Afgetreden bewindslieden kabinetten Kok (1994-2002)
Wim Kok (1938-2018) is van augustus 1994 tot juli 2002 minister-president van Nederland. In zijn twee kabinetten hebben drie bewindslieden voortijdig moeten opstappen. Een te ruim declaratiegedrag, vastlopen in de grillen van de Haagse politiek of onvoldoende vertrouwen in de Tweede Kamer kan het einde van de politieke loopbaan betekenen. Een overzicht van de twee ministers en de staatssecretaris die bij de koningin hun ontslag hebben ingediend.
Wim Kok, minister-president van twee kabinetten
Wim Kok is vanaf 1986 politiek leider van de PvdA, van 1994 tot en met 2002 minister-president van Nederland en naamgever aan twee kabinetten:
- Kok I (22 augustus 1994 tot 3 augustus 1998); een kabinet dat ook bekend staat als het eerste Paarse kabinet en bestaat uit een coalitie van PvdA, VVD en D66 met een zetelaantal van 92;
- Kok II (van 3 augustus 1998 tot 22 juli 2002); het tweede Paarse kabinet met in totaal 97 zetels in de Tweede Kamer.
Afgetreden bewindslieden tussen 1994 en 2002
De twee kabinetten Kok hebben relatief weinig personele wijzigingen ondergaan. Ter vergelijking: in de kabinetten Rutte hebben in totaal
zeventien staatssecretarissen en/of ministers door omstandigheden moeten opstappen, in de kabinetten
Balkenende dertien, in de kabinetten
Lubbers tien en in de
kabinetten Van Agt drie.
Een omgekeerd chronologisch overzicht van de ministers en de staatssecretaris die hun ontslag bij de koningin hebben ingediend:
Minister Bram Peper (PvdA)
In maart 2000 treedt Bram Peper af als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege zijn ruime declaratiegedrag, de zogeheten bonnetjesaffaire. Die affaire speelt in de jaren dat Peper burgemeester is van Rotterdam, voorafgaand aan zijn ministerschap, en zou onder meer gaan om het onjuist declareren van reizen, diners, kleding en het privégebruik van de dienstauto. Peper stapt, naar eigen zeggen, op om het openbaar bestuur niet te belasten en zichzelf te kunnen verdedigen. In 2002 wordt hij door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven gerehabiliteerd omdat het onderzoek van accountants- en adviesorganisatie KPMG ‘onvoldoende en onjuist’ was uitgevoerd. De accountants worden berispt en in 2003 komen Peper en KPMG tot een schikking.
Minister Hayo Apotheker (D66)
Hayo Apotheker begint zijn politieke loopbaan als raadslid en wethouder in Loppersum. Op zijn dertigste wordt hij op voordracht van minister Ien Dales burgemeester van Muntendam, ‘het roodste dorp van Nederland’ vanwege de van oudsher grote aanhang van de CPN, later PvdA en andere linkse partijen. Ondanks verzet uit de linkse hoek blijft Apotheker acht jaar lang burgemeester, daarna volgen de plaatsen Veendam (1988) en Leeuwarden (1993). De bestuurlijke ervaring na bijna twintig jaar burgemeesterschap helpt hem niet in Den Haag als hij is benoemd tot minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Al na tien maanden dient hij zijn ontslag in omdat hij vastloopt in de Haagse politiek en meent onvoldoende steun in de ministerraad te krijgen voor zijn voorstellen tot herstructurering van de varkenshouderij.
Staatssecretaris Robin Linschoten (VVD)
De kernpunten van Robin Linschoten liggen in de Tweede Kamer op het gebied van de sociale zaken, de overheidsfinanciën en de ambtenarensalarissen. Tijdens zijn staatssecretariaat is hij onder meer verantwoordelijk voor de Algemene Nabestaandenwet en de privatisering van de Ziektewet.
Op 28 juni 1996 treedt Robin Linschoten af als staatssecretaris van Sociale Zaken. Op dat moment heeft hij niet langer het vertrouwen van de twee overige coalitiepartners in het kabinet, PvdA en D66. Beide partijen hebben dan van Linschotens eigen VVD al de garantie gekregen dat het voortbestaan van het kabinet niet van invloed is op de uitkomst van het debat in de Tweede Kamer over het lot van de staatssecretaris. PvdA en D66 verwijten Linschoten ervan dat hij de bestuurlijke problemen bij het CTSV niet heeft kunnen oplossen. Het CTSV is het College van Toezicht Sociale Zekerheid, de onafhankelijke toezichthouder op de uitvoering van de sociale verzekeringswetten. Linschoten krijgt tevens het verwijt dat hij de Tweede Kamer tijdens het debat over de afschaffing van de Ziektewet onvolledig heeft geïnformeerd.
Belastingfraude
In 2017 komt Linschoten in het nieuws als hij wegens belastingfraude wordt veroordeeld tot vijf maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk. Volgens de rechter is bewezen dat Linschoten tussen 2010 en 2012 moedwillig te lage omzetten van twee van zijn BV's heeft opgegeven aan de Belastingdienst waardoor de fiscus voor ruim 100.000 euro is benadeeld.
Een omgekeerd chronologisch overzicht van de afgetreden bewindspersonen
Bewindspersoon | Datum | Kabinet | Functie | Ministerie | Partij | Opvolger |
Bram Peper | 13 maart 2000 | Kok II | Minister | Binnenlandse Zaken | PvdA | Klaas de Vries |
Hayo Apotheker | 7 juni 1999 | Kok II | Minister | Landbouw | D66 | Laurens Jan Brinkhorst |
Robin Linschoten | 28 juni 1996 | Kok I | Staatssecretaris | Sociale Zaken | VVD | Frank de Grave |
Een andere functie
Wim Kok heeft in de acht jaar dat hij premier is slechts één bewindspersoon zien vertrekken omdat hem een andere functie werd aangeboden.
Job Cohen is in het tweede kabinet Kok staatssecretaris van Justitie. Eind 2000 treedt hij terug om per 1 januari 2001 aan te treden als burgemeester van Amsterdam. In 2010 maakt Cohen zijn rentree in de Haagse politiek door zich kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap van de PvdA.