God en goden beleven we door actieve hersengebieden
Niet door mensen te beantwoorden, bovennatuurlijke vragen over het heelal, leven en dood kunnen onbestemde, angstige gevoelens veroorzaken. Spirituele gevoelens en ervaringen kunnen hiermee gepaard gaan. Profeten als Mozes en Mohammed kregen visioenen die leidden tot algemene richtlijnen van normen en waarden. Geleerden, priesters, imams, goeroes etc. proberen uit te leggen hoe de leefregels precies moeten worden nageleefd. Afhankelijk van de cultuur kan dat op verschillende wijzen gebeuren. Neurologisch onderzoek toont aan dat hoe we een god of goden beleven veroorzaakt wordt door activiteit in bepaalde hersengebieden.
Onbestemde, angstige gevoelens
Ieder mens ervaart op een of andere wijze dat er iets buiten ons is dat onverklaarbaar is. Vragen rijzen als hoe kan het dat er harmonie, orde is zoals afwisseling van dag en nacht en van jaargetijden. Hoeveel zonnestelsels zijn er en is het eindig? Waar is dan het einde? Waardoor is alles in beweging gezet? Hoewel de wetenschap voor veel zaken verklaringen heeft, is heel veel onverklaarbaar. Het kan leiden tot een onbestemd, onzeker en zelf
angstig gevoel dat vooral dichtbij komt als het gaat over vragen van leven en dood.
Angstige, onbestemde gevoelens vinden plaats in het emotionele hersengebied met als centrum het gebied van de amygdala. Angstige ervaringen (dood, ziekte, relatieproblemen) worden opgeslagen in het hersengebied van het langetermijngeheugen. Door een herinnering aan iets kunnen ze weer naar boven komen.
Spiritualiteit
Vragen waar geen (wetenschappelijk) antwoord op kan worden gegeven kan leiden tot een gevoel in relatie te staan tot iets
bovennatuurlijks, bovenmenselijks. Dat kan spiritualiteit worden genoemd. Ieder mens die hier voor openstaat, kan dit op eigen wijze ervaren. Sommige onderzoekers hebben via tweelingonderzoek gevonden dat gevoeligheid voor spiritualiteit genetisch bepaald is.
1
Sterke spirituele ervaringen kunnen leiden tot visioenen. De profeten Mozes en Mohammed kregen een visioen, waardoor ze vertelden dat ze contact hadden met een boodschapper van God/Allah. Deze gaf hen richtlijnen door om hun volk naar een ordelijk leven te leiden. Neurobiologen tonen met onderzoek aan dat visioenen vaak optreden in het temporale gebied (zijkant) van de hersenen. Het zou een vorm van epilepsie kunnen zijn. 2
Religie
Religie gaat uit van een bovenmenselijke
harmonie, orde. Er worden menselijke
normen en waarden van afgeleid. Waardoor, waarom en hoe wordt op verschillende wijze geïnterpreteerd. Het is een kwestie van waarin men gelooft. Bekende religies zijn islam, christendom, boeddhisme. Via verhalen, vaak weergegeven in boeken (koran, bijbel) of uitspraken (boeddhisme) worden de normen en waarden genoemd en uitgelegd. Een religie kan worden omschreven als een levenswijze waarbij doorgekregen normen en waarden richtinggevend zijn.
3 De wijze waarop dit preciezer plaatsvindt wordt nader uitgewerkt in godendom of godsdienst.
Profeten kunnen vanuit de visioenen richtlijnen doorkrijgen voor hoe te leven. Zowel Mozes als Mohammed kregen deze richtlijnen (leefregels) van God/Allah door. Boeddha had geen goddelijke ingeving, hij kwam er op door meditatie.
Godendom en godsdienst
Godendom of godsdienst geven aan hoe mensen concreet moeten leven. Kerken, moskeeën, tempels, synagogen, offerplaatsen werden verbindingsplaatsen. Hier vertellen priesters, imams, rabbijnen, dominees, goeroes hoe goden of een god moeten worden gediend. Bidden en offeren zijn hierbij belangrijke middelen. Godendom en godsdienst moet wel van elkaar worden onderscheiden.
Bij godendom is er sprake van meerdere goden en bij godsdienst van één god.
- Godendom (polytheïsme). In het oude Griekenland waren er goden voor vruchtbaarheid, regen en oorlog. Maar boven alle goden was er toch nog zoiets als een oppergod. Bij de Germanen kennen we Wodan (oorlog, strijd en kennis), Donar (donder, bliksem) en Freya (vruchtbaarheid, liefde)
- Godsdienst (monotheïsme). Er is één god die alles bestiert. Hiertoe behoren het christendom en de islam
Mensen die met elkaar goden of god dienen en beleven voelen een verbondenheid. Bij huwelijken, geboorten, overlijden bieden ze elkaar steun. Samenzang bijvoorbeeld blijkt te leiden tot prettige gevoelens. Uit hersenonderzoek worden dan stofjes als dopamine en oxytocine bij aangemaakt wat plezierige gevoelens geeft. Het hersengebied van de beloningen wordt gestimuleerd. Strakke richtlijnen kunnen echter ook de oorzaak zijn dat juist stofjes zoals adrenaline worden aangemaakt die leiden tot onplezierige gevoelens, zelfs tot walging.
Varianten in godsdienst en godendom
Leefwijzen als christendom, islam, boeddhisme worden op verschillende wijzen geconcretiseerd waardoor er verschillende uitwerkingen zijn. Zo kent het christendom, maar ook de islam talrijke varianten. Allemaal met verschillende uitleg. Bij sommige varianten worden algemene normen en waarden steeds nauwer omschreven wat kan leiden tot een leefwijze in een keurslijf. Hierbij kan worden gedacht aan kleding, kerkgang, huwelijk, verdraagzaamheid. De culturele invulling speelt hierbij een grote rol.
Geloof in en nadenken over god of goden, bidden, offeren doen we door zelf in te vullen wat god of goden voor ons zouden kunnen betekenen. We vragen om gezondheid, een overwinning, liefde etc. Hierbij kunnen we ook voorstellen dat god of goden verdrietig, boos of straffend zijn. Een sterke betrokkenheid op god of goden blijkt samen te hangen met het activeren van bepaalde hersengebieden (prefrontale en temporele gebieden). Dit zijn de gebieden die ook een rol spelen bij het zich kunnen inleven in anderen.
Slot
Door angstige, onbestemde gevoelens zijn mensen nogal gauw geneigd houvast te zoeken bij iets wat voorstelbaar, concreet is. Een god of goden geeft vaak houvast. Deze worden dikwijls zo concreet mogelijk voorgesteld, met
menselijke trekken: boos, straffend, behulpzaam, liefdevol etc. We zien dit bij kinderen maar ook bij mensen die de dood in de ogen zien. Zelfs mensen die niet meer in god geloofden blijken in angstige momenten zich toch weer tot god te richten. Bidden tot een menselijke God blijkt sterker als het inlevend vermogen in andere mensen ook groot is. Interessant zou zijn na te gaan in welke vorm bij mensen in angstige situaties dit voorkomt.
Mensen die hersenstoornissen hebben en zich niet in anderen kunnen inleven, kunnen gedrag vertonen waarbij ze geen gangbare normen en waarden meer hanteren. Zij tonen psychopathisch gedrag. Zware criminelen kunnen hiertoe gerekend worden. Ook is er een groep die niet meer kan relativeren en kenmerken van godsdienstwaanzin heeft. Moorden vanuit obsessieve gedachten kunnen hiertoe worden gerekend (Ik kreeg van God door dat ik moest doden). In hun hersenen blijken hersengebieden en hersenstofjes niet meer goed te werken.4