Vergeving van zonde en het elkaar vergeven in de Bijbel

Vergeving van zonde en het elkaar vergeven in de Bijbel De vergeving van zonden is een centraal thema in de Bijbel. Zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament is vergeving een belangrijk onderwerp. De Bijbelschrijvers maken gebruik van verschillende beelden om dit uit de drukken. Een belangrijk beeld is dat van Jezus die als Lam voor de zonde is geslacht. In het Nieuwe Testament en in het bijzonder in de evangeliën is het Jezus zelf die als Zoon van God de macht heeft gekregen om zonde te vergeven. De Bijbel roept ook op om elkaar te vergeven.

Vergeving in het Oude Testament

Al in het eerste boek van de Bijbel, Genesis, wordt over vergeving gesproken. Abraham pleit voor de steden Sodom en Gomorra als hij hoort dat God de steden vanwege hun grote schuld wil vernietigen. Abraham zegt: 'Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou u die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners?' (Genesis 18: 24).

Het gouden kalf

Nadat het volk Israël de wet heeft gekregen en Mozes op de berg Sinaï is, maakt het volk een afgodsbeeld, een gouden stierkalf. Als Mozes van de berg terugkomt is hij woest. Toch pleit Mozes voor het volk bij God. Mozes wil niet dat het volk vernietigd wordt. Net als Abraham zoekt hij vergeving voor andere mensen.

De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.’ Hierop keerde hij terug naar de HEER. ‘Ach HEER,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. Schenk hun vergeving voor die zonde. (Exodus 32: 30-32)

Verzoeningsrite

In het Bijbelboek Leviticus wordt vergeving van zonde ritueel vormgegeven door het offer. Een dier, een schaap, rund of duiven, werd geofferd aan de God van Israël. Door het ritueel van het offer kon men vergeven worden. In Leviticus 4 vers 20 staat bijvoorbeeld: 'Hij moet de stier op dezelfde wijze offeren als de stier van zijn eigen reinigingsoffer. Zo voltrekt de priester voor het volk de verzoeningsrite en krijgt het vergeving'.

Vergeving in de Psalmen

In de Psalmen wordt getuigd dat God de zonde wil vergeven. 'U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die u aanroept' (Psalm 86: 5). 'Maar bij u is vergeving, daarom eert men u met ontzag' (Psalm 130: 4). De bede om vergeving in Psalm 51 verwoordt het verlangen naar genade. Het is een psalm van David, toen de profeet Natan hem had bezocht, nadat David met Batseba, de vrouw van zijn buurman Uria, geslapen had. David bidt: 'Wees mij genadig, God, in uw trouw, u bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden' (Psalm 51: 1-4).

De Profeten over vergeving

De profeet Joël schrijft: 'Keer terug tot de HEER, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid' (Joël 2:13). De profeet Jona hoopte dat God de stad Ninevé zou vernietigen om de slechte daden die de inwoners deden. Het volk van Ninevé toonde berouw. De stad werd niet vernietigd en Jona was daar nogal teleurgesteld over: ‘Ach HEER, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? [...] Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid' (Jona 4:2).

Vergeving van zonde in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament komt vergeving op meerdere manieren voor. Johannes de Doper roept mensen op zich te laten dopen om vergeving te verkrijgen. Jezus zelf heeft als Zoon van God de macht om zonde te vergeven. In de brieven schrijft de apostel Paulus over vergeving van zonden en in het laatste Bijbelboek Openbaring komt het thema naar voren in het beeld van Jezus als Lam dat voor de zonde in geslacht.

De doop van vergeving bij Johannes de Doper

Zo is er Johannes de Doper, die als boeteprediker de mensen opriep om zich te bekeren en zich te laten dopen tot vergeving van de zonde. In het evangelie van Lucas staat daarover: 'Daar ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen'. Johannes de Doper wijst ook naar Jezus als het Lam van God dat de zonde van de wereld zal weg nemen: 'De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’' (Johannes 1: 35-36).

Jezus vergeeft de zonden

Ook Jezus verkondigt de vergeving die God schenkt aan wie zich bekeert. Jezus heeft als Gods zoon zelf de macht om de zonden te vergeven. De evangelist Marcus vertelt het verhaal van de lamme man die door zijn vrienden door het dak naar Jezus wordt gebracht. Jezus vergeeft deze lamme man zijn zonde. De omstanders vonden dat maar niks, maar Jezus laat zien dat hij de macht heeft om zonde te vergeven.

Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’ Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. (Marcus 5: 5-12)

Vergeving in de Brieven van de apostelen

In de brieven van het Nieuwe Testament wordt vergeving door het bloed van Christus meerdere malen besproken. In Efeziërs 1:7 schrijft de apostel: 'In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade'. De apostel prijst mensen gelukkig die uit vergeving leven. 'Gelukkig is de mens wiens onrecht is vergeven, wiens zonden zijn bedekt; gelukkig is de mens wiens zonden de Heer niet telt’ (Romeinen 4: 7-8). De apostel Johannes schrijft in zijn eerste brief dat vergeving van zonde verzekerd is als iemand zijn zonden belijdt.

Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. (1 Johannes 1: 7-9)

Vergeving in Openbaring van Johannes

Vergeving van zonde komt in het boek Openbaring van Johannes niet expliciet besproken. Slecht impliciet komt het naar voren. Dan gaat het vooral om Jezus die als Lam wordt omschreven. Het gaat dan om het Lam en het bloed van het Lam. Met deze beelden beschrijft Johannes hoe Jezus door zijn sterven aan zijn volgelingen vergeving van zonden heeft gegeven. Over hen staat er in Openbaring 7: 14: 'Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam'. Zo zullen zij gereinigd zijn van zonde en schuld.

Elkaar vergeven als Bijbelse opdracht

Het ontvangen van vergeving van zonde staat in de Bijbel niet los van het elkaar vergeven. Mensen kunnen elkaar van alles aandoen en de Bijbel roept op om naar vergeving te zoeken, daar waar mogelijk is. Centraal staat hierin de bede van het bekende gebed dat Jezus zijn leerlingen leerde bidden, het Onze Vader. Daarin wordt gebeden: 'En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.'

Zeventig maal zevenmaal vergeven

Het evangelie van Matteüs bevat een opmerkelijke uitspraak over de vergeving van de zonde. Dit verhaal is alleen in Matteüs te vinden. Het gaat over een vraag van Petrus aan Jezus. 'Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven' (Matteüs 18: 21-22). De betekenis van deze getallen laat zien dat de christelijke vergevingsgezindheid geen grenzen behoort te kennen. Het Bijbelse doel is om naar vergeving en verzoening te zoeken.
© 2018 - 2024 Theofilus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het Nieuwe Testament (Christendom)Het Nieuwe Testament is van groot belang binnen het Christendom. Het vormt het tweede deel van de Christelijke Bijbel en…
Het Oude Testament (Christendom)Het Oude Testament speelt een belangrijke rol binnen het Christendom. Het Oude Testament is het eerste gedeelte van de C…
De kracht van vergeven in de psychologie en in de BijbelDe kracht van vergeven in de psychologie en in de BijbelWat is vergeven en moet je altijd kunnen vergeven? Kan er wel vergeven worden als er niet om vergeving gevraagd wordt? V…
Het christendom, een wereldgodsdienstHet christendom, een wereldgodsdienstHet christendom is de grootste godsdienst van Nederland. Maar wat geloven christenen eigenlijk en wat zijn hun leefregel…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Free-Photos, Pixabay
  • Bijbelcitaten uit de Nieuwe Bijbelvertaling
  • L.J. Lietaert Peerbolte (1998). Vergeving in de openbaring van Johannes. In: 'Ruimte voor vergeving', Kampen: Kok
  • C.J Den Heijer (1998). Zeventig maal zevenmaal. In: 'Ruimte voor vergeving', Kampen: Kok
  • C. Houtman (1998). Wie kan zonden vergeven dan God alleen. In: 'Ruimte voor vergeving', Kampen: Kok
Theofilus (91 artikelen)
Gepubliceerd: 03-09-2018
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Religie
Bronnen en referenties: 5
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.