Het Britse kiesstelsel: vloek of zegen?
Na de verkiezingen van 2015 in Groot-Brittannië laait de discussie over het Britse kiesstelsel weer hoog op. Om de discussie beter te kunnen plaatsen moet worden gekeken naar de ontwikkeling van de Britse democratie. Wat stond er aan de basis van deze democratie? Hoe is het huidige stelsel gevormd? Wat houdt, daaruit voortvloeiend, de huidige discussie in?
Het fundament van de Britse democratie
De parlementaire democratie in Groot-Brittannië heeft een lange geschiedenis. Waar in andere landen de vorsten nog steeds ongebreideld naar macht konden streven was er in 1215 in Groot-Brittannië al een Magna Carta, een verdrag waarin de koning Jan macht afstond aan zijn leenmannen. De vorsten bleven daarna streven naar meer macht en ook de lage adellieden breidden hun invloed en land uit. Toch wordt deze Magna Carta gezien als het fundament voor de Britse democratie. Twee andere belangrijke documenten waren de Petition of Rights (1628), dat ging over onrechtvaardig bestuur, en de Bill of Rights (1688), waarin de macht van de koningen definitief aan banden werd gelegd.
Problemen en hervormingen van het kiesstelsel
Groot-Brittannië heeft een kiesdistrictenstelsel. Vanouds was deze ingedeeld op basis van economische waarde, hoe meer economische waarde een gebied had hoe meer zetels deze mocht bezetten. Vooral de landadel had toen een grote invloed. De verhoudingen verschoven echter zeer bij de Industriële Revolutie. Kleine dorpjes groeiden uit tot grote steden, zoals Manchester. De districten werden echter niet veranderd, tot grote woede van de burgers van de nieuwe steden. De landadel, die veel profijt had bij het oude stelsel liet de situatie echter lang hetzelfde. De Reform Act uit 1832 was een goede stap in de richting, er werden langzaam maar zeker hervormingen doorgevoerd in het kiesstelsel. Tegelijkertijd kwam er ook steeds meer protest tegen het geringe aantal stemgerechtigden. Vaak was het ook zo dat machtige landheren hun knechten verplichtten op 'hun' partij te stemmen. De overtuiging dat dit moest veranderen leefde sterk onder het volk. Dit leidde tot een Tweede Reform Act in 1867, waar meer stemgerechtigden kwamen en een herverdeling van de zetels per district. Ook rond 1884 waren er weer hervormingen.
Algemeen kiesrecht
De Eerste Wereldoorlog vormde echter helemaal het breekpunt in de democratie. Terugkerende soldaten eisten hun rechten en ook de vrouwenemancipatiebeweging was zeer actief. Dit leidde tot een algemeen mannenkiesrecht in 1918. Ook een beperkt aantal vrouwen mocht stemmen. In 1928 werd aan mannen en vrouwen op dit gebied gelijke rechten toegekend, het algemene kiesrecht was een feit! Door deze ontwikkelingen gingen partijen zich ook veranderen. Partijen gingen massabijeenkomsten organiseren en hun boodschap uitbrengen via de nieuwe communicatiemiddelen. Propaganda speelde een grote rol in het verwerven van steun onder de grote massa. De partijen waren nu echt afhankelijk van het volk om te regeren. Nog altijd staat Groot-Brittannië redelijk hoog op de wereldranglijst als het gaat om democratie.
De huidige kritiek op het Britse kiesstelsel
Kritiek blijft er echter op het Britse kiesstelsel. Ook na de parlementsverkiezingen van 2015 werden veel negatieve reacties gehoord. Door het districtenstelsel komt alleen de winnaar van een district in het parlement. Dit is nadelig voor kleine partijen die hun aanhang verspreid hebben zitten over het hele land. Ze krijgen wel veel stemmen, terwijl ze dat niet vertaald zien in zetels, omdat ze (net) niet overal de grootste worden. Kleine partijen kunnen alleen een vuist maken als hun aanhang dicht bij elkaar woont. Maar grote partijen zijn en blijven de grote winnaars bij dit stelsel. De traditionele partijen Labour en de Conservatives blijven groot. Dat de woonplaats van de aanhang veel uitmaakt lieten de verkiezingen in 2015 zien: De UKIP die verspreid over het hele land veel aanhang had kreeg 4 miljoen stemmen, terwijl ze maar 1 zetel kregen. De Scottish National Party, die alleen in Schotland aanhang heeft, kreeg in enkele districten veel stemmen, 1,5 miljoen in totaal. Zij kregen 56 zetels! Ze wonnen namelijk in bijna alle districten waar ze meededen, terwijl ze verder nergens meededen. UKIP won juist bijna nergens. Of dit systeem eerlijk en democratisch is blijft de gemoederen bezig houden. Maar of het systeem zal veranderen? Dat is maar de vraag, aangezien de huidige grote partijen met het meeste invloed altijd nog het meeste baat hebben bij dit kiesstelsel. Voor kleine partijen blijft het zodoende vechten tegen de bierkaai.
© 2015 - 2024 Jewe, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Democratie in NederlandWat is een democratie, in een land zoals Nederland. Wat voor rechten hebben wij, als inwoners op deze democratie. Je heb…
Bronnen en referenties
- Website Is Geschiedenis: http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/democratie-in-ontwikkeling-de-politieke-geschiedenis-van-het-verenigd-koninkrijk/
- Website Elsevier: http://www.elsevier.nl/Buitenland/achtergrond/2015/5/Britse-verkiezingen-Conservatieven-aan-kop-1759272W/