Hoe kan een kind leren omgaan met boze gevoelens?

Hoe kan een kind leren omgaan met boze gevoelens? Met boos zijn is niets mis. Maar wat als je kind vaak te fel reageert, als het het liefst meteen om zich heen wil slaan of hij of zij zich snel en vaak woedend voelt? Als je boos bent, gaat er misschien van alles door je heen. Of juist helemaal niets en verdwijn je in een kolkende massa van woede. Of gaat alles schuil achter een rode waas. Feit is dat je je overspoeld kunt voelen door boosheid of woede. Dan verlies je jezelf in je boze gevoelens. Een kind kan ook zo boos worden, zodat jij je kind en je kind zichzelf niet meer herkent wanneer het boos is. Dat voelt niet goed. Hoe kom je daaruit? Hoe ga je ermee om? Een plan van aanpak om te leren omgaan met boosheid kan helpen.
Om te leren omgaan met boosheid hebben kinderen hulp nodig van hun directe omgeving: ouders of verzorgers, opa’s en oma’s en verdere familie, school en sportvereniging. Vaak is het zo dat je juist als reactie op je omgeving boos wordt. Vandaar dat daar ook de oplossing ligt om samen de problemen rondom boosheid of woede aan te pakken. Kinderen, zeker vanaf een jaar of acht, weten juist met hulp van hun omgeving al heel veel te vertellen (of op een andere manier uit te beelden) als het gaat om hun boosheid. Door samen op een rustig en veilig moment over boosheid te praten, kun je veel bereiken. Zo leert je kind steeds beter om te gaan met boze of woedende gevoelens en gedachten. Als ouder of verzorger heb je hier veel geduld en (empathisch) begrip voor nodig. Maar ook voor het kind is het belangrijk dat je het boos gedrag niet veroordeelt, maar de aanpak ervan ziet als een kans om iets te leren over zichzelf. Zodat je kind dichterbij zichzelf kan komen en bij wie hij of zij wil zijn.

Wat is boosheid?

Boos zijn is heel normaal. Net zo normaal als je blij of verdrietig voelen. Er is sprake van een in meer of mindere mate intens gevoel van spanning of stress. Je kunt boos worden omdat je een behoefte voelt waarin je je tekort gedaan voelt of een ander gevoel hebt dat je uit als boosheid. Bijvoorbeeld een gevoel van schaamte, pijn (honger), verdriet (kwetsing), onmacht, angst, teleurstelling, bezorgdheid, verlegenheid, jaloezie, schuld, frustratie en vrees. Het uitgangspunt is dat je niet zomaar boos wordt. Er is altijd een reden voor een driftbui. Misschien niet altijd een goede reden, omdat je je bijvoorbeeld snel een mening vormt over een situatie of omdat je een bepaalde frustratie niet kunt verdragen. Maar de behoefte achter de boosheid klopt wel altijd, want hoort bij je en zegt iets over jou. Je temperament, karakter en wat je meemaakt bepalen hoe en op welke manier je je boosheid uit.

Waar voel je je boosheid?

Als je voelt dat je boos wordt, voel je vaak in je lichaam waar de energie en kracht van de boosheid zit. Vraag aan je kind waar het de boosheid voelt in zijn of haar lijf. In het hoofd? In de buik? In de als vanzelf samengebalde vuisten? Als je leert stil te staan bij dit gevoel, dan merk je dat je lichaam je op deze manier vertelt hoe je je voelt. Zo kun je eerder merken dat je boos wordt. Als je al merkt dat je boos begint te worden kun je jezelf nog makkelijker bijsturen dan wanneer je het pas merkt wanneer je heel boos bent. Het is dus belangrijk om goed op de signalen van je lijf te letten. Daarmee kun je al beginnen als je je rustig voelt. Dat is je basis. Voelt je lijf anders aan, dan weet je dat er iets aan de hand is.

Hoe word je boos?

Boosheid kan zich op heel veel verschillende manieren uiten. Wat laat je kind zien als het boos is?
  • Fysiek agressief gedrag, zoals slaan, schoppen, gooien.
  • Verbaal agressief gedrag, zoals schelden en vloeken.
  • Huilen, brullen, krijsen, schreeuwen
  • Chagrijnig, humeurig gedrag

Je kunt wanneer je boos bent echt het gevoel hebben te ontploffen. En dat je het liefst iets kapot wilt maken. Maar het kan ook heel goed zijn dat je kind juist helemaal stil wordt van binnen en daardoor juist niets meer kan zeggen of doen. Een andere reactie is dat je kind het liefst weg wilt lopen. Weg van alles en iedereen, én van het boze gevoel. Deze drie reacties zijn eigenlijk oerreacties en komen overeen met de instinctieve fight, freeze of flight reactie op gevaar. Wat is de natuurlijke reactie van jouw kind?

Hoe boos word je?

De ene boze bui is de andere niet. Deze vergelijkingen kun je samen met je kind ook maken. Je kunt het begrip 'boos' uitleggen in verschillende woorden en gradaties.

In woorden
Een beetje boos heet bijvoorbeeld: geïrriteerd, uit je humeur, chagrijnig, gefrustreerd, knorrig, geërgerd. Als je 'gewoon' boos bent passen hier woorden bij als: giftig, boos, kwaad, nijdig en heel boos noem je bijvoorbeeld: woedend, razend, witheet, over de rooie. Zo leert je kind de woorden die nodig zijn om uiting te geven aan de boosheid. En dat is nodig wanneer je erover wilt communiceren.

In gradaties
Als je kind op een schaal zou moeten aangeven hoe boos het kan worden, welk cijfer geeft je kind dan de boosheid in een bepaalde situatie? Je kunt hierbij denken aan een thermometer. Van 0 tot 3 bijvoorbeeld, waarbij 0 staat voor niet boos, 1 voor een beetje boos, 2 voor boos en 3 staat voor woedend of een woedeladder van 0 tot 10. Of als het beter bij je boosheid past: een raket of een vulkaan, met schaalverdeling. Ook een windroos met een zonnetje voor als je kind blij is, een zon met wolkje wanneer hij of zij niet blij/niet boos is, een regenwolk wanneer het kind een beetje verdrietig/een beetje boos bent en onweer voor als het echt boos bent bijvoorbeeld. Fijn voor je kind, zodat het stil kan staan bij hoe boos hij of zij zich voelt. En de omgeving, zodat zij het ook kan zien, zonder dat je kind het zelf hoeft uit te leggen. Je kunt zo’n thermometer of iets vergelijkbaars, waarop je kunt aangeven hoe boos je bent, bijvoorbeeld ophangen in de woonkamer en slaapkamer. Zo is hij (bijna) altijd in het zicht. Met name voor jonge kinderen kan dit ondersteunend zijn.

Waarom word je boos?

Als je kind vaak of intens boos wordt is het goed om na te gaan waarom je kind boos wordt. Dit zorgt voor meer begrip voor de boosheid. Waar komt de boosheid vandaan? Wat zijn de triggers? Waardoor wordt hij of zij boos? Het gaat dan over de 'boosmakers'. Wordt je kind boos als het iets moet doen waar het geen zin in heeft? Wordt hij boos wanneer hij zich gepest voelt? Wanneer iemand haar pijn doet of laat schrikken? Als je kind honger heeft of bang is? Of wanneer dingen niet gaan zoals je kind wil of had gedacht? Bespreek samen dagelijks de volgende vragen over boze buien: Wat gebeurde er? Wat deed je kind? Hoe boos was het? Wat was het gevolg? (En eventueel hoe had het anders gekund?). Als dit lastig is voor je kind, blijf dan uit de strijd. Je kunt wel zeggen wat je ziet, maar je kind niet overtuigen. Je kind geeft zelf aan wat het kan en als ouder kan je hierbij volgen.

Wat gebeurde er?Wat deed je?Wat was het gevolg?Hoe had het anders gekund?
Ik wilde een hut bouwen, maar hij stortte steeds inIk werd boos (thermometer: 2 van de 3) en begon met kussens te gooienIk wilde de hut niet meer bouwen.Ik had hulp kunnen vragen om toch de hut te bouwen.

Bij oudere kinderen kan het maken van een G-schema ook helpen om de boze gevoelens en gedachten helder te krijgen. Heeft je kind daarentegen (nog) geen woorden voor het gevoel? Laat je kind de thermometer inkleuren, of laat het de boosheid dan tekenen of op een andere manier verbeelden. Als je weet welke situaties je kind boos maken, kun jij en je kind leren daar rekening mee houden. Dat zijn dan de situaties waarin hij of zij moet oppassen, omdat het dan uit de hand kan lopen.

Wanneer is boosheid een probleem?

Als jij en/of je kind het gevoel hebben dat je kind de boosheid of woede niet in de hand heeft en hij of zij over de eigen en andermans grenzen heen gaat wanneer het boos is, kan boosheid of woede een probleem zijn. Wanneer je kind mensen pijn doet, of wanneer hij of zij vaak straf krijgt op school bijvoorbeeld. Of als het heel vaak boos wordt. Dan heeft het kind zelf ook veel last van de boosheid. Gelukkig kunnen je kind en jij er, samen, iets aan doen.

Hoe vaak word je boos?

Het is goed om niet alleen bij te houden waarom je kind boos wordt, maar ook hoe vaak het boos wordt en hoe boos hij of zij dan wordt. En in welke situaties. Hiervoor kun je aan de hand van de thermometer samen een soort dagboek bijhouden. Schrijf elke dag tenminste een situatie op waarin je kind zich boos voelde. Geef aan waarom je kind boos werd en hoe boos het zich voelde (op de thermometer bijvoorbeeld). Leg ook een link tussen het resultaat van de situatie door de boosheid. Laat het kind tenslotte zelf bedenken wat het kind had kunnen doen om de situatie beter te laten aflopen. Zo leert je kind zichzelf en de boosheid of woede steeds beter kennen. En leert het de gevolgen van de boosheid beter inzien met alternatieve oplossingen.

Leren omgaan met boosheid

Door bewust om te gaan met je boosheid kun je leren er beter mee om te gaan. Dit doe je door zoals gezegd samen stil te staan bij wat er precies gebeurt in het hoofd van je kind en in de rest van het lijf wanneer hij of zij boos wordt. Vervolgens is het belangrijk dat je kind de controle (terug)krijgt over zijn of haar boosheid of woede. Dit gaat niet in een keer. Jullie zullen samen, en je kind ook zelf, hier veel voor moeten oefenen. Ook op school kun je laten weten dat je werkt aan de boosheid van je kind. Als iedereen ervan weet, kan iedereen je kind erbij helpen. De manier waarop je omgeving met je omgaat heeft namelijk ook weer invloed op je boze gevoelens en gedachten.

Door samen een plan van aanpak te maken voor als je kind boos wordt, geef je het kind (en jezelf!) houvast in een lastige situatie. Wat kan je kind doen wanneer het boos is of boosheid voelt opkomen? Bedenk een stappenplan dat je kind kan doorlopen. Vanaf de thermometer om te laten zien dat de boosheid oploopt/aanwezig is, via tips en trucs om de boosheid onder controle te krijgen tot mogelijke oplossingen om op een andere manier, zonder teveel boosheid, de situatie het hoofd te kunnen bieden. Oefen vervolgens dit plan van aanpak door dagelijks de boze buien bij te houden. Wanneer je dit een aantal weken doet, krijgen jullie steeds meer inzicht in de boze buien van je kind. Om niet alleen stil te staan bij de minder fijne gevoelens is het goed om dagelijks ook bij te houden en met elkaar te praten over de leuke momenten. Wanneer was je kind blij en waardoor?
Je kunt hiervoor samen met je kind de volgende technieken gebruiken:
  • Afkoelen
  • Kijken zonder mening/oordeel
  • Negeren van wat je boos of woedend maakt

Afkoelen

Er zijn verschillende manieren om rustig te worden en te kalmeren wanneer je kind zich boos voelt worden of wanneer het al boos is.
  • Iets anders gaan doen
  • Afleiding zoeken in helpende gedachten
  • Je concentreren

Iets anders gaan doen
Wanneer je boos bent kun je ook kalmeren door afleiding te zoeken. Richt je niet op je boosheid. Daarom is tot tien tellen wanneer je boos bent ook meestal geen goed idee. Dan is het bijna alsof je aan het aftellen bent tot je mag losbarsten, want al die tijd sta je stil bij je boosheid. Als je kind voelt dat het boos wordt, bijvoorbeeld omdat hij of zij het juiste puzzelstukje niet kan vinden, kan het misschien beter besluiten om iets anders te gaan doen. Naar de zandbak, een eindje rondlopen of muziek luisteren. Alles kan, als je kind er maar rustig van wordt en er plezier in heeft of krijgt. Later pakt je kind het puzzelen misschien met veel enthousiasme en geduld weer op, zonder dat het boos maakt.

Afleiding zoeken in helpende gedachten
Als je kind merkt dat het boos wordt, bijvoorbeeld omdat hij of zij iets moet doen wat je kind niet leuk vindt, kan hij of zij ook afleiding zoeken in helpende gedachten. In plaats van boos te worden, omdat het wordt gestoord in zijn spel, kan (je samen met) je kind ook bedenken "als ik het nu doe hoef ik het straks niet meer te doen'. Of stel je de volgende situatie voor: Wanneer je moeder tegen je zegt dat je je jas dicht moet doen, omdat het buiten koud is, kun je boos worden, omdat je vindt dat ze zich teveel met je bemoeit. Je kunt ook denken dat het fijn is dat ze zo goed voor je wil zorgen. Dit zijn voorbeelden van helpende gedachten. Zo'n helpende gedachte kun je opschrijven voor veelvoorkomende situaties waarin je boos wordt. Als steuntje in de rug wanneer je kind weer boos wordt.

Je concentreren
Soms blijven de boze gedachten maar in het hoofd van je kind rondspoken en blijft of wordt het daarom ook steeds bozer. Om af te koelen kan je kind zich ook ergens anders op focussen. Dat betekent dat je kind bewust ergens anders zijn of haar aandacht op richt. Op de buikademhaling bijvoorbeeld door een adempauze te nemen en bewust in en uit te ademen, zodat je kind weer rustig wordt. Of op die mooie bloem of wolk die hij of zij ziet. Wat valt je kind eigenlijk daaraan allemaal op? Zie je de kleuren, de randen, de vormen, de schaduwen, de patronen, de beweging in de bloem of wolk én in jezelf, in wat het met je doet? Zo dwing je je hersenen om ergens anders aan te denken en zakt vanzelf het boze gevoel. Je kunt je concentreren op iets wat je ziet, maar ook op alles wat je hoort. Door te luisteren naar de geluiden om je heen, kun je de focus ook op iets anders richten dan de boosheid. Je kind kan hierbij proberen om alles wat hij of zij hoort thuis te brengen (wat is het precies dat je hoort?), maar hij of zij kan ook luisteren naar alles wat het hoort zonder dat je probeert te bedenken wat je hoort, dus alleen bemerken dát je hoort. Varieer eens en oefen met wat bij jouw kind past.

Kijken zonder mening/oordeel

Soms wordt je kind boos, omdat hij of zij zich tekort gedaan voelt. Iemand pest je, je voelt je uitgelachen of je hebt het idee dat mensen niet aardig doen. Dan is het goed om op een afstandje naar de situatie te kijken. Je probeert hierbij goed na te denken en niet meteen te reageren op het gevoel dat de situatie bij je oproept. Dan gaat het om vragen als: Wat gebeurt er? Wat raakt je?. Dit is heel moeilijk en vereist veel oefening. Je kunt je kind hierbij helpen door samen uit te pluizen wat er feitelijk gebeurt en wat invulling of interpretatie is. Je kunt hier ook een spelletje van maken.

Negeren van wat je boos of woedend maakt

Als je kind boos wordt op iemand, kan je kind ook besluiten om hem of haar te negeren. Je hoeft niet boos te reageren! Je kunt ook je schouders ophalen en denken 'Laat maar'. Dan blijft je kind bij zichzelf en laat hij of zij zich niet verleiden tot een boze of woedende reactie waarbij je kind zichzelf kan verliezen. Goed voor je kind om te beseffen dat hij of zij hier een keuze heeft!

Aandacht voor het gevoel onder je boosheid

Wanneer de boosheid niet meer zo op de voorgrond aanwezig is, kan je kind zijn of haar aandacht richten op het gevoel waar het eigenlijk om gaat. Boosheid is immers een signaal dat je iets niet fijn vindt. En daar is niets mis mee. Bedenk samen met je kind goede manieren om deze gevoelens op een andere manier naar voren te brengen door ze onder woorden te brengen (kun je zeggen dat je pijn hebt of dat je je gekwetst voelt?), van je af te schrijven, na te vragen (deed je expres of je me niet zag of zag je me écht niet?) of naast zich neer te leggen (ach zo belangrijk was het niet of volgende keer beter).

Komen jullie samen er (nog) niet uit?

Soms is de boosheid zo heftig, komen de woedeuitbarstingen zo vaak voor, dat je als ouder of verzorger met je handen in het haar zit. Soms lukt het niet er samen met je kind uit te komen. Er zijn allerlei trainingen ontwikkeld om kinderen te leren omgaan met hun emoties. Soms gebeurt dat individueel en soms in een groep. Te denken valt aan Minder boos en opstandig, Baas over Boos, Rots en Water, enzovoorts. Een training, zeker voor het jonge kind, betrekt ook altijd de omgeving, ouders en school, erbij, zodat het meeste effect kan worden bereikt. Een goed startpunt voor professionele hulp is het consultatiebureau, de GGD of de huisarts. Je kunt ook om advies of hulp vragen bij de Ouder-kindadviseur of tijdens het Opvoedspreekuur van de gemeente.
© 2018 - 2024 Sage, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoe ga je om met een boos kind?Hoe ga je om met een boos kind?We zien onze kinderen graag gelukkig. Een kind dat boos is, past niet bepaald binnen dit plaatje. Het is alleen wel iets…
Driftbuien van peutersDriftbuien van peutersJe loopt in de supermarkt met je peuter aan de hand of misschien zit hij in het winkelwagentje. Tijdens het winkelen maa…
Driftbuien van je peuter – Hoe moet je daarmee omgaan?Driftbuien van je peuter – Hoe moet je daarmee omgaan?Kinderen gaan vanaf hun eerste jaar zelf lopen en kunnen steeds meer dingen zelf doen. Maar je kind kan niet altijd zelf…
De boze fles; over omgaan met boosheidAls je boosheid vergelijkt met een fles priklimonade, dan zie je dat als de fles flink geschut wordt er enorm veel bubbe…

Kinderdagcentrum (KDC): een plek voor ontwikkelingKinderdagcentrum (KDC): een plek voor ontwikkelingEen kinderdagcentrum is een plek voor kinderen met een beperking. De ontwikkeling van deze kinderen staat centraal en wo…
Een boos of woedend kind: hoe kun je helpen?Een boos of woedend kind: hoe kun je helpen?Ieder kind is wel eens boos. Woedend zelfs. Dat hoort erbij. Sommige kinderen ontploffen echter als het ware van booshei…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Alexas Fotos, Pixabay
  • https://www.nieuwezijds.nl/thema/opvoeding/Boosheidenwoede.html (Laatst geraadpleegd op 2 mei 2018)
  • http://www.centrummetanoia.nl/pages/baasoverboos.htm (Laatst geraadpleegd op 2 mei 2018)
  • Huebner, Dawn (2009). Wat kun je doen als je te snel boos bent. Uitgeverij Niño.
  • Baas over Boos; BOB-training (Van der Gaag, 2009; Gevers en Clifford, 2009)
Sage (63 artikelen)
Laatste update: 31-10-2019
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Pedagogiek
Bronnen en referenties: 5
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.