De zevende ontsnapping uit Alcatraz: de groep Floyd Hamilton
De eerste gevangenis die ooit op het eiland Alcatraz, vlakbij de stad San Francisco in de staat Californië, gebouwd werd, was een militaire gevangenis. In 1934 werd de gevangenis veranderd in een federale gevangenis: criminelen uit heel de Verenigde Staten die zich niet aan de regels van de gevangenis hielden, konden erheen gestuurd worden. Alcatraz werd namelijk zeer streng bewaakt en ontsnappen zou onmogelijk zijn. Toch was de poging die James Boarman, Harold Brest, Floyd Hamilton en Fred Hunter in 1943 deden al de zevende keer dat gevangenen van het eiland af probeerden te komen.
De gevangenen
In 1941 zou Floyd Hamilton volgens een andere gevangene al betrokken zijn bij een
ontsnappingspoging. Volgens de officiële gegevens had hij met die poging niets te maken, maar in 1943 was hij juist degene die andere gevangenen zocht die wilden ontsnappen.
James Boarman
James Boarman werd op 3 november 1919 geboren in Whalen in de staat Kentucky. Zijn vader overleed toen hij nog jong was, waarop zijn moeder het hele gezin – James en zijn zeven broers en zussen – naar de staat Indiana verhuisde. Hier stal James op zijn zeventiende zijn eerste auto. Ook nadat hij een keer opgepakt was, ging hij door met autodiefstal. Uiteindelijk belandde hij in de gevangenis in El Reno in de staat Oklahoma. Uit deze gevangenis deed hij zijn eerste ontsnappingspoging, wat ervoor zorgde dat hij naar een strengere gevangenis werd gebracht.
Harold Brest
Harold Brest werd op 2 januari 1914 geboren in Sharon in de staat Pennsylvania. Hij en zijn vijf broers en zussen werden door hun vader opgevoed na het overlijden van hun moeder. Op zijn vijftiende stopte Harold met school nadat hij de eerste klas doorlopen had. Hij begon met de wet overtreden: van komen op verboden gebied tot het stelen van auto’s en uiteindelijk het overvallen van banken. Hiervoor werd hij naar de gevangenis Leavenworth in de staat Kansas gestuurd.
Floyd Hamilton
Floyd Hamilton werd op 13 juni 1908 geboren in Henrietta in de staat Oklahoma. Zijn ouders kregen in totaal zes kinderen, hij was nummer twee. Zijn jeugd verliep zonder problemen: hij ging naar school en de kerk, trouwde op zijn negentiende en vond werk bij een oliebedrijf. Toen het bedrijf sloot en hij geen nieuwe baan kon vinden, begon hij met het overvallen van banken. Hij sloot zich aan bij de bekende criminelen Bonnie en Clyde en kwam terecht op de lijst van meest gezochte criminelen van de FBI. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en naar Leavenworth gestuurd, waar hij ervan werd verdacht bij een ontsnappingsplan betrokken te zijn.
Fred Hunter
Fred Hunter werd op 13 oktober 1899 geboren in Warren in de staat Ohio. Toen hij de tweede klas van de middelbare school afgemaakt had, stopte hij met het volgen van een opleiding en ging hij werken. Al snel ruilde hij zijn carrière in voor een leven als gokker. Zo kwam hij in contact met crimineel Alvin Karpis en zijn bende. Hij raakte betrokken bij allerlei criminele activiteiten in de staat Ohio en werd uiteindelijk in 1937 veroordeeld tot vijfentwintig jaar gevangenisstraf.
Naar Alcatraz
Harold Brest was de eerste van de groep die naar Alcatraz werd gestuurd: op 16 maart 1937 kwam hij op het eiland aan, waar hij AZ-380 werd. Hij protesteerde echter via officiële wegen en werd daardoor vrijgelaten. Niet voor lang: hij werd opnieuw gearresteerd, veroordeeld tot levenslang plus 55 jaar voor een bankoverval en weer naar Alcatraz gestuurd. Op 10 september 1939 werd hij AZ-487.
Fred Hunter werd op 6 juli 1937 van Leavenworth naar Alcatraz overgebracht vanwege zijn lange straf en omdat hij betrokken was geweest bij Alvin Karpis en zijn bende. Zijn gevangenisnummer werd AZ-402. Omdat Floyd Hamilton betrokken zou zijn bij een ontsnappingsplan vanuit Leavenworth, werd hij op 9 juni 1940 naar Alcatraz gestuurd. Daar werd hij gevangene AZ-523. Als laatste kwam James Boarman aan op het eiland: vanwege zijn gewelddadige karakter en eerdere ontsnappingspogingen wilde Leavenworth hem niet houden. Op Alcatraz werd hij AZ-571.
Het plan
Floyd Hamilton was degene die begon met het plannen van de ontsnapping. Hij werd geïnspireerd door
Theodore Cole en Ralph Roe, die eerder hadden geprobeerd te ontsnappen. Floyd werkte als assistent bij de was. Hier kon hij stukken van legeruniformen stelen. Ook verborgen hij en de andere drie betrokkenen bij het plan blikken, zodat ze in het water zouden kunnen blijven drijven. In het geheim werkten ze aan het doorzagen van tralies van de mattenwerkplaats, waarbij ze vet en verf gebruikten om hun werk verborgen te houden. Het enige waar ze uiteindelijk nog op moesten wachten, was een mistige dag.
De ontsnapping
Op 14 april 1943 grepen de vier mannen hun kans. Om tien uur ’s ochtends gebruikten ze de messen die ze gemaakt hadden om bewaker George Smith te overvallen en vast te binden met stukken stof van legeruniformen. Ook hoofdbewaker Henry Weinhold werd gevangen genomen in de werkplaats waar de vier mannen hun ontsnapping gepland hadden. Het viertal kleedde zich vervolgens uit, smeerde zich in met vet ter bescherming tegen het koude water en verwijderde de tralies die ze eerder doorgezaagd hadden. In hun haast om weg te komen, namen ze maar twee van de vier blikken mee die ze verstopt hadden om als drijfmiddel te gebruiken. Dit had er ook mee te maken dat de blikken lastig door het raam mee te krijgen waren.
Vanuit de mattenwerkplaats haastten de vier mannen zich naar het water. Ze werden vrij snel gezien door één van de bewakers in de uitkijktorens, die op hen begon te schieten. Het ontsnappingsalarm ging vervolgens af en alle andere gevangenen moesten terug naar hun cellen.
Na de ontsnapping
James Boarman overleefde de ontsnapping niet: hij werd in zijn hoofd geschoten en overleed in het water. Harold Brest probeerde zijn lichaam nog mee naar de boot te krijgen, waarmee hij uit het water gered werd, maar toen hij aan boord gehesen werd, liet hij James los. Zijn lichaam is nooit gevonden.
Harold Brest was door een kogel in zijn arm geraakt en moest naar het ziekenhuis van de gevangenis. Ook Fred Hunter was gewond geraakt. Hij probeerde niet verder te zwemmen, maar wachtte in een grot tot hij gered werd.
Floyd Hamilton had iets meer geluk: hij wist het kleine eilandje vlakbij Alcatraz te bereiken, maar keerde zelf terug naar Alcatraz. ’s Nachts probeerde hij opnieuw weg te zwemmen. Even leek het alsof zijn poging succesvol was, maar drie dagen later klom hij door het raam dat hij zelf kapot had gemaakt voor zijn ontsnapping terug de gevangenis in. Hij was uitgeput, uitgehongerd en onderkoeld. Na een verblijf in het ziekenhuis knapte hij op en werd hij gelovig. Vele jaren later ontving hij, na veel goeds voor het geloof in gevangenissen gedaan te hebben, een presidentieel pardon van toenmalig president Lyndon Johnson.