De zwijgspiraaltheorie
De Duitse wetenschapster Elisabeth Noelle-Neumann is de grondlegger van de theorie van de zwijgspiraal (zwijgspiraaltheorie). Zij zette zich af tegen het paradigma van de beperkte effecten van de media. Mensen hebben angst voor sociale isolatie, daarom proberen zij voortdurend de meningen van anderen in te schatten en te observeren. Zo krijgen zij een beeld van het opinieklimaat. Dit artikel beschrijft de zwijgspiraaltheorie, de uitgangspunten en hypothesen.
De zwijgspiraaltheorie en de rol van de mening van anderen
Elisabeth Noelle-Neumann is de grondlegger van de zwijgspiraaltheorie. Zij zette zich af tegen het paradigma van de beperkte effecten. Door trapsgewijze communicatieprocessen zal informatie uit de media iedereen bereiken, waardoor de invloed van de media groot zal zijn.
Uitgangspunten van de zwijgspiraaltheorie
Volgens Noelle-Neuman zijn mensen irrationele wezens, die op hun gevoel afgaan. De macht van de media is vooral groot als het mediumtype selectief gebruik bemoeilijkt. Dit geldt met name voor de televisie. De invloed van de media is daarnaast verwerpelijk. Een ander uitgangspunt is dat mensen bang zijn voor sociale isolatie. Uit angst voor isolatie groeit de neiging om zich te conformeren aan “heersende” opvattingen.
Beschrijving van de zwijgspiraaltheorie
Er zijn drie factoren die de werking van de media bepalen en verantwoordelijk zijn voor de grote invloed ervan, namelijk:
- Cumulatie. Mediaboodschappen worden steeds herhaalt. De indrukken die ze achterlaten, stapelen zich op. Selectieve waarneming wordt bemoeilijkt door de herhalingen.
- Consonantie (samenklinkend). De enorme mate van consonantie in de media bemoeilijkt het selectieve gebruik en versterkt de macht van de media. Dat geldt zowel voor de ontvangers (angst voor sociale isolatie) als voor de zenders. Ook zenders houden rekening met de publieke opinie. Dit wordt “pack journalism” genoemd; oftewel overeenstemming in journalistieke berichtgeving.
- Openbaarheid. Doordat de media in de openbaarheid opereren en een toenemend aantal mensen bereiken, kunnen zij een zwijgspiraal in gang zetten en voeden.
Cumulatie, consonantie en openbaarheid
De invloed van de massamedia op de meningsvorming is volgens Noelle-Neuman groter naarmate cumulatie, consonantie en openbaarheid nadrukkelijker aanwezig zijn. Vooral een combinatie van de factoren blijkt effectief.
Opinieklimaat
Volgens Noelle-Neuman hebben mensen een “sociale huid” om de omgeving en het opinieklimaat in de gaten te houden. Zij kunnen informatie over het opinieklimaat putten via:
- Verslaggeving via de media
- Persoonlijke observaties, door bijvoorbeeld interpersoonlijk communicatie.
Er is sprake van een dubbel opinieklimaat als het door de media gepresenteerde beeld afwijkt van de persoonlijke observaties.
Verklaring zwijgspiraal
Wie denkt dat zijn mening aansluit bij de heersende opvattingen of de trend in de publieke opinie, zal eerder geneigd zijn die mening in de openbaarheid te brengen dan wie daar niet van overtuigd is. Wie denkt dat hij met zijn mening tot een minderheid behoord, zal eerder geneigd zijn te zwijgen.
De harde kern
Na verloop van tijd zullen nog maar enkele mensen een mening blijven verkondigen die tegen de heersende opinie ingaat. Deze mensen vormen de “
harde kern”. Zij kunnen een nieuw spiraalproces op gang brengen.
Hypothesen zwijgspiraaltheorie
Noelle-Neuman heeft een aantal hypothesen opgesteld om haar zwijgspiraaltheorie te toetsen. Deze hypothesen betreffen de interactie tussen individu en omgeving tijdens het proces van openbare meningsvorming.
- Alle individuen maken een frequentieverdeling van de meningen in hun omgeving
- De bereidheid om de eigen mening te uiten, hangt af van de individuele taxatie van de frequentieverdeling en de verwachte ontwikkelingsrichting van die verdeling
- Wanneer de taxatie van de frequentieverdeling afwijkt van de werkelijke verdeling, ligt dat aan het feit dat de overschatte mening meer in de openbaarheid wordt gebracht.
- De taxatie van de frequentieverdeling van meningen op een bepaald tijdstip en de verwachte verdeling in de toekomst hebben een positieve correlatie.
- Bij discrepantie tussen de taxatie en de verwachte ontwikkelingen in de frequentieverdeling van de meningen, bepaalt het laatste of men zal spreken of zwijgen.