Windmolenparken Nederland - op land, offshore, nearshore
De Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken met de ministers Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus en Henk Kamp buigen zich over windmolenparken op land, in zee en voor de kust van Nederland. De ministeries laten haalbaarheidsstudies uitvoeren en discussiëren in april 2014 in de Tweede Kamer over duurzame energie en windmolenparken, gekoppeld aan het Energieakkoord. Het is rijksbeleid om windmolens op zee 23 kilometer of verder uit de kust te plaatsen, buiten de 12 mijlszone. Dit is vastgelegd in de Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee. Binnen de 12 mijlszone blijkt bespreekbaar.
Duurzaamheidambitie en Energieakkoord
Nederland werkt toe naar steeds meer gebruik van duurzame energie in plaats van fossiele brandstoffen. Duurzame energie is beter voor het milieu en er zijn steeds minder fossiele brandstoffen beschikbaar. Nederland heeft in een Energieakkoord afgesproken om in 2020 14 procent van onze energiebehoefte duurzaam op te wekken. Een van de troeven die het kabinet Rutte II (november 2012 - maart 2017) met de ministers Van Haegen en Kamp uitspeelt is die van windturbines, die met 6.000 megawatt aan windenergie aan het gestelde doel moeten bijdragen. Op land en in zee moeten meer windmolenparken komen.
Meest geschikte gebieden
De ministers willen de windmolenparken concentreren in de meest geschikte gebieden om 'landschappelijke versnippering en verstoring' te beperken. In aanmerking komen dunbevolkte gebieden zoals rondom de Eemshaven en Delfzijl, in de Wieringermeer en bij de Rotterdamse haven. Daar wil het kabinet tientallen hoge windmolens laten verrijzen. De kabinetsplannen staan in de structuurvisie
Windenergie op Land. Elf gebieden zijn aangewezen waar grootschalige windenergie kan worden opgewekt. De provincies hebben de gebieden zelf aangedragen. De gebieden zijn:
- Eemshaven
- Delfzijl
- N33 (bij Veendam)
- Drentse Veenkoloniën
- Wieringermeer
- IJsselmeer-Noord
- Flevoland
- Noordoostpolderdijk
- Rotterdamse haven
- Goeree-Overflakkee
- Krammersluizen
Vergunningen
Om meer groene energie te kunnen produceren wil het kabinet de vergunningverlening voor grote windprojecten vergemakkelijken zodat ze sneller kunnen worden afgehandeld.
Windmolens op zee
Naast de windmolens op land komen er ook windmolens op zee. Het kabinet sprak in 2013 af dat er in 2023 minimaal 4400 megawatt opgewekt wordt. Windenergie kan dan alle huishoudens in Nederland van stroom voorzien. De windmolenparken worden offshore aangelegd, in zee. Ze kunnen ook nearshore worden aangelegd, dichtbij de kust. Nederland heeft in 2014 twee windmolenparken op zee. Deze twee parken voorzien 255.000 huishoudens van stroom. De twee parken zijn:
- Offshore Windpark Egmond aan Zee (OWEZ), op ongeveer 15 kilometer voor de kust van Egmond aan Zee. Vermogen: 108 megawatt;
- Windturbinepark Prinses Amalia, op ongeveer 23 kilometer voor de kust van IJmuiden. Vermogen: 120 megawatt.
Meer windmolens op zee
Er zijn meer windmolenparken op zee in ontwikkeling. De Rijksoverheid gaf in 2009 vergunningen af voor de bouw van 12 nieuwe windmolenparken op zee. In 2014 staan er drie parken op de planning. Het vermogen van de drie in 2014 nog te bouwen parken is bijna 730 megawatt. Daarmee kunnen 800.000 huishoudens van elektriciteit worden voorzien. De bedrijven die de andere 9 vergunningen op zak hebben, moeten hun plannen voor 2020 uit voeren. Het bedrijf TenneT bereidt het net op zee voor. De drie parken zijn:
- Windpark Q10 (Eneco Luchterduinen), ongeveer 23 kilometer voor de Hollandse kust (bij Noordwijk en geopend in september 2015);
- Windmolenpark Buitengaats (Gemini boven de Waddeneilanden en geopend in mei 2017)
- Windmolenpark ZeeEnergie (Gemini boven de Waddeneilanden en geopend in mei 2017)
Gemini
De windmolenparken ZeeEnergie en Buitengaats vormen samen de Gemini-parken. Ze werden op 8 mei 2017 geopend. De windmolens staan 85 kilomter ten noorden van de Groningse kust en zijn vanaf de stranden van de Waddeneilanden niet te zien. Gemini is op het moment van opening het grootste offshore windpark van Nederland en een van de grootste ter wereld. De twee velden meten elk 34 vierkante kilometer, met 150 molens. Die molens wekken energie op voor 785.000 huishoudens. De aanleg van Gemini begon in 2015 en kostte ongeveer 2,8 miljard euro. Gemini-park is goed voor 600 MW.
Nearshore
Het voordeel van
nearshore windmolenparken, molens dichtbij de kust, is dat het de wind van zee meepikt om de energie op te wekken en dat het goedkoper is om ze aan te leggen dan offshore parken.
Minister Kamp liet een onderzoek naar de haalbaarheid van windparken binnen de 12-mijlszone doen.
Nearshore kan lang niet overal, omdat er met veel aspecten rekening moet houden. Onder meer de natuurtoets is een belangrijk onderdeel. In 2014 beslist het kabinet over het al dan niet bouwen van nearshoreparken. De vijf gebieden die voor
nearshore parken in aanmerking komen zijn:
- Ameland
- Zeeland
- voor de kust van Noord-Holland, boven het Noordzeekanaal
- voor de kust van Zuid-Holland en Noord-Holland onder het Noordzeekanaal
- Maasvlakte
Waddeneilanden
De vijf Waddeneilanden ageren tegen een windmolenpark voor de kust van Ameland en Schiermonnikoog. Het nearshorepark zal dag en nacht vanaf de eilandkust de horizon beheersen: overdag met een lange strook windmolens en als het donker is met een reeks knipperende lichtjes. De eilanden stuurden begin 2014 Henk Kamp een brief waarin ze hun bezwaren aan de minister kenbaar maken. Het park staat in het onderzoek ingetekend op zo’n drie kilometer uit de kust. Het plan omvat 150 windmolens van 140 meter hoog. Het hele park is dan zo’n zes kilometer breed.
Burgemeester Albert de Hoop van Ameland zegt er het volgende over: "Het wordt een bos aan masten, dat zelfs vanaf het vasteland te zien is. En 's avonds is het disco, met al die knipperende lampjes er bovenop. Bovendien is de Waddenzee één van de belangrijkste vogelgebieden van Europa, de eilanden vrezen dat het turbinepark een grote gehaktmolen wordt." De Waddeneilanden grenzen aan het werelderfgoed Waddenzee en het windturbinepark voor de kust van de eilanden gaat tegen alle nationale- en internationale afspraken van de afgelopen jaren in. De eilanden zijn bevreesd dat met een dergelijk park voor het strand vele toeristen - men denkt zelfs 20 tot 30 % - weg zullen blijven.
Stichting Windmolenklachten
Stichting Windmolenklachten inventariseert de klachten die omwonenden hebben van windmolens. Er is verzet tegen de geluidsoverlast, horizonvervuiling en de waardedaling van de naburige woning. Er zijn vele stichtingen en actiecomités die strijden tegen windmolens in hun omgeving. Grootste verwijt van de stichting is dat gemeenten, overheden, energiebedrijven en projectontwikkelaars de handen ineen hebben geslagen en omwonenden nauwelijks iets in te brengen hebben. Het is de bron van lokaal verzet.
Vijf miljard schade
Op 5 oktober 2014 wordt bekend dat de windmolenparken meer kosten dan ze opleveren. De schade zou op ruim vijf miljard euro komen. Het Centraal Planbureau komt met het rapport en schrijft dat windmolenparken op zee nauwelijks milieuwinst opleveren. Het kost per huishouden minstens 120 euro per jaar en dat bedrag kan oplopen tot 237 euro.
Door de Europese afspraken blijft de CO2-uitstoot gelijk, hoeveel windmolens je ook plaatst. Dat komt door het CO2-handelssysteem. Wie broeikasgassen uitstoot kan namelijk rechten kopen.
Windmolenparken voor de kust van Noord- en Zuid-Holland
2 juli 2016
In september van 2014 wees de minister drie gebieden aan. Ze liggen voor de Noord- en Zuid-Hollandse kust en voor de provincie Zeeland. In juli 2016 wijst het kabinet de locatie voor de kust van Noord- en Zuid-Holland, 18,5 tot 22 kilometer uit de kust, aan als de
twee gebieden waar windmolenparken kunnen komen.
Lees verder