Tegenprestatie in de bijstand
De gemeente mag om een tegenprestatie vragen als je in de bijstand zit. Een tegenprestatie is een activiteit waarvoor je geen loon ontvangt. Een tegenprestatie is dan ook geen gewoon werk waarvoor je normaal gesproken loon krijgt. Een tegenprestatie omvat meestal een activiteit voor een paar uur per week en duurt in de regel enkele weken tot enkele maanden.
Wettelijke basis van de tegenprestatie
De tegenprestatie is opgenomen in de Participatiewet. Deze wet geeft gemeenten de mogelijkheid om in hun gemeentelijke verordening regels op te nemen over de tegenprestatie die de gemeente kan vragen als je een bijstandsuitkering ontvangt. De tegenprestatie moet een maatschappelijk nuttige activiteit zijn. Gemeenten bepalen zelf wat zij daaronder verstaan. Zo kan de ene gemeente andere activiteiten als maatschappelijk nuttig beschouwen dan een andere gemeente. Het vragen van een tegenprestatie was in veel gemeenten overigens al gebruikelijk voordat de Participatiewet op 1 januari 2015 in werking trad. De Wet Werk en Bijstand bood deze mogelijkheid al sinds 1 januari 2012. Met de tegenprestatie heeft de overheid uiting willen geven aan de wederkerigheid van een bijstandsuitkering. Voor wat hoort wat is het motto.
Randvoorwaarden aan de tegenprestatie
In het rapport ‘Voor wat hoort wat’ heeft de overheid in 2013 een inventarisatie gemaakt van welke activiteiten als tegenprestatie geschikt zijn. Uitgangspunt daarbij is geweest dat de tegenprestatie geen middel mag zijn voor re-integratie in het arbeidsproces. Verder mag de tegenprestatie ook niet in de weg staan aan de re-integratie of aan het accepteren van betaald werk. De tegenprestatie moet daarnaast ook passend zijn. De gemeente moet rekening houden met de gezondheid en opleiding van degene aan wie zij een tegenprestatie oplegt. De tegenprestatie moet ook voldoende specifiek zijn en van tevoren moet duidelijk zijn hoelang zij geldt.
Vrijgesteld van tegenprestatie
Enkele groepen uitkeringsgerechtigden zijn wettelijk vrijgesteld van het verrichten van een tegenprestatie. Dit zijn:
- Alleenstaande ouders die de volledige zorg hebben over een kind jonger dan vijf jaar
- Mensen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn
Soms ook vrijgesteld
Gemeenten blijken vooral aan mensen die wat verder van de arbeidsmarkt af staan doordat zij al langere tijd geen betaald werk meer hebben gedaan een tegenprestatie op te leggen. Mensen die reeds een deeltijdbaan hebben, bijna AOW-gerechtigd zijn of al in een re-integratietraject zitten wordt minder vaak een tegenprestatie opgelegd. Ook mensen die mantelzorger zijn of actief zijn in het vrijwilligerswerk krijgen minder snel een tegenprestatie opgelegd.
Voorbeelden van een tegenprestatie
De tegenprestatie wordt in zeer uiteenlopende activiteiten vorm gegeven. Een willekeurige greep daaruit om een idee te krijgen wat een tegenprestatie kan inhouden:
- Meehelpen bij het onderhoud van een speeltuin
- Sneeuwschuiven bij een verzorgingstehuis
- Voorlezen op een basisschool
- Boodschappen doen voor ouderen
- Helpen bij een festival
- Organiseren van een activiteit voor kinderen
- Werken in een wereldwinkel of in een kringloopwinkel
- Verrichten van inpakwerk
- Beheren van een fietsenstalling
- Meehelpen in een bibliotheek
Tegenprestatie op gespannen voet met mensenrechten
De tegenprestatie staat op gespannen voet met mensenrechten omdat in de praktijk regelmatig situaties voorkomen waarin een bijstandsgerechtigde als tegenprestatie werkzaamheden verricht die door andere mensen als betaald werk worden gedaan. Volgens art. 7 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten heeft iedereen recht op gelijk loon voor gelijk werk. Een tegenprestatie moet ook proportioneel en voldoende specifiek zijn. Een aanstelling als algemeen medewerker voor 40 uur per week kan niet door de beugel. Wie een tegenprestatie weigert, kan gekort worden op de uitkering. Op zichzelf genomen is dat wettelijk toegestaan maar strenge handhaving door gemeenten waarin zij onevenredig snel tot korting overgaan staat op gespannen voet met art. 11 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten dat regelt dat mensen recht hebben op een behoorlijke levensstandaard.