3 principes van de eerste indruk
Wist je dat je een indruk maakt in 0,25 seconden? Dat gaat zo snel en onbewust, onze bewuste ik heeft geen schijn van kans om hier invloed op uit te oefenen. Als je iemand voor het eerst ontmoet tellen uiterlijkheden: houding, postuur, gezicht, kleren. In enkele (milli)seconden hebben we ons oordeel klaar. En dat oordeel ondergaat niet snel een heroverweging. Welke drie principes spelen mee bij de eerste indruk?
Principe #1: Wat mooi is, is goed
Snyder, Tank en Beach gaven aan dat “wat mooi is, is goed”. Zij bedoelen hiermee dat fysieke aantrekkelijkheid als positief beoordeeld wordt. Mensen die fysiek aantrekkelijk geacht worden, krijgen ook meer positieve eigenschappen toegedicht en tevens wordt verwacht dat zij een succesvoller en gelukkiger leven hebben.
Echter merkten Snyder en collega’s ook op dat bij een eerste indruk ook een sterke gedragsconfirmatie speelt: bepaalde verwachtingen van de een zorgen voor bepaald gedrag bij de ander, waarbij de een ook alleen nog maar dingen ziet die overeenkomen met zijn overtuiging. Zeker bij sollicitatiegesprekken is dit een interessant fenomeen. Op het moment dat de interviewers de sollicitant ontmoeten, hebben zij binnen een seconden bepaalde overtuigingen. Aangezien er met name gezocht wordt naar bevestiging van deze overtuiging, worden de kansen van een sollicitant erg klein op moment dat dit negatieve overtuigingen zijn.
Principe #2: Is dit iemand met wie ik vrienden kan worden?
Het tweede principe is op basis van houding en meningen. Volgens Lamberth beoordelen mensen in een paar milliseconden of iemand enigszins dezelfde opvattingen heeft als wij zelf. ‘Past deze persoon bij mij?’, is de vraag die gesteld wordt.
Bijzonder is dat ook hier lichamelijke aantrekkingskracht weer een rol speelt. Als mensen elkaar fysiek aantrekkelijk vinden, dan is de kans groter dat bij de eerste indruk ook de opvattingen als overeenkomstig worden beoordeeld.
Principe #3: Als ik langer met iemand om ga, dan vind ik je steeds leuker: mere-exposure effect
Moreland en Beach beschrijven het derde principe. Zij stellen dat hoe meer je met iemand in contact komt, hoe leuker je die persoon gaat vinden. Dit wordt het mere-exposure effect genoemd.
Mogelijk komt dit omdat naarmate je iemand langer kent, je hem minder ‘oppervlakkig’ benaderd: je kent meer karaktereigenschappen van diegene. Dit maakt dat je nuances aan kan brengen in je oordeel. Nuances brengen over het algemeen een mildere houding ten opzichte van een ander – je kunt zijn/haar gedrag en opvattingen beter verklaren. Dit principe kan dan ook de mening over iemand veranderen.
Dus, hoe maak ik een goede eerste indruk?
Zorg allereerst dat je er op je best uitziet: een goede uiterlijke verzorging kan absoluut geen kwaad.
Ook nadenken over je kleding is belangrijk. Door je hetzelfde te kleden als de persoon waarmee je in gesprek gaat, geef je twee signalen af. De eerste is dat jullie gelijk zijn, waardoor de verwachting dat er gelijke opvattingen spelen wordt gewekt. Iemand die er hetzelfde uitziet als wijzelf, en waarvan gedacht wordt dezelfde opvattingen hebben, vinden we (bij voorbaat) aardiger.
Ten tweede zorgt een fysiek verzorgd uiterlijk ervoor dat jou meer positieve eigenschappen worden toegedicht – en dat is zeker handig bij een sollicitatiegesprek! Maar ook bij het aangaan van vriendschappen is dit handig: wie wil nou geen vriend die positieve eigenschappen heeft?
Moet je met iemand samenwerken waarmee je nog nooit eerder hebt gewerkt, dan is het zeker handig elkaar te leren kennen. Dit kan best informeel gebeuren – zo heb je niet direct de werkdruk die erbij komt kijken. Door te spreken over de aanpak van het project, voorkom je vooroordelen over (onder andere) de werkethos.
Lees verder