Wanneer kregen de engelen vleugels?
Engelen hebben niet altijd vleugels gehad. In het Oude Testament wordt gesproken over Jakob die de ‘boodschappers van God’ over een lange ladder van en naar de hemel zag klimmen. Op de cherubijnen na was geen enkele engel gevleugeld. Wat is er daarna gebeurd? Waarom moest er drastisch worden ingegrepen in het uiterlijk van deze bovennatuurlijke wezens? Waarom moesten ze vleugels krijgen? Engelen spelen in alle monotheïstische religies een grote rol en zijn voor veel mensen een steun en toeverlaat in goede en slechte tijden.
Inhoud
Wat is een engel?
In de monotheïstische religies, waaronder het christendom, de islam en het jodendom, spelen engelen en
aartsengelen een grote rol. Deze
bovennatuurlijke en vooral zeer verstandige wezens zouden de beschermers van de mens zijn en boodschappers van God. De aanwezigheid van engelbewaarders is verscholen, geheimzinnig en mystiek van aard. Deze engelen maken zich kenbaar als de nood hoog is, maar ze tonen de mens ook kansen en herinneren hem aan de, in zijn situatie, juiste weg die hij dient te bewandelen.
Goddelijke intermediairs
Engelen worden ook wel goddelijke intermediairs genoemd. Bemiddelaars met bovenmenselijke eigenschappen en capaciteiten.
Genesis heeft het over de ‘zonen van God’. Ze verkeerden met de mens en verwekten kinderen bij de aardse vrouwen. God strafte alleen de mens voor deze seksuele escapades. Geschiedkundig valt daar het een en ander over te zeggen, ook al vindt de theoloog het hoe minder belangrijk dan het waarom.
Hebreeuwse geschriften en het heidendom
De oudste
Hebreeuwse geschriften kunnen niet losgekoppeld worden van het heidendom. De verschillende heidense volkeren zochten een verklaring voor wat hen overkwam in het dagelijks leven, zoals onvoorspelbare
weersomstandigheden, rampspoed, geluk en ongeluk dat hen ten deel viel. Aangaande de uitleg ervan hadden de
sjamanen een belangrijke functie in die gemeenschappen. Door hun machteloosheid om verandering te brengen in hun lot was de link met natuurverschijnselen – zoals
bliksem en aardbevingen – vroeg in de geschiedenis gelegd. Aldus vormde zich hun wereldbeeld, dat in het teken stond van
goden, halfgoden en demonen.
Monotheïsme
Deze wezens speelden een rol in het wel en wee van de mens. Ze bestierden zijn lot. Kenmerkend in die
hiërarchie was de oppergod. De Hebreeën noemden die oppergod op zeker moment de enige échte god. In een notendop was het monotheïsme daarmee geboren.
De engelen – ‘zonen van God’
In de oude geschriften straft God de mens, maar laat hij de ‘zonen van God’ met rust. In feite zijn het restanten van heidense overleveringen die de tand des tijds hebben doorstaan. Pas aan het einde van het
Oude Testament wordt er serieus gewag gemaakt over waarom God handelde zoals hij deed, zoals beschreven in het boek Job, waarin sprake is van een soort rechtspraak voor Gods troon. De ‘zonen van God’ worden dan plotseling engelen genoemd en fungeren zelfs als aanklagers. Ze schaarden zich rondom God. Geschiedkundig gezien is het geloof in engelen feitelijk een uitvloeisel van het heidendom.
Gevleugelde engelen
In de ontwikkeling van de monotheïstische religies werden engelen tussenwezens. Het waren de vroegere goden, halfgoden en demonen, die tussen God en de mens vertoefden. Tot op de dag van vandaag spelen ze een grotere rol dan de geestelijk leiders wellicht lief is. In vervlogen tijden was dat hoe dan ook beslist het geval. In het Oude Testament hadden de engelen geen vleugels, behalve de twee
cherubijnen (troongeesten) op de Ark des Verbonds. Deze cherubijnen stonden aan de basis van de voorstelling die men zich later van engelen ging maken. De ‘zonen van God’, Grieks aandoende jongelingen, kregen langzaam iets vrouwelijks, hoewel ze seksloos waren, wat in schril contrast stond met vroeger tijden.
Bron: Pexels, Pixabay Aartsengel Michaël
In de renaissancistische kunst veranderden de fiere cherubijnen in ‘cherubijntjes.’ Hun nog bijna rudimentaire vleugeltjes vielen in het niet bij de machtige vleugels van bijvoorbeeld de
aartsengel Michaël, die de eveneens gevleugelde draak versloeg. De
serafijn heeft maar liefst zes vleugels. Ook de vliezige vleugels van
Satan zijn op vele schilderijen vereeuwigd. De machtige vleugelsymboliek kwam in veel beschavingen voor, zoals bij dieren en sfinxen die tempels bewaakten. De Romeinen en Grieken hadden hun gevleugelde Nikè, het symbool van de overwinning.
Geloof en verzoening
In de tijd van Mozes was de confrontatie met de almachtige en alwetende God, het opperwezen, zo groot en zo ingrijpend dat men daar niet mee kon omgaan. De cherubijn voldeed niet meer, was te onpersoonlijk. De roep om serieuze bemiddelaars, de engelen, werd steeds groter. Maar de tijden veranderden. In het
Nieuwe Testament zegt de apostel Paulus: ‘Christus is de enige bemiddelaar en verzoener tussen God en de mens’. Engelen waren in zijn ogen dus niet meer nodig. Voor veel theologen heeft de duivel – de boze engel – dan ook afgedaan.
Ver verleden
Maar het geloof in de gevleugelde engelen is en blijft hardnekkig. Wellicht is dat de diepere reden waarom vrouwen in het orthodoxe christendom gemaand worden hun hoofd te bedekken en dat islamitische vrouwen gesluierd dienen te zijn. Inderdaad, om zich te beschermen tegen de wellustige toenaderingspogingen van de ‘zonen van God’, de 'engelen' uit een
ver verleden.
Lees verder