Hoe Europa steden tot samenwerking verleidt: URBACT
Het is een doelstelling van de Europese Unie om de grenzen op het Europese continent te doen vervagen. Op die manier wordt de droom van Europese eenmaking gerealiseerd. Om die reden stimuleert de Europese Unie partnerschappen over de landsgrenzen heen. Als lokmiddel reikt Europa subsidies en prijzen uit die burgers, bedrijven en overheden uit de verschillende lidstaten belonen, wanneer ze met elkaar samenwerken en van elkaar leren. Een belangrijke doelgroep zijn de steden. Vanuit een Europees perspectief liggen steden niet in afzonderlijke landen, maar spreiden ze zich als strategische motoren van welvaart uit over de Europese landkaart. Via het URBACT-programma ontvangen steden financiële steun om (tijdelijke) samenwerkingsverbanden aan te gaan met steden in andere Europese lidstaten.
De droom van Europese integratie en het cohesiebeleid
De Europese Unie (EU) is gesticht vanuit het verlangen om de Europese landen, die eeuwenlang met elkaar in conflict verwikkeld waren, te verenigen. Het middel daartoe was en is nog steeds de Europese integratie. De achterliggende logica is om de landen onderling van elkaar afhankelijk te maken en zo de voedingsbodem voor conflicten weg te nemen. Vanuit deze gedachte, onderneemt Europa allerlei initiatieven om fysieke en andere grenzen die de lidstaten scheiden op te heffen. Bekend is bijvoorbeeld het afschaffen van de grenscontroles, waardoor burgers ongehinderd de landsgrenzen kunnen overrijden en zonder internationaal paspoort kunnen vliegen binnen de EU. Een ander belangrijk instrument is het zogenaamde cohesiebeleid. Daarmee tracht Europa letterlijk de economische en sociale samenhang te versterken. Het is met andere woorden de lijm die Europa aanbrengt tussen de afzonderlijke delen, zodat ze niet uit elkaar zouden vallen. Het URBACT-programma voor stedelijke samenwerking vormt een onderdeel van deze lijm.
Het belang van steden voor Europa
De Europese steden zijn de motoren van groei en welvaart. Tezelfdertijd zijn het de plekken waar alle grote maatschappelijke uitdagingen samenkomen. Traditioneel proberen steden elk op eigen kracht een oplossing te zoeken voor deze uitdagingen. In de 'oude' wereld volstond die werkwijze vaak. In de geglobaliseerde wereld van de dag van vandaag, redden zelfs de grotere Europese metropolen het steeds minder alleen. Daar zijn verschillende redenen voor:
- De wereld verstedelijkt met rasse schreden. Volgens de Verenigde Naties woonde in 2007 voor het eerste meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. De menselijke activiteit verschuift dus meer en meer van het platteland naar de stad, ook in Europa. De verantwoordelijkheden van steden groeien daarom elke dag.
- De nieuwe uitdagingen kennen een grotere schaalgrootte en zijn niet gebonden aan administratieve grenzen. Denk bijvoorbeeld aan de digitalisering, luchtvervuiling, terrorisme en vergrijzing.
- Uitdagingen zijn ook complexer geworden en vereisen hooggespecialiseerde expertise, waarover steden vaak zelf niet beschikken
- In andere werelddelen ontwikkelen zich megasteden die de Europese tegenhangers vaak overtreffen op architecturaal, innovatief en creatief vlak. Denk maar aan steden zoals New York, Seoul, Bangalore, Rio de Janeiro, Singapore of de emiraten Dubai en Abu Dhabi. Gezien de steeds toenemende mobiliteit van personen, bedrijven, kapitaal, data en intellectueel eigendom, is er sprake van een groeiende competitie tussen steden wereldwijd. Voor de oudere Europese steden, is het daarom belangrijk om de krachten te bundelen en zo de aantrekkelijkheid van Europa als werelddeel, van de steden als vestigingsplaats, en de welvaart van de inwoners veilig te stellen voor de toekomst.
De bedoeling van het URBACT III programma
Europese steden zien zich dus genoodzaakt om meer en meer samen te werken, binnen de context van de Europese Unie. De geografische afstand, taalverschillen en afwijkende nationale rechtsregels, bemoeilijken echter de samenwerking. Daarom heeft de Europese Unie het
URBACT-programma in het leven geroepen. De looptijd van de nieuwste editie van het programma, URBACT III, loopt parallel met de Europese budgettaire meerjarenplanning over de periode 2014 tot 2020. De financiële ondersteuning die via URBACT III geboden wordt, verlaagt voor de deelnemende steden de drempel om samen te werken. Concreet kunnen steden kosten voor samenwerking laten terugbetalen via subsidies die Europa daarvoor vrijmaakt. Het gaat dan bijvoorbeeld over de reis- en verblijfskosten van stedelijke ambtenaren en politici en de kosten voor de organisatie van internationale congressen. Naast UBRACT zijn er nog tal van andere Europese initiatieven waarbinnen steden eveneens de mogelijkheid hebben om samen te werken. Voorbeelden zijn het programma en het onderzoeks- en innovatieprogramma
Horizon2020. Anders dan het URBACT-programma, zijn deze echter niet exclusief op steden gericht.