Een waardevolle leerkracht
Wanneer je als leerkracht voor de klas staat zal het niet allemaal rozengeur en manenschijn zijn. Je zult ook tegen een hoop dillema's aan lopen op het gebied van waarden en normen. Hieronder volgt een moreel dillema waar ik zelf tegen aan liep in mijn stageklas en mogelijke ideeën hoe het had kunnen worden opgelost. Vooral door gebruik van een socratisch gesprek kun je beter met je klas over problemen praten.
Voorbeeld van een moreel dillema
Hanit is een jongen uit groep 5 en van Marokkaanse afkomst. Hij is net nieuw en heeft in de klas geen echte vriendjes kunnen maken. Op een ochtend loopt hij naar een jongetje uit de klas en vraagt of hij vriendjes met hem wil zijn en geeft hem een mp3-speler als cadeau. Het jongetje wil deze natuurlijk wel hebben en de 2 jongens trekken de hele dag met elkaar op. De volgende dag heeft het klasgenootje alleen geen aandacht meer voor Hanit en deze voelt zich weer alleen. De dag daarop vraagt Hanit aan een ander klasgenootje of deze vrienden wil zijn en geeft ook hem een mp3-spelen kado. Beide jongens trekken de hele dag met elkaar op, maar ook dit klasgenootje verliest de dag erop de interesse in Hanit. Twee weken later ziet de juf van de klas zeker 10 kinderen met dezelfde mp3-speler lopen en vindt dit toch wel verdacht. Wanneer ze uit gaat zoeken hoe het zit blijkt dat Hanit kinderen een mp3-speler gaf zodat ze hem aardig zouden vinden. Toen ze met Hanit er over ging praten bleek dat deze de mp3-spelers van zijn broer van 16 jaar had gehad. Alle mp3-spelers moesten weer ingeleverd worden, maar de juf noch de directie kon er achter komen waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen. Hanit was zich van geen kwaad bewust en zag de mp3-spelers als een leuk cadeau zodat kinderen hem aardig zouden vinden.
Hoe zou ik als leerkracht gereageerd hebben?
Op het moment dat ik 10 verschillende kinderen met dezelfde mp3-spelers zou zien lopen zou ik de kinderen individueel en geïnteresseerd vragen of ze een nieuwe mp3-speler hebben. Zo ja, hoe ze er dan aan komen, misschien gehad van papa en mama. Ik zou er op letten dat je dit terloops doet om geen afkeurende reactie te geven. Ze voelen de kinderen zich ook niet bedreigd of aangevallen. Wanneer alle kinderen aangeven dat ze de mp3-speler van Hanit gehad hebben, zou ik terloops aan deze vragen of dat klopt. Maar ook nu weer in een ontspannen en open sfeer. Ik zou benadrukken dat het aardig is dat hij kinderen cadeautjes geeft, maar dat ik toch wel nieuwsgierig waar hij ze vandaan heeft. Wanneer hij vertelt dat ze van zijn broer komen zou ik aangeven bij de directie. Aan Hanit zou ik terloops vragen of hij weet waar zijn broer ze dan vandaan heeft.
De mp3-spelers moeten sowieso ingenomen worden, waar ze ook vandaan komen. Vervolgens zou ik een kringgesprek en eventueel een aantal themalessen over vriendschap houden. Ik zou volgens het discussiemodel een gesprek voeren over hoe vriendschap werkt. Wanneer vind je iemand aardig? Wat vind je zelf leuk aan je vriendje? Zou je vriendjes zijn met iemand met veel geld of iemand die je veel cadeautjes geeft? Ik zou op deze manier een discussie starten over vriendschap. Daarbij zou ik wat activiteiten rondom vriendschap bedenken. Ook zou ik een discussie starten rondom cadeautjes. Zorg dat de kinderen zich bewust worden van prijzen. Hoe duur is een boek of een pen? En een diskman (iets anders dan een mp3-speler in ieder geval!)? Hoeveel geld hebben ze zelf?
Ook zou ik als extra opdracht een socratisch gesprek doen. Maar dan in plaats van een mp3-speler een portemonnee of videospel gebruiken. Als je zo iets vindt mag je het dan houden? Als je het een ander ziet verliezen, mag je het dan houden? Etc. Op deze manier breng je Hanit, en de andere kinderen ook, bij dat je iets van een ander niet mag afnemen. Aangezien je niet weet waar de mp3-spelers vandaan komen, dus ook niet of ze gestolen zijn of niet, moet je zorgen dat Hanit zich niet aangevallen voelt. Of dat hij het gevoel krijgt dat hij zijn broer moet verdedigen. Zorg dus dat het losstaande activiteiten zijn die niet zo zeer op Hanit slaan. Pak je het verkeerd aan dan heb je de kans dat Hanit zich alleen maar verder buiten de groep voelt staan. Op deze manier zal hij nooit leren dat vrienden maken niet gaat om wat je hebt of wat je kunt geven in materiele zin.
Op de school moet samen spelen en respect voor elkaar centraal staan. Alleen dan kan deze situatie goed opgelost worden. We weten allemaal hoe veroordelend kinderen naar elkaar kunnen zijn. Wanneer je de nadruk legt op respect voor elkaar, wat de ander ook gedaan heeft kan de situatie anders opgelost worden. Kinderen zullen dan minder snel kijken naar wat het resultaat van de acties van de ander was, maar eerder naar de motieven erachter. Dit kan natuurlijk pas in de bovenbouw, maar je kunt er al mee beginnen bij de jongere kinderen door middel van gesprekken hebben over hoe je met elkaar om hoort te gaan. Een ander niet meteen veroordelen omdat jij vindt dat wat de ander gedaan heeft fout is, omdat je niet weet waarom die persoon het gedaan heeft.
Houd in de klas gesprekken over verschillen in mening en hoe je daar mee om gaat. Wanneer je dit ook in de klas doet met Hanit zal het goed gaan. Wanneer je alles focust op de fout die Hanit gemaakt heeft zullen de kinderen niets anders zien dan die fout en dus niet de reden erachter. Hierdoor zal Hanit alleen nog maar meer buitengesloten worden, omdat de kinderen hem niet begrijpen. En dat wil je juist voorkomen.
Het is zeker een relevant voorbeeld, omdat het een situatie is waarin een kind de normen en waarden rondom de omgang met elkaar nog niet begrijpt. Het is misschien een extreme (maar waargebeurde) situatie, maar dit soort dingen zul je veel tegenkomen in de klas. Kinderen willen toch graag vriendjes hebben en wanneer je alleen bent ga je op zoek naar een oplossing. Er zijn ook kinderen die bijvoorbeeld zeggen: ´Als ik niet op jouw feestje mag komen mag je ook niet op mijn feestje komen!´ Ze snappen nog niet goed wat vriendschap inhoud en blijven hangen in stadium 2 van het Kohlberg schema: ´voor wat hoort wat.´ Door gesprekken te voeren over hoe je met elkaar om gaat en discussies over wat wel kan en wat niet in een vriendschap help je de kinderen naar een hoger stadium.
De juf had ook boos op Hanit af kunnen stappen en in het bijzijn van de hele klas kunnen vragen waar de mp3-spelers vandaan komen. Wanneer je alles publiekelijk doet zul je Hanit sterk het gevoel geven dat hij bij voorbaat wat fout heeft gedaan, terwijl zijn enige probleem het verkeerd inschatten van normen en waarden is. Wanneer je hem hard aanpakt zal dit hem alleen maar afschrikken en zal hij zich niet opstellen voor nieuwe dingen. Dan zal hij dus ook niet inzien dat je vriendschap niet kunt kopen, maar moet verdienen.
Je kunt een kring gesprek over dit onderwerp alleen aangaan als je leerlingen ervoor open staan. Door er met de kinderen over te discussiëren en ze uitgaande vragen stellen leer je de kinderen communiceren over morele problemen.
Je kunt ook een socratisch gesprek houden met de volgende vragen:
- Je vindt een portemonnee op straat met niets er in, mag je deze dan houden?
- Je vindt een portemonnee met wat kleingeld erin, houdt je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met wat kleingeld en wat persoonlijke foto´s. Houd je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met briefgeld erin, houd je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met briefgeld en persoonlijke foto´s. Houd je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met alleen maar pasjes. Houd je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met kleingeld en pasjes. Houd je deze dan?
- Je vindt een portemonnee met briefgeld en pasjes. Houd je deze?
Als literatuur heb ik de volgende boeken gebruikt:
- Socrates op de speelplaats van Anthone, R. en Mortier, F. uit 1997. Gebruikt om meer te lezen over een socratisch gesprek met kinderen.
- Vriendschap van Jeanet de Pee uit 2002, over hoe kinderen tegen vriendschap aankijken.