Probleemwijken in Nederland
De naam probleemwijk of achterstandwijk wordt voornamelijk gebruikt voor woonwijken met diverse maatschappelijke en infrastructurele tekortkomingen. Tegenwoordig worden deze wijken ook wel ‘aandachtswijken’ genoemd. In 2007 waren er in Nederland ongeveer 140 van deze aandachtswijken. Ook in 2010 is dit nog steeds een belangrijk en actueel punt van discussie.
De definitie van een probleemwijk
De officiële definitie van probleemwijken luidt als volgt: 'Een probleemwijk is een wijk waarin zich meerdere problemen tegelijk voordoen, waaronder werkloosheid, geweld, criminaliteit, verslavingsproblematiek en gezondheidsproblemen, zoals een hoog sterftecijfer en overgewicht.'
Nederland kent een groot aantal wijken, voornamelijk naoorlogse wijken, die men de naam 'probleemwijk' gegeven heeft. De vraag is waarom het voornamelijk naoorlogse wijken zijn. Dit komt vooral door het eentonige woningaanbod. Bovendien hebben woningbouwcorporaties vaak een zeer groot marktaandeel in deze wijken, vaak tussen de 80% en de 100%. Het woningaanbod bestaat voornamelijk uit sociale woningbouw. Groepen mensen met een lager inkomen en een lager opleidingsniveau wonen vaak in deze sociale huurwoningen. Door deze concentratie van mensen met een laag inkomen, een laag opleidingsniveau en vaak ook een buitenlandse afkomst, zouden probleemwijken kunnen ontstaan. In probleemwijken is vaak sprake van stigmatisering, wat betekent dat men mensen die in een probleemwijk wonen vaak van te voren al een negatief kenmerk toekent. Vervolgens komen er zichtbare tekenen van achteruitgang en komt de wijk negatief in het nieuws, wat weer als gevolg heeft dat de mensen in de wijk die dat kunnen, zullen gaan verhuizen. Er komen geen nieuwe mensen meer in de wijk te wonen die daar zelf voor kiezen, de leegstaande huizen worden daardoor ook weer ingenomen door mensen met lage inkomens en een laag opleidingsniveau en andere sociaal uitgesloten groepen. Zo vergroot men de geografische uitsluiting.
Probleemwijken worden ook wel achterstandwijken genoemd, maar dit is eigenlijk niet precies hetzelfde. De term probleemwijk is vooral gebaseerd op de infrastructurele, economische en maatschappelijke problemen die in een wijk heersen en de term achterstandwijk concentreert zich juist op de oorzaken van de problemen, die vooral gelegen zijn in de maatschappelijke achterstand die de mensen in de wijk hebben, het achterstallige onderhoud van de woningen en de achteruitgang van het voorzieningenniveau in de wijk. Een probleemwijk is altijd een achterstandwijk, maar een achterstandswijk is niet altijd een probleemwijk, tenzij de maatschappelijke achterstand in de wijk als een probleem gezien wordt. Een probleemwijk moet niet verward worden met een sloppenwijk, die komen namelijk niet voor in Nederland, maar alleen nog maar in ontwikkelingslanden.
Het ontstaan van probleemwijken
Naarmate steden en wijken ouder worden, gaan deze fysiek achteruit. Dit geldt in mindere mate voor de delen van een stad die een goede aanvangskwaliteit hebben, zoals binnensteden, die kunnen vaak eeuwen meegaan en zelfs steeds aantrekkelijker worden. Vooral gebieden in de stad die van wat mindere kwaliteit zijn, bijvoorbeeld door bouwmaterialen die van mindere kwaliteit zijn of bouwwijzen die te wensen overlaten, raken sneller in verval. Vooral woningen van na de Tweede Wereldoorlog zijn van mindere kwaliteit, omdat er toen snel gebouwd moest worden, omdat er een groot tekort aan woningen was. Voornamelijk voormalige arbeiderswijken zijn tegenwoordig probleemwijken geworden.
Probleemwijken zijn dus vaak oude arbeiderswijken, dicht bij het centrum, of naoorlogse flatwijken aan de rand van de stad. De oude arbeiderswijken zijn gerealiseerd aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw. Ze zijn klein opgezet in blokken en rijtjes. Vanwege de goed betaalbare huur zijn de woningen erg aantrekkelijk voor mensen met lage inkomens. De naoorlogse flatwijk is gebouwd in de jaren zestig en bestaan vaak uit hoge galerijflats, waar de huur ook relatief laag is. In probleemwijken zijn de problemen rond criminaliteit vaak groter dan in andere wijken.
De 40 wijken van Vogelaar
Er is door het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie een lijst opgesteld met 40 probleemwijken die op 22 maart 2007 door minister Ella Vogelaar bekend is gemaakt. In deze woonwijken zijn in de periode van het kabinet Balkenende IV extra investeringen gedaan om de sociale, economische en maatschappelijke problemen die zich daar voordeden, tegen te gaan. Hierbij werd samengewerkt met alle betreffende overheden en instanties. Het is nog onduidelijk of dit beleid door het kabinet Rutte I wordt voortgezet.