Kritiek en herwaardering van Freud
Sigmund Freud (1856-1939) was de grondlegger van de psychoanalyse. Zijn controversiële theorieën werden door de wetenschappers in zijn tijd bijna niet serieus genomen, alleen werden ze gewaardeerd door de cultuur. Zo waren er kunstenaars die zijn theorie over de rol van het onbewuste gebruikten bij het ontwikkelen van een nieuwe schildertechniek. Maar na de dood van Freud was er sprake van een herwaardering van zijn vondsten, door de moderne wetenschappen. Ondanks de vele fouten die hij had gemaakt en de soms vergezochte ideeën die hij had, bleek dat hij niet alles uit zijn duim had gezogen. Sterker nog, zijn fundamentele ideeën, zoals de rol van het onbewuste, worden vaak ondersteund, bevestigd en overgenomen door de moderne wetenschappen.
Kritieken psychoanalyse Freud
De theorieën van Freud werden in zijn tijd vaak bekritiseerd en belachelijk gemaakt door collega's. Hoofdkritieken van de wetenschappers op zijn ideeën worden hieronder besproken.
Teveel focus op seksualiteit
Freuds theorieën over de ontwikkelingsfasen bij jonge kinderen werden niet serieus genomen door de wetenschap. Een van deze theorieën is het oedipuscomplex, waarmee hij beweert dat jongetjes rond de leeftijd van 4 fantaseren over een seksuele toepassing van hun geslachtsdeel op hun moeder. Hierbij zien ze hun vader als een rivaal. Wanneer ze vervolgens zien dat hun moeder geen fallus heeft, worden ze bang dat deze haar is ontnomen door de vader (castratieangst) en beseffen dat ze geen relatie kunnen hebben met hun moeder. Het Elektra complex beweert hetzelfde, maar dan voor jonge meisjes. Zij zijn jaloers op hun moeder en denken dat zij zelf al gecastreerd zijn, door de moeder. Om dit complex op te lossen identificeren de jongetjes zich met hun vader en de meisjes met hun moeder. Ze nemen het gedrag van hun vader of moeder over. Daarnaast dacht Freud dat meisjes in een bepaalde levensfase, namelijk op het moment dat ze ontdekten dat jongetjes een penis hadden en zij niet, last hadden van penisnijd. Oftewel, ze waren jaloers op de penis van de jongetjes. Een gevolg hiervan is volgens Freud dat het meisje zich vanaf dit moment ondergeschikt voelt aan de jongen. Dit heeft grote invloed op haar volwassen leven. Het idee dat de seksualiteit zo'n rol speelt bij jonge kinderen beschouwden wetenschappers als niet goed onderbouwd, vergezocht en zelfs vulgair. Het was een rare theorie die voortkwam uit, zo vooronderstelden ze, een seksuele obsessie van Freud.
Theorieën over instincten en driften
De theorieën van Freud over de driften en instincten van de mens werden ervan beschuldigd te mechanistisch en simpel te zijn. Ze werden door Freud te veel benadrukt, terwijl hij te weinig aandacht schonk aan de relaties met andere mensen en de externe invloed. Daarnaast legde hij teveel nadruk op seksuele en agressieve motieven, en te weinig op het streven naar macht en de behoefte aan intimiteit en binding [1].
Geen betrouwbaar onderzoek
Een grote bron van kritiek op Freud is de manier waarop hij tot zijn theorieën kwam. Hij gebruikte geen gecontroleerde groepsexperimenten, grootschalige onderzoeken of andere natuurwetenschappen als bron. Daarentegen kwam hij op zijn theorieën door individuele gevallen, zijn patiënten, diep te analyseren. Hierbij gebruikte hij niet zelden zijn creativiteit; hij was geïnteresseerd in droomduiding, hypnose en vrije associatie (alles zeggen of opschrijven dat in je opkomt). De opvatting van veel wetenschappers is echter dat alleen theorieën die tot stand zijn gekomen op een strenge en methodologische manier, betrouwbaar en de moeite van het bestuderen waard zijn. Omdat de theorieën van Freud hier niet aan voldeden, werden ze vaak belachelijk gemaakt. Daarnaast gebruikte Freud volgens sommigen alleen informatie die zijn hypothesen ondersteunde, en negeerde andere belangrijke informatie. Als laatste werd hij beschuldigd van het opdringen van standpunten, waardoor hij altijd gelijk had. Wanneer een patiënt het bijvoorbeeld niet eens was met zijn diagnose, zij hij dat deze in een ontkenningsfase zat.
Herwaardering Freud
Doordat veel van Freuds theorieën niet goed werden ontvangen, ofwel doordat ze verkeerd werden begrepen ofwel doordat ze werkelijk niet klopten/slecht waren onderbouwd, werd ook weinig naar zijn andere theorieën gekeken. Ze werden niet serieus genomen omdat ze waren verzonnen door dezelfde man die kwam met het Oedipuscomplex, Electracomplex en penisnijd. Toch blijkt echter, dat vele theorieën in de moderne wetenschappen hun basis ontlenen aan Freud. Maar ze gebruiken andere termen en zelden wordt hun herkomst erkend. Hieronder volgen een paar voorbeelden.
Driften en instincten
Alhoewel Freud teveel nadruk legde op de seksuele en agressieve driften, heeft zijn idee dat de mens wordt gedreven door meerdere instincten en verlangens de tijd doorstaan. Door deze theorie kunnen we het, vaak tegenstrijdige, gedrag van mensen beter begrijpen.
Theorieën over ontwikkeling kinderen
Freud werd vaak verkeerd begrepen op het gebied van seksualiteit bij kinderen. Hij heeft nooit gezegd dat kinderen op dezelfde manier seksueel gedrag vertonen als volwassenen. Wat hij duidelijk wilde maken was dat het seksuele instinct al van jongs af aan aanwezig en zichtbaar is. Deze theorie heeft herwaardering gevonden en komt overeen met de praktijk. Je hoeft maar te kijken waar een jongetje van 3 zijn handen vaak houdt. Dat hij zijn handen daar houdt betekent dat hij doorheeft dat het prettig aanvoelt, maar wil niet zeggen dat hij zich er bewust van is dat hij ‘’seksueel’’ bezig is. Het hoort echter wel bij zijn seksuele ontwikkeling. Ook blijkt het idee dat gebeurtenissen op jonge leeftijd een grote invloed hebben op de vorming van een kind, veel waarheid te bevatten.
Het onbewuste
Een groot deel van ons geestelijk leven is onbewust. Het idee dat wij de mens vaak moeilijk kunnen begrijpen, zelfs wanneer het onszelf betreft, wordt hierdoor ondersteund en deels uitgelegd.
Moderne wetenschappen
Freuds theorieën hebben herwaardering gevonden in de moderne wetenschappen. Hun waarheid wordt empirisch bevestigd door wetenschappen als moderne cognitieve theorie, de neurowetenschappen, ontwikkelingspsychologie en sociale wetenschappen. In cognitieve theorie bevestigt het impliciete (onbewuste) geheugen de rol van het onbewuste. In ontwikkelingspsychologie wordt bevestigd dat de mens steeds beter wordt in het gebruiken van verdedigingsmechanismen als onderdrukking en ontkenning. Freud heeft een fundament gecreëerd voor de moderne wetenschappen om verder op te bouwen.
© 2014 - 2024 Balideli, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoe goed luisteren we?Voor veel mensen geldt dat dat wat we horen, valt onder de categorie “luisteren” en dus is de conclusie “goed!”. Uit ond…
Bronnen en referenties
- 1 - Psychological Anthropology Reconsidered, P. 22
- Core Colloquy: ‘’Freud in the 21st century: psychoanalysis and/or psychology’’. (University of Richmond, Youtube.com)
- Syllabus Wijsgerige antropologie
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Sigmund_Freud