Gereformeerde leer en depressiviteit volgens Aleid Schilder
In 1993 verscheen vqn de hand van de psychologe Aleid Schilder, een nicht van Klaas Schilder, de man van de vrijmaking in 1944, een boek met als titel "Hulpeloos maar schuldig". Hierin benadrukt zij het verband tussen depressiviteit en de orthodox gereformeerde leer. Hieronder volgt een samenvatting ervan, zonder kritische kanttekeningen. Die komen aan bod in het artikel waarin ingegaan wordt op de genoemde aspecten en de behandeling en handreikingen voor het pastoraat.
Hulpeloos maar schuldig
De titel van haar boek waarin zij de relatie tracht te leggen tussen depressiviteit en de gereformeerde leer is veelzeggend. De mens "onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad" (Heidelbergse Catechismus) blijft verantwoordelijk voor al zijn daden, ook al heeft hij de in de Catechismus genoemde eigenschappen. Hieruit volgt dat hij niet kan leven volgens Gods bevel en dus geen goed doet. Dat kàn hij ook niet, omdat hij een gevallen mens is. De spanning hiertussen: het goede moeten en niet te kunnen, kan ziekmakend zijn.
Religie is ambigu
Religie is genezend en ziekmakend. Genezend voor wat betreft het verschijnsel "toevlucht nemen", ziekmakend als het gaat over boete, dreiging, nederigheid en schuldbesef. Gereformeerden zijn ànders depressief dan niet-gereformeerden: zij hebben schuld aan hun depressief-zijn, aan hun twijfel aan hun geloof, aan het niet-voelen van een relatie met God en hebben daarom het gevoel extreem zondig te zijn.
Het Calvinisme is autoritair
God heeft volgens de leer van Calvijn recht op alles en iedereen. Hij heeft op alles het
alleenrecht. De mens is machteloos en in alles afhankelijk van God, zoals we hierboven zagen: onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Daarbij komen de onmogelijk hoge bijbelse eisen waaraan voldaan moet worden. Zelfhaat ligt voor de hand, als de mens ziet wat hij móet en niet kán.
Aleid Schilder: "Deze godsdienst heeft masochistische trekjes: eindeloze zelfkritiek en zelfbestraffing, zonder te willen dat de hulpeloosheid (het niet-kunnen) verdwijnt; het idee dat men het best aan Gods wil voldoet door zo min mogelijk te geloven in eigen vermogens".
Calvijn en Freud
- Calvijn: de mens is hulpeloos, maar verantwoordelijk voor het negatieve handelen (de zonde). Slecht zijn is dan eigen keus (gevallen in Adam).
- Freud: de mens is hulpeloos, ook in het negatieve handelen (de zonde). Slecht zijn is dan geen eigen keus, maar gedetermineerd zijn.
Predestinatie of uitverkiezing
Volgens de Calvinistische leer, die overigens terug te voeren is op de Bijbel, kiest God mensen van alle tijden en plaatsen, die Hem zullen dienen. Hierin zit opnieuw het begrip eigen onmacht tot het heil en het, ook in geestelijk opzicht, niet verwachten van zichzelf.
Deze predestinatie heeft naast het genadekarakter ook iets negatiefs. Het gevoel van "gepredestineerd zijn" kan leiden tot tomeloze zelfoverschatting en discriminatie van andersdenkenden. Ook kan hierdoor het gevoel ontstaan van het tot de "ware Kerk" behoren, zoals jaren lang in Gereformeerd Vrijgemaakte kring gedacht werd. Deze leer kan ook grote angsten oproepen, als men zich afvraagt wel of niet uitverkoren te zijn. In dit geval kan niet gezegd worden dat godsdienst "opium voor het volk" is.
Schadelijke elementen van de gereformeerde leer
- De mens is nietig en slecht. Een ellendig zondaar. Hij moet echter proberen vlekkeloos te zijn en perfect.
- Een klein getal wordt uitverkoren. Dat ligt aan God. Toch is de mens hiervoor verantwoordelijk.
- Subjectieve ervaring en emotionele beleving doen niet terzake. (hierbij de kanttekening: indien ze niet in overeenstemming zijn met de dogma's van de kerk). Geloven is blinde gehoorzaamheid (Karl Barth).
- Goede dingen die de mens doet en heeft zijn uit genade geschonken. Trots hierop zijn bevestigt zijn zondaar-zijn. Tekortkomingen en mislukkingen staan echter wél op rekening van de mens.
- God eist vervulling van een niet te vervullen wet.
- Eén ware kerk (ger. vrijgem.) die contact met de buitenwereld moet afhouden om niet besmet te raken.
Schadelijke effecten van de gereformeerde leer
- Vervreemding van eigen waardevolle vermogens.
- Psychische desintegratie als gevolg van gevoelsfunctie-verwaarlozing.
- Hypocrisie, arrogantie, zelfgenoegzaamheid, discriminatie.
- Verdringing van het kwade; projectie daarvan op anderen.
- Infantiliseren, onvrijheid, belemmering van de zelfontplooiïng.
- Afkeer van zichzelf, masochisme.
- Angst- en schuldgevoelens.
- Suïcide.
De Woordverkondiging
Helemaal depressief-makend voor mensen die daar gevoelig voor zijn is de prediking of Woordverkondiging. Deze prediking vertoont de drie elementen van de calvinistische leer:
ellende, verlossing en dankbaarheid.
Aleid Schilder noemt de prediking van de
ellende: de opdracht tot neerslachtigheid. Men is totaal verdorven, kón ook niet naar God zoeken, maar mag niet zèggen: ik kan er niets aan doen. Dat is de paradox op volle sterkte. Dit 'klemzettende' mag niet opgelost worden.
De prediking van de
verlossing is de Goddelijke "ingreep", de predestinatie. Deze genade stoot dus terug in de eigen nietswaardigheid. De verlossing wordt ervaren als onverdiend: Gód heeft immers uitverkoren!
De prediking van de
dankbaarheid tenslotte wijst de mens op de veel te hoge volmaaktheidsnorm, vervat in de wet van de tien geboden: ook weer, door de mens niet te houden. Zelfs het gebod tot naastenliefde kan leiden tot een ontkenning van gezonde assertiviteit.