Waarom lachen wij?
Waarom lachen wij? Een vraag die door weinig mensen gesteld is. Toch heeft iedereen wel eens gehad dat ze ergens om lachten wat eigenlijk niet eens zo heel grappig was. Lachen om een grap die de baas verteld terwijl als een collega deze verteld dezelfde grap helemaal niet zo grappig is. Ik heb in verschillende richtingen van de psychologie gezocht naar antwoord op de vraag "Waarom lachen wij". In dit document geef ik antwoord op die vraag vanuit die verschillende richtingen.
Waarom lachen wij?
Onze presentatie gaat over lachen. Waarom lachen wij? Een vraag waar niet heel veel mensen dringend het antwoord op zoeken. Toch hebben wij besloten hier wat dieper op in te gaan. Lachen is een sociaal fenomeen en verdwijnt wanneer je mensen isoleert en observeert. Dat wil dus zeggen dat mensen meer lachen in groepen dan wanneer ze alleen zijn. Je zou denken dat we lachen om grappige dingen die een ander zegt, maar in een onderzoek van Robert Provine bleken sprekers 46 procent vaker te lachen dan hun luisteraars. Bovendien kon van de uitspraken die voorafgaand aan gelach gedaan werden, zo’n 80 tot 90 procent niet bepaald gezegd worden dat het de grap van de eeuw was. Lachen volgde meestal op doodgewone uitspraken als: ‘Ik ga nu’ of ‘Hoe gaat het met je?’ Ook is het zo dat een grap overal ter wereld volgens de zelfde regels verloopt. Meestal zetten mensen hun woorden kracht bij door aan het eind van een zin te lachen. Wat de rest van de groep de hint geeft om ook te gaan lachen. Lachen is een sociaal fenomeen. Mensen lachen dertig keer vaker bij anderen dan wanneer ze alleen zijn. Uit een onderzoek onder bowlers bleek dat zij na een strike pas lachen als ze zich naar de groep keren. Lachen is dus niet per se een uiting van innerlijke vreugde. We laten er iets mee zien aan de mensen om ons heen. Met elkaar lachen maakt duidelijk: wij horen bij elkaar. Met incrowdgrapjes kan een groep haar waarden en normen duidelijk maken en buitenstaanders belachelijk maken. De lach is een bindmiddel.
Evolutionaire invalshoek
Volgens onderzoek van Robert Provine is het lachen afkomstig uit de prehistorie. Om dit te onderzoeken heeft hij onze naaste verwanten onderzocht, de chimpansees. Als jonge chimpansees met elkaar spelen doen ze iets wat lijkt op onze lach. Het verschil tussen de twee is dat wij alleen geluid maken bij de uitademing en chimpansees bij zowel in als uitademen geluid maken. De oerstimulus van lachen is, volgens Provine, kietelen. Wanneer een moeder chimpansee haar baby kietelt, kan deze aangeven dat ze het niet leuk vindt door de handen van haar moeder weg te duwen of door te schreeuwen. Lachen is juist een signaal dat het goed is, dat ze het leuk vindt. Kietelen wordt echter niet altijd als prettig ervaren. De reactie van iemand die gekieteld wordt lijkt nog het meest op iemand die aan een wild dier wil ontsnappen. Dat is ook precies wat we oefenen stelt Robert Provine. De kietelrespons is in feite een oefening in het beschermen van ons lichaam en het proberen te ontsnappen aan de ‘aanvaller’. Daarom kunnen we onszelf ook niet kietelen: het gaat er juist om dat we leren detecteren wanneer een ander ons aanraakt. Alleen al de dreiging dat iemand je gaat kietelen kan kinderen gierend van angst doen wegrennen. Lachen is het signaal dat het om een spel gaat. Dat je goedgestemd bent en geen echte bedreiging bent voor de ander. Is de aanvaller echter geen bevriend leeftijdsgenootje of familielid, dan valt er ineens niets meer te lachen. Gekieteld worden door een vreemde kan aanvoelen als een aanranding. Te lang gekieteld worden door een bekende die de stopsignalen van het slachtoffer negeert, kan ook leiden tot woede, huilen en vechten. Volgens Provine is het dreigen met kietelen de allereerste, prehistorische grap geweest. De eerste stimulus waar we om moesten lachen zonder dat we direct aangeraakt werden. Daaruit is langzaam steeds abstractere humor ontstaan, waardoor we nu elkaar aan het lachen kunnen maken door middel van woorden.
(Bron: Psychologie Magazine, juni 2007 :Onderzoek: Esther Bremer i.s.m. RM Interactive)
Socioculturele invalshoek
Als we de vraag ‘waarom lachen mensen’ vanuit de socioculturele invalshoek moeten beantwoorden zullen we moeten kijken naar andere culturen. Het is zo dat lachen in veel culturen iets anders betekent. Vroeger had lachen ook een andere betekenis. In de Griekse Tijd hoorde lachen thuis op religieuze feesten, symposia en opvoeringen van komedies. In het gewone dagelijkse leven werd er niet veel gelachen. In de Middeleeuwen was lachen juist heel erg hip en gebeurde het ook veel. De reformatie en contrareformatie zorgden ervoor dat er niet meer zoveel werd gelachen. In 1670 werd het vrouwen verboden om te lachen en in de kerk of op de preekstoel waren grappen ongepast.² In Japan wordt lachen nu gezien als een teken van onzekerheid en schaamte. In China en Maleisië betekent lachen met de mondhoeken naar beneden dat wat je doet ongepast is. In Europa daarentegen is lachen een teken van blijheid. De reden waarom mensen lachen is dus vanuit de socioculturele invalshoek verschillend. In sommige culturen word lachen als iets beschamends gezien, of wordt er gelachen om mensen te waarschuwen. In sommige culturen word ook gelachen om aan te geven dat je blij bent.
Humanistische invalshoek
De humanistische psychologen geloven dat je handelingen sterk worden beïnvloed door je zelfbeeld en de behoefte aan persoonlijke groei en vervulling ³. Met je zelfbeeld wordt het beeld dat je van jezelf hebt bedoeld, hoe zie je jezelf, hoe denk je dat anderen jou zien, heb je een positief of negatief beeld van jezelf. De humanistische psychologen gaan ook erg uit van het positieve in de mens. Ze geloven ook dat de mens constant in interactie is met zijn omgeving. Als je vanuit deze invalshoek antwoord zou moeten geven op de vraag “Waarom lachen mensen?” zou je als antwoord kunnen geven dat mensen lachen omdat ze in interactie zijn met hun omgeving of dat je als mens dicht bij je gevoelens staat en daarom als je een blij gevoel voelt moet lachen.
(Psychologie een inleiding, Philip G Zimbardo, blz. 12 http://www.kljberlaar.be/sano/achtergrond/weetjes.html Psychologie, een inleiding, Philip G Zimbardo, blz 11)
Biologische invalshoek
Lachen is een biologische reactie op humor. Lachen is een onderdeel van het menselijk gedrag dat wordt gecontroleerd door de hersenen. Als de informatie via de zintuigen wordt verwerkt stuurt het schakelstation de thalamus deze informatie door naar andere hersengebieden. Deze informatie wordt vooral door het limbisch systeem verwerkt. Hier worden emoties verwerkt. Onderzoeken hebben aangetoond dat lachen gezond voor de mens is. Tijdens het lachen maken de hersenen endorfine aan. Endorfine is een natuurlijk pijnstillende stof waardoor iemand zich lekkerder voelt. Ook heeft lachen een antidepressief effect. Dit komt door lichaamsstoffen zoals serotonine en dopamine. Daarom voelt men zich lekker na een goede lachbui. Verder heeft een goede lachbui een gunstige invloed op de ademhaling. De tranen die vrijkomen bij het lachen (traanklierhormoon) helpen het immuunsysteem en de afweer tegen ziektekiemen zal toenemen. Hoewel lachen gezond voor de mens is, zijn er toch gevallen bekend dat mensen zich dood gelachen hebben. Daar komt ook het spreekwoord ik lach me dood vandaan.
(A. Heuvelman e.a. Psychologie, Boom, Amsterdam, 2004 www.wikipedia.nl)
Psychodynamische invalshoek
Volgens de psychodynamische theorie komen emoties voort uit een onbewust conflict of verlangens. Menselijke gedragingen zijn uitingen van veel motieven en verlangens die voort komen uit hun kindertijd. Volgens Freud maakt een kind een aantal stadia door. De orale, anale en de genitale fase. In de orale fase ontdekt een kind dingen met behulp van zijn mond, door bijvoorbeeld een speelgoedje in zijn mond te stoppen. In de anale fase leert een kind zijn lichaam te beheersen. Zoals de naam al zegt is het beheersen van plassen en poepen. Bij de genitale fase ontdekt het kind zichzelf. Het verschil tussen meisjes en jongens bijvoorbeeld. Als bij één van deze fases iets verkeerd gaat, bijvoorbeeld bij de opvoeding, kan zich dat later uiten. Dan heeft een persoon een onbewuste conflict en/ of verlangen. Bij de psychodynamische theorie wordt vooral de emoties, zoals agressie en angst beschreven. Lachen wordt hier niet beschreven. Volgens mij kan het eventueel wel toegepast worden bij deze theorie wanneer mensen lachen als ze manisch depressief zijn. Deze mensen lachen ineens heel overdreven en zijn dan heel uitbundig vrolijk. Dit komt niet door blijdschap maar door een ziekte die uit deze theorie kan voort vloeien.
(H. Gleitman, Psychology, W.W. Norton & Compagny, New York)
Cognitieve invalshoek
Robert Provine ontdekte in een onderzoek, dat mensen die hoog in de hiërarchie staan, meer grappen maken dan lager geplaatsten. Anders gezegd, de baas maakt de grappen en de werknemers hebben te lachen. Degene die lacht laat zien dat hij solidair is met de ander.
Zoals er staat vermeld op bladzijde 11 van Zimbardo. Dit heeft te maken met wat de proefpersoon verwacht of herinnert. Een voorbeeld is wanneer een persoon iemand leert kennen waarvan hij weet dat dit zijn baas zal worden en hij heeft al eerder meegemaakt dat wanneer hij om de grappen van zijn baas lachte, dat zijn baas hem vriendelijker ging behandelen, dan zal hij deze keer waarschijnlijk ook dat effect verwachten. Psychologen Tyler Stillman, Roy Baumeister en Nathan DeWall van Florida State University testten vorig jaar hoe vaak mensen lachten om vrij flauwe grapjes. Bijvoorbeeld deze: Twee muffins bakken in een oven. Roept de ene tegen de andere: ‘Wow, wat is het hier heet!’ Zegt de andere muffin: ‘Goeie genade! Een pratende muffin!’ Sommige proefpersonen kregen te horen dat de persoon die de mop vertelde straks als ondergeschikte met hen zou gaan werken, anderen kregen te horen dat de moppentapper straks hun leidinggevende zou zijn. Degenen die een hoge status toegewezen hadden gekregen, waren nauwelijks tot een lachje te brengen. Echter degenen die dachten dat ze ondergeschikte zouden zijn, grinnikten heel wat af over de pratende muffins.
(bron: Onderzoek: Esther Bremer i.s.m. RM Interactive; Psychologie Magazine, juni 2007)
De behavioristische invalshoek
De behavioristen kijken op een objectieve manier naar de mens, volgens deze invalshoek wordt ons gedrag bepaald door de beloningen en straffen die we krijgen. We moeten de reden voor ons gedrag dus in onze omgeving zoeken. Behavioristen kijken alleen naar het gedrag van de mensen en niet naar de emoties. Als we deze invalshoek betrekken op ons onderwerp, namelijk: Waarom lachen mensen? Dan zie je dat als je terugkijkt naar vroeger dat je kunt stellen dat wij lachen omdat we aandacht willen. Als kind heb je waarschijnlijk wel door gehad dat als je naar je vader of moeder lachte dat ze daar op een positieve manier op reageerden. Dat deden ze door je een knuffel te geven, een aai over bol te geven of door gewoon terug te lachen. Dus doordat je lachte werd je beloond met aandacht.
Op latere leeftijd van de mens zie je nog steeds dat men lacht om aandacht. Als je bijvoorbeeld kijkt naar groepsvorming op een basisschool, dan zijn er kinderen die buiten een groep staan, maar er wel bij willen horen. Doordat ze dan ergens om gaan lachen wat in die groep speelt proberen ze de aandacht op hun te vestigen en daardoor ook aandacht te krijgen. Ze willen door die groep geaccepteerd worden en hopen dat door het trekken van aandacht te bereiken. Dus om terug te komen op de vraag: Waarom lachen mensen? Kan je zeggen dat wij lachen omdat onze omgeving daar op een positieve manier op reageert (belonen).
(bron: http://www.natuurlijkleren.net/behaviorisme.php)
Daarom lachen wij
Waarom lachen wij? Het is een hele goede vraag. We zijn er achter gekomen dat al vanaf het begin van het bestaan van de mens, wij bezig zijn geweest met lachen. Kietelen werd gebruikt om te oefenen om ons lichaam te beschermen en te ontsnappen aan een aanval. Wanneer we nu kijken naar de stoffen die onze hersenen aanmaken tijdens het lachen, met name endorfine, een pijnstillende stof, lijkt het er sterk op dat dit ook echt zo is geweest. Echter voor de hedendaagse lach is dit natuurlijk niet meer ter sprake. Het feit dat we meer lachen in groepen dan alleen, zoals in het begin verhaal verteld is, getuigd voor het feit dat wij de mening van andere voorop stellen. Anders gezegd, “dat wij lachen omdat onze omgeving daar op een positieve manier op reageert.” Daarnaast is het ook zo dat mensen meer lachen als de persoon die de grap verteld hoger op de sociale ladder staat, ofwel hoger in de hiërarchie geplaatst is. Uit de verwachting dat “de baas” je meer gaat mogen als je om zijn/haar grappen lacht. Toch is dit alleen bruikbare informatie in onze westerse cultuur. Wanneer je namelijk naar Japan kijkt, zul je zien dat men lachen ziet als een teken van onzekerheid en schaamte. Wij gaan alleen antwoord proberen te geven op de vraag “Waarom lachen wij?” vanuit onze eigen westerse cultuur. Hiervoor is voor toch de meest bruikbare informatie te krijgen vanuit de behavioristische invalshoek en de cognitieve invalshoek. Wanneer we zouden kijken naar waar het lachen vandaag komt, zouden we beter de biologische invalshoek en de evolutionaire invalshoek kunnen gebruiken.
Uit onze onderzoeken is uiteindelijk dus gebleken dat wij lachen om erbij te horen. Lachen is een waar bindmiddel. Er wordt positief naar gekeken, met name willen wij dat mensen die hoger op de sociale ladder staan positief naar ons kijken. Daarom lachen wij.
© 2010 - 2024 Venicci, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Positieve psychologieGeluk? Wanneer ben je nu precies gelukkig? Komt dit door wat je meemaakt, wat je voelt, hoe je denkt of wat je bezit? Di…
Wat is psychologie?Psychologie is een veel besproken onderwerp de laatste jaren, maar wat houdt het nou eigenlijk in? Definitie: Psychologi…
Lachen is gezondLachen geeft je een goed gevoel, breekt het ijs, versterkt het immuunsysteem. Er bestaan verschillende soorten lachen, v…
Bronnen en referenties
- Psychologie Magazine, juni 2007 :Onderzoek: Esther Bremer i.s.m. RM Interactive
Psychologie een inleiding, Philip G Zimbardo, blz. 12 http://www.kljberlaar.be/sano/achtergrond/weetjes.html Psychologie, een inleiding, Philip G Zimbardo, blz 11
A. Heuvelman e.a. Psychologie, Boom, Amsterdam, 2004 www.wikipedia.n
H. Gleitman, Psychology, W.W. Norton & Compagny, New York
Onderzoek: Esther Bremer i.s.m. RM Interactive; Psychologie Magazine, juni 2007
http://www.natuurlijkleren.net/behaviorisme.php