Klassieke conditionering: leren van voorwaardelijke reflexen
Klassieke conditionering: leren van voorwaardelijke reflexen. Conditionering omvat een proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van ervaringen die hij opdoet. Het gaat om gedrag, dat onder bepaalde voorwaarden en condities tot stand komt en allengs een gewoonte - een ingeslepen gedragspatroon - wordt: aangeleerd gedrag. Het bestraffen van ongewenst - en het belonen van gewenst gedrag zijn de bekendste condities. Er zijn twee soorten van conditionering: klassiek en operant.
Wat is conditionering?
Twee soorten conditionering
Conditionering omvat een proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van ervaringen die hij opdoet. Het gaat om gedrag, dat onder bepaalde voorwaarden en condities tot stand komt en allengs een gewoonte - een ingeslepen gedragspatroon - wordt: aangeleerd gedrag. Het bestraffen van ongewenst - en het belonen van gewenst gedrag zijn de bekendste condities. Er zijn twee soorten van conditionering: klassieke of respondente conditionering en operante of instrumentele conditionering.
Soms door een toevallige gebeurtenis
Soms vindt conditionering plaats door een toevallige gebeurtenis. Een peuter die met zijn hand een hete kachel aanraakt, zal verschrikt terugdeinzen en de volgende keer kachels vermijden. Ook kan conditionering voortkomen uit gerichte training. Je kunt een kind door middel van beloningen bepaald gedrag aanleren. Uiteraard kunnen dergelijke leerprocessen bemoeilijkt worden door andere processen, zoals associatie. Stel dat de peuter uit het voorbeeld de hete kachel aanraakt en op datzelfde moment de deurbel klinkt, dan bestaat de kans dat de volgende keer dat de deurbel klinkt het kind schrikt. De peuter kan de deurbel in verband brengen met de hete kachel. Uiteraard dooft deze associatie vanzelf uit als blijkt de deurbel geen verband houdt met de hete kachel.
Operante en klassieke conditionering
Er zijn, zoals in het intro aangegeven, twee soorten van conditionering:
In het kort: Klassieke conditionering gaat over associaties tussen stimuli en onvrijwillige reflexmatige reacties, terwijl operante conditionering draait om het aanleren van gedrag door middel van beloning en straf, met de nadruk op vrijwillige responsen.
Klassieke conditionering:
- Associatief leren: Klassieke conditionering gaat over het aanleren van associaties tussen stimuli.
- Onvrijwillige respons: Het resulteert in een onvrijwillige respons op een bepaalde stimulus.
- Neutral stimulus: Een neutrale stimulus wordt gekoppeld aan een onvoorwaardelijke stimulus om een voorwaardelijke respons te creëren.
- Pavloviaanse reactie: Ook wel bekend als Pavloviaanse of respondent conditionering, het gaat om het automatische en reflexmatige karakter van de respons.
Operante conditionering:
- Instrumenteel leren: Operante conditionering richt zich op het aanleren van gedrag door middel van beloning of straf.
- Vrijwillige respons: Het resulteert in een vrijwillige respons of gedrag om de omgeving te beïnvloeden.
- Beloning of straf: Gedrag wordt versterkt door beloning of bestraft om te verminderen.
- Skinner-box: Geassocieerd met B.F. Skinner, deze vorm van conditionering benadrukt de rol van beloning in het vormgeven van gedrag.
In dit artikel bespreken we klassieke conditionering. Dit is een vorm van leren, waarbij het koppelen van twee stimuli ervoor zorgt dat de reactie op een van deze stimuli verandert.
Stimulus - respons
Bij conditionering is er een relatie tussen een stimulus (prikkel) en een respons (reactie). Een stimulus is een gebeurtenis of situatie die een respons uitlokt. Je slaat een spijker in de muur en met de hamer sla je onverwachts op je duim. Pijn is in dat geval de stimulus en de respons bestaat uit het wegtrekken van je hand en de eventuele verbale reactie als vloeken, schelden, schreeuwen of huilen. Dit is een reflex, oftewel een onwillekeurige, onvrijwillige, automatische respons op een stimulus. Als iemand met een felle lamp in je ogen schijnt knipper je met je ogen, als je voedsel in je mond stopt komt de speekseltoevoer op gang, enz. Deze reflexen worden ongeconditioneerde responsen genoemd aangezien deze niet het gevolg zijn van een leerervaring - het is niet aangeleerd, het gebeurt automatisch - en de stimuli die dat veroorzaken worden ongeconditioneerde stimuli genoemd.
Klassieke conditionering
Klassieke conditionering wordt soms respondente conditionering of stimulus-respons-leren genoemd. De Russische fysioloog Ivan P. Pavlov (1849-1936, zie foto bovenaan) deed als eerste onderzoek naar het fenomeen klassieke conditionering en het wordt daarom ook wel Pavloviaanse conditionering genoemd. Pavlov was bezig met een onderzoek naar het zenuwstelsel en de spijsvertering. Hij ontdekte iets merkwaardigs bij zijn proefdieren. De honden bleken al bij het zien van voedsel en ook bij het zien van de persoon die ze eten bracht, al
speeksel af te scheiden. Deze reactie kwam oorspronkelijk tot stand bij het kauwen van voedsel en nu trad het ook op bij het zien van voedsel of de verzorger. Hij noemde dit fenomeen 'psychische reflex', veroorzaakt door een voedselstimuli op afstand van het dier.
Bekend is zijn experiment met de bel. Iedere keer als hij zijn proefdier voedsel gaf, liet hij enkele seconden daarvoor een bel afgaan. Aanvankelijk was de bel een neutrale stimulus dat geen enkel effect teweeg bracht op de speekselproductie van de hond. De bel had namelijk niets met voedsel te maken, het was een willekeurig geluid. Doch nadat hij een aantal keren de bel had laten rinkelen voordat hij het voedsel aan de hond gaf, begon het dier al speeksel af te scheiden als hij de bel hoorde. De bel was het sein geworden dat er eten in aantocht was. De bel noemde Pavlov een geconditioneerde stimulus en de speekselafscheiding als reactie daarop noemde hij geconditioneerde respons.
Schematisch weergegeven:
- voedsel → speekselafscheiding
- (geluid + voedsel) → speekselafscheiding
- geluid → speekselafscheiding
Kort samengevat gaat het bij klassieke conditionering om het aanbieden van een aanvankelijk neutrale stimulus tegelijk met een ongeconditioneerde stimulus die na een aantal keren met elkaar in verband worden gebracht. De aanvankelijke neutrale stimulus krijgt daardoor extra betekenis en lokt dezelfde respons uit als de stimulus waaraan het werd gekoppeld. Het geluid van de bel wordt dan een geconditioneerde stimulus die een geconditioneerde respons uitlokt. Veel katten beginnen al te miauwen als ze de blikopener horen waarmee het blikje met vlees wordt geopend, honden lopen naar hun voerbak als ze de koelkast horen en veel mensen beginnen te watertanden als ze een afbeelding zien met iets lekkers erop. Dit zijn allemaal voorbeelden van klassieke conditionering.
Enkele kenmerken van klassieke conditionering
Verwerving
Het proces waarbij een geconditioneerde stimulus een geconditioneerde respons uitlokt heet verwerving. De duur van de verwervingsfase is afhankelijk van een aantal factoren. De hond van Pavlov begon pas te
kwijlen na een paar keer de bel te hebben gehoord voordat hij zijn eten kreeg voorgezet. De belangrijkste factor is de intensiteit van de stimulus. Stel dat een persoon het slachtoffer wordt van een vliegtuigongeluk. Het ongeluk is een ongeconditioneerde stimulus. De psychische en fysieke gevolgen is de ongeconditioneerde respons. Het zien of horen van een vliegtuig is in zijn geval een geconditioneerde stimulus geworden die
angst en paniek oproept (geconditioneerde respons).
Extinctie of uitdoving
Extinctie betekent uitdoving. Na een verwervingsperiode kan teniet worden gedaan wat geleerd is. Indien de hond een aantal keren een bel hoort zonder dat hij daarna voedsel krijgt, dan verdwijnt geleidelijk de geconditioneerde respons. De geconditioneerde respons dooft uit wanneer deze keer op keer niet wordt bekrachtigd.
Spontaan herstel
De geconditioneerde respons kan ondanks een extinctiefase terugkeren na een periode van rust. Dit spontane herstel kunnen we ook in ons eigen leven aantreffen. Als een persoon zij angst voor spinnen heeft overwonnen, kan deze angst toch weer terugkeren na een periode waarin hij niet is blootgesteld aan spinnen.
Uit onderzoek blijkt ook dat de klassieke conditionering weer manifest wordt zodra je na een beltoon weer voedsel aan de hond opdient. Het leerproces was dus niet verdwenen of teniet gedaan maar tijdelijk onderdrukt.
Generalisatie en discriminatie
Stimulusgeneralisatie wordt bereikt als een stimulus die gelijkenis vertoont met de geconditioneerde stimulus dezelfde respons oproept. Dat is het geval als de hond van Pavlov ook speeksel gaat afscheiden als hij een andere bel hoort.
Stimulusdiscriminatie betekent dat de hond leert onderscheid te maken tussen stimuli en leert te reageren op een specifieke stimulus en de andere die daar op lijken negeert. De hond kan geleerd worden onderscheid te maken tussen verscheidene soorten belsignalen door het ene signaal te laten volgen door voedsel en het andere signaal niet.
Zin in iets lekkers als je 's avonds op de bank ploft om naar de televisie te kijken /
Bron: JESHOOTS Com, PixabayKlassieke conditionering van mensen
In het dagelijkse leven treffen we veel voorbeelden aan van klassieke conditionering. We krijgen bij voorbeeld trek in een versnapering als we 's avonds op de bank ploffen om naar de televisie te kijken. Voedsel is een ongeconditioneerde stimulus die een ongeconditioneerde respons teweegbrengt. De televisie wordt gekoppeld aan het voedsel en de televisie is dan een geconditioneerde stimulus geworden die een geconditioneerde respons uitlokt: 'Zin in snoepen als je televisie gaat kijken'.
Ook kunnen er bewust positieve gevoelens uitgelokt worden door middel van klassieke conditionering. De reclamewereld maakt hier veel gebruik van. Een ongeconditioneerde stimulus (gezelligheid, een mooie vrouw of een knuffelige baby) die ongeconditioneerde reacties uitlokt, wordt in verband gebracht met het artikel dat verkocht moet worden. Men hoopt op die manier dat de ongeconditioneerde respons gekoppeld wordt aan het artikel en dat zodra je het artikel ziet, je de bijbehorende respons ervaart.
Tot slot
Bij klassieke conditionering leert men als gevolg van gebeurtenissen en omstandigheden in een bepaalde omgeving. Je kan er niets aan doen. Het overkomt je als het ware. In een vervolgartikel gaan we in op operante conditionering, dat is leren naar aanleiding van de gevolgen en consequenties die gedrag voor je heeft. Sommige consequenties zullen ons gedrag aanmoedigen en sommige consequenties zullen ons gedrag afremmen.
Lees verder