Levenswijze: Pastoralisme
Het pastoralisme, waarbij mensen rondtrekken met gedomesticeerde dieren, is een manier van leven die ook vandaag de dag nog in veel gebieden te vinden is.
Onstaan van pastoralisme
Rond de 12.000 jaar geleden ontstond er, tegelijkertijd met de opkomst van de landbouw nog een andere, nieuwe specialisatie: het pastoralisme, het hoeden van gedomesticeerde of deels gedomesticeerde dieren, waarbij men grotendeels afhankelijk is van de dieren, hun huiden, vlees, melkproducten en soms ook bloed.. Pastoralisme staat dichter bij de vorige fase, die van het jagen en verzamelen, dan landbouw, onder andere omdat pastoralisten meestal ook een (deels) nomadisch leven leiden. De kuddes moeten voortdurend naar nieuwe plekken met vers voedsel gedreven worden.
De grootte van de kudde is, net als de grootte van de bevolking, afhankelijk van het weer, de regenval en de hoeveelheid voedsel die beschikbaar is. Het bestaan van pastoralisten is over het algemeen veeleisend en niet makkelijk, maar over een lange periode gezien stabiel. De ene generatie doet exact hetzelfde als de vorige en de volgende.
Marginale gebieden
Pastorale culturen ontwikkelden zich vooral in marginale streken, vaak in semi-aride gebieden, die niet geschikt waren voor landbouw.De gebieden waar pastoralisme tegenwoordig voorkomt zijn het Midden-Oosten en het oostelijk deel van het Mediterrane gebied, Oost-Afrika en de Sahel, Noord-Afrika en het Arabisch Schiereiland, de Centraal Aziatische steppen, het Tibetaanse plateau en noord Eurazië. In al deze gebieden is landbouw niet of nauwelijks mogelijk.Wanneer er landbouw in dezelfde regio plaatsvindt is er meestal sprake van handel tussen beide systemen, waarbij de boeren hun graan, metaal en eventuele andere zaken ruilen tegen huiden, wol, vlees en melkproducten.Beiden zijn daarmee afhankelijk van elkaar. De mobiliteit van de nomaden leidde echter ook vaak tot strooptochten in de landbouwgebieden, wat voor de pastoralisten vaak zeer voordelig was. De landbouwers hadden vaak te doen met een snel groeiende bevolking en waren op zoek naar nieuwe gebieden om te ontginnen, waardoor ze hun gebied wensten uit te breiden richting het domein van de pastoralisten. Hiermee kwam georganiseerde oorlogsvoering opzetten.
Vormen van pastoralisme
In het algemeen worden er drie vormen van pastoralisme onderscheiden. Op de eerst plaats is er het pastorale nomadisme, waarbij alle leden van de groep samen met de kuddes rondtrekken. Daarnaast is er de transhumance of het agro-pastoralisme, waarbij een deel van de groep met de kuddes rondtrekt en de rest achterblijft in een dorp. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan kuddes die 's zomers naar weiden hoog in de bergen worden gedreven en wanneer het kouder wordt weer naar beneden gedreven worden. En verder zijn er gevestigde pastoralisten, die hun kuddes op één plek houden en hun dieren eventueel met hooi en ander voer bijvoeden. Deze laatste vorm is vrij kapitaal-intensief. In dit artikel gaat het met name over de eerste groep.
Antropologen en pastoralisme
De eerste onderzoekers zagen het pastoralisme als een fase tussen die van het jagen en verzamelen en gevestigde landbouw in. Landbouwers zijn gevestigd en oefenen een grote controle over hun leefgebied uit, terwijl jagers en verzamelaars meestal nomadisch zijn en ze zich aan hun leefomgeving aanpassen in plaats van omgekeerd. Het pastoralisme lijkt hier mooi tussen te passen. Moderne wetenschappers zien dit echter anders. Vrijwel alle pastorale culturen zijn in elk geval gedeeltelijk afhankelijk van landbouwproducten. Bovendien lijkt het onmogelijk om dieren te domesticeren zonder daarbij gebruik te maken van landbouwproducten en een in elk geval deels gevestigde basis. Ook archeologische vondsten wijzen er op dat domesticatie plaatsvond in gevestigde gebieden waar ook planten werden gedomesticeerd. Tegenwoordig wordt er van uit gegaan dat pastoralisten zijn ontstaan uit een gemarginaliseerd deel van een landbouwbevolking, die hun land heeft verloren. Moderne antropologen hebben dit proces regelmatig plaats zien vinden, arme boeren die in slechte jaren alles verliezen en overgaan tot een nomadenbestaan. Omgekeerd zullen succesvolle herders hun kuddes soms omzetten in geld en land kopen om zo landbouwers te worden. Ook het tegenovergestelde komt overigens voor, waarbij succesvolle boeren nomaden worden, dit gebeurt in gebieden waar het nomaden-bestaan een hogere status heeft dan het landbouw-bestaan..
Kennis van pastoralisten
Pastoralisten krijgen te maken met moeilijk te nemen beslissingen.Welke diersoorten kan men het beste houden? Welke compositie en grootte van de kudde is het beste? Hoe kan men het meest optimaal gebruik maken van de weidegronden en wat is de beste manier om rond te trekken? Is het eventueel voordelig om naast het pastoralisme ook op andere manieren in het levensonderhoud te voorzien?
Om al deze vragen te beantwoorden wordt arbeid vaak op bepaalde manieren georganiseerd en zijn sociale instituties zeer complex, waarbij geprobeerd wordt om een balans te vinden tussen flexibiliteit, die nodig is in de onzekere omstandigheden en controle.
De sociale mechanismen in pastoralistische samenlevingen zijn flexibel maar meestal is er sprake van goede netwerken waarbij informatie wordt verspreidt, daarnaast zijn er vaak werkeenheden die elkaar helpen en spelen allerlei groepen (zoals bijvoorbeeld leeftijdsgroepen, rituele genootschappen) die verwantschap overstijgen een belangrijke rol. Afstamming speelt een belangrijke rol, waarbij vee in de familie kan worden gehouden en ook huwelijken zijn zeer belangrijk omdat zo banden met andere groepen worden aangehaald en vee wordt uitgewisseld tussen groepen.
Lange tijd hebben onderzoekers de kennis van pastoralisten enorm onderschat en te weinig begrepen van de levenswijze om er op goede wijze onderzoek naar te doen. Vaak werd en wordt de economische rationaliteit van pastoralisten door bureacraten verkeerd begrepen of zelfs volledig over het hoofd gezien. Vaak werden pastoralisten er van beschuldigd te grote kuddes te houden wat tot overbegrazing zou leiden.De redenen waarom vaak grote kuddes worden gehouden zijn divers, er is geen markt om dieren te verkopen, de meeste groepen zijn afhankelijk van melkproducten en bloed, niet van vlees, met lage opslagkosten. Daarnaast is het vee het kapitaal van mensen, vaak nodig in geval van te betalen bruidschatten of calamiteiten. Bovendien zijn grote kuddes een bescherming tegen de soms catastrofale verliezen die door ziektes en droogte kunnen plaatsvinden. Deze zelfde catastrofes zorgen ook weer voor periodes waarin het land kan herstellen van overbegrazing.
© 2008 - 2024 Sasati, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Franz Boas – AntropoloogFranz Boas is een van de grondleggers van de culturele antropologie. Hij is ook degene die andere beroemde antropologen,…