Johannes Calvijn: God zorgt nog steeds voor Zijn schepping
Vandaag de dag zijn veel mensen van mening dat God de wereld in de steek heeft gelaten. Johannes Calvijn geeft een helder commentaar dat God in eerste instantie geen verantwoording aan de mensen hoeft af te leggen. Vervolgens is Calvijn van mening dat God juist heel dicht betrokken is met Zijn schepping. In een paar citaten in zijn commentaar op Hosea 11: 8 geeft hij weer hoe God voor Zijn schepping zorgt.
Commentaar van Johannes Calvijn bij Hosea 11:8
“Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraim, u overleveren, Israel? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adma,
maken als Seboim? Mijn hart keert zich om in Mij, ten volle wordt Mijn
erbarming opgewekt”
“God is, zoals wij weten, aan geen gevoelens onderhevig en wij weten,
dat geen verandering in Hem plaatsgrijpt.”
“Maar als Hij zegt, dat Zijn hart was veranderd, en dat Zijn berouwingen waren
wedergekeerd, dan wordt wederom dezelfde menselijke wijze van spreken gevolgd; want wij
weten, dat die gewaarwordingen Gode niet eigen zijn; Hij kan door geen berouw worden
bevangen, en Zijn hart kan geen veranderingen ondergaan. Het zou goddeloos zijn zoiets te
denken.”
Barmhartig en genadig
Calvijns’ commentaar wijst op een godsbeeld waarin God als een toornig, maar genadig en rechtvaardig God wordt uitgebeeld. Calvijn doet God in zijn commentaar op Hosea 11: 8 aarzelend overkomen en stelt Hem op één lijn met de mensen. Calvijn concludeert dat God niet aan gevoelens onderhevig is maar juist barmhartig en genadig. Een God die niet vergeet een Vader te zijn en trouw houd aan Zijn verbond. God is vrij van elke hartstocht en is geen verantwoording schuldig aan de mens. God verschilt niet alleen van de mens in gedachten en werken maar is ook de Heilige in ons midden, en dat er juist ook daarom een grote ‘geestelijke’ afstand is.
God is overal in Zijn schepping aanwezig
God zal Zijn volk tuchtigen maar met goedertierenheid. Calvijn wijst op de dienst en de vrees voor God. Bij Calvijn is het eigenlijk heel overzichtelijk. God als schepper van deze wereld is overal tegenwoordig in de schepping. Heel de werkelijkheid in al haar onderdelen wordt door Calvijn gezien als gave en schepping van God.
De schepping is Gods uitnodiging
God als schepper gebruikt deze schepping om de mens te nodigen een relatie met Hem aan te gaan. Via een 'bont palet' van middelen wordt de mens getrokken en uitgenodigd om tot erkenning van zijn Maker te komen. God plaatst de gelovige in het 'onderwijs van de Heilige Geest'. Een leven lang zijn we bezig met leren, totdat we met God verenigd worden, hetzij omdat we sterven, of omdat Christus terugkomt. Dit handelen van God, het prikkelen en uitnodigen zijn het werk van de Heilige Geest.
Accommodatie
Calvijn ziet dit uitnodigen als een beweging van accommodatie.. Accommodatie ziet op het aanpassingsproces van God. God past zich aan het begripsvermogen van de mens aan, God is van een andere ‘soort’ en moet zich naar ons toe buigen om gekend te kunnen worden.
Kennis van God door Zijn schepping
Je zou dat kunnen vergelijking met de omgang van volwassenen naar kinderen. Als volwassenen met kinderen gaan praten ontstaat er een taal van weinig woorden met veel intonatie. In onze omgang met kleine kinderen passen we ons aan hun belevingswereld aan, daardoor kunnen ze zien wie we zijn en leren ze ons een klein beetje kennen. God past zich op een zelfde soort manier aan ons aan. Dat betekent dat onze kennis van God dus ook ten dele is, wij kunnen God niet volkomen kennen. God is groter, hoger en meer dan wij in onze menselijke belevingswereld kunnen snappen. Daarom gaat God als het ware binnen ons gezichtsveld staan. De metaforen en de beelden die God gebruikt om zich aan ons kenbaar te maken, zijn gaven van de Heilige Geest en niet een of andere constructie van de mens zelf. Als leerling van de Heilige Geest moeten we opletten, luisteren, en kijken om God te zien.