Vooroordelen, stereotypen, racisme: hoe ontstaat het?
"Opvattingen en oordelen die mensen hebben over zowel zichzelf, de eigen groep en cultuur, als over andere groepen en cultuur". Volgens Shadid is dit de definitie van beeldvorming. Voorbeelden hiervan zijn stereotypen en vooroordelen. Deze zouden kunnen leiden tot discriminatie en racisme. Maar hoe en waarom ontstaan deze vooroordelen? In dit artikel vind je verschillende visies over het ontstaan.
Hoe ontstaan vooroordelen en stereotypen?
Over het ontstaan van deze beeldvorming zijn veel theorieën, zoveel theorieën dat het zelfs wat onduidelijk wordt. Daarom zijn de theorieën gesystematiseerd. Er bleken uiteindelijk vier groepen van theorieën te bestaan die allemaal een andere verklaring hebben voor het ontstaan van vooroordelen, stereotypen, etc. De vier algemene verklaringen:
- Vooroordelen komen met name voor bij mensen met specifieke persoonlijkheidskenmerken.
- Vooroordelen zijn universele, normale en onvermijdelijke verschijnselen.
- Vooroordelen ontstaan door een socialisatieproces.
- Vooroordelen ontstaan door het groepsgedrag van de mens.
Deze vier algemene verklaringen zijn samen gehaald door professor Wasif Shadid. Hij is professor bij de Universiteit van Tilburg én de Universiteit van Leiden. Zijn specialisaties liggen op het gebied van interculturele communicatie, integratie, vooroordelen, stereotypen, etcetera. In zijn boek 'Grondslagen van interculturele communicatie' zijn de visies op het ontstaan van vooroordelen en stereotypen door hem gepubliceerd.
Visie 1: Vooroordelen komen met name voor bij mensen met specifieke persoonlijkheidskenmerken
Er is een groep wetenschappers dat gelooft dat vooroordelen met name voorkomen bij mensen die specifieke persoonlijkheidskenmerken hebben. Met de persoonlijkheidskenmerken wordt voornamelijk gedoeld op de 'autoritaire persoonlijkheid'. De autoritaire persoonlijkheid wordt volgens verschillende onderzoekers veroorzaakt door de wijze waarop ouders hun kinderen opvoeden, wanneer de persoonlijkheid van kinderen wordt gevormd. Er wordt vanuit gegaan dat vooroordelen sterk samenhangen met politieke, economische en sociale opvattingen van mensen. De samenhang wordt volgens hen veroorzaakt door persoonlijkheidsfactoren.
Ouders voeden een kind bijvoorbeeld op met veel wilskracht en doorzettingsvermogen. Er ontwikkelt een soort 'slaafse' houding tegenover de ouders die 'hoger staan'. Deze houding blijft het kind dan ook houden in het latere leven. De slaafse houding blijft tegen de mensen met een hogere status in hun leven, maar ze zullen minachtend doen tegen mensen met een lagere status. Er is ook wel sprake van de
zondeboktheorie: deze gaat ervan uit dat de zwakkeren in de samenleving (mensen met een lagere status) de zondebok zijn.
Visie 2: Vooroordelen zijn universele, normale en onvermijdelijke verschijnselen
De theorieën die vooroordelen als universele, normale en onvermijdelijke verschijnselen zien heten ook wel conflict-theorieën. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de mens constant positief gewaardeerd wil worden, en zo de 'wij'-groep en 'zij'-groep maakt, waarbij de eerstgenoemde positief wordt gezien en de tweede negatief. Er bestaat ook de concurrentietheorie die hoort bij deze visie op vooroordelen. De concurrentietheorie gaat ervan uit dat vooroordelen ontstaan bij groepen die elkaar zien als concurrent bij schaarse goederen.
Visie 3: Vooroordelen ontstaan door een socialisatieproces
Vooroordelen ontstaan door een
socialisatieproces. Van jongs af aan zouden kinderen al verschillende omstandigheden meemaken die bepaalde opvattingen met zich meebrengen. Dit kunnen sociale, economische of politieke omstandigheden zijn. In de loop van het leven van een kind leert het onderscheid te maken tussen verschillende groepen, en hierbij leert het ook dat de leden van de andere groep verschillende opvattingen hebben over verschillende dingen.
Bron: Perrygrone, Unsplash Een voorbeeld van een invloed in het socialisatieproces: er is een onderzoek naar het onderwijs gedaan, waaruit is gebleken dat schoolboeken een bijdrage leveren aan het ontstaan en verspreiden van vooroordelen richting andere bevolkingsgroepen. Het onderzoek liet dus zien dat er redelijk veel 'gekleurde' informatie is over etnische groepen in schoolboeken.
Visie 4: Vooroordelen ontstaan door het groepsgedrag van de mens
Bij deze opvatting wordt de oorzaak gezocht in het verschil dat wordt waargenomen tussen de ene groep en de andere groep. Het 'groeperen' van mensen wordt ook wel
sociale categorisering genoemd. Mensen verdelen zichzelf in groepen. En wat elk lid van de groep wil is positief gewaardeerd worden. De eigen groep wordt dus het positiefst gewaardeerd. Wanneer er in een andere groep iets negatiefs gebeurt (veroorzaakt door een groepslid), wordt dit toegeschreven als een persoonlijkheidskenmerk. Dat persoonlijkheidskenmerk wordt vervolgens gezien als een eigenschap van de hele groep. Dit in tegenstelling tot wanneer er iets gebeurt in een groep dat negatief is. Het negatieve wordt dan gezien als iets dat toevallig gebeurd is: dus door omstandigheden.