Verzamelstoornis: symptomen (DSM-5), oorzaken en behandeling
De verzamelstoornis (hoarding disorder) is in de DSM-5 een nieuwe classificatie en maakt deel uit van de 'obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen'. De verzamelstoornis is een complexe gedragsstoornis die wordt gekenmerkt door aanhoudende moeite om bezittingen weg te doen of er afstand van te nemen, ongeacht de werkelijke waarde. Mensen met een verzamelstoornis bewaren in overdreven mate voorwerpen die anderen als waardeloos beschouwen. Ze hebben aanhoudende moeite om van hun bezittingen af te komen of er afstand van te doen, wat leidt tot rommel in hun huis of appartement die hun vermogen om hun woon- of werkruimte te gebruiken, verstoort. Verzamelwoede is niet hetzelfde als verzamelen. Verzamelaars zoeken naar specifieke items, zoals modelauto's, munten of postzegels, en kunnen deze ordenen of tentoonstellen. Mensen met een verzamelstoornis verzamelen vaak van alles en nog wat. Vaak bewaren ze spullen waarvan ze denken dat zij ze in de toekomst nodig hebben.
Appartement van een dwangmatige verzamelaar /
Bron: Grap, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Wat is een verzamelstoornis?
Pathologisch spullen verzamelen en moeite hebben om bezittingen weg te doen, staat bekend als verzamelstoornis. In tegenstelling tot 'normaal verzamelen' leidt een verzamelstoornis of pathologisch hamsteren tot toenemende wanorde in het appartement of huis van de persoon die eraan lijdt. De betrokkenen kunnen soms zoveel spullen verzamelen in hun huis, dat het eigenlijke gebruik van de woonruimte niet meer mogelijk is. De persoon kan bijvoorbeeld niet meer koken, zijn slaapkamer niet meer inkomen, of in een stoel zitten.
Ook leidt het verzamelen tot toenemende beperkingen in het sociale en/of beroepsmatige functioneren. De taak om sommige of alle spullen weg te doen, zorgt ervoor dat de betrokkene zich erg ongemakkelijk voelt. Zelfs de gedachte om afstand te moeten doen van sommige van deze spullen leidt tot aversieve emotionele reacties bij pathologische verzamelaars, zoals een slecht humeur,
angst of prikkelbaarheid.
De meeste items die verzameld worden zouden door andere mensen als waardeloos worden beschouwd, maar degenen die lijden aan een verzamelstoornis zien het niet als rommel en ervaren een overweldigende behoefte om deze spullen te bewaren, omdat ze deze items in de toekomst misschien nodig hebben, vanwege de sentimentele gehechtheid aan de spullen, of de esthetische aarde ervan.
Vóórkomen
De verzamelstoornis treft naar schatting 2 tot 6% van de bevolking, met een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen. De aandoening komt 3 keer vaker voor bij ouderen (> 55 jaar) dan bij jongere volwassenen. In de meeste gevallen is de stoornis progressief.
Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5) /
Bron: DSM-5Classificatiecriteria DSM-5 en symptomen
Wat zijn de symptomen van een verzamelstoornis en wat zijn de classificatiecriteria volgens DSM-5?
Criteria
De classificatiecriteria volgens DSM-5 zijn:
- A Een persisterende moeite om bezittingen weg te doen of er afstand van te nemen, ongeacht de werkelijke waarde.
- B Deze moeite komt voort uit een sterk gevoelde behoefte om bepaalde voorwerpen te bewaren, en uit de lijdensdruk die gepaard gaat met het wegdoen van deze voorwerpen.
- C De moeite om bezittingen weg te doen, leidt tot de verzameling van een grote hoeveelheid bezittingen die in de weg staan en voor zo veel rommel zorgen dat de woonruimtes nauwelijks voor hun eigenlijke functie kunnen worden benut. Als er ruimtes zijn opgeruimd, is dat alleen dankzij de tussenkomst van derden (zoals een familielid, schoonmaker of instantie).
- D Het verzamelen veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen (waaronder de instandhouding van een veilige omgeving voor zichzelf en anderen).
- E Het verzamelen kan niet worden toegeschreven aan een somatische aandoening (zoals hersenbeschadiging, cerebrovasculaire aandoeningen of het syndroom van Prader-Willi).
- F Het verzamelen kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis (zoals obsessies bij een obsessieve-compulsieve stoornis, afgenomen energie bij een depressieve stoornis, wanen bij schizofrenie of een andere psychotische stoornis, cognitieve deficiëntie bij een neurocognitieve stoornis, of beperkte interesses bij een autismespectrumstoornis).
Specificaties
Specificeer indien:
- Met excessief verwerven. Wanneer de moeite om bezittingen weg te doen gepaard gaat met het overmatig verwerven van voorwerpen die de betrokkene niet nodig heeft, of waar hij of zij geen ruimte voor heeft. Bij grofweg 80-90% van de mensen met een verzamelstoornis gaat de stoornis gepaard met het overmatige verwerven van spullen.
Specificeer indien:
- Met goed of redelijk realiteitsbesef. De betrokkene erkent dat zijn of haar opvattingen en handelingen wat betreft het verzamelen een probleem vormen.
- Met gering realiteitsbesef.De betrokkene gaat er grotendeels vanuit dat zijn of haar opvattingen en handelingen wat betreft het verzamelen geen probleem vormen, ondanks bewijs van het tegendeel.
- Met ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen. De betrokkene is er volledig van overtuigd dat zijn of haar opvattingen en handelingen wat betreft het verzamelen niet problematisch zijn, ondanks het bewijs dat dit wel zo is.
Risicofactoren en oorzaken van verzamelstoornis
Risicofactoren van een verzamelstoornis zijn:
- Temperament: besluiteloosheid is een opvallende eigenschap van mensen met deze stoornis.
- Omgeving: terugkijkend melden mensen met een verzamelstoornis vaak dat aan het begin van de stoornis of bij een verergering ervan, zich een psychotraumatische levensgebeurtenis heeft voorgedaan.
- Genetica en fysiologie: het verzamelgedrag is familiaal.
Een van de oorzaken kan de angst voor verlies zijn. Iemand die iets koopt of een cadeau krijgt van iemand, associeert een prettige herinnering met het voorwerp. Voor de verzamelaar die in zijn leven nooit of zelden genegenheid of goedkeuring heeft ontvangen, is die herinnering door bezit misschien wel het enige waaraan hij zich kan vastklampen. Een herinnering die hij niet meer wil verliezen. Dit is hoe de rommel zich allengs opstapelt. Hij verzamelt alles wat een prettige herinnering opriep. Hij wil in geen geval een van deze herinneringen bij het vuilnis weggooien uit angst dat het enige plezierige in zijn leven hem zal verlaten.
De stoornis kan ook het gevolg zijn van een trauma, dat wil zeggen een mentale wond of een gebeurtenis waardoor hij uit het lood is geslagen. In deze context wordt ook wel gesproken van gecompliceerde rouw of een aanpassingsstoornis.
Differentiële diagnose
De classificatie verzamelstoornis wordt niet toegekend wanneer wordt geoordeeld dat de symptomen een direct gevolg zijn van:
- Somatische aandoeningen, zoals hersenletsel, chirurgische behandeling van een tumor of epilepsie, cerebrovasculaire aandoeningen, infectie van het centrale zenuwstelsel of neurogenetische aandoeningen zoals het syndroom van Prader-Willi.
- Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen zoals een autismespectrumstoornis (ASS) of ene verstandelijke beperking (verstandelijke ontwikkelingsstoornis).
- Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, waarbij het verzamelen een direct gevolg is van wanen of negatieve symptomen van schizofrenie of een andere psychotische stoornis.
- Depressieve episode, waarbij het verzamelen van voorwerpen een direct gevolg is van psychomotorische vertraging, moeheid of energieverlies door de depressie.
- Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS), waarbij het verzamelen van voorwerpen een direct gevolg is van de typerende obsessie en compulsief bij deze stoornis, zoals de vrees voor besmetting of onheil, of een gevoel van onvolledigheid (zoals verlies van identiteit of de behoefte om alle levenservaringen te documenteren en te bewaren).
- Neurocognitieve stoornissen, waarbij het verzamelen het directe gevolg is van bijvoorbeeld frontotemporale dementie of de ziekte van Alzheimer.
Onderzoek en diagnose
De psychiater of psycholoog onderzoekt wat er met je aan de hand is. Een beoordeling voor verzamelstoornis kan vragen bevatten als:
- Heb je problemen met het weggooien (of recyclen, verkopen of weggeven) van voorwerpen die de meeste andere mensen zouden weggooien?
- Hoe moeilijk is het om de kamers en oppervlakken in je huis te gebruiken vanwege de rommel of het aantal bezittingen?
- In hoeverre koop je spullen of verzamel je gratis spullen die je niet nodig hebt of waar je niet genoeg ruimte voor hebt?
- In hoeverre heeft het oppotten, verzamelen en verwerven en rommel invloed op je dagelijks functioneren?
- In hoeverre verstoren deze symptomen je school, werk, sociale leven of gezinsleven?
- Hoeveel leed veroorzaken deze symptomen bij je?
Er kan ook om toestemming gevraagd worden om referenten te raadplegen, zoals vrienden en familie, om een diagnose te stellen. Er kunnen ook vragenlijsten (beoordelingsschalen) gebruikt worden om het niveau van functioneren te beoordelen.
Sommige mensen met een verzamelstoornis erkennen dat ze een probleem hebben met het verzamelen van bezittingen; anderen zien misschien geen probleem of bagatelliseren het in ernstige mate.
Naast de kernkenmerken van het moeilijk weggooien en het overmatig verzamelen van rommel, hebben veel mensen met een verzamelstoornis ook bijbehorende problemen zoals besluiteloosheid, perfectionisme, uitstelgedrag, desorganisatie en afleidbaarheid. Deze bijbehorende kenmerken kunnen in hoge mate bijdragen aan het functioneren en de algehele ernst van hun problemen.
Veel mensen met een verzamelstoornis ervaren ook andere psychische stoornissen, waaronder depressie, angststoornissen,
ADHD (aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis) of een stoornis in alcoholgebruik.
Behandeling van een verzamelstoornis
Combinatie
In Nederland bestaat de behandeling van verzamelstoornis vaak uit:
- psycho-educatie
- het verminderen van het meenemen van spullen
- cognitieve therapie
- leren ordenen en organiseren
- het wegdoen van spullen en terugvalpreventie
Therapie en coaching
Veel deskundigen beschouwen behandeling door een cognitief gedragstherapeut in combinatie met coaching van een thuisbegeleider of coach het meest geschikt om mensen met een verzamelstoornis te behandelen en te ondersteunen. Een coach grijpt niet persoonlijk in, maar adviseert alleen. Samen met de behandelaar wordt een organisatieplan opgesteld, dat de cliënt thuis toepast onder begeleiding van de thuisbegeleider of coach. Hierbij wordt ook geoefend op het versnellen van beslisvaardigheden. Het opstellen van organisatie- of werkplannen en ondersteuning bij het naleven ervan helpt de cliënt vaak om zijn dagelijkse taken beter te structureren. Omdat verzamelaars toch last hebben van schaamte en schuldgevoel, zijn vermaningen meestal niet nuttig. In plaats daarvan moeten kleine vorderingen worden erkend en beloond.
Cognitieve gedragstherapie
Dwangmatig verzamelen wordt vaak behandeld met cognitieve gedragstherapie, een combinatie van gedragstherapie en gesprekstherapie. Het eerste wat je leert is om weerstand te bieden aan de dwangmatige impulsen. Eventuele negatieve emoties die opkomen, mogen niet worden weggeduwd. De betrokkene leert om de gedachten of overtuigen die geassocieerd zijn met het bewaren van rommel te identificeren en om te buigen in rationele gedachten.
Complicaties
Een verzamelstoornis kan verschillende complicaties veroorzaken, waaronder:
- Verhoogd risico op vallen.
- Kans op een ongeluk en letsel of bekneld raken door verschuivende of vallende voorwerpen.
- Conflicten en ruzies in de familie.
- Beperkingen in het beroepsmatige of sociale functioneren.
- Conflict met de buren of de buurt.
- Eenzaamheid en sociaal isolement.
- Onhygiënische omstandigheden die een risico vormen voor de gezondheid.
- Brandgevaar.
- Juridische kwesties, zoals huisuitzetting.
Prognose
Veel mensen die een behandeling krijgen voor een verzamelstoornis, leren omgaan met hun bezittingen. Door nieuw gedrag te leren, voelen ze zich minder angstig. Behandeling kan hun behoefte of drang om voorwerpen te bewaren verminderen. Het verminderen van deze symptomen leidt tot een betere kwaliteit van leven.
Preventie
Omdat er anno 2024 nog relatief weinig bekend is over de oorzaak van de verzamelstoornis, is er geen manier bekend om te voorkomen dat iemand deze stoornis krijgt. Zoals bij veel psychische aandoeningen, geldt dat vroegtijdige interventie en behandeling kunnen voorkomen dat de stoornis zich verergert.
Lees verder