De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob
In de Bijbel staat dat Mozes door God geroepen wordt bij de brandende struik. God openbaart zich aan Mozes als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob (Exodus 3 en 4). God laat zo zien dat Hij trouw is aan het verbond dat Hij met Abraham, Isaak en Jakob gesloten heeft. In het Nieuwe Testament haalt Jezus deze woorden aan in een discussie met de Sadduceeën over de opstanding van de doden. God is de God van Abraham, Isaak en Jakob. Hij is geen God van doden, maar van levenden, aldus Jezus.
Abraham, Isaak en Jakob
In het Bijbelboek Genesis staat de geschiedenis van Abraham, Isaak en Jakob beschreven. Abraham is de eerste die genoemd wordt. Hij is de vader van Isaak. Isaak is de vader van Jakob. Jakob krijgt vervolgens bij meerdere vrouwen in totaal twaalf zonen. Abraham, Isaak en Jakob zijn de drie aartsvaders van het volk van Israël.
Abraham
Abraham is de voorvader van de Israëlieten. Abraham werd uit Ur der Chaldeeën naar Kanaän geroepen (Genesis 12). De Heer sloot een verbond met Hem (Genesis 15 en Genesis 17: 1-4). Abraham gaat met zijn vrouw Sara naar het beloofde land Kanaän te gaan. Abraham krijgt de belofte van God dat hij vader van een groot volk zou worden. Jarenlang krijgen Abraham en Sara geen zoon. Uiteindelijk krijgen ze op zeer hoge leeftijd een zoon: Isaak.
Isaak
Isaak, de zoon van Abraham, trouwt met Rebekka. Ook hun geduld wordt op de proef gesteld. Het duurt jaren voordat Rebekka zwanger is. Dan blijkt ze een tweeling te dragen. Ze baart twee zonen. Esau is de oudste en Jakob is de jongste van de twee. Jakob is de lieveling van Rebekka. Terwijl vader Isaak de voorkeur heeft voor Esau.
Jakob
Jakob ontnam zowel het geboorterecht van zijn oudere broer Esau als de zegen van zijn vader Isaak. Jakob vluchtte voor de wraak van Esau. Hij verbleef jaren bij zijn oom en trouwde Lea en Rachel. Hij kreeg in totaal twaalf zonen. Tijdens zijn reis terug vocht hij met een engel. Voortaan werd Jakob ‘Israël’ genoemd. De naam Israël betekent 'hij die worstelt met God'.
Het verbond van God met Abraham, Isaak en Jacob
God sluit een verbond met Abraham. Hij herhaalde deze verbondsbelofte met Isaak en Jakob. Alle drie kregen ze de belofte van het land Kanaän, het beloofd land, veel nakomelingen en een zegen van de Heer. Abraham werd uit Ur der Chaldeeën naar Kanaän geroepen, en de Heer sloot een verbond met Hem (Genesis 12: 1-3). God bevestigde hetzelfde verbond met Abrahams zoon Isaak (Genesis 21:12; 26: 3-4). Later werd het verbond door de Heer bevestigd Jakob, de zoon van Isaak (Genesis 28: 14-15). Als God zich openbaart als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob dan laat dat zien dat hij trouw is aan het verbond dat Hij met hen gesloten heeft. Psalm 105 getuigt van Gods trouw aan het verbond dat hij met de aartsvaders sloot.
Tot in eeuwigheid zal Hij gedenken zijn belofte aan duizend geslachten, het verbond dat Hij sloot met Abraham en voor Isaak bevestigde met een eed. Voor Jakob verhief Hij het tot wet, voor Israël tot een eeuwig verbond, toen Hij zei: ‘Ik zal jou Kanaän geven, dat land wordt je onvervreemdbaar bezit.’ (Psalm 105: 8-11)
De roeping van Mozes
Als de Israëlieten zware dwangarbeid in Egypte moeten doen, roepen zij hun nood uit tot God. De Heer ziet hoe ellendig zijn volk er in Egypte aan toe is. Hij heeft hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord. God roept Mozes om zijn volk te bevrijden. Mozes is op dat moment de schapen van zijn schoonvader Jetro aan het hoeden. Hij ziet een struik die in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hij naderede de struik toen riep God hem. God openbaarde zich aan Mozes als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob (Exodus 3). Tot vier keer toe noemt God zich in het gesprek met Mozes God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob (Exodus 3-4). Door zich zo te openbaren laat God zien dat Hij trouw wil zijn aan het verbond dat Hij eenmaal met hen gesloten had.
Exodus 3:6: Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
Exodus 3:15: Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”
Exodus 3:16: Laat de oudsten van Israël bij elkaar komen en zeg tegen hen: “De HEER, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Isaak en Jakob, en hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en ik heb mij jullie lot aangetrokken.
Exodus 4:5: De HEER zei: ‘Hierdoor zullen ze geloven dat de HEER, de God van hun voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, aan jou verschenen is.’
De viervoudige herhaling
In de roeping van Mozes wordt tot vier keer toe genoemd dat God de God is van de aartsvaders, Abraham, Isaak en Jakob. Dit is een bijzonder gegeven. God richt zich primair tot Mozes. Via Mozes spreekt God tot het volk Israël. De viervoudige herhaling verwijst naar de vier windstreken. Dat duidt op alle volken, de hele mensheid. Via Mozes en Israël wil God zich voor alle volken en alle mensen openbaren als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Dit sluit aan bij wat de Italiaanse rabbijn Ovadia Sforno (1470-1550) schreef over Israëls taak om 'de mensheid te leren dat allen de naam van God moeten aanroep en hem in eensgezindheid moeten dienen'.
Drie maal 'de God van...'
Waarom openbaart God zich voornamelijk als 'de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob' en niet als 'de God van Abraham, Isaak en Jakob'? Drie keer 'de God van...' noemen is toch een beetje omslachtig? Dan kan zo lijken, maar deze herhaling is van betekenis. Hiermee laat God zien dat Hij met iedereen een eigen weg gaat. Ieder mens is uniek en elk mens heeft een unieke relatie met God. Abraham werd een vriend van God genoemd (Jesaja 41:8), terwijl Jakob worstelde met God (Genesis 32). God kent elk uniek mens (Psalm 139: 1-6). Door drie maal 'de God van' te noemen wordt er nadruk gelegd op de unieke relatie die God met ieder mens heeft. Zo laat God zien zich met iedereen te willen verbinden, met de gelovigen die Hem als vriend ervaren, zoals Abraham, met de twijfelaars die met God worstelen, zoals Jakob en met hen die rustig geloven, zoals Isaak.
De God van Abraham, Isaak en Jakob in het Nieuwe Testament
Jezus noemt God in een gesprek met de Sadduceeën de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. De Sadduceeën geloofden niet in een leven na de dood. Zij stellen Jezus op de proef. Jezus antwoordt hun dat God gezegd heeft: 'Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob'. Jezus concludeert daaruit: 'Hij is geen God van doden, maar van levenden’ (Matteüs 22:32. Zie ook: Marcus 12:26, Lucas 20:37).
Toespraken in Handelingen
In het Bijbelboek Handelingen staan verschillende toespraken van de apostelen opgeschreven. In de toespraak van Petrus als de Heilige Geest nog maar net op hen is nedergedaald zegt hij daarover: 'Dit kon gebeuren omdat de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob, de God van onze voorouders, aan Jezus, zijn dienaar, de hoogste eer heeft bewezen. Het is deze Jezus die door u is uitgeleverd en verstoten, ook toen Pilatus bereid was hem vrij te laten' (Handelingen 3:13). Stefanus vertelt in zijn toespraak over de roeping van Mozes. God riep Mozes met de woorden: ''Ik ben de God van je voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.” Bevend van schrik wendde Mozes zijn blik af' (Handelingen 7:32).
De God van Jakob in plaats van de God van Israël
Jakob werd na zijn worsteling bij de rivier de Jabok door God Israël genoemd (Genesis 32:24-32). Dat was de nieuwe naam die Jakob heeft gekregen door God zelf. Toch wordt Jakob bij zijn oude naam genoemd en niet bij zijn nieuwe naam 'Israël'. Wanneer de Bijbel spreekt over 'Jakob' verwijst dit naar de man die worstelde met God, naar de man die zijn vader bedroog, die zijn broer het eerst geboorte recht afnam. Jakob staat voor een man die koste wat kost zegeningen, macht en rijkdom tracht te verkrijgen. Na de worsteling met God houdt hij op met vechten en plannen. Dan is Jakob door God gezegend om Israël te worden.
De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Israël
Slechts één maal wordt in de Bijbel gesproken over 'de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Israël'. Dit wordt gedaan door de profeet Elia als hij op de berg De Karmel staat. De Baalpriesters zijn een uitdaging aangegaan. Welke god het offer zal ontsteken met vuur uit de hemel zal god zijn. Na uren bidden en smeken hebben de Baälpriesters nog niets bereikt. Baal laat niets van zich horen.
Toen het uur voor het graanoffer was aangebroken, trad de profeet Elia op het altaar toe en zei: ‘HEER, God van Abraham, Isaak en Israël, vandaag zal blijken dat u in Israël God bent, en dat ik u dien en dit alles in uw opdracht gedaan heb. Geef mij antwoord, HEER, geef antwoord. Dan zal dit volk beseffen dat u, HEER, God bent en dat u het bent die hen tot inkeer brengt.’ Het vuur van de HEER sloeg in en verteerde het brandoffer met brandhout, stenen, as en al; zelfs het water in de geul likte het op. Alle Israëlieten zagen het, en allen vielen op hun knieën en riepen: ‘De HEER is God, de HEER is God!’ (1 Koningen 18: 36-39)
Blaise Pascal
Een indrukwekkend getuigenis van de christelijke filosoof Blaise Pascal (1623-1662) werd na zijn dood in de voering van zijn jas gevonden. Het stond geschreven op een eenvoudig opgevouwen stuk perkament. Dit perkament staat bekend onder de naam
Mémorial. Er stond een tekst op die Pascal schreef naar aanleiding van een persoonlijke mystieke ervaring die Pascal had in de nacht van zijn bekering in 23 november 1654.
Vuur.
God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob. Niet van filosofen en geleerden.
Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede.
God van Jezus Christus.
Mijn en uw God.
Uw God zal mijn God zijn.
De wereld vergeten, en alles behalve God...