Positieve psychologie: van klachten naar krachten
Binnenin de positieve psychologie gaat men uit van het belang van positieve belevingen, positieve eigenschappen en positieve instituties. Op basis hiervan ontwikkelde men enkele krachten, namelijk kenmerken van een persoon die binnenin de positieve psychologie als belangrijk beschouwd worden. Enkele van de meest gebruikte krachten worden hierbij besproken. Deze krachten worden vaak gebruikt in groepssessies die ontwikkeld zijn op basis van positieve psychologie. We bespreken achtereenvolgens: dankbaarheid, trots, flow, vreugde en humor, optimisme en hoop.
Dankbaarheid
Wat is dankbaarheid?
Volgens Frederickson (2009) heeft dankbaarheid vele facetten. Het is verbazing, waardering, de zonnige kant zien van het leven, je rijk voelen, blij zijn omdat je iemand kent, enzovoort. Volgens Frederickson zou dankbaarheid ook een tegengif vormen tegen negatieve emoties, het neutraliseert namelijk hebzucht, vijandigheid en irritatie.
Dankbaarheid is moeilijk te definiëren, Emmons omschrijft dankbaarheid als ‘een gevoel van verbazing, erkenning en waardering voor het leven’ (Emmons & Shelton, 2002).
Dankbaarheid kreeg tot voor kort weinig aandacht in de psychologische literatuur, hoewel het hoog gewaardeerd wordt in vele religies. Steeds meer recent onderzoek wijst op de vele gunstige effecten van dankbaarheid. Mensen die consistent dankbaar zijn, zijn relatief gelukkiger, energieker en optimistischer bevonden tijdens onderzoek. Bovendien komt naar voor uit onderzoek dat hoe meer iemand geneigd is tot dankbaarheid, hoe kleiner de kans dat hij of zij depressief, angstig, eenzaam, afgunstig of neurotisch wordt (Lyubomirsky, 2008).
Een onderzoek van Lyubomirsky (2008) omtrent dankbaarheid concentreerde zich op de realtime – invloed van dankbaarheid op emoties en gezondheid, dit wil zeggen: of je je gelukkiger voelt op een dag waarop je probeert meer dankbaarheid te tonen. Bij dit onderzoek werd aan proefpersonen gevraagd hun ‘zegeningen te tellen’. Ze moesten vijf dingen opschrijven waarvoor ze dankbaar werden, dit één keer per week, tien weken na elkaar. Vergeleken met een controlegroep bleken de deelnemers die dankbaarheid hadden geuit optimistischer en meer tevreden over hun leven. Uit dit onderzoek kwam ook naar voor dat het ervaren van dankbaarheid een positieve invloed heeft op de gezondheid, wat reeds werd aangehaald door Seligman. Dit onderzoek werd ook uitgevoerd bij chronische patiënten, waarbij de resultaten vergelijkbaar waren. (Lyubomirsky, 2008)
Het verband tussen geluk en dankbaarheid
Het verband tussen dankbaarheid en geluk werd reeds aangetoond door het eerder beschreven onderzoek. Verschillende auteurs beschrijven hiernaast nogmaals het verband tussen geluk en dankbaarheid.
Bannink (2009) beschrijft de gevolgen van dankbaarheid op het sociaal functioneren en het welbevinden aan de hand van de drie functies van dankbaarheid:
- Dankbaarheid werkt als een barometer, omdat het veranderingen in sociale relaties in de gaten houdt en zorgt voor meer welbevinden als iemand anders iets goeds doet voor je.
- Dankbaarheid werkt als motivator.
- Dankbaarheid werkt als bekrachtiger.
Seligman (2002) beschreef dankbaarheid als één van de competenties die kunnen getraind worden om geluk te bevorderen.
Lyubomirsky (2008) beschrijft ten laatste nog acht redenen waarom dankbaarheid gelukkig maakt:
- Dankbaarheid zorgt ervoor dat personen meer genieten van de positieve gebeurtenissen in hun leven.
- Dankbaarheid tonen is goed voor het gevoel van eigenwaarde en voor het zelfvertrouwen.
- Dankbaarheid helpt mensen om te gaan met stress en trauma.
- Dankbaarheid tonen stimuleert moreel gedrag, dankbare mensen zijn namelijk eerder geneigd andere mensen te helpen en zijn minder materialistisch ingesteld.
- Dankbaarheid zorgt ervoor dat mensen makkelijker contact maken en versterkt bestaande banden.
- Dankbaarheid uiten voorkomt afgunstige vergelijkingen met anderen. Door dankbaar te zijn voelt men minder afgunst.
- Dankbaarheid gaat niet samen met negatieve emoties.
- Dankbaarheid werpt een dam op tegen hedonistische adaptatie, dit is het vermogen waarmee we ons snel aanpassen aan nieuwe omstandigheden of ontwikkelingen.
Trots
Wat is trots?
Trots kan worden gedefinieerd als het gevoel waardoor je wil laten zien dat je iets goed hebt gedaan of iets moois hebt (Webcommerce, 2012). Volgens Frederickson (2009) is trots één van de zogenaamde ‘ongemakkelijke emoties. Trots heeft namelijk als een van de zogenaamde zeven hoofdzonden een gemengde reputatie. Elke emotie kan te ver gaan, en dit geldt ook voor trots, maar als hij gericht is en wordt getemperd door passende nederigheid is trots duidelijk een positieve emotie.
Het verband tussen geluk en trots
Naar het verband tussen trots en geluk is niet zo veel onderzoek gedaan. De literatuur vermeldt dat mensen die zich trots voelen, langer met een moeilijke taak zullen doorgaan dan mensen die zich niet trots voelen. Daarmee toont men aan dat trots een motiverende rol heeft als het gaat om het volharden bij een moeilijke taak. Echter ondanks het gebrek aan onderzoek concentreren vele oefeningen uit de positieve psychologie zich op het onderwerp trots en lijken deze oefeningen een gunstig effect te hebben op het subjectief ervaren geluksgevoel.
Flow
Wat is flow?
Flow is een niet weg te denken concept in de positieve psychologie, het komt dan ook in de meeste literatuur naar voor. Het begrip ‘flow’ werd geïntroduceerd door Mike Csikszentmihalyi. Oorspronkelijk beschreef Csiksentmihalyi (1991) echter het begrip flow als ‘genieting’. Dit genieten stond volgens hem tegenover genoegens die uit een biologische behoefte voortkomen. Zo beschreef hij het volgende:
“Een partijtje tennis waarbij men tot zijn uiterste moet kunnen gaan, leidt tot genieting, net als het lezen van een boek dat een nieuw licht op de dingen werpt of een conversatie die ertoe leidt dat we ideeën uiten waarvan we niet wisten dat we ze hadden. Geen van deze ervaringen hoeft op het moment zelf plezierig te zijn, maar achteraf denken we eraan terug en zeggen ‘dat was leuk’.” (Csikszentmihalyi, 1991)
Flow kan dus voorkomen bij veel verschillende activiteiten. Csiksentmihalyi vermeldt dat enkele componenten steeds terugkomen bij het beschrijven van een flow ervaring, namelijk:
- De taak is uitdagend en vereist vaardigheid
- We concentreren ons
- Er zijn duidelijke doelen
- We krijgen direct feedback
- We voelen een nauwe betrokkenheid
- Er is een gevoel van controle
- Het besef van het zelf verdwijnt
- De tijd stopt in de beleving van de persoon
Een belangrijke voorwaarde om flow te kunnen ervaren is dat er een evenwicht bestaat tussen de beschikbare vaardigheden en de uitdaging van de activiteit.
Figuur: Grafische voorstelling van flow volgens Wesley Fryer (Fryer, 2006).
Op deze figuur wordt grafisch weergegeven wanneer een flow ervaring mogelijk is en wanneer niet. Bij de aanduidingen A1 en A2 zien we een evenwicht tussen de aanwezige vaardigheden van de persoon en de uitdaging van de taak, hierdoor raakt de persoon in het ‘flow channel’ en is er een grote kans op een flow ervaring tijdens het uitvoeren van de taak.
Echter bij A3 en A1 zien we een onevenwicht tussen de aanwezige vaardigheden en de uitdaging van de taak. Bij A3 zijn de vaardigeden ondergeschikt aan de uitdaging, hierdoor ontstaat angst en onzekerheid. Een oplossing kan hier zijn de taak aanpassen aan de mogelijkheden van de persoon, of de persoon vaardigheden bijbrengen. Bij A1 zien we dat de persoon in kwestie wel over de nodige vaardigheden beschikt, maar de taak is te weinig uitdagend. Hierdoor ontstaat verveling. Een oplossing kan er hier uit bestaan om de taak uitdagender te maken.
Het verband tussen geluk en flow
Volgens Lyubomirsky (2008) is flow intrinsiek en bevredigend, het levert een plezier op dat langdurig bekrachtigend werkt. Flow zorgt ervoor dat iemand zich goed voelt, waardoor de drang bestaat om nadien terug een flow ervaring op te zoeken. Door dit streven en zoeken naar flow ervaringen ontstaat een vorm van groei, leren, bekwaamheid en veelzijdigheid.
Flow zorgt er dus voor dat we bezig zijn met het leven, genieten van bezigheden, ons competent voelen en een sterk gevoel van eigenwaarde hebben. Al deze factoren bouwen mee aan het geven van betekenis aan het leven, en maken het rijk, intens, en gelukkig.
Vreugde en humor
Wat zijn vreugde en humor?
Reeds in de 13e eeuw werd humor beschreven als een hulpmiddel om na een operatie te herstellen. Humor wordt beschreven als een middel om agressie tussen mensen te verminderen en om sociale banden te versterken. Frederickson (2005) ziet humor als een van de tien meest voorkomende positieve emoties. Onderzoek toont aan dat mensen die lachen aantrekkelijker en toegankelijker bevonden worden door anderen om hen heen.
Vreugde is een positieve emotie van mensen, een tevredenheid met omstandigheden of met de omgeving. Vreugde is een zeer belangrijk aspect van geluk en hangt er nauw mee samen. Vreugde kent vele gradaties, van een gezellige avond met vrienden tot het gelukzalig gevoel van verliefdheid. Wat iemand vreugdevol maakt, verschilt van persoon tot persoon.
Het verband tussen geluk en vreugde en humor
Vreugde hangt heel nauw samen met geluk, zo nauw dat het moeilijk te onderscheiden is. We zien dat iedereen vreugdevolle ervaringen heeft, uit onderzoek komt naar voor dat iemand die vreugdevol is en veel vreugdevolle ervaringen had in het verleden een hoger niveau van geluk aangeeft. Omdat vreugde zo nauw verbonden is met geluk is het moeilijk hierop rechtstreeks in te werken. Daarom wordt humor hier ook besproken. Humor is namelijk een belangrijke stap naar vreugde. Door humor te gebruiken/leren gebruiken leert iemand meer genieten in het hier en nu waardoor men een stap dichter komt bij vreugde.
Optimisme
Wat is optimisme?
Optimisme kan op verschillende manieren beschreven worden. Optimisme is de positieve ingesteldheid van een persoon, het leven door een roze bril bekijken, geloven in een goede afloop, enzovoort.
Volgens Lyubomirsky (2008) zijn er drie verschillende vormen van optimisme.
Het 'heel kleine optimisme'
Een eerste vorm is het ‘heel kleine optimisme’. Hierbij heeft men het gevoel dat men de dag, de maand, het jaar wel doorkomt, dat er ups en downs zullen zijn maar dat alles uiteindelijk goed komt.
Het 'kleine optimisme'
Een tweede vorm beschreven door Lyubomirsky is het ‘klein optimisme’. Een voorbeeld hiervan is: “Mijn trein komt morgenochtend op tijd aan.” Deze vorm van optimisme zorgt ervoor dat mensen zich op een constructieve, gezonde manier gedragen in bepaalde situaties.
Het 'groot optimisme'
Een laatste vorm van optimisme is het ‘groot optimisme’. Een voorbeeld hiervan is: “We staan aan de basis van een grootse verandering.” Deze vorm van optimisme is niet op een specifieke situatie gericht en geeft een gevoel van kracht, sterkte en energie.
Net zoals bij dankbaarheid verschilt optimisme voor iedereen iets anders en dient ieder voor zichzelf uit te maken wat ‘optimisme’ persoonlijk inhoudt.
Het verband tussen geluk en optimisme
Er bestaat volgens Bannink (2009) een duidelijk verband tussen geluk en optimisme. Optimisme en pessimisme worden gezien als relatief stabiele persoonlijkheidskenmerken, maar kunnen beïnvloed worden door de manier waarop iemand zich gedraagt en waar iemand zijn aandacht op richt. Zo werd duidelijk in onderzoek dat pessimistische personen zich gelukkiger voelden als ze een van de volgende opdrachten hadden gedaan:
- Gedurende een week zo veel mogelijk noteren over momenten waarop ze in het verleden gelukkig waren
- Een week lang elke dag iets over de eigen sterke kanten opschrijven
- Dankbaarheid tonen aan iemand die ze nog niet bedankten
- Een week lang drie positieve gebeurtenissen uit hun leven noteren
Naast dit onderzoek linkt Lyubomirsky optimisme aan het begrip ‘self fulfilling prophecy’. Als iets haalbaar wordt bevonden, dan wordt alles eraan gedaan om dat te bereiken, ook na onvermijdelijke tegenslagen of als er slechts langzaam vooruitgang wordt geboekt. Onderzoek toonde hierbij aan dat optimisten doorgaans grotere doorzetters zijn en zich volledig ergens voor inzetten, ook bij tegenslag.
Hoop
Wat is hoop?
Hoop is een begrip die een ietwat andere betekenis heeft dan de andere begrippen in de positieve psychologie. Waar de positiviteit zich doorgaans voordoet als iemand zich veilig en tevreden voelt, is hoop een uitzondering. Hoop gaat namelijk een rol spelen als de omstandigheden benard zijn of als er onzekerheid is over de toekomst. De kern van hoop is het geloof dat dingen kunnen veranderen. (Frederickson, 2009)
De visies op hoop zijn sterk veranderd doorheen de tijd. De oude Grieken zagen hoop nog als een vloek. Sophocles sprak zelf over het ergste van alle kwaden, omdat hoop het lijden verlengt. Doorheen de geschiedenis kreeg hoop een meer positieve connotatie. Ook vandaag de dag kijkt men positief naar het begrip hoop en ziet men het belang ervan in. Snyder en Taylor (2000) deden onderzoek in de jaren 90 naar hoop. Hierbij kwam een cognitief model van hoop naar voor, waarbij zowel het doel, de motivatie en de planning belangrijke aspecten waren bij het begrip hoop. Uit model kwam de volgende definitie naar voor:
“Hope is a positive emotional state that is based on an interactively derived sense of successful agency and pathways (planning to meet goals).” (Snyder, 1994)
Uit deze definitie komen drie belangrijke componenten uit het cognitieve model naar voor:
Een doel formuleren
Een eerste component is het formuleren van een doel. Het stellen van een doel met een gemiddelde moeilijkheidsgraad genereert de meeste hoop. Wanneer het doel te moeilijk of te makkelijk is, doen mensen hun best niet om het doel te bereiken (Bannink, 2009).
Pathway thinking
Een tweede belangrijke component van hoop is het pathway thinking. Het gaat hier om het bedenken van wegen om het doel te bereiken: het maken van een mentale routekaart van oplossingen. Hoopvolle mensen blijken hier vaardiger in het maken van een gedetailleerde routekaart en kunnen beter alternatieve oplossingen bedenken.
Agency thinking
Een derde en laatste belangrijke component volgens Snyder (1994) is het agency thinking. Namelijk: wie gaat er iets voor doen om het doel te bereiken? Als iemand onvoldoende gemotiveerd is om in actie te komen zal men zelf met goede doelen en routes het gewenste resultaat niet bereiken.
Het verband tussen geluk en hoop
Lionel Tiger (1979) ziet hoop als het tegengif voor onze grote voorste hersenen. Tiger zegt dat de voorste hersenen ervoor zorgen dat iemand vooruit kan kijken naar de onvermijdelijke dood, zonder hoop zou een mens zich in wanhoop storten. Met hoop krijgen mensen de energie om zo veel mogelijk te doen om zichzelf en anderen een goed leven te bezorgen. Dus hoop zorgt ervoor dat men ernaar streeft om een stap dichter bij geluk te komen.