Hoe vitaal is de lokale politiek?
Lokale politiek heeft het moeilijk, leeft niet onder de burger en is niet populair. Sterker nog, de meeste burgers hebben geen idee wat er in op gemeenteniveau speelt. Steeds meer overheidstaken worden afgewenteld op de gemeente, helaas vaak vergezeld van een krap financieringspotje. Het stelt de gemeente steeds weer voor de uitdaging om mensen aan te trekken met voldoende expertise om berekend te zijn op hun taak.
Ook heeft de lokale politiek vaak te maken met minder capabele mensen die vooral de lokale partijen vaak vertegenwoordigen. Met minder capabele mensen wordt hier bedoeld onvoldoende bestuurlijke vaardigheden en inzicht in de complexiteit van het lokale bestuur. Er is een groot kwaliteitsverschil tussen wethouders en gemeenteraadsleden wat niet bevorderlijk is voor de onderlinge verhoudingen. Maar ja, raads-, en commissieleden zijn vrijwilligers. In hoeverre kan je van hen verwachten dan ze alle politieke ins en outs kennen naast hun dagelijkse baan?
Politiek populariseren?
Verder is de lokale politiek helaas intern georiënteerd waarmee bedoeld word dat de gemeenteraad het oor vaker te luisteren legt bij collegae en ambtenaren als bij maatschappelijke organisaties en belangengroepen. Zodoende laten ze te weinig hun gezicht naar de buitenwacht zien. Een gemiste kans.
In het lokaal bestuur hoort het vooral gaan om het vinden van pragmatische oplossingen voor concrete problemen, en daarbij passen geen populistische kreten en one-liners. Daarom lijken initiatieven van sommige gemeenten om de raadsvergaderingen uit te zenden via het glasvezelnet om zodoende een groter publiek te bereiken en te interesseren voor politiek al bij voorbaat gedoemd te mislukken.
Dualisme
Een maatregel die in 2002 is ingevoerd om het lokale bestuur wat populairder te maken is het dualisme. Hierbij werd het dagelijks bestuur neergelegd bij de wethouders en de controlerende en kader stellende taak bij de gemeenteraad waar de wethouders geen deel meer van uitmaakte. Zo werd de positie van de raad versterkt. En inderdaad de macht van de wethouder is gebroken maar de raad is voor de burger niet duidelijker voor het voetlicht getreden. Tevens is het effect van het dualisme afhankelijk van lokale waarden en tradities waardoor dit niet in iedere gemeente even voelbaar is en evenveel impact heeft gehad. Niemand wil terug naar het oude systeem: er is meer controle omdat de raad nu een kritisch geluid kan laten horen wat ook nog gewicht in de schaal legt maar de kloof met de burger is helaas nog steeds even groot.
Betrek de burger bij de politiek.
Maar er schijnt licht aan de horizon. De campagne die de overheid al sinds 2009 voert om de lokale politici meer bij de burger te betrekken begint langzaam vruchten af te werpen. Er komen steeds meer initiatieven om dicht bij de burger maatwerkoplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. Initiatieven om de burger mee te laten praten met de politiek en die stem ook gewicht in de schaal te laten leggen, denk aan bijvoorbeeld het burgerpanel, stadsgesprekken, kwaliteitspanel (waarbij een willekeurige groep burgers periodiek een oordeel geeft over de kwaliteit van het gemeentelijke beleid). Door burgers echt te betrekken bij de besluitvorming over hun woonomgeving zullen zij meer vertrouwen krijgen in politiek en bestuur is de achterliggende gedachte. Maar is de burger wel zo gemotiveerd om zich te verdiepen in de politieke issues die spelen in hun directe omgeving? Of is de kloof tussen de burger en de politiek echt te groot geworden? De huidige kloof moet gedicht worden, immers democratie komt in gevaar als de burger niet meer politiek geïnteresseerd is, daarom is het van harte te hopen dat het betrekken van de burger bij de lokale politiek uitgebreid en gecontinueerd zal worden en uiteindelijk zijn vruchten af zal werpen.
Reactie
Sander, 26-03-2012
Het is wel duidelijk te zien dat de schrijfster er zelf ook niet zoveel van weet. Raadsleden doen er juist goed aan minder bestuurlijke vaardigheden te hebben. Het bestuurlijke ligt immers bij het collega (B&W). De raadsleden zijn de volksvertegenwoordigers en horen niet te besturen. Op die manier werk je de achterkamertjespolitiek namelijk zeer in de hand. Raadsleden slaan dan immers de handen ineens buiten de raadszaal om bestuursvoorstellen er doorheen te krijgen. Raadsleden horen kritisch te zijn naar het bestuur, om heen aan te spreken en haar plannen bij te stellen. Verder krijgen raadsleden betaald, en veelal is de wethouder een voormalig raadslid. Even een keer de raadszaal bezoeken had je meer inzichten opgeleverd en dus een wat beter artikel.
Reactie infoteur, 26-03-2012
Raadsleden krijgen geen salaris. Zij krijgen een vergoeding. Dit is €232,57 voor een gemeente met max. 8000 inwoners, €889,13 voor een gemeente met max. 40.000 inwoners en €2181,10 voor een gemeente met meer dan 375.000 inwoners. In het artikel staat nergens dat raadsleden besturen, dat doen ze ook niet. Ze houden toezicht op het college en oefenen invloed uit door voorstellen van het college goed of af te keuren. In de commissies kunnen ze zelfs voorstellen doen om nog wat te sleutelen aan de voorstellen. Ik heb ook nergens gezegd dat ze besturen. Ik heb alleen gezegd dat het dualisme voor meer invloed op B&W heeft gezorgd. Wethouders zijn meestal voormalig raadslid maar lopen vaak al aardig wat jaren mee, bovendien gebeurt het geregeld dat een partij geen capabele wethouder kan leveren en de wethouder van buitenaf wordt aangetrokken. Verder hebben ze als wethouder (wat wel een betaalde baan is) meer tijd om zich bezig te houden met gemeentebeleid en gemeentepolitiek. Hierdoor krijgen ze meer inzicht. Inzicht wat het raadslid door tijdgebrek vaak mist. En wat je laatste opmerking betreft: ik kom twee keer in de maand in de raadszaal vanwege mijn werk.