Muziek in het Leger des Heils
Als men het over het Leger des Heils heeft, denkt men direct aan brassbands en koren. Toen eind 19e eeuw het Leger des Heils ontstond was dit er nog niet. Alles was nog in ontwikkeling en de meeste evangelisatiediensten werden in de buitenlucht gehouden. Er werd veel gezongen, gepredikt en getuigenissen gegeven. Doordat soms de diensten op de markten en straten werden verstoord, werd het gebruik van een brassband bijna uit noodzaak geboren.
Ontstaan van de brassbands
Door het zingen en prediken op de markten en in de straten kwamen er veel mensen tot geloof. Tot grote ergernis van de lokale kroegbazen, die hun klanten zagen verdwijnen, want na hun bekering werden drank en roken afgezworen. Anderen hadden genoeg van het zingen van de gelovigen en huurden relschoppers in om de samenkomsten te verstoren. Een belangrijke man uit de plaatselijke kerk en zijn zonen, kregen belangstelling voor de manier waarop de mensen van het Leger des Heils hun geloof beleefden en uitdroegen. Zij waren gerespecteerde inwoners uit de stad en speelden al in de plaatselijke brassband. Zij kwamen op het idee om hun koperen instrumenten ook in de samenkomsten van William Booth te gebruiken. Zo ontstond in 1878 het eerste muziekkorps van het leger des Heils.
De brassband in Nederland
Ook in Nederland groeide het leger des Heils explosief en had men ook de behoete aan goede begeleiding van de liederen in de samenkomsten. Langzamerhand leerde men hier ook koperinstrumenten te bespelen en ontstonden er brassbands met cornetten, alten,hoorns,euphoniums trombones en bassen. Een voordeel van koperinstrumenten was, dat de instrumenten weersbestendig waren, men speelden immers vaak in de openlucht.
De ooficièle bezetting voor een brassband is:
- 10 cornetten, melodieuitvoerende instrumenten,
- 1 bugel,
- 3 althoorns,
- 2 baritons,
- 3 trombones, 2 tenor, 1 bas,
- 2 euphoniums,
- 4 bassen,
- 2 slagwerkers, grote en kleine trom, pauken.
Tegenwoordig halen veel korpsen geen volle bezetting van een brassband, en zijn veel korpsen zonder brassband.
De zangbrigades
De liederen van het Leger des Heils waren duidelijk van taal en inhoud, het was een bevestiging van de prediking. William Booth wilde geen profesionele koormuziek,zoals men dat in de gevestigde kerken gewend was. Hij wilde dat iedereen mee kon zingen en begreep waar het om ging. Veel liederen van de straat en andere bekende liederen werden omgezet met een christelijke tekst, wat sommige mensen tegenstond en vanuit de kerkelijke traditie liederen van de duivel genoemd werden.
William Booth zei er dit van; Muziek is voor de ziel, wat de wind is voor het schip, ze blaast haar vooruit in de richting waarin ze gestuurd wordt...Niet toegestaan om dit of dat wijsje te zingen? Nee maar! Wereldse muziek, zegt u? Behoort het toe aan de duivel? Als dat zo was, dan zou ik dat van hem roven...Elke noot en elke inspanning en elke harmonie is van God en dus van ons! Zo werden er ook verschillende liederen van Stephen Forbes, die in die tijd een bekend tekstschrijver was, veranderd in christelijke liederen. De wijzen lagen makkelijk in het gehoor en men kon ze makkelijk meezingen. Naast de brassbands werden ook koren in de evangelisatiediensten ingezet, die de zangbrigades werden genoemd. In de meeste korpsen heeft men een zangbrigade, die nog steeds in de samenkomsten word ingezet.
Liederenbundel
Het Leger des Heils heeft een eigen liederenbundel. Er staan veel liederen in, die door heilssoldaten gemaakt zijn. In juni 2007 kwam het Leger met een vernieuwde liederenbundel,Daar had een commissie 8 jaar aan gewerkt. Het boek is herzien en aangepast aan deze tijd. Er zijn liederen met een ouderwetse tekst verwijders en bij sommige liederen zijn de teksten gemoderniseerd. Verder zijn er liederen bijgekomen, oa uit het Liedboekvoor de Kerken en uit de Opwekkingsbundel.