Socialisatie: wat het inhoudt
Iedereen is de hele dag bezig met socialiseren. Dit doen wij op school, op het werk, op de voetbaltraining en op sociale media. Iedereen past zich bewust of onbewust aan, aan de normen en waarden van de verschillende groepen en culturen in een maatschappij. Doe je dit niet, dan val je al snel buiten de boot. Het is niet zo dat iedereen dezelfde normen en waarden hoeft te hebben, je past je aan binnen de grenzen van de groep. Voor mensen met gedragsproblemen en emotionele stoornissen kan het proces van socialiseren een probleem zijn. Deze mensen kunnen begeleid worden door professionals in dat gebied.
Wat houdt socialisatie in?
Socialisatie is een begrip waar extreem veel verschillende betekenissen aan zijn gekoppeld. Dat is ook niet raar, want socialisatie is een divers begrip. Socialisatie kunnen we definiëren als: “Het proces waarbij nieuwe leden van een samenleving of groepering zich de sociaal-culturele vaardigheden eigen maken.'' De mens is een sociaal wezen, we steunen elkaar om te kunnen overleven. Wij leven in een samenleving waarbij iedereen is onderverdeeld in verschillende groepen. Ieder persoon hoort bij meerdere groepen. Het is natuurlijk wel zo dat deze groepen ook met elkaar omgaan. Iedere groep heeft zijn eigen normen en waarden.
Wat sociologen doen
Sociologen zijn mensen die verschijnselen binnen een samenleving bestuderen en deze proberen te verklaren. Zij bestuderen handelingen binnen een samenleving. Sociologen kijken bijvoorbeeld naar gedragspatronen en proberen resultaten op cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch aspect te verklaren. Sociologen zoeken naar verschillende bronnen waar zij uit kunnen verklaren waarom iets zo gebeurt in een samenleving.
Voorbeeld
Een socioloog wil weten of een willekeurige samenleving gezond is. De socioloog kan dan naar één individu gaan en deze onderzoeken, maar dat zou een onrealistisch beeld geven van de werkelijkheid. De socioloog bestudeert meerdere/alle leden van een samenleving, en dat voor één periode waarin de socioloog voldoende informatie kan verzamelen.
Uit een groep gaan, of in een groep komen
Om terug te komen op de definitie van het begrip socialisatie: Wat bedoelen we met “nieuwe leden”? Nieuwe leden van een samenleving zijn individuen die lid willen worden van een samenleving. Dat kan zowel verplicht als vrijwillig gebeuren. Een groep die verplicht lid wordt van een samenleving, bestaat bijvoorbeeld uit de kinderen van de reeds bestaande leden. Iemand kan ook vrijwillig zijn oude samenleving verlaten en zich bij een andere groep voegen. Hij of zij zal zich dan wel aan de normen en waarden van die nieuwe groep moeten houden. Daarbij kan een conflict ontstaan. Een individu kan moeite hebben met de waarden en normen van de nieuwe samenleving omdat het botst met de waarden en normen van de oude samenleving waarin een individu heeft geleefd. Als de waarden en normen van de oude en nieuwe samenleving redelijk gelijk zijn, zal deze aanpassing tamelijk gemakkelijk gaan. Als de waarden en normen van de oude samenleving anders zijn dan de nieuwe samenleving, zal het individu erg zijn of haar best moeten doen om zich aan te passen. Een nieuw lid van een samenleving staat er vaak niet alleen voor. Hij of zij kan hulp krijgen van een betrokkene of kan naar bijeenkomsten gaan in het buurthuis.
Waarom sluiten wij ons aan bij andere groepen?
Als de verschillen tussen de ene en de andere samenleving zo groot zijn, en het dus lastig kan zijn om er bij aan te sluiten, waarom zouden we ons dan bij een nieuwe samenleving aansluiten? Zoals al eerder benoemd kan dat verplicht of vrijwillig. Een voorbeeld van verplichte aansluiting bij een samenleving is vluchten vanuit het thuisland. Vaak is dit een tijdelijke aansluiting bij de samenleving. Een voorbeeld van vrijwillige aansluiting bij een samenleving is voor werkgelegenheid of om dichter bij een vriend(in) of familie te wonen. In beide gevallen zullen er dus nieuwe normen en waarden aangeleerd moeten worden. Doordat de nieuwe leden de nieuwe normen en waarden aanleren, zal hun referentiekader ook veranderen. Zodra het referentiekader verandert, zal de socialisatie naarmate de normen en waarden makkelijker en natuurlijker verlopen.
Primaire en secundaire socialisatie
Een individu komt zijn of haar hele leven in verschillende kringen binnen een samenleving terecht. Hij of zij moet daar aan de verwachtingen van zijn of haar rol voldoen. Sommige kringen zijn belangrijker dan andere kringen omdat deze kringen het individu zorg, voordelen of comfort geven. In een kring waar een individu voor een langere tijd veel tijd doorbrengt, is sprake van primaire socialisatie. In de sociologie wordt ervan uit gegaan dat dit je familie is. Als een individu geen familie meer heeft of geen contact meer heeft met zijn of haar familie, kunnen bijvoorbeeld pleegouders of een woonboerderij als een bron van primaire socialisatie dienen. Er is geen duidelijke middenstreep tussen primaire en secundaire socialisatie. Tegenover primaire socialisatie staat de secundaire socialisatie. Voorbeelden van secundaire socialisatie zijn bijvoorbeeld school, vrienden en collega's. Deze factoren beïnvloeden jouw referentiekader, maar zullen het niet zo beïnvloeden als bronnen van primaire socialisatie.
Wat is cultuur?
Cultuur is een begrip om aan te duiden welke waarden, normen, vaardigheden en het algemene beeld een samenleving op de wereld heeft. Deze waarden en normen worden vooral vanuit primaire socialisatie gevormd.
Verschillende soorten culturen
Een cultuur hoeft niet per se te ontstaan vanuit primaire socialisatie. Secundaire socialisatie kan ook een grote rol hebben in de vorming van een bepaalde cultuur. Je kan dus zeggen dat een cultuur invloed op een samenleving kan hebben, maar ook op bepaalde groeperingen binnen deze samenleving.
De hoofdcultuur
De hoofdcultuur is de grootste cultuur binnen een samenleving. In Nederland is dit de Nederlandse cultuur.
De subcultuur
Binnen een samenleving zijn er naast de hoofdcultuur ook verschillende subculturen. Deze subculturen zijn groeperingen binnen een samenleving met waarden en normen verschillend van de hoofdcultuur. Onbewust past de subcultuur zich aan, aan de hoofdcultuur, maar zal zich nooit helemaal aanpassen aan de hoofdcultuur. De subculturen leven onderling met elkaar samen, maar leven ook samen met de hoofdcultuur.
De tegencultuur
Net zoals bij een subcultuur, wijken de waarden en normen van de hoofdcultuur af. Maar in tegenstelling tot de subcultuur, zorgt de tegencultuur voor conflicten met de hoofdcultuur. Door de verschillende normen en waarden die niet met elkaar te combineren vallen, ontstaan er conflicten.