Polygamie in de Islam

Het huwelijk is in alle wereldreligies een bijzondere gebeurtenis, die vaak gepaard gaat met rituelen en tradities. Hetgeen waarin de islam verschilt met andere religies zoals het christendom of het jodendom, is dat het voor een man toegestaan is meerdere echtgnotes te hebben. In deze verhandeling heb ik onderzocht waarop de voor-en tegenstanders hiervan, zowel binnen de islam als erbuiten, zich baseren.

Probleemstelling

Waarop baseren de voor- en tegenstanders van polygamie binnen de islam zich, en welke verschillen in visie over dit onderwerp zijn er bij niet- islamitische versus islamitische auteurs?

Inleiding

Intermenselijke relaties zijn zo oud als de mens zelf. Doorheen alle tijden en op alle plaatsen van de aarde hebben mensen zich steeds verbonden met andere mensen. Twee mensen, of hun omgeving, kunnen op een bepaald ogenblik de drang voelen om hun relatie officieel en openbaar te maken door een huwelijk te laten voltrekken. Doorheen de geschiedenis is aan dit ritueel steeds een zeer groot belang gehecht, en alle volkeren, culturen en religies kennen er een specifieke traditie in. In de islam is het huwelijk uiterst belangrijk in het leven van een gelovige. Niet voor niks luidt een islamitisch gezegde dat het huwelijk de helft van de godsdienst omvat. Het is dan ook logisch dat men als moslim op huwbare leeftijd de druk vanuit zichzelf of van de omgeving kan voelen om een huwelijk met een geschikte partner te sluiten. Verschillende hadit wijzen erop dat het zeer belangrijk is voor een persoon om de geschikte partner te kiezen. Dit betekent dat je een partner moeten zoeken die in zoveel mogelijk opzichten aan jouw ideaalbeeld, en aan dat van de islamitische voorschriften voldoet. Religie is echter niet altijd hetzelfde dan cultuur en traditie, en al te vaak worden streekgebonden tradities en gewoonten vermengd met de islamitische voorschriften, wat zorgt voor grote verschillen tussen de rituelen en gewoonten binnen het huwelijk onder de moslims, verspreid levend over de hele wereld. Eén van de grote verschillen binnen de drie monotheïstische godsdiensten, namelijk het jodendom, het christendom en de islam, is dat het in de islam niet alleen is toegestaan voor een man om verschillende wettige huwelijkspartners op hetzelfde moment te hebben, meer bepaald vier, maar dat het ook regelmatig wordt toegepast in een land waar de wet dit toestaat. De religieuze toestemming hiervoor is te vinden in de Koran, het islamitische heilige schrift, en voor de moslims het rechtstreekse en onbetwistbare Woord van God. Bij de andere godsdiensten, het jodendom en het christendom is voor deze regel een zekere afkeer te bemerken, ook al is het in de joodse godsdienst niet formeel verboden, het wordt alleen slechts zelden toegepast. Desalniettemin geldt polygamie dan ook als één van de bijzonderste geschilpunten tussen deze godsdiensten en de islam, en het zorgt tot op de dag van vandaag voor grote polemiek. Binnen de islam zelf gaan er tegenwoordig steeds meer stemmen op die het polygame huwelijk afkeuren, het argument aanvoerend dat het niet meer van deze tijd is, en nadelig en discriminerend zou zijn voor de vrouw. Ze baseren zich hiervoor op een bepaald vers van een soera uit de Koran, en menen dat hieruit af te leiden is dat de islam de voorkeur geeft aan het monogame huwelijk. Vreemd genoeg baseren de voorstanders van het polygame huwelijk zich op datzelfde hoofdstuk, maar op een ander vers eruit om het huwelijk met meerdere partners te legitimeren. Zo ontstaat er weer een nieuwe polemiek tussen moslims onderling, enerzijds zij die beweren dat de Koran het onbetwiste en onveranderlijke Woord van God is, dat letterlijk geïnterpreteerd moet worden, en anderzijds diegenen die de Koran vooral in zijn historische context zien, en vinden dat het onderhevig is aan tijdsgebonden en menselijke interpretatie. Eén van deze laatsten is professor Nasr Hamid abu Zayd. Hij wordt beschouwd als een modernist, een islamitisch denker die meent dat de enige redding voor de crisis waarin de islam zich bevindt in deze tijden van terrorisme en fundamentalisme in het post-11 september tijdperk een kritisch herbekijken van de bronnen is. De Koran en de h'adit dienen in hun historische context gelezen te worden en hergeïnterpreteerd om de regelgevingen ervan toepasbaar te maken te maken op het leven van de moslim anno 21e eeuw. Het letterlijk toepassen van de šari’a, met alle strenge strafmaatregelen in verband met bijvoorbeeld overspel, diefstal of apostasie is volgens hem niet meer haalbaar, en de šari’a moet in zijn geheel dus herbekeken worden. Enerzijds hebben vele islamitische regeringen in de Arabische wereld ondertussen al afstand genomen van het letterlijk toepassen van de šari’a en ze proberen (niet zelden onder westerse druk) om de wetgeving meer conform de moderne, westerse tijdsgeest te maken. Bij de éne natie verliep dit al wat sneller dan bij de andere. Ook Marokko (vooral onder de huidige koning Muh'ammad VI) en Tunesië hebben op dit vlak grote inspanningen gedaan door aanpassingen door te voeren in het familierecht. Anderzijds kan men echter spreken van een soort islamitisch réveil, waarbij islamitische regeringen menen dat de oorzaak van de crisis net ligt in het feit dat de moslims te ver zijn afgedwaald van de letterlijke interpretatie van de Koran, en dat de enige oplossing het strikt toepassen van de šari’a is. Voorbeelden hiervan zijn … Het bespreken van al deze landen en hun wetgevingen zou mij te ver voeren, en ik zou mij dan ook willen toespitsen in deze verhandeling op de verzen en de h'adit die de voor- en tegenstanders van polygamie aanvoeren, en de verschillen tussen islamitische auteurs onderling, en islamitische versus niet- islamitische auteurs bespreken die terug te vinden zijn in de bronnen.

De zoektocht naar bronnen

Over het huwelijk in de islam in het algemeen en over polygamie specifiek is in de bronnen heel wat te vinden. Deze bronnen zijn echter niet allemaal gelijkwaardig wat hun betrouwbaarheid, onpartijdigheid en wetenschappelijke waarde betreft. Ik heb geprobeerd om de boeken en artikels met een kritisch oog te lezen, en aandacht te besteden aan het verifiëren van de betrouwbaarheid ervan. Heel wat bronnen raken het onderwerp slechts oppervlakkig aan, zonder diepgaande informatie te geven. Zij houden zich vooral aan de stelregel dat de islam polygamie zonder meer toestaat. Wat mij erg opviel was dat zeer veel bronnen niet dezelfde informatie geven, of soms ronduit contradictoir zijn. Dit had volgens mij ook veel te maken met de historische tijd waarin de vermelding werd gemaakt, en met de auteur. Het valt op dat de sociale, religieuze en morele achtergrond van de auteur hier een grote rol in spelen. We zouden kunnen stellen dat hedendaagse auteurs met een islamitische of niet-westerse achtergrond iets meer open staan voor het concept van polygamie, of er tenminste een legitimering voor aanvaarden, terwijl niet-islamitische auteurs, zowel westers als niet-westers, het vaak radicaal afkeuren. Dit is echter geen grondregel. Het internet heb ik als bron vermeden en heb mij vooral geconcentreerd op de universitaire bibliotheken van zowel godsdienstwetenschappelijke als andere faculteiten, en op de bibliotheek van het grootste islamitische centrum van België dat zich in Brussel bevindt. Heel belangrijk als bron voor het onderzoek naar dit onderwerp was natuurlijk de Koran en de h'adit. Verzen aangehaald uit de Koran heb ik aangeduid met een ? symbool, citaten uit de bijbel met een * symbool.

Definitie van het concept polygamie:

Men spreekt van een polygaam huwelijk wanneer één van de echtgenoten meer dan één huwelijkspartner heeft. In het geval dat de man meerdere echtgenotes heeft spreken we van polygynie. Deze vorm is veruit de meest voorkomende in vergelijking met de andere vorm van polygamie, met name als de vrouw meerdere echtgenoten heeft. Over het algemeen is monogamie de gangbare relatievorm in de volksgemeenschappen van de wereld, maar de bronnen zijn daar niet helemaal éénduidig over. De internationale encyclopedie van vrouwenzaken beweert dat tot 70 procent van de gemeenschappen een bepaalde vorm van polygynie in theorie toestaat, maar dat de meeste mensen toch monogamie praktiseren. De plaatsen waar polygynie het meest voorkomt zijn vooral stamgemeenschappen, en voornamelijk in Afrika, Azië en Noord- en Zuid- Amerika, terwijl het in Europa nauwelijks voorkomt. Polyandrie, waarbij de vrouw meerdere echtgenoten heeft, komt veel minder voor, slechts in een half procent van alle bevolkingsgroepen. We vinden het bijvoorbeeld wel terug in Tibet, het zuidelijke deel van Indië en een gebied in Indonesië. Het gaat hier dan voornamelijk om broers die dezelfde echtgenote delen, dit wordt gezien als een uiting van solidariteit onder de broers. Maar ook in Centraal- Kerala, bij de Nayarenstam komt polyandrie voor, zonder dat de echtgenoten broers zijn. Het vaakst komt polyandrie noodzakelijk voor in gebieden waar vrouwelijke foetussen geaborteerd worden of vrouwelijke baby’s gedood. De vorm van polygamie die in de Islamitische wet voorkomt is welbepaald polygynie, van de andere vorm kan zeker geen sprake zijn.

Een anekdote met betrekking hierop is het verhaal van een veelgevraagd Pakistaans model en actrice, een nationale schoonheidskoningin, Anita Ayub. Toen zij in 1989 in de Filippijnen was voor een schoonheidswedstrijd maakte zij een cruciale fout door te stellen dat islamitische vrouwen het recht zouden moeten hebben met vier mannen te trouwen, zoals de mannen dat recht hebben. De hele Pakistaanse delegatie in Manila was geschokt en eiste de terugtrekking van Ayub uit de wedstrijd. Toen zij terug aankwam in Pakistan volgeden er nog meer problemen. Woedende Pakistanis beschuldigden haar van het verspreiden van immoraliteit, en eisten voor haar de doodstraf door steniging. In januari van het volgende jaar bogen 22 rechters uit Islamabad zich over de kwestie en vroegen Ayub haar uitspraken nader te verklaren, maar de vrouw was hierin terughoudend. De rechters legden vervolgens klacht tegen haar neer bij de lokale magistraten omwille van het doen van illegale, immorele en hoogst onverantwoordelijke uitspraken. De zaak wordt nog steeds gehoord, en ondertussen houdt Ayub zich opvallend op de achtergrond.

In Amman overkwam Faisal iets soortgelijks. Ze is een populaire presentatrice op televisie en wilde in het jaar 1989 graag een uitzending doen over polygamie. Het was een niet zo vaak voorkomend fenomeen in Jordanië, zegt ze, maar door de opkomst van het islamisme kwam het steeds vaker voor. Daarom wilde ze er een programma aan wijden, waarin voor- en tegenstanders hun argumenten konden uiteen zetten. Er waren misnoegde vrouwen uitgenodigd, maar ook een rechter van een šari’a rechtbank om het religieuze aspect uit de doeken te doen. Het programma is er echter nooit gekomen. De directeur-generaal en de minister van informatie werden allebei bedreigd door fundamentalisten die hen ervan beschuldigden politieke motieven te hebben voor het uitzenden van een dergelijk programma, zoals het aanvallen van Irak. In deze periode was Jordanië immers de trouwste bondgenoot van Irak, en Saddam Hussein had op dat ogenblik twee echtgenotes, en mannen in het land werden aangemoedigd om met de weduwen te trouwen van de Golfoorlog. Later werd Faisal er nog van beschuldigd vrouwen te hebben opgeroepen met vier mannen te trouwen, wat tegen de islam is, en dat ze daarom geëxecuteerd moest worden.

Een enkele auteur is echter van mening dat ook polyandrie is toegestaan in de islam, wanneer een man geen kinderen kan verwekken. De vrouw zou dan tijdelijk gemeenschap hebben met een andere man met het oog op een zwangerschap. Het biologische vaderschap zou dan van minder belang zijn dan de eer van de familie om nazaten te hebben. Deze stelling ben ik echter in geen enkele andere bron tegengekomen, maar wel het tegendeel.

In België is iedere vorm van polygamie grondwettelijk verboden. Een persoon kan maar één wettige huwelijkspartner hebben. In andere landen wordt polygamie soms toegestaan, ofwel omdat het land onder de islamitische wetgeving valt, ofwel omdat een bepaalde bevolkingsgroep een andere religie aanhangt waarin polygamie ook is toegestaan, zoals bijvoorbeeld de gemeenschap van de Mormonen in de VS. Het concept polygamie, ofwel het wettelijk gehuwd zijn met meerdere partners is evenwel te onderscheiden van het concubinaat, waarin een persoon naast de wettige huwelijkspartner ook één of meerdere buitenechtelijke relaties heeft. Dit wordt in principe door de Belgische wet niet als strafbaar gezien, hoewel het natuurlijk niet wordt aangemoedigd, en kan aanleiding geven tot een echtscheidingsprocedure. In de islamitische wetgeving wordt gestipuleerd dat een man met maximum vier vrouwen tegelijkertijd een wettig huwelijk kan hebben, maar daarnaast is het hem ook toegestaan zoveel concubines onder zijn vrouwelijke slavinnen te hebben als hij zelf verkiest. Velen nemen vooral aan dit laatste aanstoot. Toch moeten we dit nuanceren. Slavernij was in de pré- islamitische en vroeg- islamitische wijdverspreid, maar de islam heeft dit verschijnsel aan regels gebonden en stimuleert de vrijlating en de volledige opname van slaven in de maatschappij. Een middel daartoe is het opleggen van boeten bij bepaalde overtredingen in de vorm van het gedwongen vrijlaten van een slaaf. Met de afschaffing van de slavernij kunnen we echter stellen dat dit niet meer aan de orde is, en dat het polygame huwelijk slechts kan bestaan uit een echtgenoot en maximum vier vrije vrouwen. Wat betreft een mannelijke slaaf zijn de bronnen niet éénduidig. De Koranische regelgeving omtrent polygamie zouden enkel gelden voor vrije mannen, maar de Šafi’itische rechtsschool zou stipuleren dat een slaaf slechts twee vrouwen mag hebben. De Ši’ieten zouden hiermee akkoord zijn, maar stellen dat het enkel zo is wanneer het om vrije vrouwen gaat. Wanneer het echter om vrouwelijke slaven gaat zou een slaaf ook vier vrouwen mogen hebben.

Baveja zegt in zijn boek dat sommige korancommentatoren beweren dat een moslim negen, of zelfs achttien vrouwen mag trouwen, maar dit wordt door hemzelf tegengesproken. Hij geeft als bewijs de volgende anekdotes: “Abdullah Ibn Omar vertelde dat Ghilan bin Salma Saqafi negen vrouwen had wanneer hij zich tot de islam bekeerde. De Profeet adviseerde hem slechts vier vrouwen te houden, en van de andere te scheiden. Umrat ul Asadi had toen hij zich tot de islam bekeerde acht vrouwen, ook hem adviseerde de Profeet om slechts vier vrouwen te houden, en van de anderen te scheiden.”

Verschillende interpretaties van soera 4, de Vrouwen

Zowel voor- als tegenstanders van polygamie, zowel moslims als niet-moslims, al dan niet westers, beroepen zich op de vierde soera uit de Koran, De Vrouwen, om hun standpunt te verdedigen. Het is inderdaad zo dat de inhoud ervan voor interpretatie vatbaar is. Eerst en vooral is er het derde vers, dat zegt: ?“En indien jullie vrezen de (vrouwelijke) wezen niet rechtvaardig te behandelen, trouwt dan met de vrouwen die jullie aanstaan, twee, drie, of vier. En als jullie vrezen hen niet rechtvaardig te verzorgen, dan één, of wat jullie aan slavinnen bezitten. Dat is de beste wijze om niet onrechtvaardig te zijn. ”

Het valt echter op dat auteurs het er niet over eens zijn welke vrouwen nu bedoeld worden met deze ‘één, twee, drie of vier’. Amina Wadud is van mening dat er bedoeld wordt dat men beter met de vrouwelijke wezen kan huwen, om ze eerlijk te kunnen behandelen. Sommige voogden konden het immers niet laten om zichzelf door middel van de rijkdom van de wees te verrijken. Wanneer men ze echter huwt moet men ze onderhouden en zo wordt de man ervan weerhouden aan de middelen van de vrouw te raken.

Muh'ammad ‘Abduh is echter van mening dat men net niet de vrouwelijke wezen moet trouwen, wat duidelijk blijkt uit zijn vertaling en uitleg van het vers: “Wanneer je bij jezelf de angst voelt dat door het trouwen met de vrouwelijke wees je al haar rijkdom zal spenderen, dan mag je ervoor kiezen haar niet te huwen, want God heeft jou de mogelijkheid gegeven om je plicht te ontlopen wat betreft het huwen met de wees. Hij heeft jou de keuze gegeven met andere vrouwen te trouwen, maximum vier. […] ”

Ook Muh'ammad ‘Ali is van mening dat het trouwen van de vrouwelijke wezen moet vermeden worden wanneer men vreest ze niet rechtvaardig te zullen behandelen, en hij steunt daarvoor op de volgende h'adit overgeleverd door ‘Aisha, zoals het werd vermeld in de h'aditcollectie van Bukari. ‘Aisha heeft gezegd: “Dit is het weesmeisje die onder de hoede staat van haar voogd, en zijn partner is in zijn bezit, en haar bezit en uiterlijk bevallen hem, zodat haar voogd met haar wenst te trouwen zonder haar een rechtvaardige bruidsschat te schenken, die een andere man haar wel zou schenken; dus werd het hen verboden om met hen te trouwen behalve indien zij rechtvaardig zijn en hen hun bruidsschat te schenken zoals gebruikelijk was, en daarom werden zij verordend andere vrouwen die hen bevielen te huwen.” Verder in hetzelfde hoofdstuk van de h'aditcollectie vinden we echter de volgende toelichting terug bij het vers uit de soera De Vrouwen: ‘Aisha heeft gezegd: “Dit is de man die een weesmeisje heeft waarvan hij de voogd is en een erfgenaam, dus wordt zij partner in zijn bezittingen, zelfs in de palmbomen, en hij is niet geneigd om met haar te trouwen, noch wil hij dat zij met iemand anders zou trouwen die door haar partnerschap ook zou delen in zijn bezittingen en daarom weerhoudt hij haar ervan te trouwen.” Deze twee interpretaties zijn echter tegengesteld aan elkaar. In de eerste versie wordt gezegd dat de voogd het meisje wil trouwen, maar dat er een verbod op is, terwijl in de tweede versie gezegd wordt dat de voogd niet zelf met haar wil trouwen, noch wil hij dat zij met iemand anders trouwt. Volgens Muh'ammad ‘Ali zijn er nog drie andere interpretaties van het derde vers in de soera De Vrouwen, namelijk: Het vers maakt enkel duidelijk dat men niet met meer dan vier vrouwen zou moeten trouwen, zodat men niet in de verleiding zou komen om de rijkdom van de wezen te gebruiken indien zou blijken dat het onderhoud voor de verschillende vrouwen te zwaar weegt. De tweede interpretatie stelt dat het een waarschuwing is: wanneer men vreest dat men niet rechtvaardig kan zijn tegenover de wezen dan kan men ook vrezen niet rechtvaardigheid te zullen zijn tegenover te veel echtgenotes. De derde interpretatie zegt dat als men vreest niet rechtvaardig te kunnen zijn tegenover de wezen, dat men dan ook kan vrezen zich aan andere zaken te zullen bezondigen, zoals overspel, en om dit te vermijden is het de mannen toegestaan met vier vrouwen te huwen. Deze interpretaties worden echter allen als zwak beschouwd door Muh'ammad ‘Ali. Zijn eigen interpretatie luidt als volgt: “ In de pré- islamitische tijd was het zo dat een vrouw niet kon erven, omdat dit enkel werd toegestaan aan een persoon die ‘te paard reed en ten strijde kon trekken’. Dit betekent dat een weduwe die achterblijft met kinderen dus geen enkele aanspraak kon maken op de erfenis waar zij recht op had. Verder was het ook zo dat mannen niet erg geneigd waren om een weduwe met kinderen te trouwen en haar zo bescherming te bieden. De Koran wil dit onrecht uit de wereld helpen door de mannen aan te moedigen dit wel te doen, en dus eventueel met meerdere vrouwen te trouwen. De historische context waarin dit vers werd geopenbaard bevestigt deze theorie, want er waren op dat moment veel weduwen en wezen door de vele veldslagen die de moslims ondernamen, vaak tegen een overweldigende meerderheid. Het achterblijven en de hulpeloosheid van deze vrouwen en hun kinderen zouden de gemeenschap danig verzwakt hebben, en moest dus koste wat het kost vermeden worden, vandaar de toelating voor polygamie. Het is dus duidelijk dat met ‘huw dan met twee, drie, of vier vrouwen’ de moeders van de wezen wordt bedoeld. Voorstanders van polygamie leiden dus uit dit deel van het vers ‘huw dan met twee, drie, of vier vrouwen’ af dat het een moslim is toegestaan vier wettige echtgenotes tegelijkertijd te hebben. Er is echter wél de duidelijke voorwaarde dat de man alle vrouwen gelijk moet behandelen. Verder in deze soera vinden we echter: ?“En jullie zullen nooit in staat zijn rechtvaardig te zijn voor de vrouwen, hoezeer jullie ook willen, geeft niet geheel toe aan jullie neiging (tot één bepaalde vrouw) en laat haar (een andere vrouw) niet in het onzekere verkeren, en als jullie je beteren en (Allah) vrezen: Voorwaar, Allah is Vergevingsgezind, Meest Barmhartig.” Hieruit leiden de tegenstanders van polygamie af dat de Koran dus eigenlijk op monogamie aanstuurt, aangezien een man nooit in staat zal kunnen zijn zijn vrouwen gelijk te behandelen. Doordat de Koran de omstandigheden waarin polygamie toegelaten is dus moeilijk maakt wordt verondersteld dat het concept uiteindelijk een natuurlijke dood zou sterven.

Cragg haalt in zijn boek echter aan dat in soera De Vrouwen ook een verbod wordt opgelegd om niet met twee zussen tegelijkertijd getrouwd te zijn. ?“ Voor jullie verboden (om te trouwen zijn): […] en het huwen van twee zusters gezamenlijk, behalve als het reeds (voor de openbaring) gebeurd is. […]” Dit kan echter alleen maar zin hebben volgens hem als het wel toegestaan is om met twee vrouwen getrouwd te zijn die geen zussen van elkaar zijn. Hij is er dus niet van overtuigd dat de Koran oorspronkelijk monogamie intendeert.

De verschillende interpretatie van het vers vinden we ook onder de ‘ulama, dit zijn islamitische geleerden terug. Zij zetten hun mening in de vorm van een traktaat of een fatwa uiteen. Zo zijn er dus zowel gelovigen zijn die monogamie voorstaan als moslims die polygamie voorstaan, en het is vaak een onderwerp van grote polemiek.

Aangegeven redenen van de legitimatie van polygamie

Voor het ontstaan en bestaan van polygamie in de islam worden zeer uiteenlopende redenen gegeven. Algemeen wordt echter aangenomen, zowel door voor- als tegenstanders van polygamie, dat men de regels die worden beschreven in de Koran historisch en contextueel moet benaderen. Enkel de groep van traditionalistische Salafistische moslims vinden dat de Koran niet enkel het letterlijke, eeuwig geldende woord van God is maar dat alle regels die erin te vinden zijn ook nu nog moeten worden toegepast, zoals ze 14 eeuwen geleden werden toegepast in de vroeg- islamitische periode. Anderen zijn van mening dat de Koran weliswaar het woord van God is, maar dat bepaalde passages erin ook tijdsgebonden zijn, en men ze in hun context moet begrijpen.

Net zoals de Koran zijn ook de h'adit een bron, maar hier moet men rekening houden met het feit of een traditie al dan niet authentiek is. De onderwerpen van deze tradities kunnen dus nood hebben aan individueel onderzoek en interpretatie, ook wel ijtihad genoemd.

Polygamie moet men dus ook in zijn context bekijken, en zich afvragen of de nood eraan overeenkomt met die in de periode van de vroege islam, waarin de veldslagen en sociale structuur een zeer grote rol speelden. Er wordt aangenomen dat de aanvankelijke legitimering voor polygamie te vinden is in de historische context waarin de Koran werd geopenbaard, dus in de vroegste tijden na het ontstaan van de islam, wanneer de profeet Muh'ammad de openbaringen van de Koran ontving. Uit het vers kan men afleiden dat de belangrijkste beweegreden voor polygamie het niet eerlijk behandelen van de (vrouwelijke) wezen in Medina lijkt te zijn. Zijzelf en vooral hun rijkdom moeten beschermd worden tegen de hebzucht en het misbruik die eventueel zou kunnen optreden van de kant van hun mannelijke voogden die zichzelf met hun middelen wilden verrijken. Om dit te vermijden wordt gezegd dat men ze dan beter kan trouwen, en hen hun mahr of bruidsschat te betalen waar zij recht op hebben. Hun rijkdom blijft op dat moment hun eigen bezit, zonder dat hun echtgenoot er de hand kan op leggen. In de periode van de openbaringen was een huwelijk vooral een onderwerpingshuwelijk. Dit betekent dat een vrouw belooft te gehoorzamen aan haar man, en daarvoor in ruil wordt onderhouden. He t staat vast dat de sociale positie van een vrouw in de historische context van het ontstaan van de islam op zich erg onzeker was, en dat zij aan allerlei soorten gevaar onderhevig was als ongetrouwde vrouw, hetzij een vrouw voordat een eerste huwelijk werd gesloten, dan wel een weduwe of gescheiden vrouw, al dan niet met kinderen. Voor een vrouwelijk kind was de vader de ideale man als beschermer en voor de vrouw de echtgenoot. Na de eerste veldslagen ondernomen door de moslims kampte de vroege gemeenschap echter met het probleem van de vele vrouwen die weduwe waren geworden, of vrouwen die zich tot de islam bekeerden en getrouwd Hij waren met niet moslim- mannen. Aangezien dit bijgevolg een onwettig huwelijk werd , bevonden beide groepen van vrouwen zich dus in een sociaal zwakkere positie. Een tweede huwelijk was voor deze vrouwen dus een onmiddellijke oplossing, ook al was de echtgenoot in kwestie reeds gehuwd. Mannen worden in deze context ook aangemoedigd om met deze weduwen te trouwen en voor hen en hun kinderen te zorgen, zoals in een h'adit vermeld staat: “Diegene die voor de weduwe en de wees zorgt is gelijkwaardig aan diegene die zijn leven lang in de heilige oorlog doorbrengt.”

Een andere bron vermeldt echter dat de Profeet meervoudige huwelijken aanmoedigde, maar dan vooral met vrije vrouwen die nog maagd zijn. Dit staat dan weer in contrast met het vorige. Lane linkt het bestaan van polygamie vooral aan de echtscheidingswetten in de islam en het gemak om een vrouw te verstoten. Hij zegt dat wanneer een man met een vrouw trouwt, en haar vóór het huwelijk niet kent, zoals in de islamitische traditie wel voorkomt, de kans niet onbestaande is dat hij later teleurgesteld is. Wanneer hij dan een andere vrouw wil trouwen ontstaat een probleem. Ofwel scheidt hij van zijn eerste vrouw, waardoor hij haar behoeftig achterlaat, ofwel krijgt hij de kans een tweede vrouw te nemen, of eventueel een derde of een vierde. Omgekeerd kan men zeggen dat wanneer een man met meer dan één vrouw getrouwd is, en één van de vrouwen is niet gelukkig met haar situatie, het voor hem gemakkelijker is om van haar te scheiden.

Een andere reden die wordt gegeven voor de noodzaak van polygamie is dat het nu eenmaal in de natuur van een man ligt om meerdere partners te hebben, en om op deze manier ook meerdere kinderen bij verschillende vrouwen te hebben. In deze context wordt ook uitgelegd dat het dus voor vrouwen geen enkele zin heeft om meerdere partners te hebben. Een vrouw zal immers niet meer kinderen kunnen baren als er telkens een andere vader is, terwijl mannen wel eventueel meerdere vrouwen kunnen bevruchten. Zodoende bevestigt men dat enkel polygynie zin heeft, in tegenstelling tot polyandrie. Vaak gaat polygamie ook gepaard met de controle over bepaalde bronnen van macht, hetzij politiek of materieel, en het bestaan van een patriarchale samenleving waarin het belangrijk is dat men over veel (mannelijke) nazaten beschikt. Het hebben van veel kinderen betekent immers veel werk- of strijdkrachten, en veel kansen om zich eventueel via een huwelijk met een andere stam of familie te verbinden. Het aangaan van nieuwe verbintenissen tussen families wordt dan ook als een belangrijke reden aangegeven voor polygamie. Zo heeft de huidige koninklijke familie van Saoudi-Arabië haar macht geconsolideerd door de vele verbintenissen via het huwelijk.

Ook vruchtbaarheid van de vrouw speelt in vele gevallen van polygamie een grote rol, net zoals de algemene gezondheid van een echtgenote. Het is vaak de doorslaggevende factor voor het toch toelaten van een polygaam huwelijk, ook al staat men er als natie of individu aanvankelijk weigerachtig tegenover. Indien een vrouw onvruchtbaar is zou men haar ook gewoon kunnen verstoten of een aanvraag tot echtscheiding indienen, maar vaak is de vrouw in kwestie dan dubbel slachtoffer. Niet alleen kan zij geen kinderen krijgen, maar blijft zij dan ook nog alleen achter zonder echtgenoot. Vele vrouwen kiezen er dan ook voor om een tweede echtgenote in het huishouden toe te laten, liever dan helemaal geen huishouden meer te hebben. Dit geldt ook voor een vrouw die omwille van gezondheidsredenen niet voor haar gezin kan zorgen.

Seksuele behoefte wordt ook als reden gegeven voor een polygaam huwelijk. Soms laat de gezondheid of de algemene gemoedstoestand van een vrouw niet toe dat de seksuele behoefte van de echtgenoten op elkaar afgestemd zijn, en velen, zowel vrouwen als mannen zien daarin een reden om een tweede, of eventueel meerdere echtgenotes toe te laten. Het zou in veel mindere mate in de natuur van een vrouw liggen om meerdere partners te hebben, in tegenstelling tot een man. Deze stelling wordt echter tegengesproken door mensen op het einde van de negentiende, en het begin van de twintigste eeuw, die een heel ander beeld hebben van de islamitische en Arabische wereld, en meerbepaald de harems, maar daarover later meer. Algemeen kan echter worden aangenomen dat de Koran met de toelating van polygamie niet louter het bevredigen van de seksuele lusten van een man kan beoogd hebben.

Holt beweert in zijn boek echter het tegendeel door te stellen dat het concubinaat met de vrouwelijk slaven net in het leven is geroepen als alternatief voor polygamie, een situatie die veel duurder uitkomt voor de man. Een slavin is immers goedkoper in levensonderhoud en haar bruidsschat zou minder groot zijn. De bronnen zijn echter onduidelijk over het concept van concubinaat, en of een man zijn slavin kan trouwen, of dat zij slechts een lichamelijke relatie met elkaar onderhouden. Sommigen beweren dat de slavin door een huwelijk met een vrije man ook vrij wordt, anderen beweren van niet. Het staat echter vast dat bepaalde passages in de Koran de gelovigen aanmanen om de slavenmeisjes eerbaar te behandelen: ?“[…] En dwingt jullie slavinnen niet tot onkuisheid indien zij kuisheid wensen omdat jullie de vergankelijkheden van de wereld begeren. […]” Integendeel worden de gelovigen net aangespoord om met hen te trouwen: ?“En trouwt hen onder jullie die ongetrouwd zijn en de waarachtigen onder jullie slaven en slavinnen.” Baveja zegt in zijn boek ook dat het trouwen met een slavin als goedkoop alternatief voor het huwelijk met een vrije vrouw een pré- islamitisch gegeven is, dat weliswaar in stand werd gehouden door de komst van de islam, maar wel aan voorwaarden werd verbonden. Het slavenmeisje moest in ieder geval een gelovige zijn, zij het een moslima of een vrouw van de ahl al- kitab. Naar zijn mening klopt het niet dat men met een slavin kon trouwen zonder wettig huwelijkscontract of zonder haar een gepaste bruidsschat te schenken, want dit zou in tegenspraak zijn met het volgende vers uit de Koran: ?“En wie van jullie niet in staat is te huwen met vrije gelovige vrouwen: hij kan de gelovige vrouwen onder de slavinnen waar jullie over beschikken trouwen. […] Trouwt hen dus met verlof van hun familie en geeft hen hun bruidsschatten volgens de voorschriften, zij behoren eerbaar te zijn en niet ontuchtig en (behoren zich) geen vriend te nemen. […] ”. Dit staat echter in contrast met hetgeen ik vond in een andere bron.

Hassan stelt namelijk dat mannen ten tijde van de openbaring het recht hadden te trouwen met hun slavinnen boven op de vier wettige echtgenotes, maar dit gold enkel voor vrouwen die op dat moment, dus ten tijde van de openbaring, slavinnen waren. De Koran benadrukt volgens hem echter op verschillende manieren dat mensen die slaaf waren op het moment dat de islam zijn intrede deed, onderwijs en onderricht moesten krijgen, vrijgelaten moesten worden en geleidelijk aan in de gemeenschap moesten worden opgenomen door een huwelijk. Baveja steunt voor deze stelling op de h'aditcollectie van Bukari, in het deel over het huwelijk. Daardoor zou slavernij, en dus ook het aantal vrouwelijke slaven dat aan een polygaam huwelijk kon worden toegevoegd, geleidelijk aan afgeschaft worden.

Een positief beeld van polygamie

In tegenstelling tot wat vele westerse mensen denken zijn er wel degelijk vrouwen die een polygaam huwelijk verkiezen boven een monogaam, of het op zijn minst toelaten. Zoals eerder vermeld spelen ziekte, onvruchtbaarheid, of het niet kunnen inlossen van de seksuele behoeften van de man een grote rol. Sommige vrouwen verkiezen dan een co-echtgenote te hebben boven verstoten te worden of uit de echt gescheiden. Als er echter meerdere echtgenotes zijn in een rijke en/ of machtige familie kan het zijn dat alle echtgenotes meegenieten van deze status, en ze er zelf voor kiezen om deel uit te maken van dit meervoudig huwelijk. Vaak wordt een tweede huwelijk ook aangegaan uit economische redenen, wanneer er door het gezin bijvoorbeeld handel wordt gedreven, of aan landbouw wordt gedaan, en kunnen de huishoudelijke taken die moeten verricht worden op deze manier ook verdeeld worden, en een vrouw ontlasten. Ook het opvoeden van de kinderen kan in een gezamenlijke sfeer gebeuren en zo meer zekerheid voor de leden van het gezin verstrekken. Soms helpt een eerste of eerdere echtgenote zelf bij het kiezen van een volgende echtgenote, en is er geen sprake van jaloezie of rivaliteit. Schimmel vertelt in haar boek een anekdote over de familie van een islamitische studente in India, waar de eerste vrouw, die kinderloos was, een sympathiek familielid uitzocht en naar haar man bracht. De studente sprak met dankbaarheid over haar eerste moeder, die voor de kinderen zorgde die haar biologische moeder, die buitenshuis werkte, ter wereld had gebracht. Er kan integendeel zelfs een innige vriendschaps- of zusterlijke band ontstaan tussen de co- echtgenotes, die eventueel zelfs samenwerken of samenspannen om de gunsten van de man te bekomen. In sommige gevallen blijven de co-echtgenotes ook na de dood van hun echtgenoot samen om het gezin te blijven besturen. In de meeste gevallen is het echter zo dat de eerste en vaak ook de oudste vrouw het meeste gezag en prestige heeft in het huishouden, maar dat hoeft niet altijd te betekenen dat er een grote rivaliteit is tussen haar en de andere vrouwen. Anderzijds zal de vierde vrouw in het gezin meestal niet de meeste autoriteit genieten, maar zal zij wel kunnen genieten van een voorkeursbehandeling als jongste, misschien knapste van de vrouwen, en de aandacht en affectie van de man op deze manier kunnen verwerven. Dit kan echter wel weer wrevel opwekken bij de anderen, zeker bij de tweede of derde vrouw die niet het prestige van de oudste, en ook niet de charme van de jongste bezitten.

Soms maakt een vrouw geen bezwaar tegen de komst van een tweede echtgenote, maar verkiest zij van niet met haar of haar kinderen te worden geconfronteerd. Een anekdote hierover is het verhaal van Leila, die getrouwd is met een man uit een meer conservatieve familie dan haar eigen familie. Haar schoonvader had aanvankelijk drie echtgenotes maar is ondertussen van één van hen gescheiden. Haar schoonmoeder is de eerste vrouw in het gezin, en haar man verdeelt zijn tijd netjes tussen zijn twee gezinnen, die niet in hetzelfde huis wonen. Leila vertelt dat haar schoonmoeder totaal niet geïnteresseerd is in de tweede vrouw of haar relatie met haar man.

Het komt vaak voor dat een eerste echtgenote een goed huwelijk heeft, maar reeds een zekere leeftijd heeft bereikt en verschillende kinderen voor haar man heeft gebaard, en daarom niet meer kan voldoen aan de seksuele behoeften van haar man, en daarom haar toestemming geeft om een tweede, jongere vrouw in haar huishouden toe te laten. Een voorbeeld hiervan vinden we bij Mullah Azad, die reeds achttien jaar de hoofdmullah is van de Badshahi Moskee in Pakistan. Wanneer men hem vraagt waarom hij twee echtgenotes heeft antwoordt hij dat zijn eerste vrouw reeds grootmoeder is, heel goed in staat is om zijn huishouden te beheren, maar omdat hij vaak in het buitenland is voor zijn werk, hij haar toestemming heeft gevraagd om een tweede vrouw te huwen. Zij stemde daarin toe en was ook op het tweede huwelijk aanwezig. De mullah benadrukt echter dat hij door de godsdienst niet verplicht was om haar toestemming te vragen, en dat wanneer een man zijn seksuele lusten niet meer de baas kan, hij kan hertrouwen zonder toestemming.

In sommige gemeenschappen is het zo dat het aantal echtgenotes in een huishouden een afspiegeling is van het prestige van de familie, en daarom kan een eerste vrouw haar man zelfs aanmoedigen nogmaals te trouwen om in dit prestige te delen, en soms is het zo dat de eerste vrouw wanneer zij wat ouder wordt voelt dat ze hulp in het huishouden kan gebruiken en dat zij zelfs bereid is de bruidsschat van de tweede vrouw met haar eigen geld te betalen. Voorstanders van polygamie hebben echter ook een aantal andere argumenten om hun mening kracht bij te zetten. Deze argumenten komen ter sprake in een fatwa in het tijdschrift Al-Manar als antwoord op de vraag of het nu voor een man beter is om monogaam te blijven of niet, en het antwoord luidt als volgt:

“In het westen beschouwt men polygamie als één van de meest bedreigende en destructieve zaken in de islam, omdat het in het leven geroepen is enkel en alleen voor het bevredigen van de dierlijke lusten van de man, en de vrouwen en kinderen gebukt gaan onder jaloezie en afgunst. Dit beeld is echter eenzijdig, en men moet veel meer zaken in beschouwing nemen voor men kan beslissen of het voor een gezin inderdaad positief kan zijn om twee of meerdere echtgenotes te bevatten. Bijvoorbeeld de verschillende natuur van een man en vrouw, en of er meer huwbare vrouwen dan mannen zijn, of de manier waarop een man met zijn echtgenotes omgaat, en of het überhaupt de bedoeling van de Koran is om zo’n zware polemiek te ontketenen over het onderwerp. Ten eerste is het bekend dat een man sterkere seksuele behoeften heeft dan een vrouw, bij wie het verlangen veelal afhangt van de liefde die zij voor hem voelt en zijn affectie tegenover haar. Zelfs een vrouw die een zekere afkeer voelt voor haar man zal gekwetst zijn wanneer haar man een andere vrouw boven haar verkiest en haar negeert. Een vrouw is eerder geneigd om te trouwen omwille van een nood aan zekerheid, bescherming en geborgenheid, dan omwille van seksuele lust. Een man heeft sowieso een sterkere seksuele drang, die zich vooral ook richt op het zich voortplanten. Een vrouw heeft maar een bepaalde tijd in haar levensduur waarin zij zich kan voortplanten, in tegenstelling tot de man. Het is dus een natuurlijk gegeven dat de man, indien hij zich monogaam aan een vrouw houdt, een nadeel heeft ten opzichte van een man die verschillende vruchtbare partners heeft. Hierin ligt ook het bewijs van het nut van polygynie ten opzichte van polyandrie: Als men één vruchtbare man gedurende een jaar met honderd vruchtbare samenbrengt dan kan men hopen dat daar honderd nakomelingen van komen. Indien we één vruchtbare vrouw met honderd vruchtbare mannen zouden samenbrengen dan zou men in het beste geval één zwangerschap kunnen verhopen, maar waarschijnlijk zouden de verschillende genen van de mannen elkaar het bevruchten onmogelijk maken. Een man die dus getrouwd is met een onvruchtbare vrouw, of een vrouw die de menopauze reeds heeft bereikt, en die nog kinderen wenst voort te brengen, zou dus door middel van polygamie in staat gesteld moeten worden dit nog te doen. Sommige onvruchtbare vrouwen hebben er dan ook geen probleem mee om hun echtgenoot met een andere vrouw te delen om zijn kinderwens te vervullen. Mogelijk wordt haar eigen relatie met de man wel beter door zijn geluk, en de band die de vrouw zelf kan opbouwen met de kinderen van haar man.

Het is ook zo dat in de meeste gebieden van de wereld meer meisjes geboren worden dan jongens, en dat mannen aan meer obstakels voor een huwelijk worden blootgesteld dan vrouwen. Zo is er bijvoorbeeld de dienstplicht voor mannen, of het vechten in een oorlog, en doorgaans hebben mannen ook meer de kans om op vroegere leeftijd te sterven dan vrouwen, zij het dan door het sneuvelen in de strijd, of door een ongeluk. Verder is het voor mannen vaak moeilijker om een huwelijk te sluiten omdat zij diegenen zijn die moeten instaan voor het onderhoud van het gezin, en soms hebben zij daar de mogelijkheid niet toe. Dit alles zorgt ervoor dat er dus meer huwbare vrouwen zijn dan mannen, en deze vrouwen blijven dus in de onmogelijkheid om zich door middel van een huwelijk voort te planten. Dit alles leidt tot stress en psychologische problemen bij de vrouwen, die hun taak niet kunnen volbrengen zoals van hen verwacht wordt, of het leidt tot immoraliteit en zwangerschappen buiten het huwelijk. In sommige gevallen kan dit leiden tot familiedrama’s, vooral wanneer de vrouw in kwestie niet welgesteld is, en iedereen kan besluiten dat dit geen goede situatie is. Het is zelfs zo dat dit zo vaak voorkomt in de westerse wereld dat de bevolking de ernst van het probleem beseft en er een oplossing voor tracht te zoeken. Voor sommigen werd het duidelijk dat de enige oplossing voor dit probleem ligt in het toelaten van polygamie, en dit wordt zelfs onderschreven door enkele Engelse vrouwelijke auteurs, terwijl het toch bekend is van vrouwen dat zij over het algemeen afwijzender staan tegenover polygamie dan mannen. Het probleem is dat het onderwerp zo emotioneel geladen is geworden dat men blind is voor de voordelen die het kan bieden. Een vrouw wordt immers door haar zwakkere natuur belemmerd om zelfstandig voor haar onderhoud en dat van haar kinderen in te staan, en haar belangrijkste taak is vooral het verzorgen van haar gezin, terwijl het de taak van de man is om voor dit onderhoud in te staan. Wat moet er dan gebeuren wanneer de vrouwen overduidelijk in de meerderheid zijn in vergelijking met de mannen? Is het dan niet logisch dat een man de verantwoordelijkheid over meerdere vrouwen op zich neemt? Verder is het zo dat het werk van de man buitenshuis verdeeld wordt over een bepaald aantal arbeiders, terwijl de vrouw in een monogaam huwelijk helemaal alleen staat met haar huishoudelijk werk. Is het dan niet redelijk dat er meerdere vrouwen in het gezin aanwezig zijn om elkaar te helpen met de huishoudelijk taken en het opvoeden van de kinderen?

Polygamie kan dus in bepaalde omstandigheden erg nuttig zijn. Westerse landen loochenen door hun verbod de noden van de maatschappij en van het mannelijk individu die in bepaalde omstandigheden vereisen dat de man meerdere partners heeft. Want ook al wordt het mannen bij wet verboden om met meerdere vrouwen te huwen, dat houdt hen niet tegen om buitenechtelijke relaties te onderhouden. En dit is enkel en alleen te wijten aan de natuur van de man, die het hem onmogelijk maakt om monogaam te blijven. De seksuele behoeften van een man en een vrouw zijn immers niet gelijklopend, en omdat een vrouw slechts op bepaalde tijdstippen de drang heeft om gemeenschap te hebben kan zij dus niet instaan voor de behoeften van haar man. Tijdens de menstruatie, de zwangerschap en na de bevalling bijvoorbeeld kan er een probleem rijzen om haar man seksueel te bevredigen. Indien een man zich aan één vrouw houdt dan moet hij als het ware in deze perioden tegen zijn natuur vechten. Polygamie kan in deze situatie een oplossing zijn voor het probleem van overspel. Dit is natuurlijk buiten beschouwing latend dat één van de huwelijkspartners ziek is en daarom zijn of haar echtelijke plicht niet kan vervullen. In deze situatie is het logisch dat de gezonde partner zich aan de verzorging van de ander wijdt, zonder daarbij aan zijn of haar eigen bevrediging te denken.

Overigens mag men niet vergeten dat het uiteindelijke ideaal van een gelukkig gezin uit één man en één vrouw bestaat, die elkaar liefdevol verzorgen en zich samen inzetten om de kinderen in een harmonieuze sfeer op te voeden, dit is ontegensprekelijk. De werkelijkheid gebiedt ons echter te zeggen dat er soms de noodzaak bestaat voor een man om meerdere vrouwen te onderhouden.

Wanneer vrouwelijke Engelse auteurs voorzichtig polygamie hebben geopperd voor de maatschappelijke problemen waarmee hun land te kampen heeft, zoals alleenstaande, werkende moeders, vrouwen die ongewenst vrijgezel blijven en overspel, dan deden zij dat omdat ze zelf hadden vastgesteld welke desastreuze gevolgen deze zaken hadden op het individu en de maatschappij. Omdat de islam wel de ernst van deze zaken inziet, laat het polygamie dus toe, maar in geen enkel geval kan het een verplichting zijn of een doel op zich, maar slechts als een middel gebruikt mag worden om de maatschappelijke problemen het hoofd te bieden. Men moet dus zeer omzichtig te werk gaan wanneer men het derde vers van de soera De Vrouwen interpreteert.”

Muh'ammad ‘Ali drukt er in zijn interpretatie op dat met ‘huw dan met twee, drie,vier vrouwen’ duidelijk de moeders van de wezen wordt bedoeld, die het slachtoffer zijn geworden nadat hun vader sneuvelde in een veldslag in de vroege islamitische periode. Hij stelt dat het gezinsleven de uitgangsbasis is voor een gelukkig leven, en dat men nadat dit recht de weduwen en wezen brutaal werd ontnomen alles moet doen waartoe men in staat is om dit onrecht te verhelpen. Een half gezinsleven in een polygaam gezin is nog altijd beter dan geen gezin, en het helpt de gemeenschap in zijn geheel om standvastig en moreel gezond te blijven. Monogamie is duidelijk de na te streven huwelijksvorm in goede omstandigheden, maar er zijn nu eenmaal omstandigheden die polygamie noodgedwongen vereisen. Prostitutie en buitenechtelijke kinderen zijn enkele van de voorbeelden die hij aanhaalt. Muh'ammad ‘Ali is zich er van bewust dat sommigen misbruik maken van polygamie om hun seksuele lusten te bevredigen, maar hij stelt daar tegenover dat ook in de landen waar polygamie niet is toegelaten mannen altijd een manier vinden om hun verlangens bot te vieren, en dit vindt hij een nog groter kwaad. Polygamie is dus in die zin ‘het mindere kwaad.’

In islamitische landen zoals Saoudi- Arabië, Koeweit of de Verenigde Arabische Emiraten vinden we vaak groeperingen die zich inzetten voor het verspreiden van wat zij als het islamitisch ideaal voor de maatschappij zien, en zij financieren dan ook projecten om dit te bewerkstelligen. Eén van deze projecten is het promoten van polygamie ook al lijkt er op het eerste zicht geen echte maatschappelijke noodzaak voor te zijn. Er worden premies uitbetaald om een man financieel te steunen bij het huwen van een tweede of meerdere vrouwen. Zo wordt soms het huwelijk betaald of komt de groepering tussen in de kosten van het huishouden. Een motief hiervoor kan zijn dat de vrouwen van de Emiraten zeer moeilijk aan een echtgenoot kunnen geraken omwille van de hoge bruidsschat, die soms wel 75 000 dollar kan bedragen. Samen met de kosten voor het huwelijksfeest en de cadeaus voor de bruid kan dit bedrag oplopen tot 250 000 dollar. Daarom zouden mannen van de Emiraten liever een bruid zoeken in een naburig land, zoals Libanon bijvoorbeeld, en blijven de vrouwen van de Emiraten ongewild ongetrouwd. Om dit tegen te gaan steunen deze organisaties de mannen dus financieel. Ook in Koeweit worden dergelijke praktijken beoefend. De Islamist Charity Association riep Koeweitse mannen op om met meerdere vrouwen te trouwen om vrouwelijke vrijgezellen die niet gehuwd raakten omwille van de bruidsschat op te vangen. Ze werden vergoed met 10 000 dollar als bruidsgeschenk, leningen op lange termijn om meerdere vrouwen te kunnen onderhouden, gratis meubelen, het gebruik van een feestzaal voor het huwelijksfeest en een geschenk bij de geboorte van het eerste kind van het koppel. De hoofdman van de organisatie Dr. Ahmad Al Muzaini, die zelf twee echtgenotes heeft stelde in verschillende media interviews dat vrouwen geen probleem zouden mogen hebben met een polygaam huwelijk. “Als dat wel zo is dat laten ze zich misleiden door de influisteringen van de duivel en laten ze hun trots in de weg komen. Wij willen enkel de regelgevingen van de šari’a toepassen, die polygamie toestaat. Vijanden van de islam, vooral secularisten en pro- westersen veroordelen polygamie maar staan wel buitenechtelijke relaties toe, hetgeen totaal niet is toegelaten in de islam. Monogamie is de oorzaak van deze illegale praktijken en heeft geleid tot moreel verval in de hele wereld. Een bezoek aan de hospitalen in Koeweit bewijst de verspreiding van AIDS, drugverslaving en alcoholisme.” Woedende vrouwen waren het echter niet eens met Al Muzaini, en verweten hem geen liefdadigheidsinstelling te zijn, maar eerder een organisatie die tot doel had om gezinnen ten gronde te richten.

Ook in de moskeeën wordt propaganda gevoerd voor polygamie, en in de vrijdagpreek worden vrouwen aangemoedigd om zelf een tweede echtgenote voor hun man te zoeken, als ultieme bewijs van hun liefde en respect voor hem en devotie voor de godsdienst. Sommige vrouwen, zoals Hind, die werkt als islamlerares beaamt dat ze liever voor deze keuze opteert, dan een man te hebben die slechts eenmaal gehuwd is maar dan wel een prostituee bezoekt en zo hun gezin blootstelt aan seksueel overdraagbare ziekten. Ze geeft toe dat ze natuurlijk gemengde gevoelens zou hebben maar ze is ervan overtuigd dat wanneer zij een opoffering doet in deze aardse wereld, God haar er rijkelijk voor zal belonen in het hiernamaals. “De eerste nachten dat mijn man met zijn nieuwe echtgenote zou doorbrengen zouden natuurlijk wel moeilijk zijn, maar ik zou die jaloerse gevoelens kunnen overwinnen. De tijd die hij met haar doorbrengt zou ik kunnen besteden aan het lezen van de Koran, bidden, en mijn islamlessen voorbereiden. Een man is ook niet alles in mijn leven, ik respecteer hem maar ik heb ook mijn eigen leven, mijn kinderen. Het is echter wel zo dat er inderdaad in vele landen, zoals in de Verenigde Staten, een heleboel vrouwen in de dertig en de veertig, zich beklagen dat ze nog steeds vrijgezel zijn, en dat er soms jaren voorbijgaan tussen twee relaties in, of zelfs tussen twee afspraakjes. Ze zijn vrijgezel tegen hun wil in, en moest de maatschappij polygamie toestaan, zouden velen van hen misschien helemaal niet zo weigerachtig tegenover het idee staan. Liever nog dan elke avond in een leeg huis te moeten thuiskomen.

Men kan ook positieve getuigenissen van vrouwen in een polygaam huwelijk vinden, zoals bijvoorbeeld de getuigenis van Dr. Souad uit Koeweit, een stichtend lid van the Arab Organization for Human Rights. Zij is een voorvechtster van vrouwenrechten, maar staat eerder afkerig tegen de benaming feministe. Zelf was ze getrouwd met een vooraanstaand sheikh, die in 1990 overleed, en ze spreekt met zeer veel liefde en respect over hem. “Hij was mijn echtgenoot, mijn vader. Emotioneel en lichamelijk betekende hij alles voor mij. Hij is ook diegene die mij mijn sterke overtuigingen bijbracht.” Souad was vijftien toen ze met hem trouwde, hij was toen op een leeftijd van tweeënveertig jaar. Het gearrangeerde huwelijk was het zestiende van de man, en het jonge meisje was daarvan op de hoogte. Ze had er ook geen problemen mee, omdat ze wist dat deze vorige huwelijken dienden om de tribale banden tussen families aan te halen. “Net zoals de Profeet deed.” zegt ze, maar in tegenstelling tot hem scheidde sheikh Abdullah van deze vrouwen na een huwelijk van een maand, tot een jaar. De vrouwen waren daarvan op de hoogte, maar ze vonden het niet erg. Ze vonden het integendeel een grote eer om met hem getrouwd te zijn geweest, en ze genoten door hun huwelijk met een koninklijke sheikh, en ook daarna nog, hoge aanzien bij de stam. Vele mannen willen daarna met zo’n vrouw trouwen omwille van haar band met de sheikh. Souad legt verder nog uit dat de meeste huwelijken van de prins van Koeweit als cement dienen voor de tribale banden in zijn rijk. Sheikh Jaber bijvoorbeeld zou 72 vrouwen hebben gehad, waarvan sommige huwelijken niet langer dan een week of twee duurden, waardoor zelfs de koninklijke familie de tel ondertussen zou zijn kwijtgeraakt. Drie van hen zouden permanente vrouwen zijn geweest. Nu de sheikh eenenzeventig jaar is zou hij stilaan ophouden met te trouwen. Naar de laatste telling zou de sheikh achtendertig zonen hebben, en een onbekend aantal dochters. De man van Souad had echter slechts één overlevende dochter uit zijn vele huwelijken en relaties vóór haar, en zij werd opgevoed door Suad en de sheikh. De moeder van het kind zou hiertegen geen bezwaar hebben gehad omdat zij een zwarte concubine was. Ondanks dit en de andere feiten blijft Souad erbij dat haar man erg vooruitstrevend in zijn ideeën was, vooral wat haarzelf betrof. Ze zat nog op school toen haar vader haar vertelde dat de sheikh om haar hand had gevraagd en ze was erg opgetogen toen ze het nieuws vernam. “Ik had er altijd van gedroomd om te trouwen met een man als hij, ook al was ik dan niet zijn enige vrouw.” Souad was op het moment van het gesprek vijftig jaar oud, en haar echtgenoot was gestorven na een huwelijk van tweeëndertig jaar met haar.

Een aangrijpend voorbeeld van een harmonieus en gelukkig polygaam huwelijk vinden we ook in het relaas van El- Jabartee uit de negentiende eeuw, die vertelt over het huwelijk van zijn vader. Over de eerste vrouw vertelt hij het volgende: “Zij had de gewoonte om uit echtelijke liefde en onderworpenheid mooie slavenmeisjes te kopen met haar eigen geld, en ze mooi op te maken met juwelen en make-up en ze aan te bieden aan haar echtgenoot, reikhalzend uitkijkend naar de beloning die Allah voor haar in petto heeft in het Paradijs voor het stellen van deze daad. Haar man van zijn kant kocht zelf ook slavinnen en huwde vele andere vrije vrouwen, maar nooit voelde zij de jaloezie die andere vrouwen parten speelt. Wanneer de man de bedevaart naar Mekka verricht in het jaar 1156 AH maakt hij er kennis met sheikh ‘Omar El-Halabee, die hem de opdracht geeft om een blank slavenmeisje voor hem te kopen. De man gaat alle slavenmarkten af tot hij vindt wat hij zoekt, en laat het meisje ondertussen bij zijn vrouw achter, om haar op te maken voor de reis naar de sheikh. Wanneer hij echter iemand zendt om haar te komen halen weigert zij afstand van de slavin te nemen en zegt dat zij zich reeds aan haar heeft gehecht als aan een dochter, en omdat zij kinderloos is wenst zij het meisje bij zich te houden. Ook het meisje weende en wilde haar meesteres niet verlaten, en de vrouw zegt dat zij de prijs van Zeleekha zal betalen en dat haar man een andere slavin voor de sheikh moet vinden. Daarna liet zij Zeleekha vrij, en gaf haar als bruid aan haar echtgenoot, verzorgde haar bruidsuitzet en bemeubelde voor haar een appartement. De twee vrouwen waren onafscheidelijk, ook al waren ze co-echtgenotes en baarde Zeleekha de man kinderen. Toen de voormalige slavin ziek werd,werd de oudere vrouw ook ziek uit bezorgdheid voor haar vriendin, maar toen de jongere vrouw beter werd ging het steeds slechter met de oudere vrouw, en Zeleekha smeekte God om haar ook te laten sterven indien haar vroegere meesteres zou doodgaan. Uiteindelijk wordt het beeld van haar stervende meesteres de jonge vrouw te machtig en sterft zij van verdriet. Men wast haar lichaam en begraaft haar, en wanneer de oudere vrouw bijkomt en hoort wat er is gebeurd wordt haar ziekte ook erger en sterft zij eveneens, en zij wordt naar haar graf gedragen net zoals haar geliefde co-echtgenote.

Uit dit betoog kunnen we afleiden welke argumenten voorstanders van polygamie aanbrengen voor het verdedigen van hun standpunt, en dat een polygaam huwelijk niet noodzakelijk een bron van irritaties, jaloezie en afgunst hoeft te zijn. Het idyllisch plaatje van een man met zijn tevreden en zorgzame echtgenotes, die elkaar eerder als vriendinnen zien dan wel als rivalen, en met liefde de gezamenlijke kinderen van hun man verzorgen als waren het hun eigen kinderen klopt echter niet altijd. Mogelijk kan een polygaam huwelijk wel gewerkt hebben in de vroege islamitische periode, maar ook dat weten we niet zeker. Feit is dat het vandaag de dag voor een heleboel stress zorgt voor alle leden van het gezin, en dat de vrouwen de strijd om de liefde en de gunsten van de man vaak als erg bitter ervaren. In het volgende hoofdstuk bespreek ik enkele getuigenissen van vrouwen met negatieve ervaringen met een polygaam huwelijk.

Nadelen van polygamie

Het is moeilijk om een oordeel te vellen over het feit of een polygaam huwelijk al dan niet werkt, vooral omdat het ons vaak ontbreekt aan getuigenissen van de leden ervan. En als we al een getuigenis krijgen gebeurt dat vaak via de vele media die ons vandaag de dag ter beschikking staan, zoals reportages op televisie of mensen die door middel van een boek hun verhaal doen. Het probleem is dat deze getuigenissen vaak negatief zijn omdat de auteur ervan een bittere ervaring heeft met de gezinssituatie en met zijn of haar getuigenis van deze negatieve gevoelens af wil komen. Mensen die in een gelukkig polygaam gezin leven zullen veel minder geneigd zijn om met hun verhaal naar de buitenwereld te komen.

Ook al komt het statistisch gezien niet zoveel meer voor dat een gezin uit meerdere echtgenotes bestaat, over het algemeen beklagen islamitische vrouwen er zich over dat polygamie als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt. De man kan op om het even welk moment beslissen om een andere vrouw in huis te halen, en dit zal door de eerste vrouw bijna altijd als een afwijzing en een vernedering ervaren worden, met al het verdriet en de frustratie vandien. Een co-echtgenote wordt niet voor niks in het Arabisch “darrah” genoemd, wat afgeleid is van een werkwoord met de stam d r r, wat schaden betekent, in de zin dat co-echtgenotes elkaar steeds zullen schaden. Een vrouw die haar echtgenoot met een andere vrouw moet delen zal bijna automatisch gevoelens van jaloezie koesteren. Het is namelijk bijna altijd zo dat een man natuurlijkerwijze meer affectie en aandacht zal schenken aan de tweede, en meestal jongere vrouw. Het hoeft natuurlijk niet gezegd hoe pijnlijk dit voor de eerste vrouw kan zijn. Een vrouw die deze situatie meemaakte vertelt: “ Hij bracht haar simpelweg in ons huis binnen, zonder mij iets te zeggen. De enige dag was ze er niet, en de volgende wel. Daarna kon ik bij hen in dezelfde kamer zitten zonder dat hij één woord tot mij richtte, sindsdien sliep hij niet meer in mijn bed, en hij negeert onze kinderen en bevoordeelt die van haar.” Tien jaar later is deze vrouw opgetogen over het feit dat haar man een derde vrouw heeft genomen. “Dat is goed, nu beseft zijn tweede vrouw tenminste hoe het was voor mij toen zij in ons huis kwam. Nu kan zij zien hoe hij haar negeert en al zijn tijd met zijn nieuwe vrouw doorbrengt.”

Lane beweert in zijn boek dat de eerste vrouw meestal de hoogste status in het huishouden geniet, en dat ouders daarom niet geneigd zijn om hun dochter als tweede, derde of vierde vrouw ten huwelijk te geven, ook al kan zij door haar schoonheid de man meer bekoren. Lane zegt zelf te hebben gezien dat de vrouw die uiteindelijk de favoriet wordt meestal niet de knapste is.

Een andere getuigenis horen we van Noura, die tweeëntwintig jaar getrouwd is en vijf kinderen heeft. Toen haar man haar voor de eerste keer vertelde dat hij nogmaals getrouwd was reageerde ze geshockeerd en radeloos omdat ze dacht dat ze gelukkig getrouwd waren, maar hij scheidde al snel van de andere vrouw. Sindsdien is hij nog al getrouwd, maar elke keer scheidt hij al snel van zijn veelal veel jongere vrouw. Noura vindt dat dit niet langer zo kan doorgaan, en ze zegt dat ze liever zou hebben dat haar man een tweede vrouw op een respectabele manier onderhoudt dan dat hij deze losse relaties onderhoudt, ook al vinden ze dan plaats onder het voorwendsel van een huwelijk. Ze is nog steeds met hem getrouwd, maar ze zegt dat ze totaal geen gevoelens van liefde of respect meer voor hem koestert, eerder integendeel. Vele mannen die met het idee spelen om een tweede vrouw te nemen laten de gedachte dan ook vaak voor wat ze is wanneer ze beseffen dat hun eerste vrouw de macht over het huishouden niet zonder slag of stoot zal laten varen. De huishoudelijke problemen en rompslomp die een polygaam huwelijk bijna onvermijdelijk voor een man meebrengt zijn vaak de doorslag om monogaam te blijven. Vrouwen zijn immers steeds gedoemd om te strijden voor de affectie en de gunsten van de man. Niet zelden is het inderdaad de eerste vrouw die haar man kan overtuigen om toch niet een tweede keer te trouwen, maar dan moet ze wel sterk in haar schoenen staan, want ze loopt immers het risico dat de man inderdaad monogaam blijft… en de eerste vrouw aan de deur zet. Soms staan mannen echter weigerachtig tegenover een scheiding van een vrouw om een andere vrouw te trouwen, omdat ze zo aan de buitenwereld laten zien dat ze een meervoudig huwelijk inderdaad niet de baas kunnen. Dat een polygaam huwelijk niet altijd een zegen is voor de echtgenoot, wordt in een Turks spreekwoord als volgt verwoordt: “ Twee ezels geven evenveel problemen als een ganse karavaan, en twee echtgenotes evenveel als een hele rechtbank.” Een welbespraakte Arabier merkte eveneens op: “ Ik weet niet welke man het meest te beklagen is, hij die worstelt met de golven ( in het Arabisch amwaj) of hij die het opneemt tegen zijn twee echtgenotes (in het Arabisch azwaj). Sommige vrouwen laten, indien dit mogelijk is, dan ook in hun huwelijkscontract opnemen dat de man voorafgaande toestemming nodig heeft van de eerste vrouw indien hij opnieuw zou willen trouwen, of soms laten ze er gewoon in vastleggen dat in dat geval het eerste huwelijk automatisch ontbonden wordt. De bronnen zijn het er echter niet over eens of een man volgens de Koran al dan niet toestemming nodig heeft van zijn eerste vrouw om een tweede maal te huwen. Sommigen beweren van wel, anderen zeggen van niet. Tariq Ramadan zegt dat een vrouw in haar huwelijkscontract kan laten opnemen dat haar man geen tweede vrouw mag nemen, en als de man deze clausule aanvaardt, hij verplicht is om dit op te volgen. Het probleem is dat er vaak een terughoudendheid kan zijn bij een vrouw om dit in het contract te laten opnemen. Bijvoorbeeld onder druk van zijn of haar familie, omdat de mogelijkheid van een co-echtgenote niet bij haar is opgekomen, of omdat zij niet op de hoogte is van de rechten die de islam haar verleent. Hetzelfde geldt ook voor een vrouw die ten huwelijk wordt gevraagd als tweede echtgenote. Islamitisch gezien moet zij haar toestemming geven tot het huwelijk, en zij kan dus niet gedwongen worden om met een reeds getrouwde man te huwen. Zelfs in een land als Saoudi- Arabië. De geleerde die immers het meest de nadruk heeft gelegd op de weigering om deel uit te maken van een polygaam huwelijk, en de clausule ervoor in het huwelijkscontract, is Ahmad Ibn Hanbal, de stichter van de Hanbalitische school, die geldt in Saoudi- Arabië.. Toch is het meestal zo dat zelfs wanneer de eerste vrouw haar bezwaren duidelijk maakt, er geen rekening mee wordt gehouden, en de man toch hertrouwt. In bepaalde landen komt het ook vaak voor dat een man, indien hij beseft dat zij niet akkoord zouden gaan met een tweede huwelijk, in het geheim met een andere vrouw trouwt, zonder zijn eerste vrouw en haar familie daarvan op de hoogte te stellen. Het grote nadeel hiervan is dat de tweede echtgenote automatisch in haar rechten moet inboeten, omdat de man voor de buitenwereld slechts met zijn eerste vrouw getrouwd is, en hij hen dus niet gelijk kan behandelen en hetzelfde geven, zowel wat tijd als financiële middelen betreft. Het komt blijkbaar wel vaker voor dat op een begrafenis opeens een onbekende vrouw binnenkomt met één of meerdere kinderen, en dat blijkt dan het tweede geheime gezin van de man te zijn. Het overkwam ook Iman, die ooit lerares was op een katholieke zondagschool. Ze bekeerde zich tot de islam en trouwde na haar huwelijk met een christen nog drie maal met een moslim. Op dit ogenblik is ze de tweede vrouw van een Koeweiti. Ze was al eens eerder een echtgenote in een polygaam huwelijk en in beide gevallen wist de eerste echtgenote niet van haar bestaan af. Ze vertelt dat dit erg vaak voorkomt, omdat de mannen de reactie van hun eerste vrouw en haar familie vrezen, maar dat ze niettemin toch een tweede huwelijk aangaan. Iman is een zelfverzekerde slanke en aantrekkelijke vrouw, met een sprankelende persoonlijkheid, en het lijkt moeilijk te bevatten dat ze zich in een dergelijke, voor westerlingen slachtofferspositie bevindt. De eerste keer ontmoette ze haar echtgenoot, die een vooraanstaande positie bekleedt in het Ministerie van Islamitische Zaken in Koeweit, éénmaal in Dubai via vrienden, en na drie maanden telefonisch contact stemde ze in met een huwelijk. Ze was op dat moment op de hoogte van het feit dat de man reeds getrouwd was, maar ze dacht dat een religieus en integer man zoals hij wel in staat zou zijn zijn vrouwen gelijk te behandelen, zoals de Koran voorschrijft. Ze vond het ergens ook een spannend en geruststellend idee, het wachten op je echtgenoot, en niet 24 uur op 24 voor hem te moeten klaarstaan. Na hun huwelijk in Dubai vlogen ze ieder apart naar Koeweit en werd Iman in een appartement geïnstalleerd, met de belofte dat ze elkaar iedere dag zouden kunnen zien. Eenmaal in Koeweit werd het echter duidelijk voor Iman dat hij zijn eerste vrouw niet had ingelicht, en hij gaf als reden dat het omwille van zijn machtige positie misschien voor problemen op zijn werk zou kunnen zorgen. Iman was aanvankelijk wel teleurgesteld, maar kon zich toch in zijn uitleg vinden. De eerste twee weken kreeg ze haar man twee maal te zien, maar daarna verdween hij gewoon en liet haar koudweg in de steek. Ze koos ervoor om hem niet op te bellen en te wachten tot hij haar zelf zou contacteren. Het was dus duidelijk dat de man zich niet kon houden aan de Koranische voorwaarde van een gelijke behandeling van de vrouwen. Later stuurde hij haar een brief om te zeggen dat hij zich niet aan zijn afspraak kon houden en dat hij van haar scheidde. Iman, die haar vrienden en leven in Dubai had achtergelaten om bij hem te zijn viel in een donker gat. De enige persoon die ze kende in Dubai was haar echtscheidingsadvocaat, en hij was dan ook de persoon tot wie ze zich wendde in haar eenzaamheid. Ze bespraken ook de problemen van een polygaam huwelijk en besloten dat het wel kon werken indien de man zich aan het Koranisch voorschrift kon houden, en zijn vrouwen gelijkwaardig zou behandelen. Niet veel later vroeg de advocaat, die reeds getrouwd was en vijf kinderen had, haar ten huwelijk en ze stemde toe. De man had reeds een tweede vrouw gehad, maar zij was gestorven in de Golfoorlog, en het polygame huwelijk had voor erg veel problemen gezorgd in de familie. Daarom had de man besloten om het tweede huwelijk deze keer geheim te houden. Op dit moment is Iman met deze man getrouwd, en zien ze elkaar zo’n vijf uur per week. Hij beseft dat hij islamitisch gezien niet correct handelt, en Iman hoopt dat hij alsnog tot inkeer zal komen en de twee vrouwen gelijk zal behandelen. Iman staat nog steeds achter het concept van polygamie. “In de Verenigde Staten hebben de mannen een vriendin, hier hebben ze een tweede vrouw. Wij zijn eigenlijk legale minnaressen. De man is religieus genoeg om God te vrezen en geen buitenechtelijke relatie aan te gaan, maar is niet in staat om de wetten van de Koran op de letter te volgen. In koeweit wordt een tweede vrouw hebben gezien als iets zondig, terwijl het in de Emiraten veel meer geaccepteerd is.” Iman ziet ondanks de slechte ervaringen die ze reeds achter de rug heeft nog steeds de voordelen van polygamie in. “Mannen hier zijn erg veeleisend, en doorgaans is er niet veel interactie tussen hem, de echtgenote en de kinderen. Ze moeten op hun wenken bediend worden, daarom lijkt het me gemakkelijker om slechts een parttime echtgenoot te hebben.”

Mannen gebruiken het huwen van een andere vrouw ook vaak als intimidatiemiddel tegen hun eerste vrouw, wanneer zij ongehoorzaam is of zich niet gedraagt zoals de man het zou willen. Wanneer de vrouwen samenleven in één huis zijn de relaties vaak nog meer gespannen, omdat ze allen moeten wedijveren voor de gunsten van de man, zowel financieel als affectief. Wanneer er kinderen in het gezin zijn wordt de situatie nog complexer, enerzijds kan het zijn dat er een tweede (of eventueel meerdere) vrouw in het gezin is gekomen omwille van de onvruchtbaarheid van een eerste vrouw, en wanneer de nieuwe vrouw haar man dan wel kinderen kan schenken leidt dit vaak tot erg veel verdriet bij de eerste vrouw en een harde confrontatie met haar eigen zogezegde falen. Verder is het zo dat de man dan meestal ook meer neigt naar de moeder van zijn kinderen, waardoor de vrouwen affectief niet hetzelfde behandeld worden. Anderzijds, wanneer alle vrouwen kinderen hebben, kan er grote rivaliteit ontstaan tussen hen en kan de druk op de kinderen erg groot zijn om hun vader het meest te plezieren.

Rutgers stelt in zijn boek dat polygamie leugenachtigheid van de vrouw, gierigheid en het bedriegen van haar man in de huishoudelijke uitgaven aanmoedigt, omdat zij ervoor beducht moet zijn haar deel te krijgen van de middelen, of eventueel zelfs een reserve op te bouwen voor het moment dat haar man haar zou verstoten of inruilen voor een andere vrouw. In Egypte bijvoorbeeld, waar één op de vijf huwelijken strandt, werd volgens een onderzoek een derde van de echtscheidingen aangevraagd door de vrouwen, en één van de voornaamste motieven die werden gegeven was polygamie. Wanneer Dr. Ahmad Al Mazaini van The Islamist Charity Association de mannen van Koeweit bijvoorbeeld oproept tot het huwen van meerdere vrouwen en hen daarvoor ruimschoots beloont, kwam daarop heel wat woedende reacties van vrouwen die Al Mazaini verweten gezinnen kapot te maken. Een voorbeeld hiervan is een Amerikaanse vrouw die tot de islam bekeerde en met een Koeweiti getrouwd is en moeder van zijn vier kinderen is. “Dr. Al Mazaini klaagt aan dat Koeweit te veel vrijgezellinnen heeft, en dat Koeweitse mannen naar Bangkok reizen om hun seksuele lusten er in de prostitutie bot te vieren. En nu wil hij deze vrijgezellinnen koppelen aan deze mannen! Waarom moeten ongetrouwde vrouwen het slachtoffer worden van deze mannen die hen blootstellen aan de gevaren van AIDS?

Vaak wordt het opkomend radicalisme in de ideeën van bepaalde moslims geweten aan hun verblijf in Saoudi- Arabië, waarna ze hun standpunten over bijvoorbeeld polygamie willen doorvoeren in hun land van herkomst. Het is niet moeilijk te bevatten dat dit voor ernstige problemen kan zorgen.

Polygamie in de pré- islamitische tijd:

Er bestaat nogal wat onenigheid in de bronnen over het feit of polygamie al dan niet een pré- islamitisch gegeven is of niet. Sommige auteurs beweren dat de islam net paal en perk heeft gesteld aan vele traditionele gebruiken door de limiet van het aantal echtgenotes vast te leggen op vier, het gebruik van tijdelijke huwelijken en huwelijken door kidnapping van de bruid af te schaffen en in de plaats daarvan de hand van de vrouw te komen vragen aan haar verantwoordelijke of waliy. Op die manier zou de positie van de vrouw door de komst van de islam en de regelgevingen omtrent de behandeling van vrouwen dus wezenlijk verbeterd zijn, en verheven tot een niveau dat daarvoor ongekend was, zelfs niet in het Romeinse recht. Anderen beweren dat polygamie helemaal niet gebruikelijk was voor de komst van de islam en dat Muh'ammad zelf het gebruik heeft ingevoerd, omwille van erg uiteenlopende redenen, dewelke ik hierboven reeds heb vermeld, zoals onder andere het eerlijk behandelen van de wezen. Voor de Profeet zelf golden speciale regels wat betreft het aantal vrouwen dat hij mocht huwen. Aanvankelijk mochten dat er zoveel zijn hij zelf wilde, maar op een bepaald ogenblik wanneer hij in Medina verbleef werd hem door middel van een Koranisch vers verboden om nog te trouwen, ook al zou hij dit nog gewild hebben. Later meer over de inhoud van dit vers en het meervoudig huwelijk van de Profeet.

Andere auteurs beweren dat zowel polygynie als polyandrie voorkwam in de pré -islamitische tijd, en dat de islam aanvankelijk tegen de beide vormen was maar polygynie omwille van het hoge aantal oorlogsweduwen en wezen toch heeft toegestaan. Het fenomeen van polygamie en polyandrie zou trouwens niet louter zijn voorgekomen in de Arabische landen, maar ook in Perzië, Byzantium en Groot-Syrië. Vrouwen zouden niet enkel het bezit geweest zijn van de man, maar eveneens deel hebben uitgemaakt van de erfenis, die na de dood verdeeld werd tussen de mannelijke leden van de familie.

Als er een vorm van polyandrie bestond dan zou dit te wijten zijn geweest aan het feit dat er een groot onevenwicht bestond tussen het aantal mannen en vrouwen in matriarchale stammen, en dat het daarom voorkwam dat een vrouw met meerdere mannen trouwde. Dit lijkt echter weinig waarschijnlijk aangezien er in de tijd net voor de komst van de islam een gewoonte bestond om vrouwelijke baby’s levend te begraven, een gewoonte die werd aangeklaagd en verboden door de Profeet Muh'ammad. Anderzijds zouden er ook rijke en machtige vrouwen zijn geweest die door hun rijkdom even gemakkelijk een echtgenoot konden huwen als er weer van scheiden, zo was er het voorbeeld van een rijke Mekkaanse vrouw Umm Kharija, die tot veertig keer getrouwd zou zijn. Deze vorm van polygamie zou echter niet voorgestaan worden, in tegenstelling tot polygynie, waarbij de man meerdere partners heeft.

Een voorstander van polygamie verwoordt het als volgt: “Als we het verloop van de menselijke ontwikkeling inzake het huwelijk even bekijken zien we dat het bijna altijd zo is geweest dat een man niet genoeg had aan één partner. Aanvankelijk waren de vrouwen in primitieve stammen gemeengoed voor alle mannen, omdat er een afspraak was dat de vrouwen de autoriteit hadden over de familie, omdat de vader van de kinderen nu eenmaal niet bekend was. Later gingen mannen de negatieve kant van deze zaak inzien en gingen deze praktijk aan banden leggen. De eerste beperking was dat de vrouwen enkel naar mannen van dezelfde stam mochten komen om zich voort te planten, en later evolueerde de situatie zodanig dat één man beschikte over een ongelimiteerd aantal vrouwen, naargelang hij zelf in staat was ze te onderhouden. Op deze manier werd dus de basis gelegd voor de patriarchale structuur. Westerlingen zijn van mening dat het verdere verloop van deze evolutie is dat de man zich monogaam aan één enkele vrouw verbindt, maar daarbij houden ze geen rekening met omstandigheden in een maatschappij die van polygamie toch de voorkeur maken. Wanneer westerse onderzoekers opwerpen dat in de pré- islamitische periode een relatief goed evenwicht bestond tussen het aantal mannen en vrouwen dan is dit voor een groot deel te wijten aan de gewoonte om meisjesbaby’s na hun geboorte te begraven.

Wanneer we de pré- islamitische maatschappij beschouwen kunnen we vaststellen dat de stammen patriarchaal georganiseerd waren en dat polygamie wijdverspreid was, maar aan geen enkele regel onderhevig was. Het kwam ook vaak voor dat verschillende mannen gemeenschap hadden met één vrouw, maar dat was dan meestal een slavin, en het kwam slechts zelden voor bij vrije vrouwen, omdat het als schandelijk en onzedelijk werd beschouwd. Dit gold enkel voor de vrouw, de man werd niet als onzedelijk beschouwd. We kunnen dus stellen dat het voor de mannen van deze maatschappij bij de komst van de islam erg moeilijk zou zijn geweest om een godsdienst te aanvaarden waarin polygamie niet toegelaten was. Indien dit niet het geval zou zijn geweest dan zou de Arabische maatschappij waarschijnlijk geëvolueerd zijn zoals de westerse, waarin polygamie verboden is maar overspel niet strafbaar is.

Overigens vermeldt Levy in zijn boek dat het in de pré- islamitische gemeenschappen de gewoonte was dat de eerste vrouw van een man de dochter van diens oom van vaderkant was, wat men endogamie noemt. Ook wanneer er later andere vrouwen in het gezin kwamen die eventueel andere voorrechten genoten zou zij de leiding behouden over het huishouden.

De westerse visie op polygamie in het bijzonder en Arabieren in het algemeen

Het onbekende in de cultuur en de traditie van de Ander is vaak afschrikwekkend. Dit was niet alleen zo doorheen de hele geschiedenis, maar die angst leeft ook nu nog. Vaak is er naast de angst en afschuw ook een zekere nieuwsgierigheid, of zelfs een romantisering van bepaalde gebruiken. Polygamie kan in westerse landen maar op weinig steun rekenen, en over het algemeen wordt de hele positie van de vrouw afgedaan als achtergesteld aan de positie van de westerse vrouw. Vooral in de vorige eeuwen, wanneer de Europese bevolking de islamitische wereld door middel van verhalen van reizigers en romanschrijvers ging ontdekken, had men vaak een erg extreme visie van de Arabische wereld. Enerzijds was er sprake van een grote afschuw voor wat men doorgaans als een barbaars en immoreel volk afschilderde, en anderzijds was er de fascinatie van Europa voor de oosterse wereld, waarvan men een sterk geërotiseerd beeld had, vooral door de beschrijvingen en de schilderijen van de harems in de achttiende en negentiende eeuw. De schrijvers hiervan waren weliswaar vrijwel nooit zelf in een dergelijk vrouwenvertrek geweest, maar hadden er wel over gehoord, van vrouwelijke reizigers bijvoorbeeld, en zo gingen feiten en fantasie zich vermengen, tot ze een sterk seksueel geladen beeld bij de Europese bevolking overbrachten. Vrouwen, al dan niet vrij, werden gezien als de slavinnen en het exclusieve bezit van de mannen, zonder enige inbreng of zeggenschap over zichzelf of over het gezin, en moesten hem onvoorwaardelijk gehoorzaam zijn. In de pré- islamitische periode zouden twee derde van de vrouwen effectief slaven geweest zijn, zonder rechten of sociale status, en sommige auteurs zijn er dan ook van overtuigd dat de komst van de islam net positief is geweest voor de sociale positie van de vrouw.

Eén van de auteurs die de Arabische wereld bestudeerde was Lane, en ook al houdt hij er een eigen mening op na over sommige gebruiken, hij keurt ze niet allen radicaal af en probeert de westerse wereld er attent op te maken dat er wel degelijk verschillen zijn, maar dat deze oosterse gebruiken niet minderwaardig zijn. Hij stelt dat christenen vaak bevooroordeeld zijn, en een onnatuurlijke aversie hebben van gebruiken zoals polygamie, echtscheiding, het concept van strijden voor de religie en heilige oorlog, en rituele reiniging. Lane is van mening dat Muh'ammad geprobeerd heeft om de voornaamste oorzaak van polygamie en echtscheiding weg te nemen, door erop aan te dringen dat een man zijn toekomstige bruid ziet voor hij met haar in het huwelijk treedt. Hij beseft dat er natuurlijk nooit de vrijheid van omgang zou kunnen geweest zijn als in de moderne tijd, maar dat een minimaal contact tussen het koppel in gezelschap van haar familie veel leed zou kunnen voorkomen. Lane stelt echter dat de Arabieren zelf niet erg waren opgezet met dit idee, en dat de raad van de Profeet daarom niet steeds werd opgevolgd, met alle gevolgen vandien. Ook wijst hij zijn lezers erop dat polygamie reeds beoefend werd door de aartsvaders, zoals Mozes, en dat een verbod op polygamie dus eigenlijk verder afwijkt van de Heilige Geschriften dan de toelating ervan. Hij maakt er zijn lezers ook op attent dat in het westen polygamie ook voorkomt, zij het dan op een officieuze manier, zoals het hebben van een buitenechtelijke relatie. Polygamie is in de oosterse wereld dus een noodzakelijk kwaad, om losbandigheid te voorkomen. Lane besluit tenslotte zijn betoog door te zeggen dat polygame huwelijken überhaupt niet zoveel voorkomen, omdat de mannen die het zich kunnen permitteren meestal afzien van het idee wanneer zij denken aan alle rompslomp en beslommeringen die meerdere vrouwen met zich meebrengen.

Tussen volken is het niet ongebruikelijk dat men elkaar van seksuele afwijkingen beschuldigt, bijvoorbeeld van een te groot of een te klein libido. In de westerse visie op de islam en het beoefenen van polygamie lijkt dit vooral relevant te zijn. Ook de figuur van de Profeet werd vaak afgeschilderd als barbaars en niet zelden werd zijn geloofwaardigheid als Profeet in vraag gesteld omwille van bepaalde islamitische wetgevingen. Het feit dat hij de islam met het zwaard zou hebben verspreid. Zijn voorliefde voor vrouwen waren voor vele niet- moslims, al dan niet christenen het bewijs dat Muh'ammad niet echt de Gezant van God kon zijn. Vooral het beeld dat Muh'ammad ophing van het Paradijs was voor hen ronduit schokkend ,net zoals het concept van polygamie in het algemeen en het meervoudig huwelijk van de Profeet in het bijzonder.

Het christendom staat duidelijk anders tegenover seksualiteit dan de islam. Er hangt vaak nog een taboesfeer rond, en zowel vroeger als nu is het genieten van seks op zich zondig en eigenlijk een vrij onbespreekbaar thema. Seksuele relaties tussen echtelieden moeten vooral gericht zijn op de voortplanting. Dit is totaal anders in de islam. God schiep de man en de vrouw om elkaar aan te vullen als koppel, ook op fysiek vlak, en er wordt zeer veel belang gehecht aan het kiezen van een goede huwelijkspartner onder andere omwille van dit doel. Islamitisch wordt seks gezien als iets wat door God aan de mens als genot werd geschonken, en het maakt deel uit van Zijn aanbidding wanneer men geniet van iets wat Hij aan de mens heeft geschonken. Het wordt aangemoedigd dat een koppel vaak gemeenschap met elkaar heeft om de band tussen hen beiden te versterken. Er bestaat zelfs een h'adit die zegt dat seksuele gemeenschap met zijn of haar partner een goede daad stellen is, te vergelijken met het geven van een aalmoes aan de arme. Het wordt vrouwen dan ook ten stelligste afgeraden om niet in te gaan op de seksuele verlangens van haar man, want hij wordt net aangemoedigd om zijn behoeften bij haar te bevredigen, zodat hij geen overspel dreigt te plegen. Er zijn enkele voorwaarden waaraan men zich moet houden, zoals de huwelijksband, het zich onthouden van penetratie gedurende de menstruatie en anale penetratie, maar zolang de man en de vrouw ervan kunnen genieten zijn er verder eigenlijk geen taboes. Dit staat natuurlijk in schril contrast met de houding van de christenen tegenover seks, ook binnen het huwelijk. In tegenstelling tot het christendom wordt in de islam het celibaat ook niet gepromoot, eerder integendeel wanneer men stelt dat het huwelijk de helft van de godsdienst bevat en er erg veel belang wordt gehecht aan het uitkiezen van een geschikte partner. Het grote verschil tussen het christendom en de islam is dan ook dat het huwelijk geen sacrament is zoals bij de christenen, maar eerder een soort contract, waarbij de twee partijen zich ertoe verbinden hun plichten na te komen, en de ander zijn of haar rechten te geven. Liefde tussen de man en vrouw zijn ook belangrijk, maar aangezien het koppel elkaar niet intiem kent voor het huwelijk wordt de liefdesband geleidelijk opgebouwd en versterkt eenmaal het huwelijk bezegeld is, mede door een sterke seksuele relatie. Dit wordt echter tegengesproken door Barreau, die beweert dat niet alleen de islamitische, maar alle traditionele gemeenschappen gekenmerkt worden door een koude, liefdeloze man- vrouwrelatie. Het feit dat het koppel elkaar voor het huwelijk niet kent, zoals bij een traditioneel huwelijk het geval is, maakt het volgens Barreau voor hen onmogelijk om later alsnog een liefdesband op te bouwen. Dat meestal de vrouw, maar soms ook beide huwelijkspartners, op erg jonge leeftijd trouwen draagt daar volgens hem alleen maar toe bij. Muhammad Nasir al-Din al- Albani, een gerespecteerd islamitisch geleerde weerlegt dit echter ten stelligste in zijn boek omtrent het islamitisch huwelijk, in vertaling Les bienséances du mariage. “Het is noodzakelijk voor een man zich op zijn best te gedragen tegenover zijn echtgenote, en haar te leiden op het pad van Allah, en ver te houden van wat Hij heeft verboden, in het bijzonder wanneer zij nog jong is.” Hij baseert zich daarvoor op verschillende h'adit die terug te vinden zijn in het boek: “De Profeet heeft gezegd: “De beste onder jullie is diegene die zich het beste gedraagt tegenover zijn echtgenote, en ik gedraag mij het beste tegenover mijn echtgenote.” “ […] en ga goed om met de vrouwen, want zij zijn een hulp voor jullie […] Is het niet zo dat jullie rechten hebben op jullie echtgenotes en jullie echtgenotes rechten hebben op jullie […] en hun rechten op jullie is dat jullie zich op jullie best gedragen tegenover hen, zowel wat hun kleding als hun voeding betreft. ” “ De beste gelovigen wat betreft vroomheid zijn diegenen die zich goed gedragen, en diegenen die zich het best gedragen zijn diegenen die zich goed gedragen tegenover hun echtgenote.”

Volgens Barreau echter worden vrouwen ook nu nog opgesloten in hun huis, en leven daar als gevangenen, net zoals hun seksualiteit aan banden wordt gelegd, want voor moslims is enkel de mannelijke seksualiteit belangrijk en moet deze bevredigd worden. Vrouwelijke seksualiteit daarentegen is gevaarlijk en moet in de kiem worden gesmoord. Verder hebben moslims volgens deze auteur een obsessie voor het zich reinigen na de daad van gemeenschap, en heeft Muh'ammad daarvoor de aanzet gegeven. De Profeet zou volgens hem direct na zijn orgasme het vertrek hebben ontvlucht om zich te wassen, en er zou alleen sprake zijn geweest van een mannelijk orgasme.

De Profeet Muh'ammad stond inderdaad bekend om zijn bloeiend intiem leven met zijn verschillende echtgenotes, bij wie hij elk om de beurt de nacht doorbracht, en het choqueert de christenen vaak dat daarover zoveel wordt uitgewijd, en er erg expliciete vragen en antwoorden aan de Profeet omtrent dit onderwerp aan de Profeet werden gesteld. De figuur van Jezus in het christendom is in vele opzichten dan ook totaal verschillend van de figuur van Muh'ammad. Jezus is in de christelijke traditie ongetrouwd en leidde een vrij ascetisch leven, terwijl van Muh'ammad gezegd wordt dat hij erg veel van vrouwen hield en genoot van de zaken die God hem toestond, zonder weliswaar in zonde en liederlijkheid te vervallen. Maar het verschil met Jezus blijft groot, zeker wat het meervoudig huwelijk van Muh'ammad betreft. Velen vergelijken de twee profeten met elkaar, en naargelang ze aanhangers van het christendom zijn dan wel van de islam, wijzen ze op de vermeende immoraliteit van Muh'ammad, of op het zogezegde falen van Jezus. Hoedanook lijkt het van niet veel smaak te getuigen om de twee gezanten van God met elkaar te vergelijken.

Polygamie wordt vaak door christelijke auteurs bestempeld als louter een bevredigen van de lusten van de man, of zelfs het legaliseren van overspel. In de christelijke leer is het huwelijk immers een unieke verbintenis tussen één enkele man en vrouw, en een uitdrukking van de onverbrekelijke en onvoorwaardelijke liefde tussen hen beiden. Ook het scheiden van de partner is uit den boze, want met een andere vrouw trouwen wanneer de eerste partner nog in leven is wordt ook gezien als een vorm van polygamie. Dit wordt echter tegengesproken door Lane, die beweert dat de echtscheiding in het christendom enkel af te keuren is wanneer de vrouw tegen haar wil verstoten wordt, behalve wanneer zij een onherroepelijke blaam over haar man of haar gezin heeft geworpen. Het idee dat een man evenveel van twee, laat staan meerdere vrouwen zou kunnen houden is voor een christen ronduit absurd.

Cragg verwijt in zijn boek dat een moslimman zich meer bekommert om de eer van zijn zus, dan om het alleenrecht van zijn echtgenote om met hem getrouwd te zijn. Vrouwen worden volgens hem niet gezien als baas over hun eigen seksualiteit. In een christelijk koppel zijn man en vrouw niet alleen gelijkwaardig, ze zijn ook echt één, zowel lichamelijk als spiritueel. Een christelijk huwelijk is een uitdrukking van vrijheid en de kracht van liefde, in tegenstelling tot de islam, waar het huwelijk slechts een contract is. Verder hekelt Cragg het feit dat scheiding in de islam in tegenstelling tot het christendom zo gemakkelijk wordt gemaakt, want, zo zegt hij, als de islam zoveel belang hecht aan het opvangen van de wees, wat de moslim nota bene als legitimatie aangeeft voor polygamie, is het dan niet even belangrijk dat een gezin waarbij de beide ouders nog leven bij elkaar blijft? Is een kind dat noodgedwongen bij zijn vader of moeder alleen moet wonen niet hetzelfde als een weeskind dat één van beide ouders heeft verloren? Cragg gaat nog verder en maakt een voor hem onvermijdelijke link tussen polygamie en polytheïsme. “ De link tussen polygamie en polytheïsme lijkt op het eerste zicht nogal vreemd, maar toch bestaat ze wel degelijk. We zien er een verwijzing naar in soera 7, vers 189, waarin na het wonder van een zwangerschap en een geboorte een koppel terug in afgoderij vervalt. Is afgoderij niet een poging om het gedeeltelijke voor het geheel te nemen? Zo is het eveneens met de fout om seksualiteit te zien als iets anders dan het volledig geven van zichzelf. Moet de liefde tussen een man en een vrouw niet zo exclusief en ondeelbaar zijn als de liefde voor God? Pluraliteit in aanbidding onthult een lacune die evenmin te vinden zou mogen zijn in een huwelijk. Het hart van een man kan onmogelijk op twee plaatsen tegelijkertijd zijn, zowel wat aanbidding als liefhebben betreft. Polygamie houdt dus op zichzelf een vorm van širk, of afgoderij in. En God spoort ons net aan om aan Hem geen deelgenoten toe te kennen, la šarika lahu. In de Koran wordt een getrouwde vrouw aangeduid met het woord muh?sanah of muh?sinah, wat betekent: Een vrouw wiens seksualiteit volledig binnen het huwelijk ligt. In soera 21, vers 91, vinden we terug: Al-lati ah?sanat farjaha, wat “zij die zichzelf onthoudt van het seksueel onwettige”, en dus seks binnen het huwelijk betekent. Dit woord van de stam h? s n en alle afleidingen ervan wordt bijna uitsluitend gebruikt voor vrouwen. Mogen we dan niet aannemen dat God mannen en vrouwen gelijk bejegent en dat de seksualiteit van een man zich ook binnen het huwelijk moet houden en dat dit huwelijk trouw aan slechts één persoon moet zijn, zoals het christendom stelt? Want zegt de Koran in soera 33, vers 4, immers ook niet: ?“God heeft aan geen enkele man twee harten in één boezem gegeven.”

Sommige christelijk auteurs geven wel toe dat in het Oude Testament koningen, profeten en godsdienstige mannen, bijvoorbeeld koning David en zijn zoon Salomon, zich aan polygamie hebben bezondigd. Men ziet ze in de joods- christelijke traditie echter als moreel feilbaar en hun handelingen worden niet noodzakelijk als exemplarisch gezien. Voorstanders van polygamie verwijten de anderen dan weer een hypocriete houding. Een man kan slechts met één enkele vrouw huwen, maar daarnaast heeft hij wel verschillende buitenechtelijke relaties, die worden doodgezwegen, of oogluikend toegestaan. In een polygaam huwelijk zouden de vrouwen ten minste met gelijkheid en respect worden behandeld. In de middeleeuwen geeft Pedro de Alfonso wat het huwelijk van de moslim betreft vrij accurate informatie, maar er zijn ook bronnen zoals bijvoorbeeld Guibert die heel wat minder betrouwbaar zijn, zo beweert hij dat de moslim mag trouwen zoveel hij maar wil. Andere bronnen houden vaak het midden tussen deze twee auteurs. Opvallend is ook dat de meeste kritieken die worden geuit door de éne auteur, vaak klakkeloos worden overgenomen door een latere auteur, zonder de minste verificatie van de feiten. De patriarch leert paus Innocentius III in de dertiende eeuw bijvoorbeeld dat moslims tot zeven keer mogen trouwen, maar dat de vrouwen elk een eigen huis moeten hebben, en dat de meeste moslims wel tevreden zijn met drie of vier echtgenotes. De koranische regel was hem dus onbekend. Andere auteurs zoals beweren dan weer dat er twee, drie, vier… echtgenotes mogen zijn, tot maximum negen. Mogelijk was de auteur hier in de war door het aantal vrouwen dat Muh'ammad zelf onderhield. Sommigen maken ook het onderscheid tussen de echtgenoten en de concubines. De patriarch van San Pedro stelt ten onrechte dat moslims het onderling zelf niet eens zijn over het aantal echtgenotes dat is toegelaten, maar haalt wel het belangrijke element aan dat westerse schrijvers vaak over het hoofd zien, namelijk dat de verplichting om alle vrouwen gelijkwaardig te behandelen. De meest accurate beschrijving van het islamitische huwelijk vinden we in het Latijnse werk Reprobatio, die een vrij juiste beschrijving geeft van wat is toegelaten. Bevreemdend is wel de mening van de patriarch van Verona. Hij zegt dat polygamie werd ingevoerd om overspel tegen te gaan, en wanneer een man de vrouw van een ander begeert, dan moet hij een vrouw zoeken die er fysiek op lijkt en dan met haar trouwen om aan zijn lust te voldoen. Deze uitleg lijkt nogal vergezocht.

Erg interessant is wel het gegeven dat het concept van polygamie in de islam niet enkel afschuw opwekte, maar velen, zowel leken als clerici ook over de streep trok om zich tot de islam te bekeren. Het was immers de gewoonte om bij een bekering als beloning enkele vrouwen ter beschikking te stellen. Dit moeten we mogelijk zien als een verdedigingsmiddel, want de meeste mannen aan wie dit voorstel werd gedaan waren missionarissen in islamitische gebieden. In de middeleeuwen heerste ook grote onduidelijkheid en ongerustheid over het concubinaat, en zeker over het feit dat het mogelijk was om krijgsgevangenen als slavinnen te behandelen en er betrekkingen mee te hebben. Over het algemeen kunnen we stellen dat de Europese bevolking in de middeleeuwen weinig of geen toegang had tot informatie over wat de werkelijke praktijk van moslims was in de Arabische landen, en dat men daar door meer gefocust was op het aantal vrouwen dat men mocht hebben, in tegenstelling tot hoeveel vrouwen de meeste moslims werkelijk hadden. Men was blijkbaar van oordeel dat mannen er automatisch zoveel zouden hebben als wettelijk was toegestaan. Het algemene gevoel was echter dat een religie die zoveel zinnelijkheid toestond onmogelijk een echt vrome religie kon zijn. Deze mening wordt echter ook gedeeld door enkele hedendaagse auteurs, zoals bijvoorbeeld Chebel die in zijn boek de sensualiteit en het erotisme aanklaagt waarop de islam gebaseerd zou zijn. Hij stelt dat de islamitische wet gebaseerd is op, en slechts ontworpen werd om de vleselijke lusten van de moslims te bevredigen en dat zij het woord van God misbruiken om hun excessen, waaronder polygamie, te verantwoorden. Het bewijs daarvoor is in de Koran te vinden waarin de seksuele aspecten van het leven (waaronder polygamie, huwelijk, verstoting, menstruatie en het consumeren van het huwelijk) veel meer worden besproken dan andere zaken die veel belangrijker zijn. Zo vindt hij het ontstellend dat Kadija, de eerste echtgenote van de Profeet, en Fat?ima hun dochter, nergens worden vermeld. Het derde vers van de soera De Vrouwen is volgens hem niet mis te verstaan, en gebiedt ontegensprekelijk monogamie, en hij klaagt dan ook aan dat aan deze regel zo weinig gevolg wordt gegeven. Dat sommige islamitische landen polygamie ernstig inperken of zelfs verbieden, is voor hem dan ook duidelijk een bewijs dat men nu beseft dat polygamie helemaal geen na te streven doel was. Polygamie was een pré- islamitisch gebruik dat de islam niet heeft gesanctioneerd en integendeel verder aanmoedigde, om in de gratie te staan van de Arabische stammen. Het meest afkeurenswaardig vindt hij echter het meervoudige huwelijk van de Profeet zelf, die volgens hem vaak andere doelen voor ogen had dan een huwelijk louter uit liefde. Politieke doelen en het verstevigen van de banden tussen de verschillende stammen bijvoorbeeld. Hij vindt het onnatuurlijk dat er zoveel belang wordt gehecht aan de vrouwelijke deugden, zoals haar onderwerping aan de man, haar eer, zedelijkheid en vooral haar maagdelijkheid. Dat er zoveel gesproken wordt over het huwelijksleven van de Profeet en zijn intiem leven met zijn vrouwen is net zoals de seksuele omgang met slavinnen ronduit afstotelijk. Alle deze zaken zijn voor hem enkel het bewijs dat de islam slechts in seksualiteit is geïnteresseerd. Verder is de islam volgens hem eerst fallisch en dan pas patriarchaal, en anti- vrouw. De rituele wassing die de moslim uitvoert voordat hij gaat bidden in de moskee dient volgens hem enkel om zich te reinigen van de seksuele fantasieën die hem de hele dag bezighouden. Als voorbeeld haalt hij het verhaal van Duizend en één Nachten aan, wat volgens hem een goede beschrijving is van hoe het er aan een islamitisch hof aan toe gaat.

Ook Gondal haalt de positie van de vrouw in zijn boek aan, maar benadrukt in sterke bewoordingen dat het vóór de komst van de islam nog veel erger gesteld was met de positie van de vrouw. “Vóór zijn komst (van de Profeet), in Arabië werd zij als een dier behandeld; hij hield haar aan haar rol als instrument voor zijn plezier en dienares van de man, zich vasthoudend aan de vooroordelen over de vrouw die in de oosterse wereld bestaan, en ze bevestigend, waardoor hij van haar een inferieur wezen en een slavin maakt.” Volgens Gondel staat het dan ook vast dat een aantal van de vroege moslims de polygamieregel enkel en alleen aanwendden om “hun crapuleuze passies te bevredigen”.

In tegenstelling tot Gondal is Rutgers er in zijn boek van overtuigd dat de positie van de vrouw voor de komst van de islam net beter was. Hij stelt dat de Arabische vrouw een grote vrijheid genoot en haar verhouding tot het andere geslacht was gezonder en vrijer dan ze sedert dien ooit geweest is. Hij benadrukt vooral de wantrouwige en gespannen sfeer die bij de moslims heerst ten opzichte van hun vrouwen, die leidt tot hun opsluiting en hen louter de positie verleent van een stuk huisraad, vooral dan de concubines. Hij baseert zich vooral op getuigenissen van Stanley Lane-Poole om zijn mening te onderbouwen, en hij vindt dat deze auteur over het algemeen nog zeer positief ten opzichte van moslims staat. Dit is een voorbeeld van één van de getuigenissen van Lane-Poole: “De toestand van de slavin in het Oosten is inderdaad erbarmelijk. Zij is geheel aan haar meester overgeleverd, die met haar kan doen wat hij wil, én met haar gezellinnen, want de Mohamedaan is niet beperkt in het aantal zijner bijzitten zoals in ’t getal zijner vrouwen. De blanke slavin wordt verkocht, als hij genoeg van haar heeft, en gaat zo van de ene meester naar de ander, een ruïne van een vrouw.” Het enige wat volgens hem en volgens andere auteurs enige redding zou kunnen brengen is het hebben van een kind van haar meester, maar zelfs dan is zij overgeleverd aan de goodwil van hem wat betreft haar lot en dat van haar kind. Holt stelt in zijn boek dat de meeste slavinnen ofwel een concubine zijn van hun meester, of het geweest zijn. Indien zij echter een kind van hem heeft zou zij na zijn dood vrijgemaakt worden, en haar kinderen bij hem zouden sowieso vrij zijn. Rutgers is daar echter niet van overtuigd en drukt daarna zijn afschuw uit voor deze praktijken: “ Wie denkt aan de duizenden vrouwen, moeders en dochters, die onuitsprekelijke schande en ontering geleden hebben, kan geen woorden vinden om zijn afschuw te uiten. Deze wrede toegeeflijkheid heeft een stempel gedrukt op het Mohamedaans karakter, op de aard van heel het oosterse leven.” Verder schrijft Rutgers dat zulke wreedheden niet enkel tot een ver verleden behoren, maar dat ze ook nog in de twintigste eeuw gebeurden, en hij geeft een aantal anekdotes als voorbeeld, waarbij mensen, zowel mannen als vrouwen en kinderen op wrede wijze vermoord worden, en de jonge vrouwen onteerd worden en naar harems worden afgevoerd, waar hun namen werden veranderd in islamitische namen. Een andere getuigenis die de auteur sterk heeft aangegrepen is de volgende: “Ik had vroeger dikwijls gehoord dat het Mohamedanisme meer praktische invloed had dan het Christendom, omdat er geen onzedelijke vrouwen op de straten gevonden worden, zoals in Londen… Op de straten worden ze niet gevonden, omdat de huizen er vol van zijn- er is geen ergernis omdat er geen schaamte is… Een man kan naar een huis gaan, waar vrouwen als koopwaar worden gehouden…Hij mag er zovele kopen als hij wil en behoeft ze geen uur langer te behouden dan hem behaagt… Die vrouwen hebben geen keus en geen kans op ontkoming. Zij zijn als jonge meisjes gevangen, niet zelden uit een Christelijk tehuis, en zijn door slagen en honger gedwongen haar les te leren. Indien zo’n vrouw een van haar meesters een zoon schenkt, en hij erkent die, kan zij hopen voor het overige van haar leven bezorgd te zijn. Aan de andere kant is het ten allen tijde mogelijk dat zij voor haar leven verminkt wordt, of doodgemarteld; en niemand zal er acht op slaan of zelfs maar naar de reden vragen…[…]” Het is logisch dat wanneer een dergelijke getuigenis aan een publiek wordt voorgelegd dat zelf de mogelijkheid niet heeft om deze feiten op hun waarheid te toetsen een verpletterende indruk zal nalaten, en het vormen van vooroordelen over de Ander in de hand werkt. Verder stelt Rutgers nog dat de makkelijke echtscheidingsprocedure eigenlijk ook een vorm is van polygamie, en dat de enige beperking is dat men niet meer dan vier vrouwen tegelijkertijd mag hebben, maar wel zoveel als men wil gedurende de tijdsspanne van het leven. Dit alles leidt volgens hem tot heel veel ellende: Verdeelde gezinnen, jaloezie, partijdigheid, scheiding van kinderen, wrede onrechtvaardigheid, verwoesting van het karakter van de man en van het leven van de vrouw… Het zijn voor hem de bittere vruchten van de boom die door Muh'ammad in naam van Allah is geplant. De auteur ziet geen onmiddellijke verbetering in de gedachtegang van de islamitische geleerden gebeuren, getuige zijn uitspraak over het eventuele afschaffen van polygamie : “Abd-el- Wahhab, El Mahdi en El Senoesi, wilden de Muh'ammadaanse gewoonten met betrekking tot de vrouwen niet veranderd hebben. Wanneer men ons tegenwerpt, dat zij slechts barbaren waren, wat moeten wij dan zeggen van de verlichte sjeich Muh'ammad Abdoe, de Egyptische hervormer, door Lord Cromer zo geprezen. Waarschijnlijk was de geheime persoonlijke overtuiging van deze man gelijk aan die van de Indische hervormers, die de positie der vrouw willen opheffen; maar door te strijden tegen de Overlevering eindigde hij met al zijn volgelingen slechts aan te raden een nog slaafser onderwerping aan de Koran. […]”

De komst van de islam heeft volgens andere auteurs de positie van de vrouw wezenlijk verbeterd, maar toch werden de koranische idealen niet overal in praktijk gebracht. De relatieve emancipatie van de vrouw die door de Koran aangemoedigd wordt, werd voor een groot deel teniet gedaan door gevestigde tradities van mannelijke overheersing en culturele aspecten. Dit was immers ook zo bij de joods- christelijke gemeenschappen. Het bewijs voor de sterke positie van de vrouw in de vroeg- islamitische gemeenschap vinden we terug in de sterke sociale plaats die Kadija, de eerste vrouw van de Profeet had, en later de grote invloed die zijn geliefde vrouw ‘Aisha en zijn dochter Fat?ima op de gelovigen uitoefenden. Vrouwen gingen in deze periode niet alleen mee naar de veldslagen, vaak deden ze er zelf ook aan mee.

Ook in de Koran neemt de vrouw en haar rechten en plichten een belangrijke plaats in, wat wijst op haar maatschappelijk belang. Over het algemeen kunnen we dus vaststellen dat westerlingen sterke vooroordelen hadden over Arabische en/of islamitische volkeren, die zij vaak als barbaars en uiterst gewelddadig beschouwden. Na de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten en de klopjacht op vermeende terroristen daarna, kunnen zien we dat dit beeld vaak onveranderd bleef. Hammons beschrijft in zijn doctoraatsverhandeling, dat veelzeggend de titel kreeg “A wild ass of a man” hoe de Amerikanen voor het einde van de tweede wereldoorlog de Arabieren zagen. Arabieren zouden constant aan het dromen zijn over het uitleven van hun seksuele fantasieën, en een missionaris getuigde dat negentig procent van het plezier van Arabische mannen beleefd werd in seks. Lawrence, een ontdekkingsreiziger vermeldt echter in zijn verslag dat hun werkelijke seksuele belevenissen eerder schaars waren, maar dat ze weken aan een stuk fantaseerden over de werkelijke daad, terwijl ze elkaar ondertussen prikkelden met het vertellen van erotisch getinte verhalen. Islam zou een geloofsleer verkondigen die godsdienst en moraliteit van elkaar losmaakt, en de hoofdreden zijn van de immoraliteit van de Arabieren. Enkel en alleen al hun beeld van het Paradijs is daarvan het bewijs. De reden waarom vrouwen onderdrukt worden is net omdat zij de enigen zijn die nog wat moraliteit aan de gemeenschap kunnen verschaffen. Amerikanen waren geobsedeerd door de invloed van de islam op de positie van de vrouw, en ze waren van mening dat het net die islamitische gewoonten waren die van deugdzame Arabische vrouwen sletten maakten. Het sluieren van de vrouw verschafte hen de nodige anonimiteit om hun vrouwelijke lusten bot te vieren, net zoals polygamie, die misnoegde en verwaarloosde vrouwen een excuus gaf om zich over te geven aan orgieën met hun zwarte slaven, net zoals het gebeurde in het verhaal van Duizend en één Nachten. Polygamie was er de oorzaak van dat er nooit liefde kon ontstaan tussen twee echtelieden, omdat een man zijn vrouw enkel kende op seksueel gebied, ze was meer een machine voor lichamelijke oefening, hetgeen volgens sommige auteurs ook homoseksualiteit bevorderde. Al deze vormen van wellustigheid vonden plaats in een harem, waar het leven volledig aan seksualiteit en hedonisme was gewijd. De vrouwen deden de hele dag niks anders dan snoepen, sigaretten roken en opscheppen met hun sieraden tegenover hun vriendinnen. Hun belangrijkste taak bestond erin zich te parfumeren en hun toilet te maken voor het moment dat de man haar nodig had. Roddelen en dansen waren de voornaamste bezigheden in hun ijdel bestaan. Een harem was echter niet enkel het toneel van een hedonistisch bestaan, maar het waren ook plaatsen waar horrorscènes plaatsvonden. De vrouwen maakten veel ruzie onder elkaar, en het gebeurde wel dat vrouwen elkaar of kinderen van een andere vrouw in koelen bloede vermoordden als gevolg van jaloezie. Maar de vrouwen waren ook onderhevig aan extreem geweld van de kant van de man, en niet zelden werd zij gewoon uit de weg geruimd. Al deze beelden hadden als gevolg dat de gemiddelde Amerikaan Arabieren als barbaren, volledig onbetrouwbaar en afhankelijk van hun seksuele driften beschouwde. Zelfs in de bijbel werden de Arabieren volgens de Amerikanen zo afgeschilderd, maar daarin waren het vooral de Arabische vrouwen die geperverteerd waren. Het beeld dat Edith Hull in haar roman The Sheik schetste is waarschijnlijk het beste voorbeeld van hoe Amerikanen de Arabieren zagen, vooral in de twintigste eeuw. Het lag aan de basis voor de film van Rudolph Valentino die uitkwam in het jaar 1921 en de associatie van Arabieren en seksualiteit tot een feit maakte. Vanaf dan was het beeld van de Arabische sheikh gelegen op weelderige kussens in de Amerikaanse hoofden vastgelegd. Hoewel er net zoals in de middeleeuwen een zekere afschuw bestond voor het Arabische volk wat betreft hun (vermeende) moraliteit, (of het gebrek eraan), was er toch ook een zekere fascinatie. Deze fascinatie vinden we vooral terug in de periode van de literaire romantiek, waar het exotisme en het ontsnappen aan de werkelijkheid erg populaire thema’s waren bij de lezers. Montesquieu gebruikte het thema van het Arabische exotisme in zijn boek Lettres Persanes in 1721 en in het meer ernstige De l’esprit des lois. Hij gebruikte er oosterse personages in om bepaalde toestanden uit de toenmalige Europese maatschappij aan de kaak te stellen, en om de aandacht te vestigen op sommige gebruiken uit het Midden-Oosten. Er was in ieder geval genoeg interesse bij zijn lezers voor dit onderwerp, en polygamie en het haremleven waren een dankbaar onderwerp. Seksualiteit werd een metafoor voor geografische en culturele diversiteit, en het Midden-Oosten werd een plaats waar deze seksualiteit openlijk werd geuit, in tegenstelling tot de gebruiken en gewoonten in het koele Europa. Volgens Montesquieu zat de sensualiteit bij een Oosterse vrouw in haar bloed, en verhoogde het warme klimaat en het nemen van warme baden haar libido nog, en was het dus eigenlijk voor haar eigen bestwil dat zij werd afgezonderd van de wereld in een harem. Al deze opmerkingen werden natuurlijk door de schrijver gemaakt om de zinnen van zijn lezers te prikkelen. Het gevolg is echter dat velen onder hen het beeld dat werd opgehangen voor waar aannamen.

Ook auteurs als Sale en Boulainvilliers hingen een overwegend negatief beeld op van de islam, terwijl Maracci vaak wel bevooroordeeld was, maar vrij accurate informatie gaf. Voltaire vond het aanvankelijk nuttig om de islam aan te vallen als een aanval op religie in het algemeen, en op de seksuele hypocrisie die heerste in Europa. Later nuanceerde hij zijn uitspraken echter ten voordele van een zuivere natuurgodsdienst en ten koste van het christendom, zoals in enkele van zijn toneelstukken bijvoorbeeld Mohomet, Zaire, Zulime, en het verhaal van Candide, Zadiq en Essai sur les moeurs. De figuur van Muh'ammad kon bij hem op niet veel bijval rekenen, maar hij benadrukte wel dat de islam eigenlijk een samenstelling was van pré- islamitische, en dus ook joods- christelijk elementen, waaronder ook polygamie.

Verschillende opinies over polygamie bij islamitische auteurs

De meeste islamitische auteurs staan vaak meer open voor het concept van polygamie, in de zin dat zij accepteren dat het onderwerp ter sprake komt in de Koran, maar door verschillen in interpretatie vinden we ook hier zowel voor- als tegenstanders.
Rippin hanteert in zijn boek een indeling van islamitische geleerden en auteurs in drie categorieën naargelang hun kenmerken, namelijk
  1. de traditionalisten (ook wel normatieven of orthodoxen genoemd),
  2. de modernisten (soms aangeduid met de term geaccultureerd of gemoderniseerd)
  3. de fundamentalisten (ook wel de neo -normatieven of revivalisten genoemd)

We kunnen hun indeling en visie verduidelijken aan de hand van het voorbeeld van polygamie. De traditionalisten accepteren het concept van polygamie volledig. Het ontkennen van de toelating hiervoor zou een toegeving zijn aan de westerse normen. De islam staat polygamie toe, einde discussie. De modernisten stellen dat man en vrouw gelijkwaardig zijn aan elkaar en dat monogamie de na te streven huwelijksvorm is omdat het moreel gezien de juiste is en leidt tot een gelukkig gezinsleven. Polygamie daarentegen brengt moeilijkheden met zich mee die een gelukkig gezinsleven in de weg kunnen staan. Er wordt geargumenteerd dat de Koran eigenlijk monogamie als ideaal heeft gesteld.

De fundamentalisten vertrekken vanuit de Koran en zeggen dat het doel van de openbaring steeds monogamie geweest is, maar dat het een toelating openhield voor bepaalde situaties in vroegere tijden die nu niet meer relevant zijn. Men moet zich er wel van bewust zijn dat deze drie categorieën niet onveranderlijk zijn in de zin dat de visie en de manier waarop men met bepaalde probleemstellingen omgaat verandert naargelang de tijd. Zo denkt de stroming van de modernisten nu anders over bepaalde zaken dan bijvoorbeeld aan het begin van de twintigste eeuw. Wat hen echter van dezelfde stroming maakt is het feit dat zij een kritische analyse en een herbekijken van bepaalde dogma’s in de islam nastreven. Ze verwijten de traditionalisten dat deze beweren de Koran tot op de letter te volgen, maar eigenlijk het tegenovergestelde doen. Naast polygamie nemen zij het voorbeeld van de afzondering van vrouwen. Ze staan erop dat vrouwen thuis blijven, terwijl in de vroegste islamitische periode vrouwen handel dreven, zoals Kadija, de eerste vrouw van de Profeet, en dat zijn andere vrouwen hem vergezelden op zijn expedities en andere vrouwen zelfs meevochten in de strijd. Daarom verwerpen zij het standpunt van de traditionalisten over polygamie dan ook volledig en proberen om in de Koran zelf een bewijs te vinden dat polygamie eigenlijk niet toegestaan is of in ieder geval door de overheid verboden zou kunnen worden.

De traditionalisten houden echter vast aan het verleden als autoriteit en verwerpen elke verandering of herinterpretatie van de islamitische dogma’s. Het staat natuurlijk wel vast dat de Koran en de sunna, die onveranderlijk het Woord van God zijn, als basis dienen voor de regels die gesteld worden in de islam, maar de houding van de traditionalisten sluit elke kritische analyse uit en is daarom eerder star.

De fundamentalisten staan in tegenstelling tot de traditionalisten wel open voor verandering en interpretatie, maar dan wel op een gecontroleerde manier, en het gebruikt daarvoor de authentieke bronnen zoals de Koran en de sunna als uitgangspunt. Ibn Taymiyya, gestorven in het jaar 1328 AD is de intellectueel bij uitstek die de fundamentalistische leer beoefent.

Eén van de meest bekende modernistische geleerden is Muh'ammad ‘Abduh. Hij had zeer uitgebreide contacten met de westerse wereld en hun vorm van het beoefenen van wetenschap, en ondanks zijn islamitische overtuiging ging hij vaak in tegen de ideeën van zijn intellectuele leermeesters. Hij hing de doctrine aan dat de Koran inderdaad uniek is, en probeerde ook nieuwe bewijzen aan te voeren voor het onvervalst karakter ervan. Hij wilde het boek echter verstaanbaar maken voor álle gelovigen, en niet enkel de Korangeleerden, en daarvoor schreef hij een eigen exegese onder de naam Tafsir al- Manar , en werd later afgewerkt door Rida. ‘Abduh benadrukte ook het tijdsgebonden karakter van de Koran, met uitdrukkingen en regelgevingen die enkel in de historische context ervan te begrijpen zijn.Terwijl algemeen aangenomen werd dat polygamie bijvoorbeeld het beste geschikt was voor de sociale structuur van de maatschappij in de tijd van de Profeet, was hij van mening dat de Koran eigenlijk monogamie als ideaal voor ogen had. Zijn interpretatie van het derde vers van soera De Vrouwen luidt als volgt: Indien jullie vrezen dat jullie de rijkdom van de vrouwelijke wezen zullen spenderen wanneer jullie met hen zijn getrouwd, neem dan je toevlucht tot een huwelijk met andere vrouwen, want God heeft jullie die kans gegeven. Hij geeft jullie de kans om met maximaal vier andere vrouwen te trouwen, maar enkel wanneer jullie in staat zijn om ze allen gelijk te behandelen, anders is het beter om slechts met één vrouw te trouwen. Om te vermijden dat jullie toch in zonde vervallen is het beter om monogaam te blijven indien jullie ook maar het minste vermoeden hebben van niet rechtvaardig te zullen kunnen zijn. Het huwelijk met twee of meerdere vrouwen is dus enkel toegelaten voor diegenen die ervan overtuigd zijn hun echtgenotes gelijk te zullen behandelen, of slechts een verwaarloosbaar vermoeden hebben het niet te kunnen. Wanneer God verder in dezelfde soera zegt dat men het toch niet zal kunnen dan bedoelt Hij dat er in het hart steeds een bepaalde oncontroleerbare neiging is tot één bepaalde vrouw, en Hij kent en begrijpt ook deze menselijke zwakheid. Het is iets wat de mens niet kan tegenhouden, maar men kan het wel onderdrukken door te proberen van ondanks zijn voorliefde voor een bepaalde vrouw haar toch niet te bevoordelen boven de anderen. Dit is precies hoe het was met de Profeet, ondanks zijn voorliefde voor ‘Aisha probeerde hij toch rechtvaardig en onpartijdig te zijn in zijn gezin. Dit gold uiteraard niet wanneer de andere vrouwen zelf uit eigen beweging hun recht afstonden aan ‘Aisha om de Profeet te plezieren. Het feit dat de twee verzen inzake polygamie zo ver uit elkaar liggen in de Koranische tekst heeft als reden dat als ze elkaar zouden opvolgen, God de toelating voor polygamie helemaal zou opheffen. Maar Hij laat de mogelijkheid toe en enkel indien de voorwaarde van rechtvaardigheid vervuld is, zonder dat Hij het een verplichting maakt. Het is dus een toelating, maar wel één met een zeer grote verantwoordelijkheid voor diegene die denkt dat hij vrij is van corruptie en onrechtvaardigheid. Het is echter wel duidelijk dat in deze moderne tijden het heel moeilijk voor een man is om zijn vrouwen volledig gelijk en rechtvaardig te behandelen. Een polygaam huwelijk kan dan ook niks aan het geluk en het welzijn van de leden van een gezin bijdragen, integendeel, het zou leiden tot rivaliteit en jaloezie en onvermijdelijk het gezin ten gronde richten. De vroegste periode van de islam kan men niet vergelijken met de tijd nu. Toen was polygamie algemeen verspreid en was het een goed middel om familiebanden te versterken. Ook de schande waaraan een echtgenote nu zou worden blootgesteld wanneer haar man een andere echtgenote zou kiezen bestond toen niet. Daarbij komt nog dat de mannen en vrouwen toen een veel dieper geworteld religieus gevoel hadden en zich veel makkelijker bij een situatie van polygamie konden neerleggen. Nu echter wekt het alleen maar gevoelens van nijd en afgunst op, die zich verspreiden over het ganse gezin. Vrouwen zetten hun kinderen op tegen de andere kinderen, de andere echtgenote of zelfs hun vader, en de man klampt zich vertwijfeld vast aan de vrouw waarvan hij het meeste houdt, zodat de situatie alleen maar erger wordt. Dit alles leidt uiteindelijk niet alleen tot het mislukken van het polygaam gezin, maar tot veel ergere zaken zoals mishandeling, diefstal en eventueel zelfs moord. Dit alles kunnen we zien in de zaken die door de rechtbanken worden behandeld. Het is dus overduidelijk dat een meervoudig huwelijk tegenwoordig tot ellende leidt, in tegenstelling tot vroeger, en daarom moeten we ook bereid zijn afstand te nemen van deze toelating. Het kan immers niet de bedoeling zijn van de islam om iets te promoten wat zoveel schade aanricht? Daarom is het voor de overheid ook toegelaten om iets aan deze misstanden te doen en polygame huwelijken te verbieden, zoals de Turkse en Tunesische overheid hebben gedaan. Later werden de ideeën van ‘Abduh nader uitgewerkt door één van zijn leerlingen Qasim Amin in zijn boeken “Tah?rir al- mar’a” (De bevrijding van de vrouw) dat uitkwam in Cairo in 1898 (volgens een andere auteur in 1900) en “Al- mar’a al- jadida” (De nieuwe vrouw) in 1902.

Ook een andere leerling van ‘Abduh, Muh'ammad Rashid Rida deelt de mening van Muh'ammad ‘Abduh, en voegt daaraan toe: “Het uiteindelijk ideaal van een huwelijk is een verbintenis tussen één man en één vrouw. Polygamie was enkel een noodzakelijk euvel dat moest toegepast worden in tijden van oorlog om de vele weduwen en wezen op te vangen, en dan werd er nog een strenge voorwaarde aan verbonden. Het is dus maar de vraag of het niet de verantwoordelijkheid is van de rechtbanken om in te grijpen tegen het misbruiken van deze regel in het Egypte van vandaag.” Ook de linkse leider Mahdi Ben Barka was van mening dat polygamie zeker geen na te streven ideaal is, en dat het tegenwoordig enkel een legalisering is van de informele polygamie die in het westen heerst, doordat de mannen er een minnares hebben. Voor hem was polygamie, al dan niet gelegaliseerd uit den boze.

In Pakistan kiest de belangrijke denker Muh'ammad Iqbal vaak de kant van de traditionalisten inzake sociale kwesties, maar ook hij is gekant tegen het hedendaags beoefenen van polygamie. Hij stelt dat er inderdaad een periode geweest is in de geschiedenis van de islam waarin polygamie gewenst was, maar dat dit in de maatschappij vandaag niet meer van toepassing is. Verder vindt hij dat de voorwaarden die de Koran oplegt aan een man om meerdere vrouwen te hebben zo streng zijn dat de Koran eigenlijk monogamie intendeert.

Zoals we reeds in een vorig hoofdstuk hebben gezien deelt Amina Wadud niet de mening van Muh'ammad ‘Abduh wat betreft het huwen van de vrouwelijke wezen waarvan sprake is in het derde vers van soera De Vrouwen, maar ze zijn het er allebei over eens dat de werkelijke betekenis van het vers gaat over rechtvaardigheid tegenover de vrouwen, zij het dan wezen of niet. Wadud bekijkt de kwestie van polygamie vanuit een economisch standpunt, in de context van een onderwerpingshuwelijk. Dit soort huwelijk was gebruikelijk in de tijd van de Profeet, en betekent dat een man onderhoud verschuldigd is aan zijn echtgenote, en zij in ruil daarvoor gehoorzaam is. Polygamie is volgens Wadud dan ook een mogelijke oplossing om vrouwelijke wezen te beschermen tegen financieel misbruik door mannelijke voogden. Tegenover de toegang tot de bezittingen van de wees staat immers de economische plicht van de man om haar te onderhouden. Ze haalt aan dat de meeste commentatoren van de Koran monogamie als het ideaal zien, omdat in de tweede soera een vorm van wederkerigheid wordt uitgedrukt: “Zij [vrouwelijk meervoud] zijn bekleding voor jullie [mannelijk meervoud] en jullie bekleding voor haar.” Dit ideaal kan echter niet bereikt worden als de man zijn aandacht moet verdelen tussen meer dan één gezin. Het argument van voorstanders die polygamie als een oplossing zien voor maatschappelijke problemen zoals werkloosheid en alleenstaande werkende vrouwen, haalt Wadud onderuit door te stellen dat het al lang niet meer zo is dat vrouwen economisch machteloos in de maatschappij staan, en ze vaak financieel zelfstandig zijn. Wadud erkent het probleem van een onvervulde kinderwens, maar wijst het argument dat polygamie een oplossing is van de hand. Ze zegt dat er tegenwoordig heel veel weeskinderen zijn die baat zouden hebben bij de liefde van een kinderloos echtpaar. Ondanks het ontbreken van de belangrijke bloedband vindt zij het belangrijker dat men zijn mededogen toont door het opvangen van een kind eerder dan een kind te verwekken bij een andere vrouw. De derde beweegreden voor polygamie gaat volgens haar volledig in tegen de geest van de Koran, namelijk dat als een man niet bevredigd wordt door één enkele seksuele partner hij er dan maar twee, drie of vier moet nemen, en dat pas na de vierde aan de koranische principes van zelfbeheersing, bescheidenheid en trouw moet worden gedacht. Deze morele verplichtingen worden immers van de vrouw vereist, maar ze zijn van even groot belang voor haar man. God heeft aan beide seksen de verantwoordelijkheid van een goede morele zeden gegeven, en dus moeten ze daar beiden naar handelen. Wadud ziet ook een bewijs voor de voorkeur voor monogamie in de verzen die betrekking hebben over de geschillen tussen de twee echtelieden, namelijk wanneer er sprake is dat de man en de vrouw tijdelijk niet hetzelfde bed delen, als afkoelingsperiode. ‘Aparte bedden’ kan volgens haar echter slechts betekenis hebben als het echtpaar altijd hetzelfde bed deelt, wat in het geval van polygamie niet het geval is.

Ook de Egyptische voorvechtster van vrouwenrechten Nawal El-Saadawi is de mening toegedaan dat een man onmogelijk zijn gelijke aandacht aan twee, laat staan meer gezinnen kan geven. Ze stelt dat een man altijd een voorkeur zal hebben voor een vrouw, logischerwijze geeft hij de voorkeur aan de nieuwe vrouw boven de voorgaande. Zodoende is het dus onmogelijk voor een man om zijn vrouwen gelijk te behandelen, zelfs niet de Profeet. El-Saadawi geeft enkele verhalen als voorbeeld waaruit blijkt dat Muh'ammad ook niet in staat was zijn vrouwen volledig gelijk te behandelen.

Een andere voorvechtster voor vrouwenrechten spreekt zich dan weer uit voor polygamie. Fatima Gailani is een Afghaanse, en laat zich liever geen feministe noemen, maar trekt zich het lot van de islamitische vrouwen wel aan. Zij vindt dat polygamie in bepaalde omstandigheden wel een oplossing is, zoals voor oorlogsweduwen en wezen die moeilijkheden hebben om voor zichzelf te zorgen dewelke er in haar land veel zijn. Anderzijds vindt zij dat het net deze specifieke omstandigheden zijn die polygamie toelaatbaar maken, ook vanuit islamitisch standpunt. Zelf scheidde zij van haar man toen deze na zeventien jaar huwelijk met een tweede vrouw wilde trouwen. Ze vindt dat elk islamitisch land het recht heeft om polygamie uit de wet te bannen wanneer er duidelijk geen noodzaak meer aan deze toelating is. Anderzijds, wanneer deze noodzaak wel bestaat, stelt ze dat islamitische vrouwen deze toelating zullen aanvaarden, hoezeer deze ook onderdrukkend mag lijken voor het westen. “Ik zal het aanvaarden omdat ik in God geloof, in Zijn Profeet en in onze Heilige Boeken. Het Goddelijke verstand weet het beste wat goed is voor ons.”

Tariq Ramadan is van mening dat polygamie in theorie wel toegelaten is, maar dat de voorwaarden ervoor nauwelijks ingevuld kunnen worden. Hij begrijpt dat vrouwen in onze huidige tijd in een dergelijke situatie erg ongelukkig kunnen zijn, maar hij vindt dat er voor een stuk een gebrek aan informatie is vóór het huwelijk, informatie die reeds zou moeten worden verstrekt in het basisonderwijs, maar daar is ondanks het islamitisch streven naar onderwijs nog steeds een groot gebrek aan in vele islamitische landen. Het grote probleem voor hem is dat de vrouwen zich niet bewust zijn van hun rechten als moslima, in een maatschappij die dikwijls geen weet heeft, of geen rekening houdt met de plichten die aan polygamie verbonden zijn. Vrouwen die geen deel willen uitmaken van een polygaam huwelijk hebben daar volgens hem het recht toe, en moeten dit laten opnemen in hun huwelijkscontract waartoe de beide partijen zich verbinden. Anderzijds kan een vrouw niet verplicht worden om in het huwelijk te treden met een man die reeds gehuwd is. Vaak worden cultuur en religie met elkaar vermengd, en weten de vrouwen niet dat een polygaam huwelijk islamitisch niet verplicht is, ook al beweren sommige mensen van wel en zijn vele huwelijken in hun omgeving wel polygaam. Ramadan vindt het dan ook erg belangrijk dat er vrouwen opstaan die hun rechten als moslima kennen en deze opeisen, zonder zich verplicht te voelen te verwesteren of hun religie op te geven. Feminisme en vrouwenrechten zijn volgens hem niet uitsluitend een zaak voor westerse of verwesterde vrouwen, het zit vervat in de islam zelf. De stelling dat een vrouw slechts vrij kan zijn wanneer zij haar religie opgeeft is volgens hem dan ook volkomen onterecht en een bewijs van het westers imperialisme die haar ideologie aan de rest van de wereld wil opdringen. Het feit dat Turkije en Tunesië polygamie grondwettelijk hebben verboden is volgens Ramadan zeker geen te volgen voorbeeld voor andere islamitische landen. Hij geeft daar drie redenen voor. De eerste is historisch, namelijk dat het aanpassen van de grondwet in deze landen gebeurd is onder invloed van het kolonialisme. De volkeren van deze landen waren het niet altijd eens met deze aanpassingen, maar ze werden dikwijls met geweld opgelegd door deze kolonisators. De tweede reden is dat de overheid van deze landen vaak seculiere dictaturen zijn die hun wetgevingen onder dwang aan de bevolking opleggen, en dat het aantal politieke gevangenen in deze landen dan ook niet gering is, zoals vandaag het geval is in Turkije, die onder het juk van een militaire dictatuur zit. Moeten moslims dan willens nillens de seculiere wetten van dit regime opvolgen? Ten derde stelt Ramadan dat het westen geen enkel recht heeft om te stellen dat zijn maatschappijmodel of ideologie de voorkeur geniet boven een ander. Het westen beweert dat enkel zijn vrouwen juist en vrij behandeld worden en dat zij de echte bewakers van de rechten van de mens zijn, maar dit is volgens hem slechts relatief. Enkel wie de westerse ideologie volgt is goed in hun ogen, terwijl praktiserende moslims, mensen die zich afzetten tegen de westerse mentaliteit of vrouwen die ervoor kiezen de sluier te dragen gearresteerd of geschaduwd worden of als terrorist bestempeld, waardoor ze vaak hun job verliezen en door de maatschappij verstoten worden. Tot zover de rechten van de mens, stelt hij. Het feit dat Tunesië en Turkije polygamie hebben afgeschaft zeggen volgens hem niets over het werkelijke statuut van de vrouwen en hun rechten.

Het meervoudige huwelijk van de Profeet

Het bekendste polygame huwelijk in de islam is ongetwijfeld het huwelijk van de Profeet Muh'ammad zelf, maar toch zorgt dit ook voor enige polemiek. Vooral tegenstanders van Muh'ammad nemen aanstoot aan het feit dat de Koran het aantal wettige vrouwen voor een man limiteert tot vier, terwijl de Profeet zelf op een bepaald ogenblik meerdere vrouwen had. Hun aantal verschilt trouwens naargelang de auteur die het huwelijk van de Profeet beschrijft, sommigen beweren negen, anderen gaan tot een aantal van elf echtgenoten. Ze verwijten hem dan ook dat hij zich zelf niet aan de regels kan houden, en stellen daardoor zijn hele profeet- zijn in vraag. Anderen beweren dat het net door zijn status van Profeet komt dat Muh'ammad van God de toelating heeft gekregen om meer dan vier vrouwen tegelijkertijd te hebben. Zo is er een Koranvers dat zegt: ?“O Profeet, voorwaar, Wij hebben jou jouw echtgenotes die jij hun bruidsschat hebt gegeven toegestaan, […] en een gelovige vrouw die zichzelf aan de Profeet schonk, als de Profeet haar wenst te huwen, als een uitzondering voor jezelf, die niet geldt voor de gelovigen. […] ” In deze soera wordt aan Muh'ammad de toestemming gegeven om met meer dan vier vrouwen te trouwen, maar deze regel geldt enkel voor de Profeet.

Anderzijds is er op een bepaald ogenblik een ander vers van de Koran neergedaald waarin het de Profeet verboden werd om zich nog door een huwelijk aan andere vrouwen te verbinden. Er bestaan heel wat verschillende opinies over het huwelijk van de Profeet, en over de vrouwen waarmee de Profeet zich verbond. Sommige auteurs beweren dat alle vrouwen strategisch werden uitgekozen voor een huwelijk omwille van de politieke waarde of de waarde van de familieverbintenis daarvan, andere auteurs beweren dat behalve ‘Aisha, zijn jongste vrouw, alle anderen weduwen waren, die hun man hadden verloren bij veldslagen. Omdat voor hen de kans klein was dat zij daarna nog een echtgenoot zouden vinden die zich over hen zou ontfermen zou de Profeet met hen zijn getrouwd. Zo is er bijvoorbeeld Hafsa, de dochter van ‘Umar, waarvan de echtgenoot gestorven was in ofwel de strijd van Badr ofwel de strijd van Uhud, Zaynab, de weduwe van een strijder van de Slag bij Badr, en Umm Salama, de weduwe van één van de neven van de Profeet, die gesneuveld was tijdens de slag bij Uhud. Van één vrouw is echter geweten dat zij geen weduwe was toen zij met de Profeet trouwde, en dat is Zaynab bint Jahsh.

Andere bronnen beweren dat de Profeet meerdere vrouwen trouwde omdat hij graag mannelijke nakomelingen wilde. Er zijn zonen van de Profeet geboren, maar deze zijn allen op jonge leeftijd gestorven. Een andere auteur zegt dat de meeste vrouwen van de Profeet inderdaad weduwen waren toen hij met hen trouwde, en dat ze door hun huwelijk met hem de speciale status van ‘moeder der gelovigen’ kregen. Dit maakte het voor de Profeet onmogelijk om van hen te scheiden, want daardoor zou niemand het aandurven om daarna nog met hen te trouwen, en zouden ze alleen zijn achtergebleven. Daarom oversteeg hun aantal het aantal toegelaten voor de andere moslims, namelijk vier.

Ook over de manier waarop de leden van zijn gezin onderling met elkaar omgingen, bestaat onenigheid bij de verschillende auteurs, maar zijn voorliefde voor het vrouwelijke geslacht lijkt in ieder geval wel vast te staan. Zijn eerste huwelijk echter met de oudere vrouw Kadija, een rijke en machtige zakenvrouw is gedurende 25 jaar steeds monogaam gebleven tot aan haar dood. Volgens een enkele auteur heeft Kadija zelf aan de Profeet gestipuleerd dat zij zijn enige echtgenote zou blijven tot aan haar dood. En op deze manier zou ook Fat?ima, de dochter van Muh'ammad en Kadija gedaan hebben met haar echtgenoot ‘Ali. Beide mannen zouden slechts na de dood van hun beider echtgenotes meerdere huwelijken zijn aangegaan. Ook na haar overlijden zou Muh'ammad steeds met zeer veel respect en liefde over zijn eerste vrouw hebben gesproken, wat soms irritatie opwekte bij zijn latere geliefkoosde vrouw ‘Aisha. Zij wordt genoemd als zijn favoriete echtgenote, ook al had hij tijdens zijn huwelijk met haar verschillende andere vrouwen. Ook hier weer nemen de tegenstanders van de Profeet aanstoot aan het feit dat de Koran absolute onpartijdigheid en gelijkheid tussen de verschillende echtgenotes voorschrijft, terwijl hij zelf zijn voorliefde voor ‘Aisha niet kon verbergen. Hij probeerde het wel, door om de beurt een nacht bij hen door te brengen, en door loting te bepalen welke twee vrouwen hem mochten vergezellen op zijn tochten, en hij had zelf gezegd in een h'adit dat een man die met meer dan één vrouw getrouwd is maar een voorkeur heft voor de éne, op de Dag der Opstanding zal opstaan met één zijde verlamd. Toch was het voor iedereen duidelijk dat ‘Aisha zijn favoriete vrouw was. Zij was de dochter van zijn trouwe vriend en metgezel Abu Bakr, die hem zijn dochter op jonge leeftijd als bruid schonk, sommigen beweren op de leeftijd van negen jaar. Velen zien hierin perversiteit en klagen aan dat de Profeet een kind als bruid nam, andere bronnen beweren dat ‘Aisha bij haar ouders is gebleven tot zij mentaal en lichamelijk rijp was om haar taak als echtgenote op zich te nemen.

Er zijn vele verschillende meningen of het gezinsleven van de Profeet al dan niet harmonieus verliep. Zelf zou hij erg tolerant, flexibel, liefdevol en met humor zijn omgegaan met zijn vrouwen, en zou hij hen allen gelijk hebben behandeld wat betreft de materiële zaken van het leven, zoals kleding, voeding en huisvesting. Dit zijn immers de zaken waarin het makkelijker is om de vrouwen gelijk te behandelen. Ook de beurtrol die de Profeet hanteerde om zijn vrouwen te bezoeken zou volgens bepaalde auteurs vlot zijn verlopen, terwijl het echter soms moeilijker was voor Muh'ammad om zijn affectie en liefde gelijk te verdelen over hen. ‘Aisha vertelt dat de Profeet de beurtrol respecteerde en rechtvaardig was tussen hen, maar tot God bad: “ O God! Ik heb deze beurtrol geregeld zoals ze in mijn macht ligt; maar veroordeel mij niet voor de zaken die enkel U in Uw macht hebt.” Hiermee bedoelde de Profeet dat de materiële en praktische zaken gemakkelijk te regelen zijn, in tegenstelling tot de affectie en voorkeur die men onwillekeurig voor een vrouw kan voelen, en wat voor wrevel bij de anderen kan zorgen. In ieder geval zeggen vele bronnen dat de Profeet hard zijn best deed om met de gevoelens van alle vrouwen rekening te houden, en geen enkele ervan moedwillig te kwetsen.

Volgens anderen konden de vrouwen het soms onderling niet zo goed met elkaar vinden. Sommige auteurs benadrukken dat het helemaal niet zo sereen verliep als de voorstandersvan polygamie willen laten uitschijnen, en ook in de h'adit worden af en toe anekdotes vermeld over kleine strubbelingen en irritaties die ontstonden tussen de verschillende echtgenotes van de Profeet. Zo is er een h'adit die ik meerdere malen ben tegengekomen over de Profeet die bij één van zijn vrouwen was, terwijl een andere vrouw hem een schotel met eten liet brengen. De vrouw waar hij bij zat was jaloers en in een wild gebaar van haar brak de schotel. De Profeet zou toen rustig de stukken bij elkaar hebben gezocht en het eten met haar hebben gedeeld. Later zou hij een nieuwe schaal hebben laten brengen naar de andere vrouw. Dit verhaal toont aan dat de Profeet begreep dat het voor de vrouwen niet altijd gemakkelijk was om hun echtgenoot te moeten delen. Jaloezie en afgunst zouden de vrouwen af en toe parten hebben gespeeld, vooral wat betreft de voorliefde van Muh'ammad voor zijn jongste vrouw ‘Aisha, maar ook zij bleef niet van negatieve gevoelens van afgunst gevrijwaard. Zij had het vooral moeilijk met de diepe liefde en respect die de Profeet nog steeds voelde voor zijn overleden echtgenote Kadija. Er is ook het verhaal over één van de vrouwen van de Profeet, Maria de Kopt, die aan de Profeet werd geschonken door een Egyptisch heerser. Zij zou van een uitzonderlijke schoonheid zijn geweest en de Profeet zou erg sterke gevoelens voor haar hebben gekoesterd, zodat hij verschillende dagen en nachten met haar spendeerde en zijn andere vrouwen verwaarloosde. Deze voelden daarom sterke gevoelens van jaloezie jegens Maria. De ruzie liep zelfs zo uit de hand dat de Profeet zich een maand terugtrok van al zijn vrouwen om zich te bezinnen. Het gerucht liep zelfs dat hij van hen allen zou scheiden, wat voor grote consternatie zorgde, zowel binnen het huishouden als bij de vroege gemeenschap. Toen hij terugkwam uit bezinning had Muh'ammad een openbaring ontvangen…, en hij stelde elk van zijn vrouwen voor de keuze: Ofwel koos ze voor het aardse leven en liet hij haar in alle eer gaan en zou hij van haar scheiden, ofwel koos ze voor de beloning van het Hiernamaals en schikte ze zichzelf naar de positie van de vrouw van de Profeet. Allen kozen ze voor het laatste, misschien onder druk van ‘Aisha.

Ook op de band die de Profeet met ‘Aisha had waren de andere vrouwen jaloers, maar om hem te plezieren stonden ze vaak hun nacht met hem af zodat hij bij ‘Aisha kon zijn. Wanneer ze zich echter beklaagden over de vele tijd die hij met haar doorbracht, legde Muh'ammad uit dat hij bij haar de meeste openbaringen ontving. Over het aantal vrouwen van de Profeet zijn de bronnen uiteenlopend, alsook over hun identiteit, en de reden waarom Muh'ammad hen als vrouw nam.

De gelijke behandeling tussen de echtgenotes

Als belangrijkste voorwaarde voor het huwen van meerdere echtgenotes stelt de Koran dat men ze allen volledig onpartijdig en gelijkwaardig moet behandelen, zowel op het materieel vlak als op het gebied van affectie. Dit betekent concreet dat ook de nachten die een man met zijn vrouwen doorbrengt eerlijk verdeeld moeten worden onder de verschillende vrouwen. Ook al omdat elk van de vrouwen evenveel kansen zou moeten krijgen om zwanger te worden. Een uitzondering op die regel is wanneer er een nieuw huwelijk plaatsvindt. Wanneer de vrouw een maagd is heeft zij recht op zeven nachten ononderbroken na elkaar samen met haar man, in het andere geval indien de vrouw reeds gehuwd was heeft zij recht op drie nachten. Nadien moet men zich houden aan een vaste beurtrol waarbij elke vrouw evenveel aandacht en tijd krijgt als de anderen. Door omstandigheden kan de vrouw echter wel zelf haar nacht afstaan aan één van de andere vrouwen, door bijvoorbeeld ziekte of ongesteldheid, of enkel omdat zij haar man wil plezieren door hem een extra nacht bij een andere vrouw te schenken. Dit lijkt op het eerste gezicht vreemd, maar er wordt gezegd dat bijvoorbeeld ook de vrouwen van de Profeet regelmatig hun nacht afstonden aan ‘Aisha, die zijn meest geliefde vrouw was, om zo in de gunst te staan bij hem. Zo is er bijvoorbeeld een verhaal overgeleverd door ‘Aisha, over Souda, de dochter van Zama’a. “Deze vrouw werd oud, en de Profeet van Allah, moge Allah hem zegenen en vrede schenken, bezocht haar niet vaak meer. Ze wist dat hij voor mij een speciale plaats in zijn hart had en dat hij meer nachten met mij doorbracht. Ze was bang dat hij haar zou verlaten en dat ze zijn gevoelens –wat hij ook voor haar voelde- voor haar zou verliezen. Dus zei ze tegen hem: ‘O, Profeet van Allah, de dag die voor mij bestemd is kunt u nemen voor ‘Aisha en ik scheld u uw belofte kwijt.’ En de Profeet van Allah, moge Allah hem zegenen en vrede schenken, nam haar aanbod aan.” Toch is het niet altijd zo dat een vrouw vrijwillig haar dag afstaat, en dat de vrouwen het niet pikken als een andere vrouw beslag legt op haar tijd met haar echtgenoot, wat blijkt uit volgende anekdote: “In het boek at-T?abaqat al- Kubra wordt verteld dat H?afsa, de vrouw van de Profeet eens een hele dag weg was. Toen H?afsa terugkwam en door de deur binnenging, trof ze de Profeet aan samen met zijn vrouw. Ze zei tegen hem: ‘O Profeet, in mijn huis, op mijn dag en in mijn bed!’ De Profeet van Allah antwoordde: ‘Zwijg, ik zweer bij Allah dat ik haar nooit meer zal aanraken, maar zeg niets over wat er gebeurd is.’”

Ook op materieel vlak moet er een gelijkheid zijn tussen de verschillende vrouwen, dit heeft als direct gevolg dat eigenlijk enkel de rijken zich meer dan één echtgenote en de daar bijhorende kinderen kunnen permitteren. Dit is doorheen de geschiedenis steeds zo geweest, maar is ook één van de belangrijkste redenen waarom polygamie ook vandaag minder vaak voorkomt. Anderzijds kunnen we dan weer stellen dat in sommige gemeenschappen net arme gezinnen die nood hebben aan extra werkkrachten investeren in een tweede echtgenote als hulp in het huishouden en bij de arbeid.

Polygamie in het christendom en het jodendom

De twee andere monotheïstische godsdiensten lijken op het eerste gezicht geen polygamie voor te staan, maar toch zijn er bronnen die het tegendeel beweren, en zeggen dat polygamie helemaal geen louter islamitisch gegeven is, en dat polygamie reeds veel vroeger bestond bij de religieuze gemeenschappen, vòòr de komst van de islam. Zo stellen Neyrinck en Ramadan in hun boek dat de pré- islamitische situatie, waarin polygamie wijdverspreid was maar aan geen enkel regelgeving onderhevig was, gewoon een voortzetting was van de situatie in de tijd van de joodse aartsvaders. Abraham, Mozes, David en Salomon waren immers allen polygaam. In het jodendom wordt polygamie niet letterlijk verboden, maar in de praktijk wordt het niet vaak toegepast. Indien het wel wordt gepraktiseerd dan is dat vaak als een man sterft en een vrouw en kinderen achterlaat. Het is de gewoonte dat dan de broer van de man de vrouw als echtgenote neemt en voor de kinderen instaat, ook al is hij reeds gehuwd, waardoor een polygaam huwelijk ontstaat. In de praktijk echter is het de keuze van de vrouw of zij ook werkelijk de echtgenote van haar schoonbroer wil worden.

Op het eerste gezicht lijkt het christendom heel fel gekant tegen polygamie, en ook nu draagt de Kerk het monogame, heteroseksuele huwelijk hoog in het vaandel. Toch kan men in het Nieuwe Testament enkele parabels vinden waarin een polygaam huwelijk wordt goedgekeurd, bijvoorbeeld in de Parabel van de Tien Maagden, in het evangelie van Mattheüs. *“Dan zal het met het koninkrijk der hemelen gaan zoals met de tien meisjes, die met hun lampen op weg gingen, de bruidegom tegemoet. […] Omdat de bruidegom op zich liet wachten, dommelden ze allemaal in. Midden in de nacht klonk er geroep: “Daar is de bruidegom! Ga hem tegemoet!” Toen stonden alle meisjes op en maakten hun lampen in orde.[…] Toen ze weg waren om te kopen, kwam de bruidegom, en de meisjes die klaar stonden, gingen met hem mee voor de bruiloft, en de deur ging dicht.[…] ”

Hani Ramadan ziet hierin het bewijs dat het christendom polygamie niet afwijst en dat het door Jezus niet werd verboden. Hij prijst dan ook de Koran die paal en perk heeft gesteld aan de misbruiken die er voor de komst van de islam bestonden. Andere auteurs zeggen dan weer dat het christendom polygamie wel degelijk afkeurt, en dat het vervat zit op het verbod van de echtscheiding, want God zegt: *“Dat het verboden is om zijn vrouw te verlaten voor een andere vrouw, omdat het is zoals overspel.” Dit betekent dat men geen tweede keer mag trouwen, zolang de eerste vrouw nog in leven is, en geldt dus niet voor een weduwnaar. Voor deze auteurs is het dus duidelijk dat het christendom polygamie ten stelligste afkeurt, en ze verwijzen naar Adam die door God ook slechts één enkele echtgenoot werd geschonken. Verder vinden we in het evangelie van Mattheüs de volgende tekst: *“Er kwamen Farizeeën op Hem af om Hem op de proef te stellen. Ze zeiden: ‘Is het een man geoorloofd zijn vrouw te verstoten om een willekeurige reden?’ Hij gaf ten antwoord: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper hen vanaf het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? En dat Hij gezegd heeft: Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn? Ze zijn dus niet meer twee, maar één. Dus, wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.’ ” Ook het Katholieke Woordenboek der Theologie bevestigt dat Jezus het primitieve ideaal wilde restaureren, namelijk de eenheid en onbreekbaarheid van het huwelijk. Christelijke auteurs vinden dit alles een duidelijk bewijs dat het christendom absolute monogamie voorstaat.

Er is echter een stroming in het christendom die polygamie wel beoefent, en dit zijn de Mormonen, een christelijke gemeenschap die vooral in de staat Utah in de Verenigde Staten van Amerika te vinden is. Niet iedereen van deze gemeenschap is het hiermee eens, en vele leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, zoals de gemeenschap officieel heet, distantiëren zich van het hebben van meerdere echtgenotes, en beschuldigen de anderen ervan de wetten van hun land te overtreden, iets wat in deze kerk verboden is.

Zoals reeds vermeld geven enkelen wel toe dat polygamie in het Oude Testament wel bestond, zoals bijvoorbeeld bij David en Salomon, maar zeggen zij dat dezen later streng hebben geboet voor hun dwaling. Andere auteurs gaan zelfs verder door te stellen dat God polygamie niet letterlijk verbood, maar dat het gezien moet worden als een teken van de zwakheid en feilbaarheid van de menselijke cultuur, waardoorheen de Openbaringen zijn gekomen.

Er zijn ook bronnen die erop wijzen dat er een christelijk- islamitisch dialoog was over dit onderwerp, bijvoorbeeld een brief die wordt toegeschreven aan John van Tella, met als titel “Brief aan de periodeutes Theodosius over monogamie.” Het zou gaan om een antwoord die John van Tella geeft aan een anonieme moslim die aan Theodosius vraagt waarom een christen niet met twee vrouwen tegelijkertijd mag trouwen. Het lijkt er echter op dat deze bron niet authentiek kan zijn, aangezien John van Tella geboren werd in 483 AD, en gestorven is in het midden van de zesde eeuw, nog voordat Muh'ammad de openbaringen heeft ontvangen en er dus sprake kon zijn van een christelijk- islamitisch dialoog. Meer aannemelijk is dat de auteur een bisschop is die Jonah heet, en de titel “Brief van de heilige heer Jonah, bisschop, aan Theodore de periodeutes” is. De brief begint als volgt: “Aan onze eerbiedwaardige en vrome broeder, heer Theodore, [van] de nederige Jonah: Aangezien ik als beginpunt de conversatie nam, die u zoals u zei met enkele personen hebt gehad, was ik gebrand om meer te weten te komen, zodat ik diegenen die er in geïnteresseerd zijn kon inlichten, vraag ik u: “Waarom is het dat u aan ons verklaart dat het ongepast is dat een man twee vrouwen tegelijkertijd heeft, ook al bestaat er in de Heilige Geschriften en de uitspraken van de heilige kerkvaders geen enkele aanwijzing daarvoor?”

Daarna gaat de auteur verder met het verdedigen van monogamie door het geven van bewijzen uit de schriften en door redelijke argumentatie. De verwijzing in de brief “aan ons” wijst er op dat de vraagsteller christenen zijn en geen anonieme moslim. Mogelijk werd de vraag gesteld door christenen nadat men de gewoonte van polygamie bij moslims zag, maar dat is niet bewezen, vooral niet omdat de kwestie van polygamie ook bij christenen voor de komst van de islam ter sprake is gekomen, bijvoorbeeld in de synode van Mar Aba I in 544 AD, waar werd gestipuleerd dat mannen geen tweede echtgenote mochten nemen. De authenticiteit van de brief staat echter niet volledig vast, omdat het om een manuscript gaat uit de dertiende eeuw, waarvan de inhoud heel uiteenlopend is.

Polygamie en de wet

Zoals eerder vermeld is elke vorm van polygamie verboden in België, en in vele islamitische landen worden nu grote inspanningen gedaan om beperkingen op polygamie op te leggen. Het huwelijkscontract biedt ook de kans om een polygaam huwelijk tegen te gaan. De vrouw kan er namelijk in laten vastleggen dat de man geen tweede huwelijk mag sluiten zonder haar toestemming, of dat bij een tweede huwelijk het eerste automatisch teniet wordt gedaan. In de praktijk komt het echter niet zo vaak voor dat vrouwen van dit recht gebruik maken, al proberen feministische actiegroepen vrouwen hierover wel in te lichten en hen aan te sporen dit wel te doen. Het zijn voornamelijk dochters uit de hogere klassen met een hoger opleidingsniveau die van dit recht gebruik maken, of hun ouders. Een voorbeeld hiervan is de moeder van de beroemde Egyptische feministe van het eerste uur H?uda Šarawi (1879-1947), die haar dochter contractueel probeerde te beschermen tegen polygynie door van de echtgenoot te eisen dat hij geen relatie meer zou onderhouden met zijn concubine bij wie hij kinderen had, en ook geen tweede vrouw zou huwen. Aanvankelijk weigerde de man, maar omdat hij als neef en voogd van het meisje toch zijn rechten wilde laten gelden en haar trouwen legde hij contractueel vast dat hij zijn concubine de vrijheid schonk en monogaam zou blijven. Toen hij later toch weer een relatie met deze vrouw begon ontleende Šarawi hieraan het recht om van hem te scheiden. Niet alle vrouwen die gaan trouwen hebben echter het geluk dat hun ouders zo voor hun rechten opkomen, vaak is er een terughoudendheid vanwege de ouders, het meisje zelf of haar voogd om al te veel eisen te stellen voor een huwelijk, of anders concentreren ze zich vooral op de financiële kant van de zaak. Anderen zijn simpelweg niet op de hoogte van de mogelijkheid om deze zaken in het huwelijkscontract te laten opnemen.

De zaak van het concubinaat is met het afschaffen van de slavernij in de praktijk verdwenen. Andere vormen van ongehuwd samenleven komen wel voor in islamitische landen, maar zijn in de regel onwettig en religieus verboden. Het tijdelijke of genotshuwelijk (mut’a) bestaat alleen nog bij de ši’i en komt nog voor in Iran. Het is een maatregel die wordt genomen om prostitutie tegen te gaan. Gehuwde of ongehuwde mannen kunnen op deze manier een tijdelijk huwelijk sluiten via een mondeling of een schriftelijk huwelijkscontract met een ongehuwde vrouw (maagd, gescheiden of weduwe) voor een bepaalde afgesproken tijd, die kan variëren van een uur tot 99 jaar, waarin tevens een bedrag genoemd wordt als huwelijksbetaling voor de vrouw. Het kan zowel op aanvraag van de man als van de vrouw en er hoeft geen getuige of mullah bij aanwezig te zijn. Naast zijn vier wettige vrouwen kan een man zoveel tijdelijke huwelijken sluiten als hij maar wil, maar een vrouw kan slechts één echtgenoot tegelijkertijd hebben, zowel permanent als tijdelijk.

Terwijl polygamie vroeger een veel voorkomend fenomeen was in de islamitische wereld, lijkt het vanaf de jaren ’60 en ’70 eerder een natuurlijke dood te sterven. Het leven wordt duurder, en dus ook het onderhouden van meer dan één vrouw. Daarbij komt nog dat men elke keer aan een nieuwe vrouw een bruidsschat moet betalen. Wanneer men de voorwaarden die de Koran stelt letterlijk wil nakomen zou men voor iedere vrouw en haar kinderen ook een aparte woonst moeten hebben. Anderzijds zijn vrouwen nu vaker ook hoger opgeleid en onder invloed van de westerse mentaliteit aanvaarden ze een polygaam huwelijk niet.

Polygamie in de praktijk

De bronnen zijn het meest uiteenlopend over de werkelijke praktijk van polygamie, zowel in de tegenwoordige tijd of het recent verleden. Sommigen beweren dat het erg wijdverspreid is, anderen zeggen na onderzoek tot de conclusie zijn gekomen dat slechts een klein percentage van de islamitische huwelijken polygaam is. En indien een man meerdere vrouwen heeft, woont hij dan vaak nog slechts met één vrouw, terwijl zijn andere echtgenote(s) bij hun zonen inwonen, dus er niet echt sprake is van een zuivere polygame relatie.

Hier volgen enkele voorbeelden van onderzoeken hieromtrent verricht: Fernea vond in zijn onderzoek in 1969 dat slechts 9% van de huwelijken in de stad Daghara in Irak polygaam waren, terwijl zijn collega Antoun in een andere stad Kufr Al-Ma tot 10 % kwam. Lichtenstadter onderzocht een landelijke gemeenschap van meer dan 1000 inwoners in Egypte, en vond geen enkel polygaam huwelijk. Patai kwam in zijn onderzoek van het hele midden Oosten uit op een cijfer van 5- 10 %. Verder kan nog worden aangegeven dat sommige auteurs menen dat polygamie toegestaan is, maar enkel is weggelegd voor diegenen die het zich kunnen permitteren, en in praktijk zijn dat dus slechts enkelen van de maatschappij. Een andere auteur is dan weer van mening dat polygamie in de hogere klassen en middelste klassen verdwenen is, en meer voorkomt bij de lagere klassen op het platteland, of de oudere leden van een Bedoeïenenstam.

Tot slot nog een opmerking over polygamie en de vruchtbaarheid in de praktijk. Volgens Levy is het een misopvatting dat polygamie aan de basis ligt van het hoge geboortecijfer in het middenoosten. In een polygaam huwelijk zou elke vrouw apart niet meer kinderen krijgen dan een vrouw in een monogaam huwelijk, misschien wel eerder in tegendeel.
© 2008 - 2024 Nawale, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wat is Polygamie?Wat is polygamie? Men spreekt van polygamie als iemand, meestal een man, met meerdere partners tegelijk getrouwd is. Doo…
Polygamie: niet bevorderlijk voor de gelijkheid man-vrouwWanneer een persoon getrouwd is met meerdere partners geeft dit al snel verontwaardigde reacties. Polygamie is een leven…
Islam en seksualiteit vergeleken met onze samenlevingMensen uit de westerse cultuur weten verbluffend weinig over hoe de Islamcultuur in elkaar zit. Zij oordelen nochtans va…
Islam en seksualiteitReligies en seksualiteit lijken altijd op tamelijk gespannen voet met elkaar te staan. Religie dwingt seksualiteit in ee…

De Kerkelijke Kaart van NederlandIn Nederland struikelt men over de vele verschillende kerkgenootschappen. Gereformeerd, Nederlands Hervormd, Protestante…
Bronnen en referenties
  • Abuo-Negm Marei, W, Female emancipation and changing political leadership. A study of five Arab countries, doctoraatsverhandeling aan de State University van New Jersey 1978 Akbar, S A, De Islam en het Westen, Tirion/ Teleac 1993 Al-Albani, M N, Les bienséances du mariage, règles, politesses, educations conjugales et sexualité, vertaling uit het Arabisch, Bruxelles 2001 Anawati, GC, Borrmans, M, Tendences et courants de l’Islam Arabe contemporain, volume Egypte et Afrique du nord, Chr. Kaiser Verlag, München 1982 Arends, Douwe en Termeulen, Islam van A tot Z, Spectrum 2000 Baer, G, Population and society in the Arab East, vertaling uit het Hebreeuws door H Szöke, Greenwood Press publishers, Westport 1960 Barreau, JC, De l’Islam en général et du monde moderne en particulier, Le pré aux Clercs 1991 Baveja, MR, Woman in Islam, vertaling door Abdul Ali, Academic Literature, Delhi 1979 Bergé, M, Les Arabes, Editions Lidis Paris 1978-1983 Boz, P, L’Islam, Découverte et rencontre, Desclée de Brouwer, 1993 Bybee, DA, Muslim peasant women of the Middle-East. Their sources and uses of power, doctoraatsverhandeling aan de universiteit van Indiana 1978 Caratini, R, editor M Lafon, Le Génie de l’Islamisme 1992 Chebel, M, Le sujet en islam, éditions du Seuil 2002 Cragg, K, The house of Islam, Gonville and Caius College, Cambridge 1969 Cragg, K, The dome and the Rock, Jerusalem studies in Islam, London 1964 Dammen Mc Auliffe, J, Encyclopaedia of the Qur’an, Brill 2003 Daniel, N, Islam and the West, the Making of an Image, Edinburgh University Press 1960 Daniëls, H, Vrouwen tussen Koran en interpretatie, vrouwenemancipatie in een islamitische context, in het tijdschrift Lief en Leed, blz 147-153, nummer 2 2007 Dessing, NM, Rituals of birth, circumcision, marriage and death among Muslims in the Netherlands. Doctoraatsverhandeling aan de universiteit van Leiden, uitgeverij Peeters 2001 Driessen, H, editor, In het huis van de Islam, SUN 1997 El Saadawi, N, De gesluierde Eva, vrouwen in de Arabische wereld, in vertaling, Kritak Uitgeverij, Leuven 1980 Esposito, J L, Islam : The Straight Path, Oxford University Press 1988 Farsoun, SK, Culture and customs of the Palestinians, Greenwood Press, London 2004 Gairdner, WHT, The reproach of Islam, bewerkt door JC Rutgers, Islam en Christendom, Den Haag 1912 Gaudio, A, Pelletier, R, Femmes d’Islam ou le sexe interdit, Denoël/ Gonthier 1980 Gellner, E, Muslim society, Cambridge University Press, 1981 Gondal, M I L, Islamisme et christianisme, edited by A en R Roger en Chernovic, Paris 1965 Goodwin, J, Price of honor, Muslim women lift the veil of silence on the Islamic world, Little, Brown and company 1994 Hammons, TB, “A wild ass of a man.” American images of Arabs to 1948, doctoraatsverhandeling aan de universiteit van Oklahoma 1978 Holt, Lambton and Lewis, The Cambridge Hstry of Islam, vol 2B, Cambridge University Press 1970 Hopwood, D, Sexual encounters in the Middle East, the British, the French and the Arabs, Ithaca Press 1999 Hoylang, R, Seeing Islam as others saw it, The darwin Press, Princeton New Jersey 1997 Kramarae, C, Spender, D, International Encyclopedia of Women, vol 3, Routledge, New York 2000 Kreiser, Diem, Majer, Lexikon der Islamischen welt, 1974 Lane, EW, editor S Lane-Poole, Arabian society in the Middle ages, Curzon press 1971 Lapidus I M, A history of Islamic Societies, Cambridge University Press 1988 Laurant, A, editor, Vivre avec l’Islam? Reflections chrétiennes sur la religion de Mohomet, Editions Saint-Paul, Versailles 1996 Levy, R, The social structure of Islam, Cambridge 1957 Mathieu, G, Islam et Christianisme, entretien avec le prince héritier de Jordanie El Hassan bin Talal, in vertaling, Editions Brepols 1997 Maulana Muhammad, ‘A, The religion of Islam, National Publication and Printing House, UAR Manji, I, The trouble with Islam, 2004 Monteil, V, L’Islam Noir, une religion à la conquete de l’Afrique, Editions du Seuïl 1980 Nazir-Ali, M, Islam: A Christian Perspective, The paternoster press 1983 Neirynck en Ramadan, Peut-on vivre avec l’islam? Favre 1999 Perry, M E, The handless maiden, Moriscos and the politics of religion in Early Modern Spain, Princeton University Press 2005 Rippin, A, Muslims, Taylor and Francis Group 2005 Rippin, A, Muslims, Routledge 1993 Schimmel, A, In de naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige, in vertaling, Meirema 1997 Selim, N, De vrouwen van de Profeet: Wat heeft de Koran over de vrouw te vertellen? 2004 Smith, R, Kinship and Marriage in Early Arabia, London 1907 Suad, J, editor, Encyclopedia of Women and Islamic cultures, Family, Law and Politics, vol 2 and 3, Brill, Leiden en Boston 2005 Thijssen, H, editor, Women and Islam in Muslim societies, Den Haag 1994 Titus, M T, The religious quest of India: Indian Islam, Oxford University Press 1930 Trimingham, J S, Oxford University Press 1952 Turner, C, The basics of islam, Routledge, Taylor and Francis Group London and New York 2006 Waardenburg, Brugman, Jansen, Jansen, Islam in Paradiso, Standaard Uitgeverij 1985 Waardenburg, J, Islam, Norm, ideaal en werkelijkheid, Standaard Uitgeverij Antwerpen 1984 Wadud, A, De koran en de vrouw, in vertaling door L Touber, Bulaaq Amsterdam 2004 Wagnes, G, L’éloboration de la justice dans les domaines des mariages et de échanges de biens. Etude comparée de l’Ancien Testament et de Coran. Doctoraatsverhandeling aan de universiteit van Lausanne, Editions de la Baconnière, 1977 Weekes, R, Muslim Peoples, Greenwood Press 1978 Wensing, Handbook of Muh?ammadan Tradition Zebiri, K, Muslims and Christians Face to Face, Oneworld, Oxford 1997 Zepp, IG jr, A Muslim Primer, Wakefield Editions, Westminster Maryland 1992 Zwemer, Wherry, Barton, The Muh?ammadan World of To-Day, Fleming H Revell Company New York 1906
Nawale (1 artikelen)
Gepubliceerd: 02-03-2008
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Religie
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.