Het Stockholmsyndroom
Eenvoudig gezegd is het Stockholmsyndroom de situatie waarbij een slachtoffer sympathie voelt voor degene waardoor hij/zij wordt misbruikt. Hoewel de naam dateert uit de jaren 70 is het verschijnsel op zich al veel langer bekend.De naam
De naam Stockholmsyndroom is ontstaan als gevolg van een gijzeling in de Kreditbanken in Stockholm van 23 tot 28 augustus 1973. De gijzelaars ontwikkelden een band met hun gijzelnemers en lieten zich ook na hun bevrijding positief uit over hen. Twee van de gevangen genomen vrouwen verloofden zich zelfs met hun gijzelnemers. De psycholoog Nils Bejerot, die de politie bijstond, was degene die met de naam op de proppen kwam."Emotional" of "traumatic bonding"
Hoewel de naam op dat moment nieuw was, was het verschijnsel al veel langer bekend bij psychologen en andere hulpverleners, vaak onder de titel 'emotional' of 'traumatic bonding'. In veel situaties voelen slachtoffers sympathie voor degenen die hen misbruiken. Het is een overlevingsmechanisme voor slachtoffers van misbruik en intimidatie. Er zijn verschillende categorieën waarbij het Stockholm-syndroom een rol kan spelen. Bij alle categorieën is er sprake van ongelijke situatie, waarbij één partij duidelijk de macht heeft:- Misbruikte kinderen
- Mishandelde vrouwen
- Slachtoffers van incest
- Gevangenen in concentratiekampen
- Sekteleden
- Mensen in relaties waarin ze geintimideerd worden
Symptomen van het Stockholmsyndroom
Er zijn een aantal symptomen die voor kunnen komen bij mensen die last hebben van het Stockholmsyndroom. De slachtoffers hebben positieve gevoelens ten opzichte van degene die ze misbruikt en staan vaak negatief tegenover degenen die hen willen helpen. Vooral bij vrouwen die in een relatie zitten waarin ze mishandeld worden is dit een opvallend verschijnsel. Ze doen vaak geen aangifte bij de politie of trekken die weer in en nemen hun partner in bescherming. Dit laatste is ook een typisch verschijnsel bij het Stockholmsyndroom, dat de dader in bescherming wordt genomen en verdedigd tegenover de buitenwereld en soms zelfs letterlijk geholpen. De dader staat meestal ook niet geheel negatief tegenover zijn slachtoffer en heeft er een band mee. En wanneer het slachtoffer de mogelijkheid heeft om aan de situatie te ontkomen zal hij/zij daar vaak niet aan meewerken en in de situatie blijven hangen.Condities
Er zijn een aantal condities waaraan voldaan moet worden voordat het Stockholmsyndroom ook werkelijk optreedt. Op de eerste plaats is er vaak sprake van dreiging, of die dreiging nou echt is of niet, het slachtoffer is bang dat de dader de bedreiging daadwerkelijk zal uitvoeren. Het slachtoffer voelt zich, terecht of onterecht, geïntimideerd. Daarnaast zal de dader ook op allerlei kleine manieren aardig zijn tegen zijn/haar slachtoffer, waardoor het slachtoffer het gevoel heeft dat het allemaal wel meevalt. Belangrijk is dat de slachtoffers vaak geïsoleerd worden van hun omgeving, waardoor ze alleen nog in contact komen met degene die hen misbruikt en daardoor niet meer open staan voor andere meningen en denkwijzen. Vaak hebben de slachtoffers ook het idee dat ze niet kunnen ontsnappen.Vrijwel iedereen die in een dergelijke situatie terecht komt kan last krijgen van het Stockholmsyndroom. Het is een normaal menselijk middel om te kunnen overleven in een zeer moeilijke situatie. Vaak zijn er ook verschillende fases in de relatie tussen slachtoffer en misbruiker: de spanning bouwt zich op, vervolgens is er de afstraffing en hierna volgen de 'wittebroodsweken'. Juist de afwisseling tussen een goede en een slechte behandeling zorgen ervoor dat het slachtoffer sympathie blijft voelen voor degene die hem/haar misbruikt.