Montessorionderwijs
Heb je ooit gehoord van een trinoom of een binoom? Van schuurpapieren letters? Nee? Dan heb je vast wel eens een kleuter bezig gezien met een telraam: deze laatste is op vrijwel elke school en in elke speeldoos te vinden. Stuk voor stuk zijn deze educatieve accessoires voorbeelden van de talrijke, veelal kleurrijke leermaterialen die ontworpen zijn door Maria Montessori. Deze Italiaanse arts en pedagoge was, de naam zegt het al, de grondlegger van het montessorionderwijs.
Ontstaansgeschiedenis
Maria Montessori werd geboren in het Italiaanse Chiaravalle. Later verhuisde zij met het hele gezin naar Rome. Vanwege haar interesse voor exacte vakken als wiskunde en biologie, koos zij ervoor om geneeskunde aan de Sapienza Universiteit te gaan studeren. Dit was volledig tegen de wil van haar ouders in, die liever zagen dat zij onderwijzeres werd.
Verstandelijk beperkte kinderen
In 1896 studeerde Montessori af en werd hiermee één van de eerste vrouwelijke artsen van Italië. In november 1896 kreeg zij in het Santo Spirito- ziekenhuis voor het eerst te maken met verstandelijk beperkte kinderen. Maria ging zich ontfermen over de kinderen en probeerde hen hun achterstand zoveel mogelijk in te laten lopen. In 1898 werd Maria directrice van een door de regering opgericht instituut voor verstandelijk gehandicapte kinderen.
Bezoek Verenigde Staten
Op uitnodiging van onder andere Alexander Graham Bell en Thomas Edison bezocht Maria de Verenigde Staten. In 1915 gaf ze in Californië trainingen aan leerkrachten uit alle Staten.
Wereldtentoonstelling
Ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van San Fransisco in 1915, werd voor de gelegenheid een klaslokaal met een glazen wand opgericht. Speciaal voor dit experiment werden 21 arme kinderen geselecteerd, die nu een klas vormden. Zij gingen met de methode van Montessori aan de slag. Het publiek was aangenaam verrast over de resultaten die ze bereikten. De twee gouden medailles in de categorie 'Onderwijs' gingen dan ook beide naar de montessori-klas. De klas stond onder leiding van Helen Parkhurst, de latere oprichtster van het
Daltononderwijs.
Uitgangspunten
De behandeling van de kinderen in het Santo Spirito- ziekenhuis baseerde Montessori op de boeken van twee beroemde Franse artsen, Jean Itard en Édouard Seguin.
Casa dei Bambini
In 1909 werd haar boek 'De methode van de wetenschappelijke pedagogiek' gepubliceerd. Hierin beschrijft zij hoe zij in korte tijd haar 'Casa dei Bambini', vrij vertaald als 'huis van de kinderen' ontwierp. Dit was op uitnodiging van een idealistisch bestuurder van een woningbouwvereniging, die de vervallen woonkazernes onder handen nam. Maria stopte de praktijken van onderhuur en realiseerde een opvang voor werkende moeders.
Nieuw onderwijssyteem
Daar bedacht Maria in vrij korte tijd een nieuw onderwijssysteem, voor kinderen van de allerarmsten. In haar boek 'Door het kind naar een nieuwe wereld' beschrijft ze hoe deze methode ontstond. Hierin beschrijft ze het verschil tussen de ontwikkeling van volkskinderen en kinderen van rijke ouders: deze laatste groep werd volgens haar te veel geholpen door volwassenen en hierdoor waren ze te afhankelijk. Daarnaast was de overvloed aan speelgoed volgens haar funest: 'Kortom, begeerte naar bezit en afhankelijkheid zijn de voornaamste afwijkingen, die op een gegeven moment opbouwende arbeid verhinderen en vaak blijvende sporen in het karakter nalaten.' (bladzijde 155).
Natuurlijke ontwikkeling
Evenals Rousseau geloofde Maria heilig in een door de natuur geleide ontwikkeling, die bij geen van de kinderen hetzelfde is. Daarom geloofde ze ook niet in de traditionele vorm van onderwijs, waarbij een leraar aan ongelijke leerlingen opdrachten staat op te geven en de tafelopstelling waarbij oogcontact met de leraar verzekerd was.
Speciaal lesmateriaal
Maria gaf haar onderwijs vorm door speciale leermaterialen te ontwerpen. Deze zijn vooral gericht op de senso-motorische ontwikkeling: op jonge leeftijd oefeningen doen die alle zintuigen prikkelen. Een goed ontwikkelde waarneming helpt het kind bij het opnemen van de stof en het leren kennen van de buitenwereld. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de lichte tafeltjes en stoelen die kinderen makkelijk zelf kunnen optillen, kralenstaafjes en kettingen voor het rekenen en papieren schuurletters voor het schrijven.
Tegenwerpingen
Tegenstanders verweten Montessori dat ze in haar onderwijsvorm te weinig aandacht besteedde aan vroege taalontwikkeling en vrije expressie. Tegenwoordig besteden montessorischolen hier dan ook meer tijd aan.
Uitstroom
Nederland kent op dit moment zo'n twintig montessorischolen voor voortgezet onderwijs, waarvan een aantal nog bezig is om zich te ontwikkelen naar een montessorischool: men noemt dit aspirant-scholen. In de praktijk betekent dit dat verreweg de meeste leerlingen doorstromen naar een ander type onderwijs.