Hoe herken je manipulatief gedrag?
Kinderen vertonen soms alleen in bepaalde situaties manipulatief gedrag. Als je die situaties herkent, wordt het gemakkelijker het ongewenste gedrag bij te sturen. Wat is er nodig om het manipulerend gedrag van een kind te doorzien? Hoe pas je de vier elementen 'wanneer', 'waar' , 'wie' en 'wat' in dat verband toe bij analyseren van mogelijk manipulatief gedrag? Is het zinvol dat je een kind vraagt waarom hij of zij bepaald vervelend gedrag vertoont? Hoe kun je het manipuleren door een kind zoveel mogelijk beperken? Lees de antwoorden.
Maak een analyse van het manipulerend gedrag
Als je weet wat de achtergrond van het manipulerende gedrag van je kind is, kun je diens ongewenste gedrag soms gemakkelijker bijsturen. Het maken van een analyse van diens gedrag kan daarbij helpen.
Elementen bij de analyse van het gedrag van een manipulerend kind
Maak bij je analyse gebruik van de volgende elementen:
Wanneer vertoont het kind manipulatief gedrag?
Sommige kinderen vertonen alleen op bepaalde dagen van de week of tijdstippen van de dag vervelend gedrag. Misschien probeert je kind alleen te manipuleren als het tijd is voor het huiswerk, voor een helpende hand in huis, als het tv kijkt of als het bedtijd is?
Kijk of je manieren kunt vinden waarop je dit gedrag kunt voorkomen. Misschien is het kind bang in het donker. Dan verzet het zich minder als het naar bed moet, als er een geruststellend nachtlampje op zijn kamer brandt.
Waar wil het kind niet of juist wel naartoe?
Als een kind je probeert te manipuleren, heeft dat vaak betrekking op plekken waar het niet naar toe wil. Stel dat je kind niet naar school wil, probeer dan uit te vinden of daar iets bijzonders is gebeurd waarover je nog niet hebt gehoord.
Als je een patroon denkt te herkennen, praat er dan met het kind over en probeer de wortel van het echte probleem aan te pakken. Vaak is er in dit soort gevallen geen sprake van manipuleren om meer macht binnen het gezin te krijgen, maar van vermijdingsgedrag van het kind. Pas je reactie aan naar gelang de oorzaak van het ongewenste gedrag.
Wie probeert het kind te manipuleren?
Probeert je kind alleen bepaalde mensen te manipuleren? Bijvoorbeeld wel jou, maar niet je partner, of omgekeerd?
Bedenk dat als je als ouder niet toegeeft aan manipulatief gedrag, dit gedrag uiteindelijk achterwege blijft. Als een van de ouders de neiging heeft om toe te geven, dan is dit de ouder die last van het manipulatieve gedrag blijft houden.
Wat roept telkens weer het manipulerende gedrag op?
Soms is het steeds weer hetzelfde wat het manipulerend gedrag van het kind oproept. Is dat de warme maaltijd, bedtijd of misschien elke keer als jullie bij kennissen op bezoek gaan en het kind mee moet?
Probeer te bespreken wat het kind dwarszit. Doe dat niet op het moment dat het kind nog heftig aan het manipuleren is of als zijn hoofd niet ernaar staat om naar jou te luisteren, maar wanneer het kind weer kalm is. Eventueel kun je daarna nieuwe regels vaststellen of afspreken (en daaraan natuurlijk ook consequent vasthouden).
Heeft het zin om aan het kind naar het ‘waarom’ van zijn gedrag te vragen?
Je kunt boven genoemde analyses maken op grond van je eigen waarnemingen en/of die van mensen uit de omgeving van het kind. Daarnaast kun je je kind zelf vragen naar het waarom van zijn gedrag.
Van groot belang is wel dat je op momenten waarop het kind manipuleert, je alleen met hem over zijn manipulerende gedrag zelf spreekt. Trap dus niet in de valkuil dat je over het onderwerp gaat onderhandelen. Trap je wel in die valkuil, dan houd je zelf het ongewenste gedrag van je kind in stand. Als je met het oog op je analyse over het onderwerp zelf wilt spreken, doe dat dan op een moment dat het kind rustig genoeg is om naar je te luisteren en je vragen te beantwoorden.
Sommige deskundigen betwijfelen of het zinvol is om aan je kind te vragen hoe het komt dat het manipulatief gedrag vertoont. Veel kinderen weten namelijk niet waarom ze iets doen. Bovendien heeft een kind vaak het gevoel dat het een antwoord moet zijn dat je graag wilt horen. Het kind geeft dan niet de echte reden voor zijn gedrag op, maar een reden die naar zijn verwachting de minste kans op straf oplevert.
Niettemin kan het waardevol voor een kind (en natuurlijk ook voor een volwassene) zijn om eens stil te staan bij het eigen gedrag. Dit zich afvragen wat de achtergrond van bepaalde gedragingen zijn, helpt het kind om zelfinzicht te ontwikkelen.
Bovendien kan het voor jou als ouder zinvol zijn om eens na te gaan in hoeverre het antwoord van het kind aansluit op je eigen veronderstellingen over de achtergrond van het ongewenste gedrag van je kind.
Een verklaring van het kind over zijn gedrag kan leiden tot de oplossing van het probleem
Doorgaans kunnen wat oudere kinderen, maar vaak ook de wat jongere kinderen duidelijk maken wat hen flink dwarszit.
Weigering om schoenen aan te trekken
Stel dat je dochter of zoon weigert om zijn schoenen aan te trekken. Daarbij maakt hij flink stampij en gilt: ‘Ik wil die rotschoenen niet aan.’
Als je hem of haar naar het ‘waarom’ vraagt, krijg je misschien wel als antwoordt: ‘Omdat ze zo krap zitten’. In dat geval weet je dat hij of zij mogelijk toe is aan een grotere maat schoenen.
Weigering om naar school te gaan
Of neem de situatie dat een kind alle registers opentrekt omdat het niet naar school toe wil. Voordat je je kind vertelt dat het geen keus heeft, maar toch naar school moet, vraag je naar de achtergrond van zijn weigering.
Als je kind dan zegt: ‘Omdat een grote jongen mij steeds zo hard schopt op het schoolplein’, weet je dat het tijd is dat je contact opneemt met de school en eventueel ook met de ouders van de schoppende jongen. In zo'n geval kun je langs die weg de tegenzin om naar school te gaan van je kind verminderen.
Weigering om huiswerk te maken
Misschien is een van jouw regels dat het kind pas na het maken van zijn huiswerk iets voor zichzelf mag gaan doen. Mogelijk werkte die regel vroeger uitstekend voor jou, maar dat wil nog niet zeggen dat die volgorde ook voor je eigen kind geschikt is .
Vraag je kind naar de reden van zijn weigering. Misschien is het kind doodmoe na een dag op school. Dan is het voor hem prettig als hij eerst wat kan uitrusten of even op een andere manier de knop kan omzetten, bijvoorbeeld door eerst wat buiten te gaan spelen of in een spannend boek te lezen.
Met een beetje geluk wil het kind daarna, al dan niet na enig aandringen wel aan zijn huiswerk beginnen. In een dergelijk geval is het zinvol om een eerdere regel over het huiswerk maken aan te passen en het kind eerst wat tijd te gunnen om weer energie op te doen.
Maak hierbij wel goed duidelijk hoe laat het kind uiterlijk aan het huiswerk moet beginnen. Let er wel op dat het kind niet pas kort voor bedtijd aan zijn huiswerk gaat werken, want dan is de kans reëel dat vermoeidheid zijn prestaties negatief beïnvloedt.
Weigering om alleen met de babysitter thuis te blijven
Als je kind niet wil dat de babysitter op hem past als je een avondje uitgaat, is het van belang om te weten wat achter dat verzet steekt. Heeft het angst voor onbekende situaties? Of kan die babysitter zijn handen niet thuis houden? Of is er nog iets anders aan de hand?
De beste antwoorden krijg je als je open vragen stelt. Vragen die het kind met ‘ja’ of ‘nee’ kan beantwoorden, zijn vaak al te gekleurd door je eigen belevingswereld en door de wens van het kind om een ‘juist’ in plaats van een ‘waar’ antwoord te geven.
Als je het kind vraagt naar de achtergrond van zijn gedrag, let je natuurlijk niet alleen op wat hij zegt en hoe hij dat zegt, maar ook op zijn lichaamstaal. Misschien herken je een bepaald patroon?
De informatie die je op deze manier van het kind krijgt, kun je ook afzetten tegen de informatie die je van andere mensen uit de omgeving van het kind te horen krijgt. Denk in dit kader bijvoorbeeld aan een leerkracht, de vader of moeder van een vriendje van het kind of aan degene die regelmatig op het kind past.
Hoe meer je begrijpt van wat een kind beweegt, des te effectiever kun je reageren op diens manipulatieve gedrag, bijvoorbeeld door
effectief grenzen te gaan stellen aan diens vervelende gedragingen.
Leer het kind dat fouten maken bij het leven hoort
Maak het kind duidelijk dat alle mensen weleens fouten maken. En dat dit nu eenmaal hoort bij het leven. Leer het kind begrijpen dat het niet slim is om uit angst voor straf tegen jou te jokken over bepaalde dingen. Dan zal het minder vaak zijn toevlucht nemen tot halve of hele leugens, en vaker ervoor kiezen om de waarheid vertellen.
Dit inzicht over de waarde van het vertellen van de waarheid helpt het kind om een groter zelfvertrouwen te ontwikkelen, hetgeen zelf weer de basis is om op te groeien tot een evenwichtige volwassene.
Lees verder