De aartsengelen – beschermers van de schepping
Volgens veel mystiek-religieuze stromingen bestaat de schepping – door velen evolutie genoemd – uit creatieve energiepatronen. Aartsengelen vervullen daarin een bijzondere rol. Ze hebben cruciale taken in alle reguliere godsdiensten, waaronder het christendom, het jodendom en de islam, en zijn de beschermers van de talloze scheppingsniveaus. Aartsengelen worden geassocieerd met de stralen van het goddelijke licht. Te vergelijken met wit licht (God) dat in een prisma uiteenvalt in de regenboogkleuren (aartsengelen).Inhoud
- Creatieve energiepatronen
- Monotheïsme
- De acht aartsengelen
- De stralen van het goddelijke licht
- Cultureel filter
- Alice Bailey
- Kwantumtheorie en de kabbala
Creatieve energiepatronen
Alles om ons heen is gebaseerd op en wordt gedreven door energie. De aartsengelen nemen in dat opzicht een bijzondere plaats in, omdat ze volgens verschillende mystiek-godsdienstige stromingen deze creatieve energiepatronen bij elkaar houden. Het woord aartsengel is afgeleid van het Griekse archángelos, wat ‘opperboodschapper' betekent. De meest bekende aartsengelen zijn Michaël, Gabriël, Rafaël en Uriël. Sommige theologen omschrijven hen als de beschermers van de schepping. In dat opzicht zouden ze de symbolische stiksels zijn waarmee de evolutie of schepping bij elkaar wordt gehouden.
Monotheïsme
Toen in vervlogen dagen in het Midden-Oosten het monotheïsme zich ontwikkelde, ervoeren de gelovigen geleidelijk een groeiende kloof tussen God en zijn schepping. De mens kreeg steeds meer behoefte aan het personifiëren van krachten die ze in het dagelijks leven belangrijk vonden, zoals liefde en hoop. De engelen waren in die tijd een soort hemelse ambassadeurs en dienaren van God. Uiteindelijk veroorzaakte dat een ‘pandemonium’ van paradijselijke krachten in de vorm van engelen die mede toezicht hielden op het dagelijks leven van de mensen en tot wie men zich wendde in de gebeden.Canonieken
Het gevolg daarvan was dat er een hemelse regering werd bedacht, overeenkomstig de wereldse bestuursvormen. In zijn vroegste vorm zijn de aartsengelen uit de canonieken van de Hebreeuwse Bijbel afgeleid van de Perzische zeven amsjaspands, ofwel de zeven opperdienaren (goden) van de Perzische hoogste god Ahoera Mazda (vroege monotheïsme).
De acht aartsengelen
Iedere aartsengel wordt verzinnebeeld door een lichtstraal en een planeet. Ook is er sprake van een hiërarchie onder de aartsengelen, waarbij Michaël de leider is. Er zijn in totaal acht verheven aartsengelen, waarbij Uriël en Sandalfon als een eenheid worden beschouwd, omdat ze de wereld van de manifestatie vormgeven. Deze opperengelen zijn:- Michaël – gouden lichtstraal, de zon.
- Gabriël – gele lichtstraal, Mercurius.
- Rafaël – violette lichtstraal, Venus.
- Uriël – zilveren lichtstraal, de maan.
- Sandalfon – groene lichtstraal, de aarde.
- Hanaël (Chamuël) – rode lichtstraal, Mars.
- Samaël (Samuël of Satan) – blauwe lichtstraal, Saturnus.
- Zadkiël – indigo lichtstraal, Jupiter.
De stralen van het goddelijke licht
De ontwikkeling van het geloof in aartsengelen stond niet stil. In de symboliek worden de aartsengelen sinds de negentiende eeuw dikwijls vergeleken met de stralen van het goddelijke licht, als wit licht (God) dat door een prisma in regenboogkleuren uiteenvalt (aartsengelen). In de genoemde periode speelden twee westerse vrouwen een belangrijke rol in de uitleg van de schepping: H.P. Blavatsky (1831-1891) en Alice Bailey (1880-1949). Beroemd en berucht is in dat opzicht De Geheime Leer van Madame H.P. Blavatsky, de grondlegster van de theosofische beweging.
Cultureel filter
Deze vrouwen waren ervan overtuigd dat alle religies in wezen hetzelfde tot uiting brachten. Alleen zou die kennis door een cultureel filter zijn gegaan, vergelijkbaar met een berg die symbool staat voor de universele kennis en waaromheen de beschavingen gesitueerd zijn. Elke cultuur ziet een ander aanzicht van dezelfde berg, de universele kennis. De Geheime Leer (1888) van Helena Blavatsky wordt dan ook beschouwd als de sleutel waarmee de lezer de religieuze geschriften van alle culturen beter leert begrijpen én waarderen.Alice Bailey
De gedachte om de aartsengelen te vergelijken met de zeven stralen (regenboogkleuren) van het goddelijke (witte) licht dook voor het eerst op in The Treatise on the Seven Rays (1936) van Alice Bailey. Ze rept met geen woord over aartsengelen, maar volgens velen zijn deze engelen de beschermers van die goddelijke, kleurrijke stralen. Vergelijk ze met de kosmische stralen waarmee God (het pure, witte licht) zich manifesteert in de schepping die men om zich heen ziet en waar men zelf onderdeel van uitmaakt. Alice Bailey noemde die stralen de ‘creatieve bouwers’.Kwantumtheorie en de kabbala
De bovengenoemde mystieke inzichten vinden hun weerslag in de kwantumfysica, waarin gesproken wordt over de verschillende dimensies in de ‘supervezeltheorie’. Dit inzicht komt min of meer overeen met de kabbalistische doctrine waarin de zeven lagere sefirot de ‘poorten van het licht’ worden genoemd, ofwel onzichtbare uitvloeiingen waarmee God de wereld vorm heeft gegeven en waarin hij zich manifesteert.Aartsengelen
De aartsengelen zouden de wachters van die scheppingspoorten zijn en specifieke taken hebben gekregen, zoals oordelen over de zielen en bemiddelen tussen God en de mens. Bijvoorbeeld een van de specifieke taken van de aartsengel Michaël is het waken over en beschermen van Israël.