Import van informatie en goederen in China
China staat bekend als een exportland. Terecht, want veel producten in het westen komen uit China. Hoe staat het gesteld met de import van informatie en producten in China? Dit heeft invloed op wat mensen in China weten van de wereld buiten hun eigen land. Het gebrek aan importproducten betekent dat betere kwaliteit moeilijk te krijgen is.
In het centrum van de aandacht
China heet in het Chinees Zhong Guo, wat zich vertaalt naar Midden Land, Midden Koninkrijk of Centraal Land. Op Chinese wereldkaarten ligt China in het midden van de kaart met Europa en Afrika links (in het westen) en Amerika rechts (in het oosten). Hierdoor staat de Stille Oceaan volledig op de kaart i.p.v. de Atlantische. Geen logische keuze, want de Stille Oceaan is de grootste. Er is dus een grote plak blauw in het midden en hopeloze vervorming aan de randen: West-Europa, West-Afrika, de Canadese en Amerikaanse westkust en het westen van Brazilië staan onduidelijk op de kaart. Maar dit alles wordt opgeofferd om het beeld te ondersteunen dat China het centrum van de wereld is. Goed, een wereldkaart is slechts een wereldkaart, maar het geeft perfect aan wat de basis is van het denken in China: “Iedereen kijkt naar ons, wij zijn het centrum.” En het centrum van het centrum (Beijing) heeft besloten dat zij geen informatie of producten van buiten nodig hebben.
Vrijwel geen informatie van buitenaf komt China binnen. Hoe kan dat nog in dit digitale tijdperk? Beter dan ooit, want de Chinese regering steekt veel geld in wat ook wel “The Great Firewall” wordt genoemd. Deze firewall blokkeert de toegang tot bijvoorbeeld Wikipedia en BBC news. Wie deze websites vanuit China bezoekt, krijgt een foutmelding: de site is niet beschikbaar of er is iets mis met de verbinding. Onzin natuurlijk, want wie de achterdeur kent, kan de site gewoon bekijken. Zonder achterdeur kom je niet om "The Great Firewall" heen en is vrij surfen onmogelijk. Gevoelige informatie over de huidige regering, Chairman Mao, de Great Leap Forward, de Culturele Revolutie en de schendingen van de mensenrechten wordt afgesloten om te voorkomen dat mensen een andere versie lezen dan de officiële uit Beijing.
Televisie
Wie Chinees nieuws bekijkt, ziet precies dat: Chinees nieuws. Als het over het buitenland gaat, draait het om een bezoek van een Chinese bobo, wat er in het buitenland over China is gezegd of om een bepaalde ramp die er gebeurd is. Deze mensen krijgen zeer, zeer weinig dagelijks, internationaal nieuws binnen.
Kranten
Men neme de China Daily, de landelijke Engelstalige krant. Natuurlijk opent deze krant met nieuws uit China. Dit gaat een aantal pagina’s door, waarna er 1 à 2 pagina’s buitenlands nieuws is. Vervolgens is er veel aandacht voor sportnieuws en er is altijd een pagina vol “bizar nieuws uit China” bijvoorbeeld over vrouwen die hun man het huis uit gooien. Let wel, dit is een Engelstalige krant die zich dus richt op een internationaal publiek. Men mag toch verwachten dat er dan minstens zoveel aandacht is voor wereldnieuws als voor Chinees nieuws. Een vergelijking met de Bangkok Post, een van de twee Engelstalige kranten in Thailand, laat zien dat het wel degelijk anders kan: enkele pagina’s Thais nieuws, 1 à 2 pagina’s regionaal internationaal nieuws (Azië en Australië) gevolgd door evenzoveel overig internationaal nieuws. Wie de Bangkok Post koopt, kan belangrijk internationaal nieuws op de voorpagina verwachten, maar zal dat niet zien bij de China Daily.
Import van dagelijkse producten
Een ander voorbeeld van “informatie” van buitenaf kan van producten uit het buitenland komen. Het gaat dan dus niet om nieuws, maar om het vakmanschap, het ontwerp en de samenstelling. China importeert met name elektronische machines, petroleumproducten, professionele instrumenten, metaalerts, schroot en kantoormachines. Dit klinkt als import voor de industrie, niet voor de inwoners. De export bestaat vooral uit kantoormachines, telecommunicatiemiddelen, elektronische machines, kleding en de vage groep “allerlei”, wat juist wel dagelijkse gebruiksgoederen zijn.
Chinese namen
Het beeld van "import voor de industrie" wordt bevestigd als je een gewone Chinese supermarkt binnenloopt. Je herkent misschien 20% van de merken, bijvoorbeeld Colgate tandpasta, Omo wasmiddel en Pringles chips. Wie een grote, westerse supermarktketen in een stad bezoekt, zal misschien 30% van de merken herkennen, maar die winst wordt vooral geboekt in de speciale rij met geïmporteerde producten. De overgrote meerderheid van de producten komt uit China en wordt alleen voor de Chinese markt gemaakt: Breeze zakdoekjes, Four Seas crackers, Always Being Clean maandverband, B.B. sauzen, SiLang koekjes, Maestro haargel, Rejoice shampoo, Glico pretzelsticks, Safeguard douchegel, Sensation water, Copico chips, Mind Act Upon Mind toiletpapier enz. Dan heb ik het nog niet eens over QQ auto’s, Jinsong koelkasten, Gree airconditioners, Xinfule waterkokers, Konika wasmachines en Midea magnetrons. En dat zijn de leesbare merknamen!
Chinese kwaliteit
Een bezoek aan een Chinese winkel is als een bezoek aan een waar wonderland. Wat betreft namen dan, want wat betreft kwaliteit is het uitermate bedroevend. Wie denkt dat “Made in China” in het westen slecht nieuws betekent, heeft geen idee van de bedroevende kwaliteit van producten die de landsgrenzen niet eens overkomen en dus binnenshuis blijven. Ga naar een willekeurige Zeeman of Wibra voor een schoonmaakdoek en de kans is groot dat die van betere kwaliteit is dan de duurste in een standaardsupermarkt in China. Je koopt hier schuursponsen waarvan de “schuur” bij twee keer gebruik eraf valt, omdat de lijm blijkbaar oplosbaar is in water. Je koopt een veger en blik waarvan het blik niet goed lijnt met de vloer, waardoor je viezigheid
onder het blik veegt in plaats van erop. Pardon, zei ik blik? Nee, ik bedoelde natuurlijk supergoedkoop stuk plastic in kinderkleuren: biggetjesroze, babyblauw of gifgroen. Wie hier op zoek gaat naar een fatsoenlijke mok vindt zich geconfronteerd met de volgende keuzes: een plastic glaasje waarvan de rand pijn doet, een plastic mok die zo licht aanvoelt dat het onmogelijk iets goeds kan zijn en een keramieken mok waarvan het oor scheef is. Een blikje cola maak je open door een scherp lipje volledig van het blik af te trekken, waardoor je gedwongen wordt een rietje te gebruiken want anders lopen je lippen gevaar. Chocolade in China bestaat bijna alleen uit vervangers waardoor het eruit ziet als chocolade en ruikt als chocolade, maar nog geen tien meter in de buurt komt van smaken als chocolade. Wie een kast koopt, zal onvermijdelijk zien dat de deurhendels een tikkeltje ongelijk zijn. In huis zijn de stopcontacten net een paar millimeter scheef en deuren sluiten moeilijk omdat het slot in de deur ongelijk is met het gat in de deurpost. Schilders gebruiken geen plastic, kranten of afplakband als ze bezig zijn, dus wie goed kijkt ziet overal klodders en onnauwkeurig schilderwerk, omdat ze het niet aan henzelf vinden om het op te ruimen. Een kerel in een bouwkraan heeft geen walkie-talkie om contact te hebben met de werkers onder hem: er wordt simpelweg naar elkaar geschreeuwd, al dan niet via een andere kerel die op de hoogste verdieping aan het werk is.
Het mag duidelijk zijn: de kwaliteit van de meeste producten in China is van het niveau nul tot net niet. Tijdens de Great Leap “Forward” in de jaren ’50 produceerde China waardeloos staal in achtertuinoventjes. Nu is er een echte Leap Forward, maar heeft het idee van kwaliteit nog steeds niet postgevat. De huidige economische groei is gebaseerd op een overproductie van goedkope producten voor zowel de eigen als internationale markt. Chinezen denken alleen aan vandaag, niet aan morgen. Als het product morgen breekt, is de winst al binnen. Ze vergeten dat het kwaliteit, niet kwantiteit, is waarvoor consumenten een tweede, derde en tiende keer terugkomen.
Wie fatsoenlijke producten wil in China, betaalt daarvoor dezelfde prijs als in Nederland. In verhouding is dat natuurlijk veel duurder, omdat iedereen in China veel minder verdient. Meer import van producten zou de concurrentie verhogen en China ziet dat niet zitten. Allicht niet, want als de mensen hier zien dat het zo veel beter kan, zullen ze de rommel (er is geen ander woord voor) die hier geproduceerd wordt links laten liggen. Door de importbelastingen die China heft, zijn westerse producten hier te duur voor de gewone man, die dus zijn huis moet blijven aangeven met een halfwerkende stoffer en blik.
Over de auteur
Van 2007 tot 2011 heb ik in China gewoond en heb ik als docent Engels op verschillende plaatsen in Zuid-China gewerkt. Uiteraard heb ik meer van het land gezien tijdens mijn vakanties.
Lees verder