Luisteren naar kinderen lost problemen op
Problemen met kinderen zijn vaak de problemen van de ouders of leraren, die ze niet goed kunnen oplossen. Het is van belang dat ouders en leraren leren inzien dat, wanneer kinderen als probleemkinderen worden gezien, dat zij zelf dan een probleem hebben met dat kind. Het heeft met acceptatie of non-acceptatie te maken. Volwassenen raken gespannen, zijn gefrustreerd, keuren het gedrag van een kind af. Ligt het probleem bij het kind of ligt het bij de volwassene? Luisteren naar kinderen is zo belangrijk, lost problemen vanzelf op.
Problemen tussen volwassenen en kinderen
Als er in tussen een volwassene en een kind een probleem ontstaat, groot of klein, is het belangrijk dat de volwassene naar het kind luistert. Het is de enige manier om te begrijpen hoe het probleem ontstaan is. En hoe het daarna kan worden opgelost. Voor kinderen is het vaak nog moeilijk om een probleem zelfstandig op te lossen. De hulp van de volwassene is dus gewenst. Die kan zorgen voor de probleemoplossing.Niet door zo'n oplossing meteen te geven, maar door er met het kind over te praten. Hij of zij moet erachter komen wat de oorzaak is van het gedrag van het kind. Daarna kunnen ze samen tot de oplossing van het probleem komen.
Het probleem ligt vaak bij de volwassene
Een volwassene die gedrag van een kind niet accepteert, zal contact zoeken met dat kind. Hij of zij voedt het kind op en zal zich verantwoordelijk voelen voor dat gedrag. Hij of zij oefent invloed uit en wil zichzelf helpen, en denkt daarmee ook vaak het kind te helpen. De volwassene moet een oplossing zoeken die voor zowel zichzelf als voor het kind bevredigend is.
Men heeft de keus:
- Hij kan proberen het gedrag van het kind te veranderen.
- Hij kan proberen de omgeving of een situatie in de omgeving te veranderen.
- Hij kan proberen zelf te veranderen.
De manier die geen uitwerking heeft
Aangeven dat men de oplossing al heeft
Men commandeert het kind wat hij moet doen, geeft verschillende aanwijzingen, waarschuwt of dreigt met kleine of grote straffen. Men preekt, vertelt het kind dat het zich niet zo mag gedragen, geeft in zijn of haar ogen raad of draagt allerlei oplossingen aan, die misschien helemaal niet de juiste zijn. Of men krijgt ruzie met het kind. Zeker als het kind weerwoord geeft. Tenslotte is er een reden voor het gedrag van het kind.
- 'Ruim die rotzooi op je kamer nu eens op!'
- 'Als je niet ophoudt, zul je er spijt van krijgen, dan krijg je straf'.
- 'Waarom ga je niet buiten spelen?'
Kleinerende opmerkingen maken
Men beschuldigt het kind van slecht gedrag, maakt het belachelijk,vaak ook voor de ogen van andere kinderen en volwassenen. Hij of zij interpreteert het gedrag naar eigen inzicht, stelt vast wat er gebeurt in een gedragssituatie die niet wenselijk is, vertelt het kind wat hij of zij beter niet kan doen en hoe zich wel te gedragen en instrueert.
- 'Je houdt weer nergens rekening mee, Denk toch ook eens aan anderen'.
- 'Denk je soms dat je de enige bent hier in huis?'
- 'Hoe zou je het vinden als ik dat tegen jou deed?'
Het gedrag van het kind
- Het kind verzet zich tegen het gemopper van de volwassene.
- Het kind krijgt het gevoel dat de volwassene hem dom vindt.
- Het kind vindt dat de volwassene geen rekening houdt met de behoeften die het kind op dat moment heeft.
- Het kind voelt zich schuldig naar de volwassene en naar anderen toe.
- Het gevoel van eigenwaarde van het kind daalt.
- Het kind wil de ouder aanvallen en zich op één of andere manier wreken.
- Het kind vertoont dus probleemgedrag
De manier is luisteren naar kinderen, de 'Ik-boodschap'
Kinderen kunnen ook constructief worden benaderd. Geen enkele volwassene zal willen dat het kind zijn eigenwaarde verliest. De benadering van de volwassene zou een
Ik-boodschap moeten zijn. De volwassene vertelt over zijn of haar eigen gevoel en laat aan het kind de verantwoording om er iets aan te doen. Er spreekt dan vertrouwen uit dat het kind rekening zal houden met dat gevoel van de volwassene.
- 'Ik houd zo van een opgeruimd huis.Ik kan dan rustig mijn krantje lezen, Zou je alsjeblieft....'.
- 'Ik kan niet tegen dat lawaai achter in de auto, ik ben ook op vakantie, daar wil ik van genieten'.
- 'Ik ben moe, ik vind het nu niet leuk dat je binnen speelt. Een andere keer mag het weer wel'.
- 'Dit is belangrijk voor mij, ik wil niet dat je wegloopt'.
Het probleem ligt bij het kind
Als een kind een probleem heeft, zal het contact zoeken. De volwassene is dan toehoorder, klankbord en raadgever. Belangrijk is dat een volwassene het kind behulpzaam is bij het zoeken naar een oplossing en die oplossing door beiden wordt geaccepteerd.
- 'Ik merk dat je dat vervelend vindt. Hoe zouden we dat kunnen oplossen?'
- 'Ik stel voor dat we een manier vinden, die we allebei goed vinden'.
Als er geen machtsstrijd plaatsvindt, maar een gesprek waarin een oplossing wordt gevonden, is een conflict zo opgelost.
Voorwaarde is dat beide partijen het eens zijn met de oplossing
Lees verder