De doodstraf in de Verenigde Staten

De doodstraf in de Verenigde Staten In het merendeel van de Amerikaanse staten wordt de doodstraf nog altijd toegepast. De doodstraf is een omstreden onderwerp en dit zal waarschijnlijk ook zo blijven. De laatste tijd lijkt er echter een trend naar officiële afschaffing te zijn.

Algemene geschiedenis van de doodstraf en de eerste wetten

De doodstraf bestaat al langer dan velen denken. De eerste wetten waarin de doodstraf is opgenomen zijn de wetten van 'Code van Koning Hammaurabi van Babylon', die dateren uit ongeveer 18 eeuwen voor Christus. Hierin staat beschreven dat de doodstraf voor 25 verschillende misdaden de straf is die wordt opgelegd. Daarna kwam er in de 14e eeuw voor Christus de 'Hittite Code', in de zevende eeuw voor Christus de 'Draconische Code van Athene', waarin de doodstraf de enige straf was voor alle misdaden die er werden gepleegd, en in de vijfde eeuw voor Christus waren er de Romeinse Wetten. De meest gebruikelijke methoden bij het ombrengen van een misdadiger in deze wetten waren verdrinking, verbranding en spietsing.

In de 10e eeuw werd het ophangen van misdadigers de meest gebruikelijke methode, vooral in Groot-Brittannië. Willem I (Willem de Veroveraar) verbood een eeuw later echter het ophangen van mensen evenals andere methoden om mensen ter dood te brengen. Alleen in tijden van oorlog was executie nog toegestaan. Dit duurde echter niet lang. In de zestiende eeuw bijvoorbeeld zijn naar schatting maar liefst 72.000 mensen geëxecuteerd. Methoden in deze tijd waren onder andere verbranding, onthoofding en vierendelen. In deze tijd werd het als een misdaad beschouwd waarop executie stond als men met een Jood trouwde, niet toegaf aan een misdaad of verraad.

In Groot-Brittannië bleef het aantal misdaden waarop de doodstraf stond in de eeuwen daarna stijgen. Rond 1700 kon men veroordeeld worden tot de doodstraf bij maar liefst 222 misdaden. Onder deze misdaden verstond men onder andere stelen of een boom omhakken. Vanwege de ernst van de doodstraf, werden verdachten vaak helemaal niet veroordeeld. Dit leidde tot een reformatie in Groot-Brittannië op het gebied van de doodstraf. Van 1823 tot 1837 werd de doodstraf afgeschaft voor meer dan 100 misdaden van de 222.

Doodstraf in Amerika

Amerika werd op het gebied van de doodstraf sterk beïnvloed door Groot-Brittannië, meer dan elk ander land. Toen de Europeanen naar Amerika kwamen, brachten ze deze manier van straffen met zich mee. De allereerste executie in de VS was de executie van kapitein George Kendall in Virginia in 1608 (Jamestown). Hij werd ter dood gebracht omdat hij een spion bleek te zijn voor Spanje. In 1612 werden wetten opgesteld, 'Moral and Martial Laws', door gouverneur Thomas Dale. Hierin werd vastgelegd dat de doodstraf stond op zeer kleine misdaden, zoals het stelen van druiven of het slachten van een kip en op het handel drijven met indianen. Wetten wat betreft de doodstraf verschilden van kolonie tot kolonie. De Massachusetts kolonie bijvoorbeeld hield de eerste executie in 1630, terwijl de kolonie bij New York zich hield aan 'Duke’s Law' van 1655. Onder deze wetten vielen onder andere het slaan van iemands vader of moeder onder strafbaar door de doodstraf evenals het niet geloven in de 'echte' God.

Afschaffing van de doodstraf

Koloniale tijd

De eerste afschaffingen van de doodstraf begonnen bij ideeën van onder andere Montesqieu, Voltaire en Bentham. Cesare Beccaria’s (1738-1794) betoog, 'On Crimes and Punishments' uit 1767, had veel invloed in de wereld. Cesare zegt hierin dat er nooit een reden is voor de staat om iemands leven te nemen. Dit betoog gaf steun aan de abolitionisten (degenen die de doodstraf wilden afschaffen) en gaf ze meer moed. Dit resulteerde in afschaffing van de doodstraf in Oostenrijk en in Toscane.
Ook Amerikaanse denkers werden beïnvloed door de ideeën van de Italiaanse filosoof Beccaria. De eerste pogingen tot het reformeren van de doodstraf in de Verenigde Staten vonden plaats toen Thomas Jefferson (1743-1826), filosoof, kunstenaar en de derde president van de Verenigde Staten, een voorstel deed om de doodstrafwetten van Virginia te veranderen. Hierin werd voorgesteld om alleen de doodstraf toe te passen in geval van moord en verraad. Niet voor andere misdaden. Dit voorstel werd, op één stem na, echter geen wet.

Een ander belangrijk persoon op het gebied van het hervormen van de doodstraf was Dr. Benjamin Rush (1746-1813). Hij tekende de Onafhankelijkheidsverklaring van 1176, was een leider van de Amerikaanse Verlichting en oprichter van de Pennsylvania Prison Society. Dit is een beweging die voor menselijke en rechtvaardige straffen is. Deze beweging wil ervoor zorgen dat straffen er ook voor zorgen dat criminaliteit minder wordt. Rush was ervan overtuigd dat de doodstraf geen manier is om misdadigers af te schrikken. Rush geloofde dat de doodstraf averechts werkt. Volgens hem zorgde het hebben van een doodstraf ervoor dat er juist meer misdaden gepleegd werden. Rush kreeg hierbij steun van Benjamin Franklin (1706-1790), politicus, wetenschapper en moralist, en William Bradford (1755-1795). Bradford was een Amerikaanse rechter en advocaat. Ook was hij Attorney General, wat Engels is voor de Amerikaanse minister van Justitie. Bradford zorgde ervoor dat Pennsylvania de eerste staat was die moorden ging bekijken en deze ging beoordelen op een bepaalde graad van ernstigheid. In 1794 werd de doodstraf afgeschaft in Pennsylvania voor alle misdaden, behalve eerstegraads moord. Onder eerstegraads moord valt een moord die van tevoren gepland is en dus ook gepleegd is met de bedoeling om te moorden.

Negentiende eeuw

In de negentiende eeuw werden ook de noordoostelijke staten van Amerika beïnvloed door ideeën over de afschaffing van de doodstraf. In het begin van de negentiende eeuw werd in veel staten het aantal executies verminderd. Ook kwamen er strafinrichtingen (verbeteringsgestichten). In 1834 was Pennsylvania de eerste staat die executies niet meer in het openbaar uitvoerde, maar deze ging uitvoeren in daarvoor bedoelde gebouwen. In 1846 schafte Michigan als eerste staat de doodstraf af voor alle misdaden behalve verraad. Later werd de doodstraf helemaal afgeschaft voor alle misdaden in Wisconsin en Rhode Island.

Het afschaffen van de doodstraf bleef echter in deze tijd niet alleen in de Verenigde Staten. Ook Venezuela, Portugal, Nederland, Costa Rica, Brazilië en Ecuador volgden met de afschaffing. Ondanks dat sommige staten in de Verenigde Staten begonnen met het afschaffen van de doodstraf, hielden velen vast aan de doodstraf. Sommige staten rekenden zelfs nog meer misdaden tot strafbaar door de doodstraf, vooral misdaden die werden begaan door slaven. In 1838 probeerde verschillende staten de doodstraf beter 'verteerbaar' te maken voor het publiek. Er werden wetten aangenomen die tegen verplichte veroordeling tot doodstraf waren. Niet op elke misdaad die strafbaar was door de doodstraf stond nu ook nog daadwerkelijk de doodstraf. Deze wetten die werden aangenomen in 1838 in Tennessee en later ook Alabama, werden gezien als een grote verandering en reformatie. Het werd als een grote overwinning gezien door de abolitionisten. Van tevoren werd iedereen die een grote misdaad beging, waar doodstraf op stond, verzekerd van een executie, ongeacht de omstandigheden. Maar dit was nu niet meer het geval.

Met uitzondering van een klein aantal misdaden werden in 1963 alle verplichte doodstraffen afgeschaft. Tijdens de Burgeroorlog werd er minder aandacht geschonken aan het afschaffen van de doodstraf. Er werd zich minder ingezet voor hervormingen op dit gebied. Nu werd er namelijk veel meer aandacht gegeven aan bewegingen tegen slavernij. Na de burgeroorlog werden echter weer veranderingen doorgevoerd op het gebied van de doodstraf. Aan het eind van de negentiende eeuw werd de elektrische stoel uitgevonden als nieuw executiemiddel. New York bouwde als eerste een elektrische stoel in 1888. In 1890 werd William Kemmler geëxecuteerd. Andere staten volgden al snel met het invoeren van deze nieuwe executiemethode.

Twintigste eeuw

Hoewel sommige staten de doodstraf al afgeschaft hadden in de negentiende eeuw, is het de eerste helft van de twintigste eeuw die het begin van de echte periode van vooruitgang markeerde op het gebied van het hervormen van de Verenigde Staten en de doodstraf. Van 1907 tot 1917 schaften zes staten van de Verenigde Staten van Amerika de doodstraf helemaal af en verklaarden het illegaal. Drie staten voerden alleen de doodstraf uit bij misdaden die nauwelijks voorkwamen, namelijk verraad en eerstegraads moord. Deze vooruitgang duurde echter niet lang. Er hing een gespannen sfeer in de Verenigde Staten rond deze periode. Burgers waren bang voor een revolutie toen ook de Russische Revolutie plaats vond. Daarnaast waren de Verenigde Staten zich gaan mengen in de Eerste Wereldoorlog. Ook waren er sociale conflicten. Socialisten begonnen te twijfelen aan het kapitalisme en dit zorgde voor de nodige onrust. Dit had tot gevolg dat vijf van de zes staten die de doodstraf helemaal hadden afgeschaft, deze weer invoerden rond 1920.

In 1924 werd cyanide gas geïntroduceerd als nieuw executiemiddel. Dit was het gevolg van het feit dat de staat Nevada een meer humane manier zocht om misdadigers ter dood te brengen. Gee Jon was de eerste persoon die geëxecuteerd werd door dit dodelijke gas. Men probeerde toen cyanide gas in Jon’s gevangeniscel te pompen toen hij aan het slapen was. Dit bleek echter onmogelijk. Hierna werd besloten over te gaan op een gaskamer, speciaal gebouwd voor het uitvoeren van executies door middel van dodelijk gas.

Van 1920 tot 1940 was er een herleving wat betreft het gebruik van de doodstraf. Dit kwam doordat criminologen in die tijd ideeën verspreidden over dat de doodstraf een noodzakelijke sociale maatregel zou zijn. In de Verenigde Staten hadden veel Amerikanen te maken met de 'Great Depression'. Deze grote depressie was een grote economische crisis in de jaren 1930. In deze jaren werden er meer executies uitgevoerd dan in alle andere jaren binnen de Amerikaanse geschiedenis, met een gemiddelde van 167 executies per jaar.

In 1950 begon de publieke opinie zich weer tegen de doodstraf te keren. Veel bondgenoten van Amerika schaften de doodstraf af of beperkten het, en ook in de Verenigde Staten nam het aantal executies in grote mate af. In de jaren 1940 waren er 1289 executies in totaal en in de jaren 1950 715 executies. Dit aantal bleef alleen maar afnemen: van 1960 tot 1976 waren er maar 191 executies. In 1966 was het aantal voorstanders van de doodstraf op zijn allerlaagst. Uit onderzoeken uit die tijd bleek dat aanhang van de doodstraf toen maar 42% van de Amerikanen bevatte.

Grondwettelijkheid van de doodstraf in Amerika

Kritisch tegenover de doodstraf

In de jaren 1960 werd er vaak nagedacht over de legaliteit van de doodstraf in de Verenigde Staten. Van tevoren werden het Vijfde, Achtste en Veertiende Amendement gezien als 'toelaten van de doodstraf'. Maar in de jaren 1960 werd door sommigen de doodstraf gezien als een onmenselijke en onwenselijke straf, en daardoor zou het ongrondwettelijk zijn volgens het Achtste Amendement. In 1958 bepaalde het Hooggerechtshof dat het Achtste Amendement een norm van fatsoen inhield die een vooruitgaande maatschappij aangaf. Voorvechters voor afschaffing van de doodstraf gebruikten deze uitspraken van het Hooggerechtshof om aan te tonen dat executies in de VS niet langer getolereerd zouden moeten worden. In de late jaren van 1960 begon het Hooggerechtshof de manier waarop de doodstraf was georganiseerd preciezer af te stemmen.

In 1968 waren er twee zaken waarbij kritisch gekeken werd naar de beoordelingsbevoegdheid van de aanklager en de rechter in het geval van een ernstige misdaad. Eén zaak was 'U.S. v. Jackson', waarbij het Hooggerechtshof de conclusie trok dat de doodstraf alleen op voordracht van een jury werd opgelegd. Het Hof oordeelde dat deze praktijk ongrondwettig was, omdat dit verdachten aanmoedigde af te zien van hun recht op een jury om ervoor te zorgen dat ze geen doodvonnis zouden ontvangen.

In een andere zaak, 'Witherspoon v. Illinois', kwam het Hof tot de conclusie dat eventuele bedenkingen van juryleden over de doodstraf geen goede redenen waren om niet goed dienst te doen als jurylid in geval van een zaak met eventuele doodstraf. Juryleden konden alleen uit de zaak gehaald worden als aanklagers konden bewijzen dat de eigen visie van een jurylid met betrekking tot de doodstraf invloed zou hebben op de keuze van dat jurylid, hij zou dan geen onpartijdige keuze kunnen maken over de straf. In 1971 gaf het Hooggerechtshof wederom aan dat er problemen waren op het gebied van de rol van eigen mening en het beoordelen van misdadigers wat betreft hun visie op de doodstraf. Gedaagden vonden dat hun recht van het Veertiende Amendement werd geschonden als juryleden alle macht hadden bij het oordelen van verdachten wat betreft leven of dood, en zo’n beoordelingsvermogen zou leiden tot wispelturige en willekeurige veroordeling. Ook vonden gedaagden dat het ongrondwettig was als hun lot in de handen lag van slechts één beraadslaging, omdat de juryleden in bepaalde zaken werd opgelegd dat zij bij eerstegraads moord sowieso de zaak zouden moeten eindigen met een doodvonnis. Volgens het Hof echter was het begeleiden van doodvonnissen uitspreken niet in het menselijk vermogen.

Schorsing van de doodstraf

Het probleem van willekeur van de doodstraf werd vaker aangehaald. Er waren veel argumenten dat misdaden die strafbaar waren door de doodstraf vaak wispelturig en willekeurig werden besloten. Er werd niet kritisch naar de zaak gekeken en niet zorgvuldig genoeg mee omgegaan. Het Hooggerechtshof besloot in 1972 dat de doodstraf onmenselijk zou zijn wanneer het te streng zou zijn voor de misdaad die men was begaan, als het een besluit van willekeur was, als het de visie op gerechtigheid zou aantasten of als het niet meer effectief zou zijn dan een lichtere straf die men had kunnen opleggen. Het Hof besloot dat Georgia’s instelling voor de doodstraf, dat rechterlijke jury’s volledige veroordelingsbevoegdheid gaf, zou leiden tot willekeurig besluit. Daardoor besloot het dat de manier van straffen volgens de regels van de instelling onmenselijk en ongebruikelijk waren, en het schond het Achtste Amendement. Als gevolg hiervan liet het Hof op 29 juni 1972 40 instituten voor de doodstraf vervallen, waardoor 629 inzittenden verspreid over de Verenigde Staten niet geëxecuteerd werden. De doodstraf werd geschorst, omdat instituten voor de doodstraf die wel nog bestonden, niet langer geldend werden verklaard.

Herstel van de doodstraf

Hoewel de afzonderlijke visies van rechters in die tijd, zoals Marshall en Brennan, vonden dat de doodstraf zelf ongrondwettig was, had het Hooggerechtshof vastgesteld dat de instituten die de doodstraf uitvoerden ongrondwettig waren. Met dit als uitgangspunt stond het Hof open voor staten om zich te verbeteren op het gebied van instellingen die de doodstraf uitvoerden en deze opnieuw, op een andere manier te organiseren. Voorstanders van de doodstraf begonnen hierdoor nieuwe instellingen voor te stellen waarvan zij geloofden dat zij willekeur bij uitspraken van doodvonnissen zouden uitschakelen. Florida was de eerste staat van de staten die zich opnieuw gingen organiseren, al vijf maanden na de uitspraak van de ongrondwettigheid van de instituten. Kort daarna begonnen 34 andere staten zich opnieuw te organiseren en nieuwe instituten te vormen. Om de ongrondwettigheid van ongeleide beslissingen van rechters aan te pakken, verwijderden sommige staten deze bevoegdheid in zijn geheel door het verplicht stellen van de doodstraf voor diegenen die veroordeeld werden tot het plegen van ernstige misdrijven die leidden tot de doodstraf. Deze beslissing werd echter ook ongrondwettig verklaard door het Hooggerechtshof.

Naast het herorganiseren van instituten kwamen er ook algemene regels. Een daarvan was nadat de rechter had besloten dat de verdachte schuldig is van eerstegraads moord, er een tweede zitting komt waarbij wordt gekeken of de verdachte dan werkelijk geëxecuteerd zou moeten worden of dat hij een minder zware straf kreeg, namelijk een gevangenisstraf. Er werd ook nog kritischer gekeken naar veroordelingen en de daarbij behorende straf. Als laatst kwam er nog een proportionaliteitstoets, wat inhield dat het de staat hielp verschillen in strafoplegging te identificeren en te elimineren. Hierdoor kon de staat strafoplegging van de ene zaak vergelijken met de andere, en daardoor kon het vaststellen of de straf in verhouding was of niet. Omdat deze veranderingen werden geaccepteerd door het Hooggerechtshof, pasten sommige staten die de doodstraf weer wilden invoeren deze regels toe op hun nieuwe instituten voor de doodstraf. Het Hof vond het echter niet noodzakelijk dat al deze maatregelen aanwezig waren in de instituten.

Nadat de executies in de Verenigde Staten tien jaar lang laag waren gebleven, kwam er een eind aan 1996 met een piek. In datzelfde jaar werd in de staat Oklahoma als eerste de dodelijke injectie ingevoerd als executiemiddel. Het duurde echter 5 jaar nadat Charles Brooks de eerste persoon werd om geëxecuteerd te worden door een dodelijke injectie. Dit gebeurde in Texas op 7 december 1982. De dodelijke injectie is tegenwoordig het meest gebruikte executiemiddel in de Verenigde Staten.
© 2014 - 2024 Arts1984, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Amerikaanse rechtsstaat; de doodstrafDe rechtsstaat in Nederland is erop gebouwd om mensen weer “beter” te maken en terug te laten keren in de maatschappij,…
Weetjes over landenHieronder staan een aantal leuke weetjes (en het zo leuke weetjes) over verschillende landen. Bijvoorbeeld wat zijn de k…
Staten van AmerikaStaten van AmerikaDe naam zegt het al: de Verenigde Staten van Amerika bestaan in feite uit een aantal afzonderlijke staten. Elke staat he…
Gerechtigheid zonder beulmijn kijk opGerechtigheid zonder beul'De doodstraf kan niet worden opgelegd.' Zo luidt artikel 114 van de grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Ruim…

DemonstratieverbodEen burgemeester verbiedt demonstraties op een specifieke plek in zijn stad. Kan dat zo maar? In een vergadering met de…
Frans Timmermans, wonderkind van de PvdAFrans Timmermans, wonderkind van de PvdAFrans Timmermans (6 mei 1961) was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Rutte II. Hij nam aan dit kabinet deel…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Bykst, Pixabay
  • http://www.deathpenaltyinfo.org
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/Doodstraf_in_de_Verenigde_Staten
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/Doodstraf
Arts1984 (47 artikelen)
Laatste update: 16-09-2016
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Politiek
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.