Nag Hammadi I.2 Geheime Boek van Jakobus
De tweede tekst uit de Nag Hammadi bibliotheek is minstens zo oud als de canonieke evangeliën en verwijst zelfs naar nog oudere oorspronkelijk Hebreeuwse boeken, die alleen voor de hoogst ingewijde leerlingen van de nieuwe beweging binnen de Joodse maatschappij toegankelijk was. Helaas zijn die oudste bronteksten, ook de Griekse waarop de Koptische vertaling berust, voor ons verloren, maar de dialoog-kern van het 'boek' wordt zo oud geacht als de brieven van Paulus. Nog belangrijker is dat, zoals in het Evangelie van Thomas, met deze 'brief' een apostel van Jezus zelf aan het woord gelaten wordt: Jezus' eigen broer en leider van de 'kerk'.
Getuigen van het geloof
Het traditionele christendom baseert zich voor het overgrote deel op de prediking en documenten die Paulus (of schrijvers die zich met zijn visies vereenzelvigden) ons naliet. Wie weinig tot zelfs niet aan het woord komen, zijn de mensen die Jezus zelf uitkoos om zijn boodschap uit te dragen: de twaalf apostelen. In de vier canonieke evangeliën zijn ze vaak niet meer dan deel van het publiek. In de Handelingen der Apostelen wordt Petrus een paar keer aan het woord gelaten, maar hij verdwijnt reeds vanaf het twaalfde hoofdstuk uit het verhaal. Zelfs tijdens die eerste twaalf, is zijn aanwezigheid verre van overweldigend. Een andere apostel die kort mag figureren is Filippus. Deze laatste is niet de apostel Filippus die Jezus uitkoos, maar een diaken aangesteld door de kerkvergadering in Jeruzalem, dus ook geen rechtstreekse getuige van Jezus' leven, dood en leringen. Rest ons nog Paulus, die de canon van het Nieuwe Testament volledig beheerst. Het wordt vaak vergeten, maar het is een onomstotelijk gegeven: Paulus was geen apostel. Hoewel de traditie dit wel van hem gemaakt heeft, berust die aanname enkel en alleen op Paulus' eigen beweringen. Toen de apostelen na de dood van Judas (de sicariër) een vervanger zochten, gingen ze totaal voorbij aan de zelfverklaarde profeet. De twaalf werden weer 'vol gemaakt' met het aantreden van Mattias, die de voorkeur kreeg op Jozef Bar Abba 'de Rechtvaardige' (Handelingen 2:23-26). In Handelingen 6:1-6 is de gemeente blijkbaar zodanig aangegroeid dat men wederom enkele diakens voordraagt. Maar ook bij deze gelegenheid wordt Paulus gepasseerd.
Dat Paulus nooit acceptatie vond bij de volgelingen van Jezus, die hem als een valse profeet aanzagen, is iets wat met de mantel der vergetelheid wordt toegedekt door de schrijver van Handelingen. Ondanks dat is het duidelijk dat zelfs Paulus anderen als zijn meerderen moest erkennen, hoewel hij achter hun rug evengoed doorging met het verkondigen van zijn dwaalleer. Eén van die anderen die de redacteuren van het Nieuwe Testament doorheen de jaren volledig monddood hebben gemaakt, was de echte leider en "eerste paus", Jakobus, de broer van Jezus.
Paus Jakobus I
Jakobus wordt in het Nieuwe Testament zó compleet genegeerd dat het verdacht lijkt. Wat zou een christen vandaag de dag niet geven om met een nog levende broer van Jezus te spreken, een man die zijn hele leven met hem heeft doorgebracht en uit eerste hand kan getuigen van wat Jezus zelf gezegd heeft. Het is echter vijftien hoofdstukken wachten, voor Jakobus' naam zelfs maar genoemd wordt. Niettemin is zijn korte optreden alleszeggend.
Na zijn prediking te Ikonium (het huidige Konya, Turkije), moet Paulus na een zoveelste twist verantwoording gaan afleggen in Jeruzalem voor de vergadering van apostelen en oudsten. Paulus wordt erop gewezen dat bekeerlingen zich aan de Mozaïsche wetten moeten houden (hoewel dit zwaar geredigeerd is - Hand 15:19-21). Het is tekenend dat Jakobus hier het hoogste woord voert en zelfs twee apostelen met Paulus meestuurt. Het valt niet mis te verstaan dat het Judas Bar Sabbas en Silas' taak zal zijn om de 'misverstanden' die door Paulus' en Bar Nabas' prediking zijn gerezen weer recht te zetten.
Jakobus zal nog een tweede maal als rechter over Paulus fungeren. Wanneer deze na een derde reis weer terugkomt in Jeruzalem, beveelt Jakobus hem zich ritueel te reinigen en zijn dwaling te erkennen. Paulus gehoorzaamt, maar zal uiteraard weer in zijn eigen manieren vervallen zodra hij Jeruzalem verlaat. Heel Handelingen verder is al Paulus wat de klok slaat.
Bijna als een voetnoot heeft men één enkele brief van Jakobus in het Nieuwe Testament behouden. Het is verre van zeker dat de brief van Jakobus' eigen hand is, maar gezien de parallellen met Jezus' eigen woorden, de meer esoterische leringen in de apocriefen en vooral de nadruk op het onderhouden van de Wet, waar Jezus zelf zoveel belang aan hechtte, duiden erop dat de brief op zijn minst in Jakobus' geest is geschreven. Vooral het onderhouden van de Wet is voor de niet-Joodse kerkelijke autoriteiten waarschijnlijk de reden geweest dat er bijna geen werk van Jakobus of diens eigen gezanten werd opgenomen in de canon.
Jakobus krijgt buiten de bijbel echter meer erkenning van zijn tijdgenoten en zijn terechtstelling wordt door Flavius Josephus zelfs aangehaald als één van de druppels die de emmer van een zoveelste, maar ditmaal massale revolutie in Palestina deden overlopen. Samen met de andere Nag Hammadi codices ontsnapte het Geheime Boek van Jakobus aan de zich verstrengende censuur van de 'officiële' godsdienst. Het laat ons een ruimere blik op de vroegste kerk. Daarnaast is de tekst al omwille van de verrassende overeenkomsten met de Brief van Jakobus een openbaring.
Een opmerkelijke inleiding
Toen nu de twaalf leerlingen allen bij elkaar zaten en in hun herinnering opriepen wat de Verlosser tot elk van hen, hetzij in het geheim, hetzij openlijk had gezegd, en dat in boeken neerschreven - ook ik schreef in mijn boek wat daarin staat - zie, …
Dit ene zinsdeel bevat heel wat implicaties. Het bevestigt dat Jezus niet heel zijn leer openlijk verkondigde, maar een diepere kennis bewaarde voor degenen die er klaar voor waren. De waarschuwing van Jezus zelf 'je paarlen niet voor de zwijnen te werpen' slaat hier ondubbelzinnig op. Ook de aloude wijsheid dat de leraar komt wanneer de leerling er klaar voor is, kan hier ten berde gebracht worden. Het bestaan van Jezus' geheime leer wordt uit verschillende hoeken bevestigd, niet in het minst door enkele vroege kerkvaders als Clemens van Alexandrië (die trouwens ook een geheim evangelie van Marcus vernoemt).
Daarnaast maakt men uit deze zin ook op dat er voor de vier geaccepteerde evangeliën reeds oudere teksten rondgingen; oudere en bovendien in het Hebreeuws geschreven. Dat wordt door bijbelgeleerden algemeen aanvaard en de duidelijkste exponent daarvan is het zogenaamde Q-evangelie (of meerdere), waaruit de synoptische evangelisten blijkbaar rijkelijk geput hebben. Ook Shem-Tov Ibn Shaprut's Hebreeuwse Matheüs is een gekende versie van een origineel Hebreeuws evangelie; ook al werd lange tijd verondersteld dat dit evangelie door hem uit het Grieks werd vertaald. Het evangelie is een appendix bij het boek Even Bochan, de 'Toetssteen.
Papias, één van de eerste kerkvaders (geb. 60 ad -gest. 130 ad) vertelt ons in zijn commentaren hoe Matheüs de woorden (van en via Petrus) in het Hebreeuws neerschreef en ze daarna naar best vermogen (in het Grieks) vertaalde.
Overeenkomsten tussen de Brief, het Boek en de evangelies
Geloof zonder daden is waardeloos en het onderhouden van de wet is een daad van geloof.
- Jakobus 2:14 Broeders, wat baat het een mens te beweren dat hij geloof heeft als hij geen daden kan laten zien?
- Jakobus 2:17 Zo is ook het geloof, op zichzelf genomen, zonder zich in daden te uiten, dood.
- Matteüs 7:21 Niet ieder die tot mij zegt: "Heer! Heer!" zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen, maar hij die de wil doet van mijn vader die in de hemel is.
- Geheime Boek: Want wat het woord betreft: het eerste deel is geloof, het tweede is barmhartigheid en het derde zijn de werken.
- Jakobus 2:25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, … als een uitvoerder metterdaad, die zal zalig zijn door zijn doen.
- Matteüs 5:18-19 …Eerder nog zullen aarde en hemel vergaan dan dat één jod of tittel vergaat uit de wet, … maar wie ze onderhoudt en leert zal groot geacht worden in het rijk der hemelen.
- Jakobus 4:11 …Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet.
Je kan het koninkrijk der hemelen alleen zelf waarmaken. De vervulling daarvan is niet afhankelijk van God, maar wordt bereikt door je eigen keuzes, en de kennis van en het inzicht in jezelf. Het bereiken van die hemelse staat is je eigen verantwoordelijkheid. Het is verkeerd die verantwoordelijkheid af te schuiven en slechts af te wachten tot het op je neerdaalt. In het Geheime Boek zegt Jezus: 'Wee degenen die de Zoon des Mensen hebben gezien'. Daarmee bedoelt Jezus dat wie kennis heeft genomen van Jezus' woorden tegelijk een zware verantwoordelijkheid heeft meegekregen.
- Geheime Boek van Jakobus: (2) …niemand zal het koninkrijk der hemelen enkel en alleen op mijn verzoek binnentreden, doch alleen als hij zelf vervuld is... (3)...Aan jullie behoort het rijk Gods…(5) …Als je door de Satan wordt verdrukt en achtervolgd maar je vervult Zijn (de Vader) wil, dan zal Hij zal je liefhebben en gelijk maken aan mij … en Hij zal ervan uitgaan dat je middels je eigen keuze geliefd bent geworden. (7) Haast je om verlost te worden zonder daartoe verzocht te worden. Wees in plaats daarvan uit eigener beweging gretig en kom zo mogelijk vóór mij aan...
- Jakobus 1:13-14 Niemand mag zeggen, als hij bekoord wordt: 'Ik word door Gods toedoen bekoord'. God brengt niemand in verzoeking, net zo min als Hijzelf door het kwade kan worden bekoord. Wordt iemand bekoord dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte.
- Marcus 7:15 niets kan de mens bezoedelen wat van buiten in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.