Het Jezusgebed bidden als vorm van christelijke meditatie
Het Jezusgebed is een eenvoudig gebed. De tekst luidt: ‘Heer Jezus Christus, ontferm u over mij’. Het gebed is gebaseerd op teksten uit de Bijbel. De oorsprong van dit gebed is te vinden in de woestijn van Egypte, waar monniken in de vierde eeuw dit gebed zijn gaan bidden. Via de oosters orthodoxe kerken, waar in de loop der eeuwen veel gelovigen via dit gebed contact met God zochten, krijgt dit gebed tegenwoordig ook in de westers christendom meer bekendheid. Door het gebed herhalend, op het ritme van de ademhaling, te bidden heeft het een meditatieve werking.
Het Jezusgebed is een eeuwenoud gebed. De tekst van het gebed luidt: ‘Heer Jezus Christus (Zoon van God), ontferm u over mij (zondaar)’. De woorden tussen haakjes worden in sommige versies van het Jezusgebed toegevoegd en in andere weer weggelaten.
Twee delen
Het Jezusgebed bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de belijdenis en lofprijzing. Jezus wordt beleden als Heer. Zo wordt Hij groot gemaakt. Ook wordt Hij beleden als Christus, dat betekent als Messias, de beloofde gezalfde. Eventueel wordt Hij in het eerste deel van het gebed de Zoon van God genoemd. Het tweede deel is een smeekbede: 'ontferm u over mij'. Met eventueel met de belijdenis dat de bidder zichzelf zondaar noemt.
Het Bijbelse fundament van het Jezusgebed
De tekst van het Jezusgebed, is afgeleid van enkele Bijbelteksten. De tekst van het gebed luidt: ‘Heer Jezus Christus (Zoon van God), ontferm u over mij (zondaar)’. De blinde bedelaar Bartimeüs riep Jezus aan met de woorden: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ (Marcus 10:47). In de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar bidt de tollenaar: ‘O God, wees mij, zondaar, genadig!’ (Lucas 18: 13). Als Jezus in het land van Tyrus en Sidon is kwam een Kananese vrouw uit dat gebied en riep: ‘Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David’ (Matteus 15:23). Tien melaatsen komen naar Jezus en bidden: ‘Jezus, Meester, heb medelijden met ons‘ (Lucas 17:13). In het ‘heb medelijden’, klinkt het ‘ontferm u’ door. Of zoals in de klassiek liturgie gebeden wordt: ‘Kyrië Eleison’, Heer ontferm u.
De naam Jezus
De naam van Jezus die in het gebed wordt genoemd verwijst naar de redding die God wil geven. De naam Jezus, Yeshua in het Hebreeuws, betekent 'Jahweh is redder', ofwel God redt. Alleen in de naam van Jezus is er redding stelt de apostel Petrus. Hij zegt namelijk: ‘Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt’ (Handelingen 4:12).
In de brief aan de Filippenzen schrijft Paulus het volgende over de naam van Jezus: ‘Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: “Jezus Christus is Heer,” tot eer van God, de Vader’.
Jezus als Heer
In het Jezusgebed wordt Jezus Heer genoemd. In 1 Korintiërs 12:3 schrijft de apostel Paulus: ‘Niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de Heilige Geest’. Door de werking van de Heilige Geest is het mogelijk om Jezus Heer te noemen. Het Jezusgebed kan dus ook alleen door het toedoen van de Heilige Geest worden gebeden.
Onophoudelijk gebed
De eenvoud van het gebed maakt het mogelijk het herhaald te bidden. Door het gebed vaak te herhalen kan men recht doen aan de opdracht van Jezus als Hij zijn volgelingen aanspoort te blijven bidden: ‘Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen (Lucas 18:1).
De apostel Paulus pleit ook voor het aanhoudende gebed: ‘Bidt onophoudelijk’ (1 Thessalonicenzen 5:17). Ook in Romeinen 12:12 (‘bidt onophoudelijk’), Colossenzen 4:2 (‘blijf bidden’) en Efeziërs 6:18 (‘bidt voortdurend’) onderstreept Paulus het belang van het onophoudelijk blijven bidden. Dat hij deze opdracht aan vier verschillende gemeenten geeft, laat zien dat dit voor hem een belangrijk thema is.
De geschiedenis van het Jezusgebed
De oorsprong van het Jezusgebed is te vinden in de meditatieve traditie van de woestijnmonniken die in de vierde eeuw in Egypte leefden. De monnik Philotheos bracht de praktijk van het Jezusgebed naar Griekenland, waar het in de middeleeuwen onder andere op de berg Athos een grote populariteit kende. Het gebed werd daar beoefend door de zogenaamde hesychiasten, mensen die probeerden hesychia, innerlijke rust, te bereiken.
Filokalia
Vanuit Griekenland verspreidde het gebed zich over Oost-Europa. De Filokalia, een verzameling van religieuze teksten van de Grieks-orthodoxe kerk, die in het Russisch werd vertaald, heeft op de verspreiding van het gebed een belangrijke invloed gehad. In Filokalia zijn verscheidene verhandelingen over het Jezusgebed te vinden. Het maakte zich sterk voor de beoefening van het Jezusgebed. Zo werd het Jezusgebed een belangrijk onderdeel van de Oosters-orthodoxe spiritualiteit.
De weg van de pelgrim
Het Jezusgebed groeide in populariteit door het Russische verhaal van de pelgrim. Dit verhaal gaat over een zwerver die zijn vrouw is kwijtgeraakt op zoek naar God. Al trekkend door het land luistert hij naar preken en bezoekt heiligen. Hij wordt geraakt door een preek over de tekst 'bid zonder ophouden'. Hij zoekt een antwoord op zijn vragen. Een starets, een Russische heilige, helpt hem op weg door hem het Jezusgebed te leren. De zwerver gaat als pelgrim al biddend door het land. Zijn hart bidt onophoudelijk het Jezusgebed. Onderweg heeft hij veel onverwachte en mooie ontmoetingen, waarbij hij zijn liefde voor het Jezusgebed kan delen.
De Westerse kerk
In het midden van de vorige eeuw werd raakte de Westerse Kerk met het Jezusgebed bekend en een groeiend aantal christenen praktiseert het Jezusgebed. Immigranten die vanuit het Oosten kwamen hebben hun enthousiaste over het Jezusgebed gedeeld met Westerse christenen. Ook de oecumene, de contacten en samenwerking tussen verschillende christelijke kerken, hebben bijgedragen aan de verspreiding van het Jezusgebed in het Westen.
Het meditatief bidden van het Jezusgebed
Voor het bidden van het gebed is het aan te bevelen een rustige, stille plek, te zoeken. Ga dan rechtop zitten op een stevige stoel. Probeer alle gedachten los te laten en concentreer je op het gebed. Bid dan, in gedachten of hardop ‘Heer Jezus Christus, ontferm u over mij’. Doe dit op het ritme van je ademhaling. ‘Heer Jezus Christus’ op de inademing en ‘ontferm u over mij’ op de uitademing. Herhaal dit gebed gedurende 10 à 15 minuten. Als je merkt dat je gedachten afdwalen breng ze dan weer liefdevol terug naar het gebed. Oefen het Jezusgebed met geduld en besef dat het Jezusgebed niet een techniek is, maar een gave van God.