Levensverhaal van de Boeddha
In het noordoosten van India, rond 600 voor Christus regeerden koning Moenis en koningin Maya over het land. In haar droom zweefde een grote witte olifant in de rechterzij van koningin Maya, terwijl ze in bed lag in haar paleis te Kapylavas.
Negen maanden later baarde ze prins Siddharta Gautama in park Loembini. Al bij zijn geboorte bleek dat het een speciaal kind was. Hij stond meteen op en hij sprak: “Dit is mijn laatste geboorte, want na dit leven zal alle lijden van de mensen weg zijn.” Een waarzegger kwam. Hij voorspelde dat de prins of een belangrijke rol zou gaan spelen ofwel in de politiek, of in de religie. Omdat de vader wilde dat hij in de politiek een rol ging spelen en niet in religie, liet hij de prins niet buiten de muren van het paleis gaan. De jongen groeide, ver weg van alle kwaad, op temidden van liefde, aandacht en rijkdom.
Na een spetterend feest bekeek de intussen bijna volwassen prins de gezichten van de zwaar opgemaakte publieke vrouwen. Hij zag dat de make-up helemaal uitgelopen was. Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding; uiterlijke schijn bedriegt. Tot deze conclusie kwam de prins nadat hij had ontdekt dat de vrouwen eigenlijk helemaal niet zo mooi waren. Dit was de eerste gebeurtenis in zijn leven die hem werkelijk aan het denken zette.
De koning en de koningin gingen op vakantie en de prins’ nieuwsgierigheid werd opgewekt door het leven buiten het paleis. Hij ging meermalen uit rijden met zijn koets. De ene keer zag hij een oude zwerver, de andere keer een zieltogende armoedzaaier. Hij kwam ook een oude monnik tegen, die ondanks zijn absolute armoede zeer gelukkig oogde. Zich afvragende waarom de mensen niet allemaal even (on)gelukkig waren, keerde hij terug naar het paleis.
Later besloot hij zijn eigen rijke schijnwereld te verlaten en dezelfde leefgewoonten in acht te nemen als de gelukkige monnik, om te voelen hoe armoede was. Hij zeeg neer onder een Bodhi-boom, zonder voedsel.
Na lang nagedacht te hebben besloot hij dat het gelukkigst leven was onder een goed evenwicht tussen arm en rijk. Hij kwam tot de Verlichting onder die boom. Hij besloot zijn theorie te verspreiden onder het volk; uiteindelijk slaagde hij hierin en werd een beroemde man.
Hij stierf in Koesinaga op 80-jarige leeftijd.
De Dharma
De Dharma is de leer van het boeddhisme, zij bestaat uit vier edele waarheden. De leer vertelt over denkbeelden van Boeddha.
- De eerste waarheid: alle leven wordt gekenmerkt door lijden. Geboorte is lijden, ziekte is lijden, ouderdom is lijden en de dood is lijden. Lijden is onlosmakelijk verbonden met het menselijk leven.
- De tweede waarheid: de hoofdoorzaak van het lijden is begeerte.
- De derde waarheid: laat de begeerte verdwijnen door haar te blokkeren.
- De vierde waarheid: laat de begeerte verdwijnen door het achtvoudige pad te volgen.
De boeddhist dient het achtvoudige pad redelijk strikt te volgen.
De stappen zijn als volgt:
Wijsheid
- De juiste zienswijze: men moet de vier edele waarheden goed interpreteren.
- De juiste bedoeling: men mag onder andere een ander levend wezen geen geweld aandoen.
Gedrag
- Het juiste spreken: men moet roddels, leugens en nutteloze praat voorkomen.
- Het juiste handelen: men moet zich in sociaal opzicht goed gedragen.
- De juiste manier van levensonderhoud: men moet geen beroepen uitoefenen die andere levende wezens schaadt.
Concentratie
- De juiste inspanning: men moet zichzelf in psychisch oogpunt richten op de goed dingen.
- De juiste aandacht of opmerkzaamheid: men moet de toestand van het lichaam, de gedachten en de gevoelens consciëntieus observeren.