Het leven van het 2,5 jarige kind: relaties van de peuter
Een belangrijk onderdeel van de totale ontwikkeling van het kind is de sociale ontwikkeling. De eerste relaties die kinderen aangaan zijn deze met het gezin en hun opvoeders. Daarna zullen de kinderen pas de wereld gaan ontdekken en relaties aangaan met personen buiten de familiale kring. Dit moeten we goed in ons achterhoofd houden voordat we gaan kijken naar de verschillende kenmerken in de verschillende soorten relaties van de peuters.
Hechting met de ouders
Het klinkt heel logisch dat ouders er alles aan doen om hun kind een goede thuis te geven en een dat er een affectieve band wordt opgebouwd met de peuter. Toch is dit niet evident en is het belangrijk hier voldoende aandacht aan te besteden. Een goede, veilige hechting is namelijk noodzakelijk voor het kind om de wereld te gaan ontdekken en zelfstandig te worden. Het doel van deze hechting is een veilig gevoel geven aan de peuter en hem laten ervaren dat je er voor hem bent en dat hij / zij op jou kan vertrouwen.
De hechting tussen ouder en kind komt tot uiting als het kind bang, moe of ziek is en nood heeft aan troost, zorg en geruststelling. Op die momenten is het duidelijk dat het kind erg aanhankelijk wordt en op zoek gaat naar die basis. De basis voor deze veilige hechting wordt gelegd wanneer het kind 2 jaar oud is. Op deze basis kan het kind dan verder bouwen in het contact met andere leeftijdsgenootjes en volwassenen buiten de gezinskring. Ook helpt deze basis bij het vlotter afscheid nemen van de ouders om bijvoorbeeld een voormiddag bij de kinderopvang te blijven: het kind heeft er dan namelijk vertrouwen in dat de ouders wel terugkomen en dat ze hem / haar niet zomaar vergeten en in de steek zullen laten.
Relaties met leeftijdsgenoten
In de relatie met leeftijdsgenoten staat concurrentie centraal. Kinderen zijn erg snel jaloers en zien elkaar als concurrenten die hetzelfde materiaal leuk vinden en willen hebben en die ook aandacht en affectie willen van dezelfde volwassenen. Als jonge kinderen dan ook merken dat andere peuters te dicht komen bij "hun" volwassenen gaan ze deze ook verdedigen door ruzie te maken, te beginnen wenen of door aandacht vragen op een andere manier.
Conversaties met leeftijdsgenoten
Echte conversaties met leeftijdsgenoten gebeuren nog niet voor de leeftijd van 3 jaar. Voor deze leeftijd kan men eerder spreken van een monoloog tegen een leeftijdsgenoot die wat verderop zit of speelt: de kinderen spreken niet met elkaar maar tegen elkaar. Deze monologen gaan vaak nog eens over totaal verschillende onderwerpen, ze luisteren niet naar elkaar maar vertellen gewoon wat ze willen zeggen tegen elkaar zonder enige reactie terug te verwachten.
Spelontwikkeling
Ook de relaties van peuters ten opzichte van elkaar tijdens het spel zijn nog erg beperkt en vaak negatief gekleurd. Jonge kinderen zien andere peuters als een object, daarnaast worden hun weinige contacten gekleurd door veel bezitsconflict. Toch genieten peuters van elkaars gezelschap en aanwezigheid en zijn ze nieuwsgierig naar elkaar toe. Ze willen wel graag contact maken maar hun beperkte sociale (en cognitieve) ontwikkeling maken dit onmogelijk.
Vaak zie je bij jonge kinderen die op eenzelfde plaats spelen veel imitatie. Dit zowel in wat ze doen in hun spel als in bijvoorbeeld de gevoelens die ze in het spel leggen. (Denk bijvoorbeeld aan gevoelens die besmettelijk lijken te zijn: als een kind zich pijn doet tijdens het spelen en begint te wenen beginnen vaak alle kinderen in de buurt ook te wenen.)
© 2011 - 2024 Obviously, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen