Psychologische test kinderen: taal
De taalontwikkeling van kinderen verloopt zeer verschillend van kind tot kind. Bij sommige kinderen is er sprake van een niet aangeboren taalstoornis, een zogenaamde afasie. Met diverse psychologische testen voor kinderen kan je de taalvaardigheden in kaart brengen. Er bestaan onder andere afasie screeningen, benoemtaken (Boston Naming Taak) en testen waarmee je de receptieve en expressie taal kan onderzoeken (Peabody Picture Vocabulary Test, Token Test).
Kinderen en taalstoornissen
Het vermoeden van een taalstoornis is één van de meestvoorkomende redenen voor een
neuropsychologisch onderzoek. Dit gebeurt veelal wanneer ouders het idee hebben dat de zogenaamde
taalmijlpalen niet binnen de verwachte leeftijd bereikt worden of wanneer ouders of de school denken dat het kind een
taal-leerstoornis heeft. Onderzoek naar een taalstoornis kan echter ook plaatsvinden wanneer een kind hersenletsel opgelopen heeft en het onduidelijk is wat de invloed hiervan op de taalvaardigheden van het kind is.
Wat wordt er onderzocht
Taal is een heel breed begrip: er wordt onder meer onderscheid gemaakt in gesproken taal, geschreven taal en gebarentaal. Tijdens een
onderzoek naar taalstoornissen wordt er in de eerste plaats zorgvuldig geobserveerd. Hoe is de spontane spraak van het kind? Vertelt het veel uit zichzelf? Heeft het moeite om op bepaalde woorden te komen of spreekt het vloeiend? Hoe is de inhoud van de taal? Maakt het kind opvallende taalfouten? Begrijpt het kind het verschil tussen de begrippen "boven" en beneden"? Naast observatie nemen
taaltesten een belangrijke rol in in het onderzoek. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht hoe het gesteld is met het taalbegrip, de lees- en schrijfvaardigheden en benoemen van voorwerpen. Welke testen er gebruikt worden is afhankelijk van de onderzoeksvraag.
Afasie
Afasie is een taalstoornis die het gevolg is van hersenletsel. Afasie is dus niet aangeboren. Er zijn verschillende
subtypen afasie. Welke klachten een kind heeft, is afhankelijk van de locatie en ernst van het letsel. Kinderen met
Broca's afasie hebben een intact taalbegrip maar een weinig vloeiende spraak. Bij
Wernicke's afasie daarentegen is er sprake van een vlotte spraak maar is het taalbegrip aangedaan. Naast afasie van Broca en afasie van Wernicke worden er nog een aantal soorten afasie onderscheiden, zoals globale afasie en anomische afasie.
Afasie screening
Er zijn een aantal testen waarmee men globaal een idee krijgt van aanwezige
taalstoornissen. Dergelijke screeningsinstrumenten beslaan een heel breed gebied en geven daarom een globaal beeld van de taalvaardigheden van een kind. Een voorbeeld van een veelgebruikt afasie screeningsinstrument is de
Halstead-Wepman afasie screening test. De Halstead-Wepman afasie screening test meet zowel de receptieve als expressieve taal.
Benoemen
Het snel kunnen benoemen van voorwerpen en het snel op woorden kunnen komen is erg belangrijk. Bij sommige kinderen gaat dit niet zo soepel. Zij moeten erg lang nadenken of verwarren woorden die op elkaar lijken met elkaar. Deze
woordverwarringen kunnen woorden zijn die qua klank op elkaar lijken (rat en kat) maar ook woorden die qua betekenis op elkaar lijken (rat en muis). Sommige kinderen komen ook met niet bestaande woorden op de proppen, zoals klat. Er zijn verschillende manieren om het benoemend te onderzoeken. Zo kun je kinderen een aantal plaatjes laten zien, die zij moeten benoemen. Een veelgebruikte test waarbij kinderen afbeeldingen moeten benoemen is de
Boston Naming Taak (BNT). Dergelijke taken zijn wel erg gevoelig voor omgevingsinvloeden. Kinderen die opgroeien in een gezin waar Nederlands niet de hoofdtaal is, hebben bijvoorbeeld vaak een minder grote
woordenschat dan kinderen die vanaf jongs af aan alleen Nederlands spreken en om zich heen horen. Dit maakt het voor hen moeilijker dergelijke taken goed te volbrengen.
Receptieve en expressieve taal
Met
receptieve taal wordt het begrijpen van taal bedoeld. Begrijpt het kind wat je van hem wilt? Met
expressieve taal wordt het zelf produceren van taal bedoeld. Bij de
Peabody Picture Vocabulary Test luistert het kind naar de onderzoeker, die een bepaald voorwerp omschrijft. Vervolgens krijgt het kind de keuze uit vier afbeeldingen, en moet het de afbeelding aanwijzen die het best bij de omschrijving van de onderzoeker past. Met de
Expressive One-Word Picture Vocabulary Test wordt de expressieve taal onderzocht. Het kind moet een afbeelding met een voorwerp, handeling of concept in één woord beschrijven. Met de zogenaamde
Token Test onderzoekt men de receptieve taal van kinderen. Het kind krijgt een rij met gekleurde cirkels en vierkanten voor zich, en wordt gevraagd iets met deze voorwerpen te doen, bijvoorbeeld:
- Raak de kleine, witte cirkel aan
- Raak het witte vierkant en het blauwe vierkant aan
- Raak de blauwe cirkel aan met het rode vierkant
Lees verder