Pesten ... het zal je maar gebeuren
We kennen allemaal wel iemand vanuit het verleden of heden die gepest werd/wordt of die we hebben gepest. Maar als het bij een keer blijft is het nog te overzien. Anders wordt het als het aanhoudt en als je dan ook nog kind bent, kan het je (ver)vormen voor het leven.
Algemeen
Gelukkig schenken we er meer aandacht aan en komen notoire pesters eerder in het vizier. Maar het is iets van alle tijd en dus zullen er altijd pesters zijn. Dat wil dus ook zeggen dat het geen kwaad kan om, zeker als het om kinderen gaat, deze te “wapenen” tegen de pesters.
Vertrouwen en ruimte
Een basis voor een kind is volkomen vertrouwen (daarmee ook bescherming) en ruimte. Vertrouwen om voor het kind de optimale situatie te creëren, alles te kunnen zeggen. Dit geldt natuurlijk altijd, maar zeker zaken rond pesten worden niet snel gedeeld. De ruimte die je het kind kunt geven is openlijk te spreken over zaken, wellicht een denkbeeldige situatie als voorbeeld te geven (als je het vermoeden hebt) en goed te luisteren en kijken (non verbaal) naar de signalen van een kind. Vaak melden kinderen in bedekte termen wel dat er iets is. Waarbij het niet alleen ouders zijn die alert op het gedrag van hun kind moeten zijn, maar ook de omgeving (bijvoorbeeld op school, in de buurt of bij familie).
Hoe te handelen?
Als je zover bent dat je kind heeft aangegeven gepest te worden is het, behalve accepteren, ook een kwestie van handelen. Een aantal zaken staan hieronder opgesomd waar je mogelijk iets mee kunt. Maar schroom vooral ook niet als je het zelf niet redt. Het gaat immers om het kind en niet om het gevoel van onvermogen bij ouders/opvoeders.
- Het kind vooral niet meegeven populair te doen om zo over het pest gedrag heen te komen. De echte pester gaat door en als je als kind de populariteitspoll verliest, verlies je ook een belangrijk deel van je eigenwaarde. De kans op ongenuanceerd gedrag of zelfs agressief gedrag is zeerwel aanwezig.
- Laat het kind zo gewoon mogelijk met andere kinderen omgaan. Geen uitzonderingen, maar gewoon datgene waar kinderen van de betreffende leeftijd onderling mee bezig zijn. De kans dat het kind zich hierdoor sterker gaat voelen, wordt op deze manier groter en geeft een reële mogelijkheid dat het kind zich verbaal beter kan weren.
- Wat je relatief veel ziet, maar zeker niet werkt is als gepeste kinderen naar de achtergrond verdwijnen. Jezelf zo onzichtbaar mogelijk maken, werkt meestal averechts. Want de kans om te worden gezien als “mislukkeling” is zeerwel aanwezig. Kinderen zijn hard tegen elkaar, en als men ontdekt dat je je bewust op de achtergrond begeeft, zal de kans op nog meer pesten alleen maar groter worden.
- Bespreek het pestgedrag ook met de leerkracht. Lang niet altijd overzien de leerkrachten wat er bijvoorbeeld op het schoolplein gebeurt. Waarbij het niet gaat of dit terecht of onterecht is, het gaat erom dat je de leerkracht informeert en hij of zij de verantwoordelijkheid neemt en mogelijk extra alert is. Waarbij de leerkracht het kind niet moet beschermen, maar alert moet zijn of en zo ja wanneer de pesters weer aan de slag gaan, en dan moet handelen richting de pesters.
- Geef je kind een beschermde omgeving thuis. De frustratie van pest gedrag moet niet naar binnen slaan. Als je je kind de ruimte geeft om de boosheid of het verdriet te uiten en zelf alleen een luisterend bent, houd je je basis breed. Een brede emotionele basis geeft vervolgens meer weerstand opgewassen te zijn tegen het pestgedrag.
Ouder en gepest
Wat opvallend is, maar zeer terecht, is de aandacht voor de oudere mens die gepest wordt. Oudere mensen die vaak toch al niet zoveel sociaal contact meer hebben, worden binnen de “eigen” gemeenschap (denk hierbij bijvoorbeeld aan het verzorgingstehuis) gepest. Pesten in de vorm van de spot drijven met uiterlijkheden of iemand buiten de groep plaatsen.
De leiding van de gemeenschap heeft hier een actieve rol in, maar ook de signalering van kinderen of andere mensen die op bezoek komen. De schaamte is vaak groot en maakt dat gepeste oudere mensen er niet mee te koop lopen, ook hier is de signaalfunctie essentieel. De oudere mensen hierop aanspreken vanuit de familiekring of bekende (van de gepeste persoon) is niet aan te raden. Een actieve rol vanuit de leiding, die ook de omgeving van de pester (dus eventueel familie) informeert en er op aanspreekt, werkt meestal beter. Consequent zijn in het aanspreken is hierin belangrijk, maar wil nog wel eens op het tweede plan komen. Door drukke andere werkzaamheden (of onderbezetting), maar ook het idee dat het na een melding of waarschuwing wel afgelopen zal zijn, schuift een dergelijk probleem vaak naar achter. Onterecht, want pestgedrag kan ook bij oudere mensen lang aanhouden.
Tot slot
Als je er goed over nadenkt, zegt pestgedrag meer over de pester dan over de gepeste persoon. Maar dat neemt het probleem niet weg. Behalve het probleem voor de pester op te lossen, is het goed ook een aandacht te schenken aan de pester. Wat drijft iemand en wat is zijn/haar probleem zelf? Dit kan heel confronterend zijn, wat maakt dat niet iedereen hiervoor geschikt is. Een professional inschakelen kan dan een oplossing bieden.