Model van zeven dimensies om godsdiensten te begrijpen
In de meeste grote steden leeft een verscheidenheid aan mensen samen. Een stad vormt als het ware een microkosmos van de wereld. Steden zijn een afspiegeling van de diversiteit aan religies, culturen en tradities. Het is daarom van groot belang om iets van andere mensen te weten zodat wederzijds begrip, zonder dat men het met elkaar eens hoeft te zijn, kan verbeteren. Godsdienstwetenschapper Ninian Smart heeft zeven dimensies van godsdienst ontdekt waarmee mensen altijd te maken krijgen. Ninian Smart heeft hierover een wetenswaardig boek gepubliceerd. Godsdiensten zijn een groot onderdeel van het ontstaan van culturen. Door de zeven functies of dimensies van godsdienst te begrijpen kan er meer begrip ontstaan voor de verschillende geloofsopvattingen van mensen.
Drie redenen om godsdiensten en wereldbeschouwingen te begrijpen
- Als erfenis van de beschaving
- Begrijpen van de cultuur
- Eigen visie vormen door vergelijken van andere levensbeschouwingen en culturen
De aard en het ontstaan van een godsdienst
Godsdienst is een 'systeem' van aanbidding en een gebruik waarin een transcendent wezen of een bepaalde doelstelling centraal staat. Naast dat mensen verbonden zijn aan een godsdienst zijn er ook mensen die niet verbonden zijn aan een godsdienst. Deze mensen hebben een eigen oprechte geestelijke overtuiging. Zij geven betekenis aan de eenheid met de natuur of relaties met mensen.
Om te ontdekken wat een godsdienst is onderscheiden we zeven dimensies. Het is geen vast kader maar slechts een benadering.
De praktische rituele dimensie
De rituele dimensie in een godsdienst of wereldbeschouwing is vooral belangrijk in godsdiensten waarin de offergave een belangrijke plaats inneemt. Het doel hiervan is het ontwikkelen van geestelijk bewustzijn of moreel inzicht.
De emotionele of ondervindingsdimensie
Deze dimensie is als het ware de voeding van de andere dimensies. Een ondervinding is iets wat bij een mens niet zonder gevolgen is. Om mee te leven met een godsdienst is het van belang om mee te leven met de emoties die worden opgewekt, het ontzag voor het heilige etc. Muziek speelt hierbij een grote rol. Rudolf Otto(1869-1937) bedacht het woord ‘numineus’. Uit dit woord construeerde Otto het gevoel dat wordt opgewekt door een geheimzinnig iets dat aantrekkingskracht heeft en tegelijk ontzag uitstraalt. Bekering is bijvoorbeeld ook een ondervinding.
De verhalende of mythische dimensie
Deze dimensie bestaat uit het verhaal van de ondervinding. Godsdiensten worden op schrift of verbaal doorgegeven aan de volgende generatie. Deze verhalen kunnen gaan over mensen, goden, verleden, heden en toekomst. Vaak is de vraag naar de waarheid van deze verhalen ondergeschikt aan de betekenis en functie.
De geschriften zijn meestal heilig verklaard.
De doctrinaire dimensie
Deze dimensie is de ondersteuning van de verhalende dimensie. Het resultaat van de verhalende dimensie is beschreven in leerstellingen van de betreffende godsdienst.
De morele dimensie
Het verhaal en de leerstelling heeft invloed op de waarden van een godsdienst. In een godsdienst zijn het de gedragsregels die de levenswijze van de gelovige bepalen. Liefde is bijvoorbeeld een belangrijke waarde in het christendom.
De sociale of institutionele dimensie
Deze dimensie omvat de concrete gedaante van de godsdienst. Soms is het sociale aspect hetzelfde als de maatschappij. Toch zijn er een aantal verschillen., een geloof kan de officiële godsdienst zijn, het kan een gezindte zijn, of het geïsoleerd zijn van de rest van de samenleving. Ook zijn er verschillen in bestuursvorm zoals, democratische of hiërarchisch systeem. Deze dimensie uit zich in de samenkomsten, groei, verandering etc.
De materiële dimensie
De sociale of institutionele dimensie manifesteert zich altijd in materiële vorm. Zoals kerkgebouwen, kunstwerken of andere producten. Meestal zien we dit terug in het gebruik van symbolen zoals iconen. Er zijn groeperingen die uiterlijkheden vermijden omdat dit afgoderij zou zijn en dat het van God af zou leiden. Ook zijn er godsdiensten die door de natuurlijke omgeving uitdrukking geven zoals een rivier, een berg, of een stad.
De toepassing van de zeven dimensies
Door de verschillende godsdiensten te kunnen analyseren hebben we een ‘gereedschap’ in handen waarmee we een beeld kunnen krijgen op de betreffende godsdienst. Zo is de ene godsdienst meer ontwikkelt in de sociale dimensie dan de andere. Je kunt dan de vraag stellen waarom dat zo is. Met dit model kunnen we ten eerste de vele godsdiensten in deze wereld beter begrijpen. Ten tweede en zeker niet onbelangrijk; kunnen we onze medemens beter begrijpen. Tenslotte is het model praktisch om onze eigen levensovertuiging te schetsen en daar waar nodig te verbeteren.
Socrates
De Griekse filosoof Socrates was van mening dat er geen god(en) bestaan. Hij stelde dat mensen zelf een god hebben bedacht om hun gedrag te duiden. Socrates stelde vragen over o.a. wat goed was. Bedacht de mens zelf het 'goede' of kregen ze dat van God te horen? Hij zei vervolgens ook dat de mensen die leefregels zelf opschreven in een boek. Boeken zoals wij die nu kennen als bijvoorbeeld de Bijbel, Koran en Thora. Alle zeven functies van een godsdienst zijn een weergave van hoe de mens op zoek is naar
een verbinding tussen de verschillende wereldbeschouwingen, godsdiensten en het praktische leven.