mijn kijk opAdvies Gezondheidsraad rijgeschiktheid bij autisme
In de Regeling eisen geschiktheid 2000 worden eisen geformuleerd met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen voor onder meer autismespectrumstoornissen. Deze regeling is mede gebaseerd op een advies van de Gezondheidsraad. Mijn kijk op dit advies en de vertaling daarvan naar de wet- en regelgeving.
Advies Gezondheidsraad
Eén van de taken van de Gezondheidsraad is, om de overheid te adviseren over de medische geschiktheid om deel te nemen aan het gemotoriseerde verkeer. Deze adviezen, zoals keuringsrichtlijnen, vinden hun neerslag in de zogenaamde Regeling eisen geschiktheid die wordt opgesteld door de minister van Verkeer en Waterstaat. De huidige regeling staat bekend als de Regeling eisen geschiktheid 2000 (verder: REG 2000)(Gez.raad, 2010, p. 15). De Gezondheidsraad heeft op 29 april 2010 haar
adviesvoorstel tot enkele wijzigingen van de Regeling eisen geschiktheid 2000 aangeboden aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze wijzigingen hebben te maken met nieuwe wetenschappelijke inzichten over enkele ziektebeelden, waaronder autismespectrumstoornissen. In het advies werd ingegaan op de tekst van de oude Regeling uit 2000, uitvoeringsproblemen bij deze regeling, kenmerken van het ziektebeeld, de relatie tussen het ziektebeeld en het verkeer, en wordt een nieuw tekstvoorstel gedaan (Gez.raad, 2010, p. 16). Voor dit advies werd een commissie van deskundigen ingesteld. In deze commissie zaten onder meer een neuroloog, vier hoogleraren neurologie en een kinder- en jeugdpsychiater, maar geen (volwassenen)psychiater met specifieke kennis van autismespectrumstoornissen bij volwassenen.
Autismespectrumstoornissen in regeling
In de oude regeling kwamen de autismespectrumstoornissen nog niet voor, deze zijn door middel van wijziging van de regeling nu alsnog opgenomen. Hierbij speelt mee, dat er steeds vaker een ASS-diagnose gesteld wordt, soms pas op volwassen leeftijd. De vraag van mensen met een vorm van autisme, of hun omgeving, naar allerlei zaken die te maken hebben met het (gaan) autorijden, is hierdoor toegenomen. Denk hierbij onder meer aan de geschiktheid voor het rijbewijs, wijze van autorijles nemen, en vragen over (her)keuringen (Gez.raad, 2010, p. 51). Misschien is deze gewijzigde regeling (REG 2000) van kracht geworden, in de hoop meer duidelijkheid te verschaffen, waardoor de vragen van burgers met ASS, en hun omgeving, zouden afnemen. In dat geval heeft de regeling averechts uitgepakt. In de praktijk levert de huidige tekst van de regeling alleen maar meer vragen en onduidelijkheden op.
Algemene conclusie Gezondheidsraad
De algemene conclusie van de Gezondheidsraad is, dat er betrekkelijk weinig epidemiologische gegevens zijn over de relatie tussen de gezondheidstoestand van automobilisten en het veroorzaken van verkeersongevallen. Omdat kwantitatieve risicobepaling daardoor niet haalbaar is, is in de praktijk de klinische expertise van groot belang (Gez.raad, 2010, p. 16).
Conclusies bij autismespectrumstoornissen
In het rapport wordt uitgebreider ingegaan op de autismespectrumstoornissen. Daarbij doet de Gezondheidsraad in haar advies een aantal relevante uitspraken.
Meldplicht niet gerechtvaardigd
De Gezondheidsraad schrijft op pagina 49 van het advies: "ASS is tot nu toe niet in de Regeling opgenomen geweest. (...) De commissie vindt daarom het verplicht melden van de stoornis niet gerechtvaardigd; ook de wetenschappelijke evidentie voor deze meldplicht ontbreekt." (Gez.raad, 2010, p. 49). Waarschijnlijk anticipeert de Gezondheidsraad hiermee op uitvoeringsproblemen, die in de praktijk zullen ontstaan, wanneer deze melding wel verplicht zou worden gesteld. Want hoe valt dat te controleren? Doordat ASS tot nu toe niet waren opgenomen in de regeling, zijn er bovendien veel mensen met een ASS die hun rijbewijs in de oude situatie hebben behaald. Het valt moeilijk uit te leggen, waarom iemand nu opeens zijn of haar medische situatie moet melden, terwijl er vanuit het perspectief van de automobilist met de ASS niks veranderd is.
ASS is een heterogene aandoening
"ASS is een syndroomomschrijving (op basis van gedragskenmerken) en geen beschrijving van een ziektebeeld waarvan de etiologie (oorzaak) bekend is (al bestaat er geen twijfel over een onderliggende neurobiologische oorzaak)", aldus de Gezondheidsraad. "Een complicerende factor is dat het beeld van ASS zeer heterogeen is. Niet alleen het niveau van functioneren (25% van de patiënten met een AS zijn laag-functionerend, voor PDD-NOS ligt dit percentage lager), maar ook de mate en ernst van de symptomen verschilt aanzienlijk" (Gez.raad, 2010, p. 50-51). Ondanks dit heterogene beeld, waarbij de mate en ernst van de symptomen per persoon kan verschillen, is er toch gekozen voor uniforme regelgeving, waarbij de mogelijkheid om per persoon de situatie in te schatten (maatwerk) is weggevallen. Elke persoon met een ASS moet gekeurd worden, of daar nu een aanleiding voor is of niet.
Rijgeschiktheid bij ASS niet beperkt
Over de combinatie ASS en verkeersdeelname schrijft de Gezondheidsraad: "Gezien de hoge frequentie van voorkomen en de grote heterogeniteit mag duidelijk zijn dat er niet per definitie voor ieder persoon met ASS problemen zijn bij het verkrijgen of behouden van het rijbewijs en het op veilige wijze deelnemen aan het verkeer. Bij het formuleren van het voorstel tot regelgeving is naast de validiteit van de diagnose van ASS bij volwassenen, rekening gehouden met het optreden van comorbiditeit en medicatiegebruik. Het voorstel leidt ertoe dat
de rijgeschiktheid bij ASS in principe niet beperkt is, behoudens een aantal specifieke gevallen (twijfels of expliciete vragen vooraf; betrokkenheid bijverkeersongevallen) waarbij deelname aan het gemotoriseerd verkeer voor personen met ASS wordt afgeraden, dan wel onder bepaalde voorwaarden mogelijk wordt" (Gez.raad, 2010, p. 52) (onderstreping KvdB).
Eventuele keuring
De Gezondheidsraad concludeert dus dat de rijgeschiktheid bij ASS in de meeste gevallen juist
niet beperkt is. Alleen wanneer er reden is om te twijfelen aan die geschiktheid, kan
eventueel een keuring plaatsvinden. Deze eventuele ASS-keuring moet in dat geval worden uitgevoerd door "psychiaters die voldoende kennis en ervaring hebben op het gebied van ASS bij volwassenen. Tevens dient de keurende arts de (verschillende) behandelaar(s) te raadplegen. Bij de keuring moet de psychiater allereerst nagaan of de diagnose ASS, waarbij bij de aanvraag van de ‘Verklaring van geschiktheid’ melding is gedaan, verricht is door een psychiater met kennis op dit gebied. (...) Op grond van de aanwezigheid van risicofactoren kan worden afgewogen of de stoornis van [de] patiënt leidt tot risico voor deelname aan het verkeer." (Gez. raad, 2010, p. 65).
Vertaling advies naar wetgeving onjuist
In mijn ogen is de vertaling van het advies van de Gezondheidsraad met betrekking tot de autismespectrumstoornissen naar de (nieuwe) tekst van de REG 2000 onjuist gebeurt. De Gezondheidsraad concludeert dat de rijgeschiktheid bij ASS in de meeste gevallen juist
niet beperkt is. Alleen wanneer er reden is om te twijfelen aan die geschiktheid, kan
eventueel een keuring plaatsvinden.
In de tekst van de
Regeling eisen geschiktheid 2000 is deze rijgeschiktheidskeuring echter als verplichting opgenomen, wanneer er sprake is van een ASS. Alleen een specialistisch rapport is bovendien niet voldoende. Er dient, bij eerste aanvraag van het rijbewijs, ook nog een verplichte rijtest te worden uitgevoerd. Dit laatste is iets, dat in het advies van de Gezondheidsraad helemaal niet genoemd wordt.
Mijn conclusie is dan ook, dat de wetgeving veel strenger is opgesteld, dan is geadviseerd, terwijl een goede onderbouwing hiervoor ontbreekt. Sterker nog, de Gezondheidsraad schrijft zelf in haar advies "Over volwassenen met ASS is veel minder bekend dan over kinderen met ASS. Uit longitudinaal onderzoek kwam naar voren dat de kernsymptomen in aanloop naar de volwassenheid
verminderen". En: "De wetenschappelijke literatuur biedt geen aanknopingpunt voor de inrichting van regelgeving anders dan op basis van bestaande inzichten en
expert opinion" (Gez.raad, 2010, p. 51) (onderstreping KvdB). Al eerder werd benoemd dat er nog nauwelijks wetenschappelijke gegevens zijn over de relatie tussen de gezondheidstoestand van automobilisten en het veroorzaken van verkeersongevallen (Gez.raad, 2010, p. 16).
De te strenge regelgeving treft bovendien een grote groep mensen. Autismespectrumstoornissen komen steeds vaker voor, geschat wordt dat ca. 1% van de bevolking een vorm van autisme heeft (o.a. Gez.raad, 2010, p. 50). Dat betekent dat in de praktijk vele volwassenen geconfronteerd worden met de verplichting om zich te laten keuren het aanvragen of vernieuwen van het rijbewijs. Deze personen met autisme krijgen te maken met kosten, wachttijden en bureaucratische procedures. Het betekent ook dat er voldoende psychiaters zullen moeten komen, die deze keuringen gaan uitvoeren én die voldoende kennis en ervaring met ASS hebben. Deze zijn er vooralsnog niet. Een complicerende factor is bovendien de validiteit van de ASS-diagnose. De Gezondheidsraad adviseert niet voor niets dat "Bij de keuring de psychiater allereerst [moet] nagaan of de diagnose ASS,
waarbij bij de aanvraag van de ‘Verklaring van geschiktheid’ melding is gedaan, verricht is door een psychiater met kennis op dit gebied" (Gez.raad, 2010, p.65). Dit geeft al aan, dat een ASS-diagnose niet altijd betrouwbaar hoeft te zijn. Het brengt de keurende psychiater hiermee, waarschijnlijk onbedoeld, ook in de positie van 'arts voor second opinion' als het gaat om de diagnose. In de praktijk betekent dit extra werk voor de arts en waarschijnlijk extra kosten voor de patiënt en/of de zorgverzekeraar.
Het wordt tijd voor een nieuwe wijziging van de Regeling.
Lees verder