Schelden en pesten
Schelden en pesten komt dagelijks voor bij zowel kinderen als bij volwassenen. Meestal gebeurt pesten op het werk of op school, soms ook daarbuiten. Schelden gaat vaak met pesten samen. De pester voelt in de meeste gevallen de macht over zijn slachtoffer. Het slachtoffer zelf wordt meestal gepest omdat hij of zij anders is dan anderen, zich anders gedraagt, kleedt, praat of eruit zit. Maar ook kan het slachtoffer een verleden hebben waardoor hij gepest wordt.
Wat is schelden en pesten?
Schelden en pesten gaan vaak samen, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Onder schelden wordt verstaan: vloeken, beledigen van iemand, tieren en razen. Maar ook betekent schelden: mopperen of een opmerking maken zonder iemand te willen beledigen. Schelden hoeft dus niet altijd negatief te zijn. Iemand die met een hamer per ongeluk op zijn duim slaat kan van de pijn gaan schelden, zonder dat deze scheldwoorden op iemand persoonlijk gericht zijn.
In combinatie met pesten krijgt schelden vaak een andere betekenis. Scheldwoorden zijn nu persoonlijk naar iemand gericht met de bedoeling iemand te beledigen of te kleineren. Pesten is het opzettelijk iemand willen kleineren of beledigen, vaak tegenover anderen. Pesten gebeurt vaker in groepsverband en komt veelal voor bij kinderen, op school of op het werk. Vaak wordt iemand gepest die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Pesten kan bestaan uit psychische pesterijen zoals schelden of klagen over de persoon of richting de persoon, maar ook uit fysieke pesterijen zoals duwen en trekken van de persoon, schoppen, slaan, opjagen of anders. Daarnaast kent pesten nog een derde vorm: het opzettelijk vernielen of laten verdwijnen van diens spullen.
Waarom vertoont iemand pestgedrag?
In de meeste gevallen vertonen mensen pestgedrag om het machtsgevoel. De pester voelt dat hij of zij macht heeft tegenover zijn slachtoffer. Pesten in een groep geeft vaak het gevoel van saamhorigheid. Vaak versterken de pesters elkaar hierin. Pestgedrag komt soms voor uit psychische stoornissen.
Pesten komt het meest voor op het werk of op school. Daarbuiten is er minder vaak sprake van pesten omdat groepen al snel uit elkaar vallen, tenzij er sprake is van hechte vriendengroepen. Pesten komt in alle lagen van de bevolking en in alle culturen voor. Met de leeftijd van zes tot acht jaar krijgen kinderen goed in de gaten dat schelden een vorm is om op te vallen of om anderen te imponeren. Ook leren deze kinderen door schade en schande dat pesten of gepest worden een manier is om macht of onmacht te tonen.
Pesten op volwassen leeftijd komt soms voort uit het feit dat het slachtoffer niet geloofd wordt of niet vertrouwd wordt. Wanneer het slachtoffer een achtergrond heeft of ander gedrag vertoont dan normaal, kan deze wantrouwt worden, waardoor pestgedrag bij zijn directe omgeving kan ontstaan.
Schelden doet geen pijn. Of toch wel?
Vaak wordt gezegd dat schelden geen pijn doet. Enerzijds is dit waar: schelden doet lichamelijk geen pijn. Voor veel mensen is schelden een manier om iemand pijn te doen zonder verwondingen toe te brengen. Hieruit wordt al gelijk duidelijk dat schelden wel degelijk pijn kan doen: het brengt psychische wonden met zich mee. In hoeverre dit het geval is, hangt van het slachtoffer af en van de manier van schelden. Een enkele keer een scheldwoord kan menig persoon nog wel verdragen. Dagelijkse scheldpartijen kan zelfs de meest nuchtere persoon uiteindelijk aan het twijfelen brengen. Iemand kan zelfs in de scheldpartijen gaan geloven. Wanneer het slachtoffer dagelijks te horen krijgt dat hij lelijk is, zal deze uiteindelijk hiervoor zwichten en erin gaan geloven dat hij of zij daadwerkelijk lelijk is. Toch zijn er mensen die zich voor dergelijke scheldpartijen prima kunnen afsluiten en het allemaal langs zich heen laten gaan.
Vormen van pesten
Pesten kent veel verschillende vormen. Schelden is hier een zeer belangrijke van omdat schelden bij bijna iedere vorm van pesten terug komt. Daarnaast zijn er andere vormen zoals:
- Lichamelijk: trekken, duwen, schoppen, slaan, krabben, aan haren trekken, opjagen, achtervolgen, opwachten, klem laten lopen.
- Geestelijk: schelden, negeren, uitsluiten van activiteiten
- Vernieling: stelen van goederen, vernielen van goederen, afpakken van spullen en ermee gooien
- Afpersing: dreigen met geweld, dwingen om geld of goederen af te staan, dwingen om klusjes op te knappen
- Sociaal: openbaar of via internet het slachtoffer belachelijk maken, onzinnig advertenties of oproepen plaatsen namens slachtoffer, briefjes over het slachtoffer verspreiden
Omgaan met pestgedrag
Pesten kan jarenlang doorgaan wanneer er niet wordt ingegrepen. Het is belangrijk dat het slachtoffer steun krijgt van iemand en dat het slachtoffer begrepen wordt. Het slachtoffer kan hulp nodig hebben bij het oplossen van de problemen. Deze hulp moet ook geboden worden. Kinderen moeten hiervoor bij hun ouders of leerkracht terecht kunnen. Volwassenen moeten hiervoor bij hun familie, partner en/of werkgever terecht kunnen. Wanneer dit niet het geval is, zal het slachtoffer soms moeilijk kunnen ontsnappen aan het pestgedrag van anderen.
De pester moet beseffen wat pesten betekent voor het slachtoffer. Wanneer er sprake is vaan een groep van pesters, is het belangrijk dat de grootste pester hieruit gehaald wordt en de rest bewust wordt van hun pestgedrag. Straffen en duidelijke regels omtrent pestgedrag kunnen hierbij helpen. Pesters zijn vaak te herkennen door het samen smoezelen, lachen, fluisteren of wijzen. Vaak gaat het om telkens hetzelfde groepje personen.
Het slachtoffer is te herkennen aan veranderend gedrag zoals overdreven aardig doen, klikken, iemand willen omkopen of afkopen en zich erg richten op personen die aardig voor hem of haar zijn.
Het volwassen slachtoffer heeft soms nog meer moeite om zich aan pestgedrag te onttrekken omdat het voor derden moeilijker is om hierin te bemiddelen of omdat derden hier niet tussen willen staan of geen partij willen trekken. Soms loopt het pesten zo uit de hand, dat het slachtoffer psychische hulp moet zoeken of het leven zelfs niet meer ziet zitten. Een sociale vaardigheidstraining of een assertiviteitstraining kan het slachtoffer enorm helpen. Veel praten met iemand die het slachtoffer begrijpt is belangrijk. Zolang het slachtoffer het gevoel heeft dat er iemand achter hem/haar staat en hij begrepen wordt, valt er al een gedeeltelijke last van de schouders. Soms is de directe aanpak richting de pester het beste: erop af stappen en vragen waarom hij of zij pest. Soms wordt duidelijk dat de pester dit zelf eigenlijk niet weet of komen er anderen problemen naar boven. In een enkel geval ontsnapt het slachtoffer alleen aan pestgedrag door bijvoorbeeld van baan te veranderen. Het evenwicht in de groep is dan zo verstoord, dat deze niet meer hersteld kan worden.