De psychologie van Jung over religie en spiritualiteit
De psycholoog Carl Gustav Jung leefde van 1875 tot 1961. Deze psycholoog, die werd opgeleid door de bekende psycholoog Freud, heeft veel geschreven over de psychologie. In 1907 brak Jung met zijn leermeester en ging hij alleen verder. Jung ontwikkelde een eigen theorie over de psychologie met een geheel eigen terminologie. Als zoon van een dominee was hij bijzonder geïnteresseerd in religie en spiritualiteit. Jung stelde dat religie en spiritualiteit mogelijke wegen zijn om in verbinding met het onderbewustzijn te komen.
De psychologie van Jung en Freud
Carl Gustav Jung werkte eerst nauw samen met de psycholoog Sigmund Freud. Freud was in eerste instantie de leermeester van Jung. Carl Gustav was ongeveer twintig jaar jonger dan Freud. In de loop van de tijd ging Jung steeds meer eigen ideeën krijgen over de psychologie. In 1907 brak Jung met zijn leermeester Freud. Jung vond dat de theorieën van Freud te veel nadruk legde op de ongezonde onderdrukking van de seksualiteit. Jung ontwikkelde een geheel eigen inzicht op de psychologie, met name daar waar de psychologie het terrein van de religie en de spiritualiteit raakt.
Jung over religie en spiritualiteit
De psycholoog Jung heeft een positieve houding ten opzichte van religie en spiritualiteit. Religie hoort voor hem bij het menszijn. Het is in zijn ogen een belangrijke psychische functie. Volgens Jung gaat het ontkennen van religie en spiritualiteit ten koste van de individuele mens en van de maatschappij.
Jung over het persoonlijk en collectieve onbewuste
Jung ontwikkelde een psychologische theorie waarin hij onderscheid maakt tussen het bewuste en het onbewuste. Volgens hem heeft ieder mens een bewust deel en een onbewust deel. Het onbewuste was volgens hem te verdelen in twee delen, namelijk in een persoonlijk onbewuste en een collectief onbewuste. Het persoonlijk onbewuste omvat alle vergeten en verdrongen gebeurtenissen uit het leven van een individu. Het gaat dan om dingen waar een mens liever niet aan wil denken omdat die pijn doen of verontrusten. Het collectief onbewuste is dat deel van het onderbewuste dat alle mensen met elkaar gemeen hebben. Het is onpersoonlijk onbewust. Het heeft een universeel karakter en bevat volgens Jung de ervaringen van vroegere generaties.
Archetypen en het collectieve onbewuste
In de theorie van Jung zijn er in het collectieve onbewuste archetypen aanwezig. Archetypen zijn een soort herinneringsbeelden aan bepaalde personen met een specifieke functie. Deze archetypen, ook wel oerbeelden genoemd, kennen we allemaal. Archetypen komen we tegen in sprookjes, mythen en ook in moderne films. Voorbeelden van archetypen zijn: 'Het Kind', dat jong en onbevangen de wereld tegemoet treed (Harry Potter en Kuifje); 'De Held', die alle tegenstand overwint en uiteindelijk wint (Achilles en Superman); 'De Moeder', die zorg biedt aan wat kwetsbaar is (Maria in de Rooms Katholieke Kerk); 'De Wijze Oude Man', die als een soort filosoof anderen op het juiste pad brengt (Parkamentus uit de films en boeken van Harry Potter, Sinterklaas).
Het collectie onbewuste en godsdienst
Religie en godsdienst zijn volgens Jung manieren om met het collectieve onbewuste om te gaan. In dat onbewuste komen oerbeelden, de archetypen voor die we allemaal herkennen. Deze oerbeelden en ervaringen hebben zich in ons collectieve onbewuste vastgezet. Volgens Jung kunnen mensen via religie met deze beelden in contact komen. De oerbeelden kunnen overweldigende karakter hebben. Via godsdienst en spiritualiteit kan een mens beter leren omgaan met die beelden. Veel mensen zoeken bij Maria moederliefde en in de protestantse traditie is de dominee kan het beeld van de dominee als wijze oude man aanwezig zijn. Religie is vaak ook iets dat je samen, collectief, beleeft. Via godsdienst en religie kunnen mensen gezamenlijk in het reine komen het de dreigende beelden van het collectieve onbewuste.
Jung en God als innerlijke ervaring
Volgens Jung is het niet van belang of God nu echt bestaat of niet. Als psycholoog ziet Jung dat God als een psychologische realiteit heel belangrijk voor mensen is. Voor Jung is God dan ook in eerste instantie een innerlijke ervaring. Volgens Jung horen psychologen dus geen uitspraak te doen of God werkelijk buiten de gedachten en gevoelens van mensen bestaat.
Jung doet godsdienst en religie te kort
De Amerikaanse godsdienstpsycholoog Andrew Fuller verwijt Jung van psychologisme. Een psychologisme is dat de psychologie uitspraken doet over dingen die eigenlijk niets met psychologie te maken te hebben. Bij een psychologisme doet een psycholoog uitspraken over niet-psychologische zaken of ideeën. Fuller vindt dat Jung religie en spiritualiteit tekort doet. Religie en godsdienst is volgens Fuller meer dan een psychologische ervaring. Jung reduceert volgens Fuller godsdienst en spiritualiteit tot psychologische processen. Als psychologisch proces waardeert Jung religie wel positief.