Jonge aarde creationisme
Het jonge aarde creationisme beweert dat de leeftijd van de aarde en het heelal "jong" is, slechts zo’n zes- tot tienduizend jaar oud. De basis van deze bewering ligt in het feit dat zij de bijbel volledig letterlijk nemen. In vroeger tijden waren er veel mensen die de bijbel letterlijk namen en ook geloofden dat de aarde jong was: het jonge aarde creationisme was in vroeger tijd gebruikelijk in het christelijke westen. Maar nadat aan het einde van de 18e eeuw er door verscheidene wetenschappelijke ontdekkingen bewezen werd dat de aarde ouder is dan wat jonge aarde creationisme leert, kregen ze veel minder aanhangers.
De schepping in 6 dagen
In het eerste Bijbelboek Genesis wordt verteld over de schepping van de wereld. In Genesis 1-11 schept een god een wereld, inclusief dieren, planten, mensen, zon, maan en sterren.
Het Bijbelboek Genesis is een onderdeel van het Oude Testament, wat bestaat uit verschillende Bijbelboeken die origineel in het klassiek Hebreeuws zijn geschreven. Het Hebreeuws is een oude taal die momenteel door niemand meer gesproken wordt, een zogenaamde ‘dode taal’. Alleen in de joodse godsdienst wordt het Hebreeuws nog gesproken. Het Hebreeuws heeft een relatief kleine woordenschat. Dit betekent dat er bij de vertaling van Bijbelteksten woorden op meerdere manieren vertaald kunnen worden.
Zo wordt er in Genesis, bij het scheppen van de wereld verteld dat de god alles geschapen heeft in zes ‘yom’. Yom kan op verschillende manieren vertaald worden naar het Nederlands. Zo kan het woord ‘yom’ in het Nederlands zowel ‘dag’ als ‘(relatief) lange periode’ betekenen. De jonge aarde creationisten houden vast aan de vertaling van ‘dag’ voor het woord ‘yom’ in Genesis. Zij zeggen dat deze scheppingsdagen letterlijk dagen van 24 uur geweest zijn.
Daarnaast hebben de jonge aarde creationisten nog een reden waarom zij vasthouden aan de letterlijke zes dagen. Deze reden is terug te vinden in Exodus. In Exodus 20 vers 11 wordt geschreven: ’Want in zes dagen heeft de Heere den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de Heere den sabbatdag, en heiligde denzelven.’ Mozes gebruikt hierin de scheppingsweek uit Genesis als model voor de werkweek met een rustdag, de sabbat.
Bepaling ouderdom aarde
Als de dagen in Genesis letterlijk genomen kunnen worden, dan is het mogelijk om terug te rekenen vanaf de geboorte van Jezus Christus terug naar Adam en Eva. In de bijbel zijn de voorvaderen van Jezus terug te vinden tot aan Adam. Van vele van de voorvaderen van Jezus staat in de Bijbel wanneer zij nageslacht hebben gekregen. Het is hierdoor mogelijk om door optelling van deze leeftijden te bepalen hoeveel jaren er tussen Adam en Jezus liggen. Deze optelling van de in de Bijbel genoemde leeftijden suggereert een veel jongere aarde dan de wetenschappelijke ontdekkingen op met name gebieden van geologie en archeologie, namelijk zo’n 6000 jaar. De jonge aarde creationisten trekken de uitkomsten van deze wetenschappelijke ontdekkingen in twijfel, zij houden vast aan de letterlijke bijbel, zij houden vast aan een aarde die ongeveer 6000 jaar oud is.
De jonge aarde creationisten betwisten de wetenschappelijke ontdekkingen of passen veel van de wetenschappelijke ontdekkingen in, in een relatief korte tijdspanne. De dinosaurussen hebben in hun beeld bijvoorbeeld gelijktijdig met de aartsvaders van de Bijbel geleefd en niet zoals de wetenschap aangeeft, miljoenen jaren geleden.
Aardlagen
De aarde bestaat uit verschillende aardlagen. De wetenschap heeft aangetoond dat deze aardlagen in miljoenen jaren zijn ontstaan. Dit is in de ogen van de jonge aarde creationist onmogelijk omdat de aarde slechts enkele duizenden jaren oud is. De jonge aarde creationist stelt dat de aardlagen niet in miljoenen jaren zijn gevormd, maar in een enkele keer. Volgens hen zouden de aardlagen gevormd zijn tijdens de zondvloed zoals deze in de Bijbel beschreven staat. Zo stelt de Duitse creationist Joachim Scheven dat de steenkoollagen van het Carboon de resten zijn van drijvend bos dat tijdens de zondvloed begraven werd.
Evolutie
In de Hebreeuwse bijbel wordt bij het scheppingsverhaal (Genesis) gebruik gemaakt van het woord baramin. Dit is in het Nederlands te vertalen als ‘soort’ of ‘type’. Hiermee wordt een groep aanverwante soorten bedoeld. De jonge aarde creationist gebruikt dit om te bewijzen dat de schepper verschillende soorten dieren en planten heeft geschapen. Volgens hen kan binnen de soort (baramin) wel (micro)evolutie plaatsvinden, wat ook wordt waargenomen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende rassen honden binnen de soort ‘hond’. Ook door gericht te fokken is het mogelijk om een nieuw ras te fokken. Echter is het volgens hen niet mogelijk om vanuit een bepaalde soort een nieuwe soort te evolueren, het is dus niet mogelijk om uit de soort ‘hond’ een ‘kat’ te fokken. Op deze manier is ook volgens hen de Ark van Noach te verklaren: Noach hoefde van elke soort (baramin) slechts een paartje mee te nemen.
Ook houden zij vast aan het ontbreken van tussenliggende schakels. Volgens hen zijn er geen fossiele overgangsvormen te vinden. Zo was er lange tijd geen overgangsvorm gevonden tussen de vissen en de gewervelde landdieren. Dit werd door de jonge aarde creationist gebruikt om aan te geven dat er geen tussenliggende schakels te vinden zijn. Toen er wel een overgangsvorm gevonden werd, zoals de Tiktaalik (gedefinieerd als: een uitgestorven chordadier dat behoort tot de klasse kwastvinnigen Sarcopterygii), wordt er door de jonge aarde creationist gewezen op het gat wat zit tussen de vissen en de Tiktaalik en het gat wat zit tussen de Tiktaalik en de gewervelde landdieren.