen of percentages waarop je, ondanks je gedegen
voorbereiding op een live interview, het antwoord niet of niet zeker weet. Natuurlijk kun je zeggen dat je het precieze antwoord schuldig moet blijven, vooral als de journalist je niet goed gezind lijkt. Maar als het in een gemoedelijk interview gebeurt, kun je eenvoudig reageren met informatie over wat je wel weet over het onderwerp van de zojuist aan jou gestelde vraag. Deze tweede optie verdient in het algemeen de voorkeur.
Vragen om je koffiedik te laten kijken
Als je wordt gevraagd naar je inschatting of iets al dan niet staat te gebeuren, kan het verleidelijk zijn om te gaan speculeren. Trap er niet in! Als later blijkt dat je ernaast zat, kan de pers je uitspraken tegen je gebruiken. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor je geloofwaardigheid bij het publiek. Beperk je daarom tot de feiten.
Stel dat je wordt gevraagd of je korps dit keer de muziekcompetitie gaat winnen. In dat geval kun je kiezen voor een neutrale reactie in de trant van: ‘Nou, we hebben ons muzikaal gezien gedegen voorbereid en we hopen dat het een mooie competitie gaat worden.’ Als de journalist nog eens druk op je uitoefent, kun je reageren met: ‘Natuurlijk kan ik hierover niet speculeren, wel kan ik u meedelen dat …’ (en dan vertel je weer iets wat wel verband houdt met de vraag, maar er geen antwoord op vormt). Een ander geschikt antwoord kan luiden: 'De tijd zal het leren.'
Vragen naar je persoonlijke opvattingen
Als je contactpersoon bent voor een onderneming, vereniging, actiegroep of een andere officiële functie bekleedt, word je door het publiek altijd gezien als vertegenwoordiger van die organisatie. Op vragen van journalisten naar je persoonlijke opvatting geef je daarom nooit een inhoudelijke reactie. In plaats daarvan zeg je iets in de trant van: 'Ik spreek nu niet voor mezelf, maar namens de organisatie en wij zijn van opvatting dat…'
Vragen die alleen met ja of nee mogen worden beantwoord
‘Antwoord met een eenvoudig ja of nee: zit u er soms niet naast met uw financiële voorspellingen?' Het probleem met dit type vragen is dat het antwoord voor de hand ligt en dat bovendien iedereen het antwoord kent. Jouw min of meer gedachteloze bevestiging of ontkenning kan echter akelige gevolgen hebben.
Stel dat je antwoordt met: ‘Ja, een enkele keer zitten we ernaast, maar meestal zitten we goed.’ Wed er dan maar om dat in het nieuwsitem wordt gesteld dat de zegsman van de organisatie de vraag of haar financiële voorspellingen er vaak naast zitten, met ‘ja’ heeft beantwoord.
In plaats van de vraag rechtstreeks te beantwoorden, kies je liever voor een formulering in de trant van: 'Weet u, dit soort kwesties ligt helemaal niet zo simpel. Het gaat er niet om of onze voorspellingen perfect zijn, maar of deze de betrouwbaarste voorspellingen van de branche zijn. En uit drie onafhankelijke onderzoeken is gebleken dat onze actuele voorspellingen het meest betrouwbaar zijn.’
Vragen naar commentaar over anderen
Soms vragen journalisten in de hoop op een smeuïg nieuwswaardig conflict naar je reactie op het gedrag, een prestatie of een product van anderen.
Tuin er niet in. Reageer liever met een van je eigen boodschappen over wat jouw organisatie of jijzelf te bieden hebben, bijvoorbeeld met: ‘Laten we dicht bij huis blijven. Neem nou onze prestatie op het gebied van (...). Dit is uniek in de zin van ...’
In bijzondere gevallen wil je misschien we graag iets opmerken over je tegenstander of concurrent. Reken er maar op dat jouw uitspraken over anderen in de weergave van het gesprek worden opgenomen. Zorg er daarom voor dat je uitspraken goed passen binnen je communicatiestrategie als geheel.
Vragen in de vorm van een krassende grammofoonplaat
Journalisten plegen in een interview dezelfde vraag verschillende keren te stellen, zij het in telkens iets andere bewoordingen.
In zo’n geval zijn twee dingen van belang:
- Blijf bij je boodschap. Ook al gebruik je uiteraard elke keer een andere formulering, toch moet je niets veranderen aan de inhoud van je antwoord.
- Let op je toon. Natuurlijk is het irritant als de journalist je voor de zoveelste keer dezelfde vraag stelt. Maar als je je irritatie laat blijken, zul je zien dat uitgerekend je minst welluidende antwoord wordt gebruikt voor de uitzending van het interview. En dat is logisch: het behoort immers tot de taak van de journalist om jou dingen te laten vertellen die je voor je wilde houden en ook om andere aspecten van jou te laten zien die jou niet bepaald op je voordeligst doen uitkomen.
Vragen in de vorm van een te bevestigen stelling
Journalisten weten soms nieuws te 'maken' met behulp van strikvragen in de vorm van een te bevestigen stelling.
Je krijgt dan bijvoorbeeld een vraag voorgelegd in de trant van: ‘Uw raad van bestuur is wat aan de radicale kant, nietwaar?’ Je begint dan ferm met een: ‘Dat zou ik niet zo willen stellen. De leden zijn enthousiast en betrokken en vooruitziend.’
Sommige journalisten halen dan, in de hoop nieuws te maken, de volgende truc uit. Ze vragen je iets in de trant van: ‘Als je radicaal definieert als enthousiast, betrokken en vooruitziend, dan is uw raad van bestuur behoorlijk radicaal, nietwaar?’
Als je in de valkuil trapt, zul je merken dat je in de pers geciteerd wordt als iemand die de raad van bestuur ‘radicaal' heeft genoemd. Dat zou nadelige gevolgen kunnen hebben voor de reputatie van de organisatie.
De enige juiste reactie op zo'n strikvraag is: 'Die term wil ik niet gebruiken'. Telkens als een journalist je woorden parafraseert, vraag je je af of zijn formulering misschien inhoudelijk niet helemaal jouw boodschap dekt of mogelijk een emotionele lading heeft. In die gevallen kun je dus niet met een simpel ‘ja’ volstaan, maar corrigeer je de boodschap met je eigen woorden.
Meer informatie over communicatie met de media
Dit artikel maakt deel uit van de special
Communicatie met de media. In deze special vind je meer
handreikingen over het zelf in handen houden van de regie van het gesprek als je wordt geïnterviewd. Het is ook het overwegen waard een mediatraining te volgen of een mediacoachingstraject in te gaan.
Lees verder