Eerste indruk, stereotyperingen en aantrekkelijkheid
Een veelgehoorde gezegde is: ‘de eerste indruk is de beste.’ Het idee hierachter is dat je iemand goed kunt beoordelen, omdat je nog geen andere, mogelijk hinderlijke, informatie hebt over die persoon. Op zich klinkt dit aannemelijk: als een vrouw een knappe man ontmoet en een leuk gesprek met hem voert zal ze hem daarna als positief beoordelen. Als ze bij voorbaat had geweten dat deze zelfde man eigenlijk een crimineel is, dan was haar mening vast heel anders geweest. Is de eerste indruk wel echt de beste? En hoe zit het met fysieke (on)aantrekkelijkheid: kleven daar nog vooroordelen aan?
Als je de zin ‘de eerste indruk is de beste’ intypt op Google, dan zie je meteen hoeveel waarde hieraan wordt gehecht. Er worden tips gegeven hoe je bij sollicitatiegesprekken de beste indruk achterlaat, hoe je een goede indruk maakt op potentiële dates of hoe je als verkoper een goede indruk achterlaat, om zo het product natuurlijk sneller te verkopen. De eerste indruk is dus belangrijk, dat is een waarheid als een koe. Maar is die eerste indruk eigenlijk wel accuraat? En waarop baseren wij die indruk eigenlijk?
Stereotypering
Vooroordelen, wij hebben ze allemaal. Denk je maar eens een gothic jongen in: volkomen in het zwart gekleed, armbanden met spikes, donkere make-up en zwart lang haar. Wat is het eerste dat in je opkomt? Sombere jongen, niet sociaal, apart? Of juist: leuk, iemand die zichzelf durft te zijn, interessant? En denk nu eens aan een blonde, jonge vrouw: mooi figuur, mooi opgemaakt en kleding volgens de laatste mode. Wat denk je nu? Iemand die je graag beter wil leren kennen, of niet? Beiden zijn denkbeeldige personen, je kent ze niet, maar toch heb je er al een beeld en oordeel bij.
Dit heeft te maken met stereotypering. Wanneer je iemand voor de eerste keer ziet, vorm je automatisch binnen een paar seconden een beeld van die persoon. Dit gebeurt omdat iedereen in zijn hoofd een aantal hokjes heeft gecreëerd – oftewel sociale categorieën - waarin mensen kunnen worden ingedeeld. Bij dit hokje zitten ook bepaalde standaardeigenschappen. Zo kun je bijvoorbeeld een oudere dame in het ‘bejaardenhokje’ stoppen, waarbij de eigenschappen ‘traag’ en ‘vergeetachtig’ horen. Maar eigenlijk weet je helemaal niet of deze dame ook daadwerkelijk traag en vergeetachtig is. Dit is iets wat je brein jou automatisch vertelt, omdat het je helpt om de wereld beter te ordenen en te begrijpen. Pas als je in gesprek gaat met deze vrouw, zul je erachter komen dat zij in werkelijkheid heel sportief is, en dan pas kun je je mening over haar aanpassen. Deze manier van oordelen wordt ook wel quick and dirty genoemd, wat erop duidt dat het geen zuiver proces is.
Evolutie
Als onze eerste indruk helemaal niet altijd accuraat is, waarom vormen wij die indruk dan? Een oorzaak wordt gezocht in onze evolutionaire geschiedenis. Heel vroeger was het voor de mensen van belang om meteen te zien of een dier of ander mens goed of gevaarlijk was. Het was voor hun van levensbelang om meteen op bedreigingen te reageren, als zij dit niet deden kon dit zelfs resulteren in hun dood. Tegenwoordig hebben we niet bepaald vaak meer te maken met roofdieren of mensen die ons willen doden. Echter, wij hebben nog steeds te maken met dreigingen. Denk bijvoorbeeld aan een persoon met verkeerde bedoelingen: het is dan heel nuttig om een eerste indruk te vormen, en om deze persoon bij voorbaat uit de weg te gaan. Dat kan veel narigheid voorkomen! Ook in andere gevallen kan het vormen van een eerste indruk nuttig zijn: wie wil je wel beter leren kennen en wie niet, met wie wil je wel samenwerken en met wie niet? Dat zijn beslissingen die wij vaak snel moeten nemen. Helaas kunnen wij daarbij dus ook oordelen vellen die achteraf niet blijken te kloppen. Maar dat is iets wat we blijkbaar voor lief nemen.
Aantrekkelijkheid
Wat betekenen deze stereotypen eigenlijk in de praktijk? Je hebt vast wel eens iemand horen zeggen dat hij/zij ‘iemand niet beoordeelt op het uiterlijk.’ Bij het vormen van een eerste indruk klopt deze gezegde echter niet. Zoals we al hebben gezien is het vormen van een oordeel een onbewust, automatisch proces. Uiterlijk speelt hierin juist een hele belangrijke rol. Dit laten verschillende onderzoeken ook zien. Zo worden aantrekkelijke kinderen door hun docenten als intelligenter gezien, haalt een aantrekkelijke collectant meer geld op, worden aantrekkelijke mensen die in nood verkeren sneller geholpen, krijgen aantrekkelijke verdachten lagere straffen, hebben aantrekkelijke sollicitanten een grotere kans om aangenomen te worden, hebben aantrekkelijke mensen een hoger salaris dan hun minder aantrekkelijke collega’s die hetzelfde werk doen en maken aantrekkelijke mannen eerder promotie.
Er zijn dus duidelijk bepaalde stereotyperingen die bij het hokje ‘aantrekkelijk’ horen. Deze stereotyperingen worden elke keer geactiveerd wanneer je een aantrekkelijk persoon ziet. Als je dus een aantrekkelijke vrouw of man ziet, dan is de kans groot dat je deze persoon intelligent, sociaal, overtuigend, dominant, competent, assertief, spontaan en gezond vindt, ook al heb je deze persoon nog nooit gesproken! Er zijn overigens ook negatieve stereotyperingen voor aantrekkelijke mensen, denk bijvoorbeeld aan het ‘domme blondje’, en ook ijdel en arrogant zijn benamingen die vaker worden genoemd.
Halo-effect
Waar komt het idee vandaan dat aantrekkelijke mensen ook op al die andere vlakken beter zijn? Dit kan worden verklaard door het zogenoemde halo-effect. Dit is de neiging om één positieve eigenschap te generaliseren naar andere eigenschappen. Als iemand dus aantrekkelijk is (positieve eigenschap), dan zal diegene ook wel intelligent en sociaal zijn (generalisatie naar andere eigenschappen).
Dit halo-effect kan ook gelden voor negatieve eigenschappen. Dan zorgt één negatieve eigenschap (bijvoorbeeld lui) ervoor dat er een generalisatie plaatsvindt naar de andere eigenschappen, die dan ook als negatief worden beoordeeld (onvriendelijk).